![]()  | 
      
         KRAKAU  | 
      
         Herfst 2010  | 
 
  |||
We staan rond zes uur op. Om 7 uur haalt de
		 RTC-taxi ons op en rijdt ons naar het 
		 Centraal Station van Rotterdam. Omdat we een RTC-pas hebben, behoren we 
		 een vaste prijs van 5,80 euro te krijgen. De chauffeur doet net of hij 
		 niets weet en wil ons de meterprijs berekenen van 10,10 euro. We houden 
		 stug vol en geven zes euro. De Fyra 
		 trein brengt ons vervolgens in 25 minuten naar Schiphol. We drinken 
		 koffie bij Starbucks en doen nog wat inkopen. Ons 
		 vliegtuig  van
		 Austrian Airlines vertrekt om 9.50 
		 uur naar Wenen. Daar komen we op tijd aan om 11.20 uur. We hebben net 
		 tijd om wat te eten en van het toilet gebruik te maken, want om 12 uur 
		 moeten we ons al weer melden bij de “gate” voor de vervolgvlucht naar 
		 Krakau. Pas om 12.40 stappen we de bus in, die ons naar het vliegtuig 
		 brengt. Het DeHaviland propellortoestel van van Austrian Arrows (een 
		 dochter van Austrian Airlines) vliegt ons in een klein uur naar de naar 
		 Johannes Paulus II vernoemde 
		 luchthaven van Krakau. Daar sneeuwt het en schommelt de temperatuur 
		 rond het vriespunt.  In de 
		 aankomsthal kopen we uit een automaat treinkaartjes voor de trein naar 
		 het centrum (16 Złoty voor twee personen). De shuttlebus naar het 
		 treinstation staat al te wachten. De busrit is een paar minuten. We 
		 stappen over op een gereedstaande trein richting centraal station van 
		 Krakow. We boemelen bijna stapvoets door het met sneeuwbedekte Poolse 
		 heuvelland, tot we invoegen op het hoofdrailnet. De snelheid gaat 
		 omhoog en binnnen een kwartier staan we op het centraal station. Van 
		 hieraf lopen we in vijf minuten naar ons hotel:
		 
		 Francuski. Het is een groot(s) hotel, maar wel een beetje 
		 gedateerd. Na een korte pauze gaan we het centrum in. We drinken koffie 
		 met een gebakje bij het intieme café Camelot en lopen daarna naar de 
		 grote markt, de Rynek Glówny. Er is een kerstmarkt 
		 gaande rond het oude marktgebouw, de Sukiennice. Dit 
		 is een van de opvallendste bezienswaardigheden van het land. Het is een 
		 14e eeuwse lakenhal, die halverwege de 16e eeuw is verbouwd. Het is nu 
		 een overdekte markt, waarin handelaren een mengeling aan souvenirs en 
		 authentiek handwerk aan de man brengen. Aan weerszijden van gebouw zijn 
		 in de 19e eeuw kollonaden toegevoegd. De andere gebouwen rond het plein 
		 zijn mooi verlicht. Na een rondje over de kerstmarkt en door de 
		 markthal gaan we naar de 
		 Heilige Mariakerk. 
		 Dit is een prachtige kerk uit de 13e eeuw. Het was 
		 traditioneel de kerk van de marktkooplieden. De twee Romaanse torens 
		 verschillen in
 hoogte en vorm. De noordelijke toren werd als 
		 uitkijktoren gebruikt. Voor een bezoek van de kerk moeten we eerst een 
		 kaartje kopen in een informatiecentrum tegenover de kerk en vervolgens 
		 via een bezoekers ingang naar binnen. De gelovigen hebben een eigen 
		 ingang en mengen niet met de toeristen. Binnen is het altaar open, 
		 vanwege een mis en kunnen we de middeleeuwse houtsnijwerken van de 
		 Neurenbergse meester Veit Stoss, die het leven van de Christus (Maria 
		 Boodschap, Geboorte, Driekoningen, Wederopstanding, Hemelvaart en 
		 Pinksteren) verbeelden, goed bekijken. Het orgel wordt bespeeld.  
		 Na het kerkbezoek lopen we naar een bar te zoeken, maar de meeste zijn 
		 nog uitgestorven. We komen uiteindelijk bij een Ierse pub terecht 
		 tussen een Engelse groep mannen, die hier de bloemetjes komt buiten 
		 zetten. Ongetwijfeld zijn ze hier gekomen met een budgetvlucht, die in 
		 Krakau een nieuwe markt hebben ontdekt nu Praag te duur begint te 
		 worden .
’s Avonds eten we bij Miod Malina, een prima restaurant niet ver van het de grote markt. We hebben gelukkig vanmiddag gebeld voor een reservering, want het zit helemaal vol. We eten lekker. Erik heeft Poolse specialiteiten: Pirogie en een zuurkoolgerecht met worst. Ik houd het op lamskoteletjes.
Na het eten lopen we over de verlichte kerstmarkt naar het hotel.
Weer: sneeuw en rond het vriespunt
We ontbijten in de ruime ontbijtzaal. Er is ruime 
		 keus uit van alles . Na het ontbijt lopen we naar het grote Marktplein 
		 en drinken koffie bij 
		 café Noworolski in het marktgebouw. Na de koffie 
		 bezoeken we de Adelbertkerk, midden op het plein. 
		 Het 
		 is een kleine koepelkerk. Het is het oudste gebouw aan het plein en de 
		 eerste kerk die in Krakau in de 11e eeuw werd gebouwd. De kerk is ruim 
		 100 jaar ouder dan het plein zelf.  Vervolgens lopen we naar de 
		 14e eeuwse Barbarakerk net achter de Mariakerk aan de 
		 kleine Rynek. Hier is een mis gaande en dat is ons geluk want de kerk 
		 is anders zelden open. De kerk is vol met gelovigen. We slaan de dienst 
		 gade vanuit het toegangsportaal. We lopen nog wat rond over het kleine 
		 marktplein en gaan dan naar de kerk van het Heilig Kruis. 
		 Dit is een kleine vroeggotische kerk uit de 15e eeuw. Zeer eenvoudig 
		 van buiten. Binnen steunt een grote palmvormige pilaar een groot deel 
		 van het dak. De 15e en 16e eeuwse muurschilderingen zijn in de 19e eeuw 
		 gerestaureerd door de Krakause kunstenaar Stanislaw Wyspianski. We 
		 lopen weer terug naar het grote marktplein om om 10 uur de trompetter 
		 te horen. Deze herinnert aan de wachtman die tijdens een middeleeuwse 
		 bestorming van de Tataren door middel van een alarmsignaal, een hejnał, 
		 het sein moest geven om de poorten te sluiten. Tijdens zijn 
		 alarmsignaal werd hij getroffen door een pijl. De alarmmelodie, die elk 
		 uur in alle windrichtingen wordt gespeeld eindigt dan ook abrupt 
		 halverwege. [Luister naar de 
		 hejnał]  Iets verderop is het Dominicaanse klooster en 
		 kerk. Tijdens ons bezoek staat een alweer mis op punt van 
		 beginnen. We kunnen nog wel wat kapellen bekijken, zoals de Hyancint 
		 kapel en de 
		 
