2017 |
We gaan met de metro naar het Centraal Station van Rotterdam. Bij aankomst daar is het beginnen te regenen. We wachten op spoor 3 op de Thalys naar Antwerpen (met eindbestemming Lille Europe). Om 7.57 vertrekt de trein stipt op tijd en raast met 300km/u naar Antwerpen, waar we een half uur later aankomen. We nemen de tram naar het centrum. We stappen een paar haltes te vroeg uit en moeten we wat verder lopen naar de Bed&Breakfast Le Prince d’Anvers van Frederique aan de Grote Godaard. De straat is opengebroken en we slalomen langs de hekken en diepe kuilen naar de voordeur. We laten de koffer achter en kijken even rond in de Prinsenkamer op de eerste etage. We gaan koffiedrinken met taart bij Normo, een hippe koffietent aan de Minnebroedersrui. Vervolgens lopen we naar de Grote Markt om daar een Antwerp City Card te kopen voor 48 uur. Deze geeft voor €35 recht op onbeperkt reizen met tram en bus en toegang tot vele musea in de stad. We lopen met de kaart op zak naar het Rubenshuis aan een zijstraat van de drukke winkelstraat Meir, de Wapper. De gevel van het Rubenshuis wordt gerenoveerd en het gebouw staat in de steigers. We krijgen bij de kassa een toegangskaartje op vertoon van onze Antwerp Card en volgen de tour door het het huis. Rubens (1577-1640) was een zeer succesvol schilder in het Antwerpen van de 16e en 17e eeuw. Op zijn hoogtepunt had hij een studio met drie ateliers in het Rubenshuis, waar hij in 1610 zijn intrek neemt. Hij had talloze medewerkers en leerlingen, waaronder Anthony van Dijck en Jan Brueghel. In het Rubenshuis hangen veel kopieën van werken van Rubens, maar ook een paar orignelen. Verder werken van tijdgenoten, die tot Rubens’ eigen collectie behoorden. Bekendste echte Rubens werken die hier hangen zijn Adam en Eva uit zijn vroege periode, een zelfportret en de Annunciatie.
Na het Rubenshuis wandelen we richting het Plantin-Moretushuis. Onderweg stoppen we nog bij Lints, een grote banketbakker en tea room. We vervolgen onze weg en komen bij het Plantin-Moretushuis aan de Vrijdagmarkt. Christoffel Plantin was een Franse boekbinder, die in 1555 in Antwerpen, vanwege lichamelijk ongemak, overstapt op het drukkersvak. Samen met zijn schoonzoon Moretus richt hij een drukkerij op die de belangrijkste van de stad zou worden. Plantin drukt voor Katholieken, Protestanten en humanisten zoals Justus Lipsius en Simon Stevin. Hij was de enige drukker van Missalen en Brevieren in de landen die onder de Spaanse koning vielen. In 1568 drukte men hier de Biblia Regia (in 8 delen) en in 1573 de Schat der Nederduitse talen, het eerste Nederlandse woordenboek. De drukkerij bleef vele generaties in de familie Moretus maar moest in 1866 sluiten. In 1876 werd het een museum. Bij binnenkomst begint de medewerker die ons alleen maar de gidsjes hoeft uit te reiken een uitgebreide inleiding over het ontstaan van de drukkerij. Na zijn betoog gaan we op eigen gelegenheid de kamers op twee verdiepingen verkennen. Veel boekwerken uit de drukkerij zijn te zien – bijbels, missalen, atlassen, woordenboeken etc), portretten van de familie en een zaal met authentieke drukpersen. De wanden zijn veelal met bedrukt leer bekleed.
Na dit museum lunchen we bij Le Pain Quotidien op de Steenhouwersvest. Een soep en boterham van de dag. Na de lunch gaan we terug naar de B&B en rusten uit.
