Budapest deel 2

Zaterdag 29 november 2003

Na het ontbijt gaan we weer koffie drinken bij Gerbaud. Bij de Tourist Info vragen we de weg naar het Beeldenpark. De Beel Lenin in Szoborpark receptioniste kijkt wat bedenkelijk en vraagt of we er echt heen willen want het is ingewikkeld om er te komen. We zetten door en krijgen instructies. We nemen vanaf Ferenc Tér de roodgenummerde bus 7-713 naar Étele Tér (eindpunt). Daar stappen we over op de gele Volanbusz richting Diös-Erd (perron 7 of 8). Kaartje kopen in de terminal, want de 7-dagen kaart is hier niet geldig. De bus zet ons voor de deur van het Statue Park of Szoborpark af. Zo ingewikkeld is het dus niet. [Update 2019: Neem Bus 101B, 101E of 150 vanaf Kelenfold Vasutallomas (busstation bij station Kelenfold aan Metro #4) richting Budateteny vasutallomas. Het park heet nu Memento Park]Tijdens de overgang van het communisme naar de democratie in 1990, mochten de districten van de stad zelf beslissen wat er met de beelden moest gebeuren. De beelden die werden verwijderd zijn in dit park terecht gekomen. Het park is in 1993 geopend. Er staan grote beelden van Marx, Engels en Lenin en ook van Hongaarse voormannen als Bela Kun (die in het geheim in Moskou werd doodgeschoten op bevel van Stalin) en Jenö Landler (die in het Kremlin ligt begraven). Hier staat ook het beeld van de soldaat die ooit het vrijheidsmonument op de Gellert Heuvel bewaakte en nog een 25-tal sociaal-realistische topstukken. Het meest geslaagde beeld is het monument voor de Radenrepubliek gebaseerd op een revolutionaire poster uit 1919 dat een aanstormde zeeman voorstelt. Ook indrukwekkend is het gedenkteken voor Bela Kun die wordt omgeven door een menigte van arbeiders en soldaten. De verwijdering uit de stad van het monument voor de Hongaarse brigade in de Spaanse burgeroorlog had nog veel voeten in aarde, wat voor de andere beelden nauwelijks het geval is geweest. Het is heel interessant en indrukwekkend, maar wel opgesteld in een zeer basic omgeving in een vergeten uithoek van de stad. Na ruim 40 minuten  hebben we alles gezien. De souvenirshop verkoopt nostalgische zaken uit het rode verleden. 

We nemen de bussen terug naar de stad, lunchen en maken ons op voor een bezoek aan het Géllertbad. Dit is gevestigd in het Géllerthotel Zwembad, Gellert Badhuis bij de Géllertbrug. Een mooi Art Nouveau gebouw met thermaal water. Er is een zwembad en een termaalbad. Entree voor beiden kost 2100 ft. Als je minder dan 2 uur binnenblijft krijg je 900ft terug, binnen 3 uur 600ft. Het Gellertbad wordt door veel toeristen bezocht en de aanduidingen zijn ook in het Engels en Duits. Entree bewijs is plastic kaart met barcode. Ook hier zijn kleedhokjes die door een oppasser worden afgesloten. Je krijgt een genummerd metalen plaatje mee aan een koord. Het nummer correspondeert niet met dat van het hokje, maar wordt op een lijtje binnen in het hokje genoteerd. Het nummer van het hokje moet je zelf onthouden. We gaan naar het zwembad, wat lekker fris is en waarin de gThermale baden, Gellert badassen naar boven borrelen (stinkt niet). Na wat baantjes trekken, gaan we verder naar de termaalbaden, die voor vrouwen en mannen gescheiden zijn. De mannen lopen hier rond in een wit katoenen schortje, dat de billen bloot laat. Er is een groot bad van 38 graden en een van 36 graden. Bovendien een stoombad (erg heet) en een dompelbad (18gr). Daarnaast zijn er nog droge sauna' s van 60, 80 en 90 graden. Je wordt er heel ontspannen en relaxed van. De sfeer is hier veel meer ontspannen dan in de Király. Na ruim anderhalf uur badderen gaan we weer weg. Bij het verlaten van het bad produceert het tourniquet een bonnetje waarmee we bij de terugbetaal kassa een deel van ons geld terugkrijgen. We gaan wat drinken in het Amstel River cafe en dan terug naar het pension.

We komen even op adem voordat we uit eten gaan. We hebben gereserveerd bij restaurant Arcade in Buda. We nemen de metro naar Deli Pu en dan is het nog 10 minuten lopen. We komen in een woonwijk waar we helemaal geen goed restaurant verwachten. Net als we denken dat we helemaal verkeerd zitten staan we voor het restaurant dat er stijlvol uitziet. We worden zeer goed bediend en het eten is met zorg bereid. Lamskoteletten, Zalmtartaar. Het tempo tussen de gangen is, net als gisteren, wel wat hoog en in no time zijn we door de maaltijd heen. In anderhalf uur staan we weer buiten. Wel voldaan en heerlijk gegeten en gedronken.

Na de maaltijd nemen we de metro de stad weer in. We gaan naar Capella bar. Dit moet een homodisco met optredens zijn. Eenmaal binnen is er geen stoel meer vrij en is de zaak vol met heterostellen. We gaan meteen maar weer weg en nemen een taxi naar Angel bar. Dit is wel een 100% gay gebeuren. Om 12 uur is er een travestieshow, die heel vermakelijk is. Daarna gaan we dansen in het disco gedeelte. Goede sfeer en veel knappe mannen. Om 2 uur keren we huiswaarts. 

