DEEL 3

 

 

Woensdag 16 juni 2010

Tadoussac - Trois Pistoles: 33km

We staan om zeven uur op. We ontbijten in het naastgelegen restaurant van het motel/hotel. De kwaliteit is redelijk, maar Saguenay fjordde ontbijtzaal is wel erg druk. Hij doet dienst voor twee hotels en iedereen ontbijt vrijwel gelijk, omdat vrijwel elke bezoeker van Tadoussac wel met een van de walvisexcursies mee gaat. Na het ontbijt pakken we onze spullen in de auto en wachten op de bus van rederij AML, die ons op komt halen voor onze Walvisexpeditie.  De bus komt iets voor negen uur en levert ons na wat tussenstops bij andere hotels bij de AML verkleedkabines af. Hier krijgen we een waterdicht bootspak aangemeten. We lopen vervolgens en groupe naar de haven om aan boord te gaan van een Zodiac, een open gemotoriseerde rubberboot. We varen uit, maar eerst naar Baie St Catherine aan de overzijde van de Sagenay fjord om daar wat gasten op te halen. Dan zetten we koers de St Laurensbaai op. De baai is de monding van de St Laurent rivier en is ruim 30km breed. Het is een favoeriet fourageergebied voor veel walvissoorten. Na een tijdje komen we een Dwergvinvis tegen, die een tijdje wilde capriolen uithaalt voor ons. Hij springt veelvuldig uit het water. De kapitein zegt dat dit echt niet elke dag gebeurt. Dwergvinvissen zijn relatief klein en worden rond de 7,5 meter lang. Een gemiddeld exemplaar weegt 4 à 5 ton. De dwergvinvissen zijn nogal nieuwsgierig en zoeken de boten op. Officieel mogen we niet dichter naderen dan 300 meter, maar dat weten de walvissen niet. Die komen graag dichterbij. Als de dwergvinvis Zodiaceen duik neemt gaan we verder, want het kan wel 20 minuten duren voordat hij weer boven water komt. De golven worden hoger en ook de hoeveelheid buiswater die we over ons heen krijgen. Het wordt ook ijskoud. We komen na een tijdje bij een Gewone vinvis. Deze is een stuk groter. Met 27 meter lengte is het de op één na grootste diersoort op aarde. De vinvis weegt rond de 70 ton. Alleen de Blauwe vinvis is groter.  Deze gewone vinvis zien we een aantal malen aan het oppervlak komen, voordat hij een duik in het diepe neemt. De walvissen zijn moeilijk te fotograferen, omdat zodra je ze ziet ze al weer onder water verdwijnen. Bovendien is het moeilijk in te schatten waar het dier weer gaat opduiken. Toch lukt het ons een paar keer. Weer iets verder op stuiten we op nog een paar vinvissen. Ze spuiten lucht naar boven en komen regelmatig aan het oppervlak. We zien verderop hier en daar nog wat vinvissen, voor we weer terugkeren richting Tadoussac. Vlakbij de ingang van de fjord zien we een stel Beluga’s springen. Deze zijn veel kleiner. Ze worden ook wel witte dolfijnen genoemd. Het zijn, in tegenstelling tot de vinvissen, die baleinen hebben, tandwalvissen. DwergvinvisDe Beluga wordt gemiddeld 4 meter lang en weegt 1 à 1,5 ton. Bij elkaar hebben we elf walvissen gezien.