In de namiddag gaan we met de tramlijn 7 naar het eilandje. Dit is een havengebied aan de Noordzijde van de stad. Het is in de eerste helft van de 16e eeuw bij de stad getrokken als havengebied en heette toen Nieuwstad. Als havengebied ging het in de 20e eeuw sterk bergafwaarts met de buurt, totdat ze aan rond de eeuwwisseling werd herontwikkeld tot woon, cultuur een recreatiegebied. In het midden staat het Museum aan de Stroom (MAS), een spectaculair ontwerp van de Rotterdamse architecten Neutelings en Riedijk uit 2011. Daar zijn we al een keer geweest en we lopen door naar de gebouwen van Red Star Line. Deze rederij, die officieel Société Anonyme de Navigation Belge-Américaine heette, was een passagiers- en vrachtlijn, die een geregelde dienst onderhield tussen Antwerpen en New York en soms ook Philadelphia. Het bedrijf startte in 1872 en ging in 1935 failliet en wordt door hun oude rivaal uit Rotterdam overgenomen, de Holland-Amerikalijn. Men vervoerde goederen uit de VS naar Antwerpen en personen op de terugweg. Zo’n 2 miljoen migranten uit België, maar ook andere Europese landen verruilden hun armoedige bestaan in Europa voor een nieuwe toekomst in Amerika. De lijn had ook beroemde passagiers, zoals Albert Einstein aan bood gehad. In het museum wordt de geschiedenis van de lijn geschetst, maar ook het proces dat de landverhuizers moesten doorlopen om aan boord te komen. Ze werden gewassen en ontsmet en vervolgens uitgebreid medisch onderzocht. Aanvankelijk in de openlucht op de kade, maar na klachten van de reizigers in een apart gebouw. Het is een aantrekkelijke tentoonstelling met getuigenverslagen, documenten, filmbeelden en foto’s en schaalmodellen. Boven op de het gebouw is een uitkijktoren gebouwd, vanaf waar we heen mooi uitzicht over de Antwerpse haven hebben. Helaas is het weer sterk verslechterd. Er valt natte sneeuw.
We lopen terug naar de tram en rijden naar het B&B. Rond half zeven nemen we tramlijn 4 naar restaurant The Jane (2 michelin-sterren), van de Nederlandse sterrenkok Sergio Hermans. The Jane is gevestigd in de kapel van het voormalig Militair Ziekenhuis in ’t Groen Kwartier in Berchem. Het is ongeveer een half uur rijden met de tram. Van de kapel is een prachtig restaurant gemaakt. De keuken staat waar zich ooit altaar en koor bevonden. Aan het plafond hangt een gigantische kroonluchterg met tientallen lampen aan lange bogen. Wij worden hartelijk ontvangen en beginnen na Jane’s eigen champagne aan een 12 gangen diner, begeleid door het Essentials wijnarrangement van relatief nieuwe, maar mooie wijnen. Het is een genot. Bijna vier uur later brengt een taxi ons terug naar het B&B in het oude centrum.
Weer: regen en natte sneeuw. 6 graden
Frederique serveert ons het ontbijt op de kamer. Er zit van alles bij, behalve vleeswaren en het smaakt prima. We drinken daarna weer koffie bij Norma, waarna we tram 12 naar het centraal station nemen. Daar hebben we afgesproken met Erwin Liekens, onze gids, die we via Tours by Locals hebben gevonden. Hij gaat ons de komende drie uur rondleiden door wat minder bekende delen van de stad. We starten in het prachtige station uit 1905, dat veel doet om de aankomende reiziger te imponeren. Destijds lag het buiten de stad en werd er een boulevard aangelegd naar de inmiddels niet meer ommuurde stad. Antwerpen maakte na de afkoop van het tol op de Westerschelde een economische bloeiperiode door als havenstad. Dat is te zien. Ook koning Leopold II deed een duit in het zakje. Vanaf het station lopen we de diamantbuurt in. Antwerpen heeft vier diamantbeurzen en is het belangrijkste centrum voor diamantbewerking en handel in de wereld. De diamanthandel wordt voor een deel gedomineerd door orthodoxe joden. Hun verschijning in het straatbeeld is bijna de enige indicatie van de handel die hier plaatsvindt. De gebouwen in de diamantbuurt zijn zo saai, lelijk en onopvallend, dat je bijna niet kunt voorstellen dat hier voor miljarden wordt omgezet, enkele procenten van het Bruto Nationaal Product van België. Inmiddels hebben ook Indiase en Pakistaanse handelaren een positie op de Antwerpse markt verworven. Vanuit de diamantbuurt lopen we de Joodse wijk in langs het spoorviaduct. Dat viaduct is overigens prachtig versierd met torentjes en kantelen. Veel van 20.000 Antwerpse Joden zijn orthodox en ultraorthodox en traditioneel gekleed in zwart kostuum, lange jas, hoge hoed, baard en pijpekrullen langs de slapen. In de wijk zien we koshere bakkers, slagers en restaurants. Uiteraard ook synagogen en thorascholen. De Antwerpse Joden zijn met name in de 19e eeuw vanuit Oost-Europa naar Antwerpen gekomen op de vlucht voor pogroms en vervolging. De gemeenschap groeide van 100 personen tot 40.000 aan het begin van de Tweede Wereldoorlog.
