deel 1 |
We staan om 4.25 uur op en gaan dan naar de luchthaven. Na het inchecken voor de vlucht met TAP Portugal naar Lissabon ontbijten we op Schiphol. De vlucht naar Lissabon vertrekt een kwartier te vroeg om 6.45u en komt ruim op tijd aan. In Lissabon moeten we met een bus naar de terminal. Daar wordt onze QR code gecontrolleerd voor de vaccinatie tegen Corona. Daarna gaan we in de verkeerde rij staan, maar dat wordt snel opgelost. We eten wat in het foodcourt en wachten vervolgens op de vlucht naar Terceira. Ook hier kunnen we als eerste aan boord omdat we op ons ticket premium boarding hebben.
Ook deze vlucht verloopt voorspoedig. We hebben nu wat meer beenruimte dan op de eerste vlucht. Die eerste vlucht viel tegen, omdat we ondanks dat we exit row stoelen hadden, nauwelijks meer beenruimte hadden. We landen rond 12.55 plaatselijke tijd (twee uur eerder dan NL). We halen onze huurauto op bij Ilha Verde. Dat neemt nogal wat tijd in beslag, maar na veel geduld krijgen we dan toch een witte Renault Clio ter beschikking. We rijden naar Angra do Heroismo, naar de Pousada. Onze kamer heeft zeezicht, maar doet wat gedateerd aan. We kunnen ’s avonds niet in het restaurant eten, want er is een bruiloft. Lunch wordt hier sowieso niet geserveerd. Dat valt tegen.
We gaan het centrum in voor een lunch bij Tasca de Tias en dat is prima. ’s Avonds moeten we er weer op uit voor het diner. We bellen wat rond, maar vangen vaak bot. Veel restaurants zijn volgeboekt. Uiteindelijk vinden we een steakhouse, waar we terecht kunnen. Eenvoudig, maar prima en een vriendelijke bediening. Erik neemt een pepersteak en ik de zeebaars. Die vis wordt op een gloeiend hete steen geserveerd en moet op tafel nog wat nagrillen.
Terug in het hotel kijken nog naar de nabeschouwing van het voetbal (Nederland-Montenegro) en dan vallen we als een blok in slaap.
Weer: 23 graden en bewolkt. Soms wat regen.
We slapen tot 7.30 uur en ontbijten in het hotel. Het ontbijtbuffet is heel goed en kent een grote keuze. Na het ontbijt gaan we met de auto op pad voor een tour over het eiland. We rijden door het midden naar het noorden. Regelmatig regent het pijpenstelen, maar er zijn zeker ook droge perioden. Bij de Furnas do Enxofre gaan we de auto uit om het geothermale landschap te bekijken. Het begint echter onstuimig en horizontaal te regenen, zodat we de wandeling over het uitgezette pad, voortijdig afbreken. We rijden door naar Praia de Vittoria aan de oostkust. Hier is het weer droog. We lopen wat rond door het (bad)plaatsje voordat we doorrijden naar de Serra do Cume, een heuvelrug van ruim 500 meter boven zeeniveau. Vanaf een miradouro hebben we een prachtig zicht over het eiland. We ontmoeten er een mannenstel uit Groningen. Zij zijn ook op reis door de archipel, maar hebben nog maar een dag te gaan. Ze vinden Terceira het vlakste eiland tot nu toe, dus dat beloofd wat! We rijden terug naar Angra en hebben nogal wat moeite op een plek voor de lunch te vinden. Veel zaken zijn gesloten op zondag. We vinden wat bij de haven, maar het houdt kwalitatief niet echt over. Na de lunch gaat we even rusten op de kamer in de Pousada, die in een 16e eeuws fort is gevestigd.
Na de siësta, rijden we naar de Gruta de Natal. Dit is een grot die door ondergrondse lavastromen is ontstaan. We route is lastig begaanbaar en de doorgangen zijn vaak smal en laag. Het is wel mooi, maar kost wel veel inspanning. De entreeprijs is inclusief een bezoek aan een andere grot, de Algar de Corvão. Dit een lege vulkaankegel. Via een betonnen tunnel kom je in de vulkaan. De ruimte is gigantisch groot. Boven zit een gat, het vulkaangat en de wanden zijn met mossen en varens begroeid. Er druppelt voordurend water naar beneden. In de vulkaan zijn betonnen trappen aangelegd via welke je naar beneden kunt, de vulkaan in. Het is een indrukwekkende ervaring.