We zijn wel erg verkleumd van deze tocht geworden, maar gelukkig schijnt de zon en warmen we snel weer op. We brengen onze pakken terug en kopen de gebruikelijke toeristenfoto. Dan gaan we lunchen bij La Bôhème aan de hoofdstraat. We naar een tijdje de noordkant van de Saguenay fjord verkend te hebben richting Les Escoumins dat noordelijker aan de St Laurentoevers ligt en stoppen onderweg in de buurt Les Bergeronnes om de walvissen vanaf de kant te zien. Dat lukt bij Cap Bon Désir. We zien op een paar honderd meter afstand weer dwergvinvissen. Dan rijden we door Les Ecoumins waar we een veerboot zullen nemen over de St Laurent naar Trois Pistoles. We zijn rijkelijk vroeg en zoeken wat afleiding in het dorp, maar dat valt niet mee. Er is weinig te doen. We vinden één kroeg met terras,, waar we een drankje doen. Dan schrijven we nog kaartjes naar Nederland en sluiten rond 17.15 aan in de rij voor de veerboot van CNB naar Trois-Pistoles aan de overzijde van de St Laurent. Om 18.30 vertrekken we voor de tocht over de zeer brede rivier. De oversteek over de rivier duurt bijna anderhalf uur! In Trois PIstoles rijden we meteen naar het motel Trois Pistoles, dat net buiten het dorp ligt. We zijn er om half negen. Dan gaan we meteen weer door om wat de te gaan eten. In het dorp vinden we hotel Trois Pistoles, dat een restaurant heeft. Niet echt bijzonder, maar wel goed te eten. Na het eten terug naar het motel, waar we nog een staartje van de heruitzending van Spanje tegen Zwitserland meepikken (0-1!).

Weer: zonnig 25°C

Donderdag 17 juni 2010

Trois Pistoles - Fredricton: 394km

We kopen wat ontbijtspulletjes bij een bakkerij aan de overkant van de weg en eten het ter plekke in de nog gesloten Fredricton - Stadhuismilkbar op. Dan rijden we via kleine wegen richting de snelweg. Een wegopbreking (een van de vele in Canada in de zomer) is de oorzaak van een grote omweg, maar uiteindelijk komen we op de Transcanadian highway naar Fredricton. Na een poosje steken we de grens met New Brunswick over, de enige tweetalige provincie van Canada en één van de zogenaamde Maritime Provinces. We rijden gestaag door het bosrijke New Brunswick en komen rond kwart voor twee in Fredricton aan. We kunnen meteen op de kamer in de jeugdherberg. Het is wel basic, maar alles doet het en is brandschoon. Na een rustpauze lopen we het centrum van Fredricton in, de hoofdstad van New Brunswick. Het is een kleine plaats met maar 81.000 inwoners. Veel gebouwen in het centrum hebben een bestuursfunctie. Belangrijkste bezienswaardigheden liggen in een strook langs de rivier, waar ooit het Britse garnizoen gelegerd was dat New Brunswick moest beschermen tegen de pas onafhankelijk geworden Amerikanen. In 1867 werden de Britse troepen, bij de instelling van Canadees zelfbestuur teruggetrokken. De gebouwen zijn nu nationaal monument. Achtereen volgens zien we het stadhuis, het garnizoenshuis, het wachtgebouw en de paradeplaats “Officers Square”. De vermaarde kunstcollectie van Lord Beaverbrook laten we helaas vanwege de vermoeidheid maar zitten. De binnenstad is een beetje armoedig met voor Canadese begrippen relatief veel bedelaars. We drinken koffie bij Second Cup en gaan weer terug naar de jeugdherberg. ’s Avonds eten we bij Brewbakers, een goed restaurant in het centrum. Het eten is uitstekend en de wijn ook. De rekening is er ook naar: $160. 