We lopen verder naar de wijk Zurenborg. Eind 19e eeuw ontwikkelde de Société Anonyme pour la Construction de Maisons Bourgeoises op de grond van de baron Osy een planmatig opgezette woonwijk voor de gegoede burgerij, die de overbevolkte binnenstad ontvluchtte. De wijk opgezet rond stervormige pleinen en staat vol met Art Nouveau architectuur. Het centrale plein is het Dageraadplein, waar langs vele terrassen liggen. Vanaf daar lopen we via de Draakstraat naar het Draakplein, de draaischijf van de holebi gemeenschap van Antwerpen met Cafe Den Draak en het Roze Huis. We lopen onder het spoor door en komen in de andere helft van Zurenborg. Dit deel is voor de rijke burgers ontwikkeld. Vrijwel uitsluitend stadsvilla’s en paleisjes met uitbundige ontwerpen. De Cogels-Osylaan is de centrale as in dit gebied. We drinken koffie in de Wattman (een oude naam voor trambestuurder) nabij de voormalige tramremise.
Vervolgens nemen we de bus naar Het Zuid. Het Zuid werd eveneens eind 19e eeuw ontwikkeld op de gronden waar voorheen de citadel of het Zuidkasteel van Antwerpen stond. Deze dwangburcht werd tussen 1568-72 gebouwd in opdracht van de Hertog van Alva, maar in de 19e eeuw gesloopt. Centraal in Het Zuid ligt de Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Het gebouw werd in 1890 opgeleverd als nieuwbouw voor het museum dat voorheen in de Academie was gevestigd. Dat gebouw was gevoelig voor brand in de aanpalende panden en daarom werd vrijliggende gebouw ontworpen als een van de eerste gebouwen ter wereld dat als museum was ontworpen. Het museum is sinds 2011 gesloten wegens verbouwing en zal in 2019 weer open gaan. Ook Het Zuid kent stervormige pleinen en brede boulevards, die deze pleinen verbinden. Op deze pleinen staan monumenten die gebeurtenissen in de Antwerpse geschiedenis herdenken, zoals het monument voor de beëindiging van het tol op de Schelde in 1863 op de Marnixplaats. Achter het museum zien we een modern standbeeld van Willem de Zwijger en Marnix van Sint Aldegonde met gedenkplaten voor gebeurtenissen uit de 80-jarige oorlog. Ook in deze wijk staan prachtige Art Nouveau panden.
We lopen met Erwin tot aan het instituut voor Tropische Geneeskunde waar onze tour eindigt. We lunchen in een brasserie aan de Volksstraat, waarna we de tram naar het B&B nemen. Na een rustpauze wandelen we naar de oever van de Schelde en kijken uit op het scheepvaartkwartier. Daarna drinken we een pintje in Cafe den Engel aan de Grote Markt. Na het bier lopen we naar de Onze Lieve Vrouwen Kathedraal. Deze kerk stamt grotendeels uit de 15e eeuw. De toren domineert de hele stad. Vanwege de tijdelijke sluiting van het musuem voor Schone kunsten, zijn een aantal werken uit het museum hier tentoongesteld. Het zijn vooral werken die speciaal voor de kerk waren vervaardigd. Tot de vaste collectie van de kerk behoren de kruisafneming van Rubens uit 1612. Ook het altaarstuk met de Mariahemelvaart van Rubens hangt hier altijd. Tenslotte gaan we nog wat winkelen aan de Meir bij Galleria Inno, het grote Belgische warenhuis en in de Stadsfeestzaal. De Stadsfeestzaal werd in 1908 gebouwd als tentoonstellings- en feesthal, maar brandde in 2000 bijna geheel af. In 2007 werd het gebouw heropend als luxe winkelcentrum, waarbij enkele monumentale delen zijn herbouwd.
We drinken nog een Kriek en ‘nun Bolleke (Konink) in De Kroeg, tegen over ons B&B, waarna we gaan eten in Le Zoute Zoen. Prima restaurant met een lekker menu voor 37 euro.
Weer: licht bewolkt met zonnige perioden. 4 graden.
Na het ontbijt nemen we de tram naar het station. Daar drinken we koffie bij Starbucks voor we de Thalys van 10.30 naar Rotterdam nemen. Om 11 uur zijn we in Rotterdam en rijden met Uber naar huis.
Weer: mistig, 6 graden
lees Andere Reisverhalen