We rijden terug naar de Pousada en drinken een wijntje in de hotelbar. Een cocktail lukt niet, want het personeel krijgt dat niet voor elkaar. Weer een tegenvaller. Na onze bestelling wordt er ook niet meer naar ons omgekeken. ’s Avonds eten we in het hotelrestaurant. Ook dat hebben we wel eens beter gehad in een Pousada. Het eten is middelmatig. Het is ook niet duur, dus wel waar voor het geld. De bediening is wat onwennig en kent de wijnkaart niet. Erik neemt als hoofdgercht een kalfsmedaillon en ik een trio van vlees. Wel aardig, niet schokkend. Het nagerecht is nog het beste.
Weer: zeer wisselvallig. Buien en zonnige perioden. 18-23 graden.
Na het ontbijt rijden we naar het centrum van Angra. We maken een wandeling door het centrum. We komen langs de Misericordiakerk, de Kathedraal en het voormalig paleis van Kapiteins-Generaal (gouverneur). De wandeling eindigt in het park van De Duque de Terceira, een 18e eeuwse aangelegd park, naar een ontwerp van een Belgische tuinarchitect, die op zijn 18e van Luik naar de Azoren emigreerde. Vanuit het park klim ik een een heuvel op en wordt beloond door een prachtig uitzicht op Angra en de Mont Brasil. Net als koning Pedro IV, die hier in 1846 naar boven klom en die nu geëerd wordt met een obelisk op de top. Terug beneden drinken we een frisdrankje op een terras voor we de auto in westelijke richting sturen voor een tocht langs de kust. In Sao Mateo de Colheta genieten we van het uitzicht op de vissershaven. In Cinco Ribeiro is de kaasfabriek is open, maar hier kun je alleen proeven en een broodje kaas eten. Verder gaat het naar Santa Barbera, waar we de weg omhoog nemen naar de Serra Barbara. Het is echter te bewolkt en mistig om van het uitzicht te genieten. We rijden voort naar Rominho, waar een mooi uitzichtpunt is. Verder gaat de weg naar het noorden tot Biscoito. Dit is het centrum van de wijnbouw van Terceira, maar het wijnmuseum is helaas op maandagen gesloten. We kunnen wel eten bij Ti Pedro, maar daar is de bediening enigszins overbelast. Het duurt zeker drie kwartier voor we iets te eten hebben. Na de lunch rijden we terug naar Angra. We rusten en uit en nemen daarna een drankje van de hotelbar en genieten ervan op het terras. ’s Avonds eten we bij Tasca das Tias, waar we eerder lunchten. Het eten is lekker en de bediening loopt gesmeerd. We lopen naar afloop weer terug naar het hotel. Een wandeling via stijle hellingen van ruim een kwartier.
Weer: zeer wisselvallig, van zonnig en warm tot regen en fris. 17-23 graden
We staan bijtijds op en zitten voor half acht aan het ontbijt. Na het ontbijt gaan we op weg naar het vliegveld. We leveren de auto in en checken in voor de vlucht. We zijn veel te vroeg en moeten nog anderhalf uur wachten voor we aan boord kunnen. De vlucht met SATA Azores Airlines duurt ruim 20 minuten naar het eiland Pico, waar we iets voor elf uur aankomen. We huren hier weer bij Ilha Verde een auto. Dit keer een Ford Focus (diesel). We rijden naar het Bed&Breakfast Calmo do Mar in Madalena. Petra heet ons welkom en legt alles uit. We rusten even uit en gaan dan op weg naar de berg Pico. Het is uitzonderlijk helder weer en dus bij uitstek geschikt om van het uitzicht vanaf ruim 900 meter boven zeeniveau te genieten. Het is prachtig. De zon schijnt en de lucht is blauw. We kunnen de buureilanden Faial en São Jorge duidelijk zien liggen. Pico is een rustende vulkaan en met ruim 2300 meter de hoogste berg van Portugal. Hij is van verre te zien.
Terug beneden in Madalena gaan we eten bij Cafe Cinq. Het is een drukke zaak, maar het eten smaakt goed. Na de lunch terug naar het B&B voor een rustpauze. Vervolgens rijden we naar een hypermarkt voor wat boodschappen en vandaar door naar de Moinho do Frade, een oude windmolen in een wijngaard. De molen is UNESCO werelderfgoed. In deze tijd wordt de druivenoogst binnen gehaald. Ik laat de drone een rondje vliegen voor opnamen van de wijngaard, die mij uit lavastenen opgetrokken muurtjes wordt verkaveld.
We gaan weer terug naar de B&B, drinken een biertje en lopen vervolgens naar het restaurant O Ancoradouro. Een mooi restaurant met terras aan de zeestraat tussen Pico en Faial met zicht op Horta, de hoofdplaats van Faial. Ik eet Octopus en Erik pepersteek, daarbij een Verdelho wijn van het eiland zelf.