 

Zondag 30 november 2003

We gaan eerst koffie drinken bij Gerbaud. Vandaar lopen we naar de Dohány synagoge. Dit is de grootste synagoge in Dohány Synagoge Europa en de één na grootste ter wereld. Het gebouw is, door een niet-joodse Oostenrijker in een moors-byzantijnse stijl gebouwd. Deze stijl was populair rond 1850. We nemen een kaartje voor de rondleiding in het Engels. De gebedsruimte is indrukwekkend groot en rijk gedecoreerd. De synagoge is ingericht volgens de Neolog richting, een hongaars-joodse stroming met elementen uit de conservatieve en liberale tradities. We mogen fotograferen, maar dan moeten we wel een donatie doen voor het onderhoud. Op speciaal verzoek wordt de ark geopend en hebben we zicht op de thora rollen.

We lopen vervolgens langs de begraafplaats waar de slachtoffers van de winter van 1944/45 in het getto zijn begraven. Achter de synagoge ligt een binnenplaats waar een zilveren "huilende wilg" staat, met op elk blad een familienaam van slachtoffers van de holocaust. Ook een plaquette voor de Zweedse diplomaat Raoul Wallenberg en andere helpers van de joden de in 1944 en '45 velen van dDohány synagoge interieure vernietiging hebben gered. Tenslotte worden we door het Joods museum geleid. Hier zijn drie zalen. De eerste biedt religieuze voorwerpen voor de joodse eredienst, zoals thorarollen. De tweede zaal is gewijd aan de joodse feestdagen, de derde aan het dagelijkse religieuze leven van de joden en een laatste zaal is aan de holocaust in Budapest gewijd. Een oude heer leidt ons rond en vertelt met veel gevoel voor detail over datgene dat is uitgestald. Beklemtoond wordt dat de Jodenvervolging pas goed op gang kwam toen de Duitsers in 1944 een Hongaars fascistische beweging, de Pijlkruisers,  aan de macht hielpen. Door actieve hulp van de Hongaarse overheid en burgers kon de SS onder leiding van Eichmann zo effectief optreden. Met name op het platteland werd de Joodse bevolking gedecimeerd.

Na het bezoek lunchen we, waarna we met de tram naar het Margarit-eiland gaan. Dit eiland ligt in de Donau en is via een brug, die Buda met pest verbindt, bereikbaar. Het eiland is vrij groot en een populair wandelgebied (m.n. bij joggers). Er zijn diverse sportaccommodaties. Wij huren een fiets (een wat rammelend voertuig, waarvan bij één meteen de ketting breekt) en fietsen het eiland rond (5 km). Leuk toertje met uitzicht op de stad. Dan gaan we terug met de tram via de ringweg naar het Oktogonplein van hier lopen we via de Andrassy ut, (de "Broadway" van Budapest) naar het pension.

's avonds drinken we een cocktail in het Meridien hotel, waarna we eenvoudig eten in het Amstel River Cafe. We maken nog een laatste avondwandeling langs de Donau en genieten van het uitzicht op het verlichte paleis en de burchtheuvel, en de Kettingbrug. We nemen vanaf Vörósmarty tér de metro terug naar Opera en wandelen naar ons pension.

Weer was somber, maar droog. Rond de 10 graden

 

Maandag 1 december 2003

We ontbijten weer Markthalin het pension en gaan weer koffiedrinken bij Gerbaud. Dan is het tijd om wat te gaan winkelen. We kopen schoenen voor Erik bij HUMANIC. Ze zijn niet duur, laten we hopen dat ze ook goed zijn. We lopen de Vaci Ut uit, de grote winkelstraat van Budapest. Het deel tussen Vörosmarty Tér en Ferenc Tér is nogal druk en vol met grote winkelketens. Voorbij het Ferenc Tér is het rustiger, zijn de winkels van betere kwaliteit en het straatbeeld sfeervoller. We komen langs het oude raadhuis van Budapest en lopen af op de grote Markthal. Hier zijn op de begane grond vooral vlees, groente en fruit te koop. Op de gallerijen op de 1e etage is textiel te koop, maarMarkthal dan vooral die van de toeristische soort: veel geborduurde tafelkleedjes en schortjes.

We lopen langs de Donau weer richting centrum en snacken bij de Mac. We lopen via de Andrassy Ut richting opera en verder naar ons pension. Dan is het tijd om te vertrekken. De pensioneigenaar belt een taxi voor ons. Niet onze favoriete Fötaxi, maar een goedkopere. Na een paar minuten komt een versleten Opel Astra stationwagen van Taxi 2000 voorrijden. We stappen in, maar de meter loopt niet. We vragen naar de prijs en krijgen 3000Ft te horen. Niet slecht, in ieder geval goedkoper dan de heenreis. Vervolgens begint een wildemansrit door allerlei kleine straatjes en we zijn al gauw de draad kwijt. Na een kwartier bereiken we de grote weg en wordt de Nikki Lauda in onze taxichauffeur helemaal wakker. We scheuren links en rechts auto’s voorbij en we halen opgelucht adem als we heelhuids op het vliegveld aankomen.

Het inchecken voor de vlucht lijkt eeuwen te duren. Per passagier 10-15 minuten. Dan begint het wachten voor het instappen. We komen rond 18.20 op Schiphol aan. De koffers komen snel en we zitten om 18:40 in de trein naar huis

 

 

 

Andere reisverhalen
terug