Weer: zonnig, 24°C

 Vrijdag 18 juni 2010

Fredricton - St Andrews - Saint John - Fredricton: 346km

WeSt Stephen ontbijten bij Cora’s ontbijtrestaurant in het centrum van de stad. Hier kun je alleen maar ontbijten. De keus is enorm, de ingrediënten vers en heerlijk. Nadat we helemaal vol zitten gaan we op weg naar de Bay of Fundy kust, naar St Stephen. Het is een rit van ruim een uur en 15 minuten. In St Stephen aan de Passamaquoddy baai drinken we eerst een kopje koffie bij Tim Horton. St Stephen is duidelijk niet het mooiste dorpje langs de kust, dus gaan we snel verder. Niet nadat we het haventje hebben gezien en het effect van het enorme getijdeverschil dat er aan de baai bestaat. De haven valt bijna helemaal droog. We rijden verder via de met borden aangegeven Fundy scenic drive naar Saint Andrew. Dat is een alleraardigst dorpje met mooie witgeschilderde huizen aan de Water Street, een lange pier een een haven. Er zijn veel winkels en restaurantjes. Vanuit St Andrew worden allerlei walvistochten georganiseerd in de Bay of Fundy. We eten met zicht op de drooggevallen haven en gaan daarna weer verder naar St AndrewSaint John, de grootste van de naar heiligen genoemde plaatsen aan de kust. We rijden Saint George voorbij en gaan direct naar de grote stad (125.000). Het historische centrum is vrij klein, maar heeft wel een mooie markthal en een groen centraal plein. In de Prince William street zijn vele Victoriaanse panden te zien, allen gebouwd na de grote brand van 1877.

Na het bezoek aan het centrum rijden we naar de andere attractie van Saint John: de reversing falls. Door het grote getijde verschil dringt het water van de baai bij hoogwater de John Rivier op en begint de rivier achteruit te stromen. Als we bij het uitkijkpunt zijn  begint het net hoog tij te worden. De water zal in twee uur tijd Markthal Saint Johnnog ruim 3 meter gaan stijgen. Na dit schouwspel gaan we terug naar Fredricton, waar we om half vijf aankomen.

’s Avonds eten we bij The Snooty Fox, een lawaaiige pub met grote porties eten. De voorgerechten zijn maaltijden op zich en worden onmiddellijk gevolgd door de hoofdschotel. Afgeladen verlaten we het pand en gaan koffiedrinken bij Second  Cup.

Weer: zeer warm en zonnig, 29°C

 

Zaterdag 19 juni 2010

Fredricton - Alma: 173km

We ontbijten eerst bij Cora’s in het centrum van Fredricton aan Queen street. Daarna gaan we gauw terug naar de Fundy National ParkJeugdherberg om ons klaar te maken voor de 2e voetbalwedstrijd van Nederland op de WK in Zuid-Afrika. Dit keer tegen Japan. De wedstrijd begint om 8.30 Atlantic Summertime. De wedstrijd is spannend tot het laatste moment en Nederland wint weer met 1-0. Na de wedstrijd rijden we naar het zuiden, naar Alma, aan de rand van het Fundy National Park aan de Bay of Fundy. We nemen een kamer in de Captain’s Inn B&B in de hoofdstraat van het kleine dorp. Het is prachtig weer en het is behoorlijk druk met dagtoeristen. We eten in het Parkland Village Inn hotel aan de overzijde van de straat. We hebben een tafel met zicht over de baai. Het is laag tij en het strand is gigantisch breed. Wel meer dan een kilometer. Na de lunch rijden we met de auto het Nationaal Park in. Op de heenweg naar Alma zijn we al dwars door het park heengereden, maar konden we geen dagpermit kopen omdat de kiosk aan de noordzijde dicht was. Vanaf de zuidzijde is de Laag tij in de haven van Almakiosk wel bemensd en kopen we een dagkaart voor $15,60. We vragen om advies van de park rangers in het informatiecentrum over wandelingen en besluiten de Coppermine trail te doen langs de kust. Het is een loop van 4,5 km, die niet al te zwaar is, al gaat de heenweg gestaag bergopwaarts. Op de terugweg komen we lang een aantal uitzichtpunten, met zicht op de Bay of Fundy en Nova Scotia aan de overzijde.  Na de wandeling rijden we nog naar een hoger gelegen uitzicht met een beter overzicht over de baai en de omgeving van Alma.

’s Avonds eten we wederom bij Parkland Village inn. Veel meer keus is er niet – op een paar snackbars na. We eten vis (zalm) en genieten ook nu weer van het uitzicht. Het is bijna hoogtij en het hele strand is verdwenen. Na het eten kijken we voetbal (Ghana-Australië, 1-1). 's Avonds is het tij weer gekeerd en het water stroomt snel de haven uit, waardoor de vissersboten op het droge komen te liggen. Ook het strand is al voor een groot deel drooggevallen.