Weer: zonnig, 24°C
We ontbijten rond half acht en gaan daarna met de auto naar Lajes de Pico, een havenplaatsje aan de zuidkust van het eiland. Daar hebben we een Walvistocht geboekt van Espaço Talasso. De tocht begint om 9 uur. Al snel krijgen we gewone dolfijnen te zien, die rond onze boot meezwemmen en springen. Daarna varen we een lang stuk verder de zee op en zien dan een paar Noordse Vinvissen. Zeldzaam in deze tijd van het jaar, want deze vinvissen jagen meestal op krill en dat leeft alleen in koud water. Er zijn echter enkele noordse vinvissen, die ook van vis kunnen leven. Het is nog knap lastig om deze enorme dieren op de foto te krijgen, want als je ze ziet zijn ze alweer in het water verdwenen. Het zijn grote dieren, die wel 12 tot 18 meter lang worden. Alleen de blauwe en de gewone vinvissen zijn groter. De noordse vinvis is een snelle zwemmer en zeer wendbaar. Hij haalt snelheden van 55 km/u. Dat maakt hem lastig te volgen. Hij verandert vaak en snel van richting. Ze blijven maar heel even boven water en duiken dan weer onder. Ze verheffen daarbij niet de staart, zoals de potvissen doen. Onze gids stopt de hydrofoon in het water om te luisteren naar potvissen, maar helaas zijn die niet in de buurt. We varen daarom door en treffen een groep tuimelaars. Dit zijn levendige en vrolijke dieren, die om de boot springen en duiken. Tenslotte treffen we dichter op de kust een groep grijze dolfijnen of Risso’s dofijnen of Grampers. Deze hebben een stompe neus en hoge spitse rugvin en zijn grijs tot wit. Ze worden witter door littekens die ze oplopen in onderlinge gevechten.
Dan zit de tocht erop en varen we de haven binnen. We lunchen aan de haven en gaan dan op een tour langs de oostkust van het eiland. We stoppen in Calhete de Nesquim, waar we de kerk bekijken en koffiedrinken. Dan verder naar de vuurtoren Ponta del Ilha. Ziet er goed uit, maar niet bijzonder. We rijden door naar de Noordkust en stoppen bij een miradouro van Terra Alta. Daarna nemen we de kustweg via Santa Armaro en Prainha weer naar de hoofdweg naar Sao Roque. We nemen vervolgens een klein bergweggetje als kortere weg naar de hoofdweg die midden over het eiland naar Madalena leidt. We drinken een wijntje in de tuin van onze B&B en ’s avonds eten we bij Tasca O Petisca. Leuk restaurant. Jammer dat mijn steak nogal taai was.
Weer: zonnige dag met zo nu en dan wolkenvelden. 24 graden
We starten de dag met een kopje koffie in het centrum van Madalena. Daarna rijden we langs de noordkust naar Cachorro, waar een mooi uitzichtpunt is aan de lavakust, met uitzicht op het buureiland São Jorge. We rijden verder langs de noordkust en stoppen nog een keer in Arcos en later nog eens bij Santo Antonio. Vervolgens rijden we door tot São Roque de Pico, waar we een wandeling doen. De wandeling loopt langs een drooggevallen beek bergopwaarts langs een aantal watermolens. Daarna gaat de route een tijdje horizontaal (eerst de verkeerde kant op) om vervolgens langs een andere beek weer terug naar Sao Roque te gaan. De wandeling staat te boek als “easy”, maar het pad gaat hier en daar over lastig begaanbare rotspartijen.
We lunchen in Sao Roque bij Casa Ancora. Verrassend modern en goede gerechten met uitzicht op zee. Daarna gaan we weer landinwaarts naar het Lagoa de Capitão, een bergmeer op een paar honderd meter hoogte. We rijden door naar Lajes aan de zuidkust, waar we gisteren de walvistocht deden en rijden dan weer westwaarts langs de kust naar Madalena. Onderweg zien we nog enkele typische rode windmolens, die tot het UNESCO werelderfgoed behoren.
’s Avonds drinken we een cocktail bij de Recycle Bar en daarna eten we bij restaurant/pub Arruda een eenvoudig eethuisje voor de lokale bewoners zonder enige franje. Het eten is overigens prima en de bediening vriendelijk. Bij het reserveren per telefoon kreeg ik eerst iemand aan de lijn die alleen Portugees sprak. Ik hing op, maar werd even later teruggebeld door iemand die wel Engels sprak. Dat is dan weer erg attent!
Andere Reisverslagen | ||
terug | verder |