Weer: zonnig en warm 25°C

 

Zondag 20 juni 2010

Alma - Charlottetown: 248km

Het ontbijt is vroeg in de Captain’s Inn: tussen 8 en 9 uur. Tijdens het ontbijt zien we kolibri’s suikerwater drinken vanuit een speciale dispenser, die de eigenaresse heeft opgehangen in de tuin. We wisten niet dat kolibri’s ook zo noordelijk Hopewell Rocks - Flower Potsvoorkwamen. Een paar jaar geleden zagen we er veel in Costa Rica. Het zijn er hier een flink aantal, maar allemaal van dezelfde soort.

Na het ontbijt rijden we richting Cape Enrage voor de dramatische kustlijn en de vuurtoren. We volgen de Fundy Scenic Drive.  Maar het is zo mistig dat we niets van de vuurtoren en heel weinig van de kustlijn te zien krijgen. We rijden door naar Hopewell Cape voor de befaamde Hopewell Rocks. Dit zijn verticale rotspartijen, die door erosie van de rotskust zijn afgesneden. Het zijn nu grote palen, waarop planten groeien. Daarom worden ze ook wel de flower pots genoemd. Het tij neemt af en daardoor kunnen we ook tussen de palen en in de groten lopen. De mist is hier veel minder en we hebben goed zicht op de Hopewell Rocks. De Hopewell Rocks maken deel uit van een Provinciaal Park. Om een blik op de kustlijn te kunnen werpen, moeten we $8,50 entree betalen. De kaartjes zijn 24 uur geldig, zodat je de Rocks ook bij een ander getijde kan gaan bekijken. Bij laag tij (als wij er zijn) staan de Rocks op het strand en kun je eromheen wandelen. Bij hoog tij staan de rotsen volledig in het water.

We vervolgen onze reis naar Moncton, een stad met een Franstalige universiteit in New Brunswick. Hier is een zeer bijzonder fenomeen te zien: the Magnetic Hill Road. Het gaat hier om een optisch bedrog op een bergweg, waardoor het lijkt dat je bergop gaat, maar in feite bergaf rijdt.  Het fenomeen is in de jaren 20 gedocumenteerd door een aantal journalisten uit Saint John en sindsdien is het een grote toeristische attractie. Na het betalen van $5 aan de kassa moet je de weg af rijden “naar beneden” en stoppen bij een witte paal. Vervolgens de auto in de vrije stand zetten en de rem los laten. De auto begint naar achteren te rijden, de “berg op”. Dit is heel erg bizar. Zo bizar dat we het nog twee keer doen.

We eten in de buurt bij Jean’s Diner en rijden vervolgens 2,5 uur naar Charlottetown op Prince Edward Island, deCharlottetown kleinste Canadese provincie. We moeten daarvoor de bijna 13km lange Confederation Bridge over de Nothumberland Strait oversteken. Het landschap op het eiland is heel anders dan in New Brunswick: veel kleine boerderijen met akkers op glooiende heuvels. Rode aarde steekt vrolijk af bij de groene velden. Na nog ruim een uur rijden komen we aan in de hoofdstad Charlottetown. We nemen onze intrek een onze zeer ruime kamer in de Shipwright Inn, in het centrum van de stad. Na een korte pauze gaan we het centrum verkennen. Op een zondag namiddag is dat heel erg rustig. Het begint te onweren en hard te regenen en nemen onze toevlucht tot een café, maar dat blijkt dicht te zijn. Het restaurant (Off Broadway) is wel open en we gaan meteen maar aan tafel. Het blijkt een uitstekende keus en we eten heerlijk (oesters, zalm, kip, crème brullee) en ook de wijn smaakt prima. Na afloop nog koffie bij Starbucks en terug naar de Inn. We kijken voetbal (Nieuw Zeeland – Italië: 1-1!!). Het gaat weer onweren en zwaar regenen.

Weer: ochtend mistig en koel, middag zonnig 22 graden. Avond onweer, 18 graden.

 

 

Andere Reisverslagen
terug   verder