kapel van de familie Myzskowski. 
		 Er zijn wel veel biddende gelovigen, waardoor je je minder vrij 
		 voelt om foto’s te maken. We lopen verder naar de St Peter en 
		 Paul kerk. Hier is het graf van de geestelijke Skarpa 
		 begraven. Hij kwam in 1590 naar Krakau om de opkomende protestantse 
		 beweging de kop in te drukken. Het is een mooie barokke kerk met een 
		 flink aantal devote gelovigen. Voor de kerk staat een rij beelden die 
		 de twaalf apostelen voorstellen. We gaan verder de Grodzki straat af 
		 naar de Wawelberg. De Wawelberg is een 228 meter hoge 
		 heuvel aan de rivier de Wisla, waarop een aantal belangrijke 
		 historische gebouwen staan. We lopen naar boven en halen een 
		 kaartje voor de statievertrekken van het 
		 koninklijk kasteel. Krakau was tot 1596 de hoofdstad van 
		 Polen. Koning Sigismund III Waza verplaatste bij de vereniging van het 
		 land met Lithouwen de residentie
		 
naar 
		 Warschau. Vandaag is het zondag en daarom is het gratis toegang tot de 
		 gebouwen hier op de heuvel. Voor de statievertrekken geldt echter een 
		 maximaal aantal bezoekers per dag. We moeten eerst de rugzak in de 
		 garderobe inleveren. We gaan door een metaaldetectorpoortje en de 
		 fototas word gescand. De vertrekken zijn mooi en voorzien van veel oud 
		 meubilair en mooie wandtapijten en wandschilderingen. Grappig is de 
		 audiëntiezaal met de hoofden van gewone Krakauers aan het plafond. Na 
		 dit bezoek gaan we wat eten in een Italiaans restaurant
		 La Campana. Na de lunch lopen we 
		 weer terug naar de Wawelheuvel voor een bezoek aan de 
		 Kathedraal. Deze 
		 bisschopskerk, ooit de zetel van Karól Wojtila, de later paus, werd in 
		 de 14e eeuw gebouwd op de plaats van een eerste kerk uit 1020 van 
		 koning Boleslaw de Stoute.  Deze kathedraal is prachtig en 
		 voorzien van koningsgraven voor vele Poolse koningen. Helaas mag je er 
		 niet fotograferen.
 Centraal staat de zilveren sarcofaag van St 
		 Stanislaw, een bisschop, die in 1079 door koning vermoord schijnt te 
		 zijn. De sarcofaag is 17e eeuws. Het gebeente van Stanislaw is in 1253 
		 op de Wawelberg bijgezet, waarna het een pelgrimsoord werd. Mooiste van 
		 de kapellen is de Sigismundkapel met Italiaans houtsnijwerk. Weer 
		 buiten gaan we naar de grafkelder met het graf van Józef Pilsudski, de 
		 eerste president van de onafhankelijke republiek Polen en later 
		 informeel staatshoofd tot zijn dood in 1935. Tegenover zijn graf ligt – 
		 zeer omstreden – dat van Lech Kaczinski en zijn vrouw, de impopulaire 
		 president , die in 2010 bij een vliegtuigongeluk om het leven kwam. Een 
		 lange stoet Polen schuifelt langzaam langs de twee graven.
We dalen weer af naar de stad en lopen door het park naar de universiteitswijk. We bezoeken het universiteitsmuseum in het Grote Collegium. Hier staan veel academische atefacten zoals de sterrenwijzer van Copernicus, maar ook gek genoeg de filmprijzen van Andrej Wajda, waaronder een Oscar. Op de binnenplaats is in 1999 een mechanisch klokkenspel ingebouwd, dat elk uur beelden van Koning Władysław Jagiełło en koningin Jadwiga en een aantal geleerden laat zien. We zijn helaas net te laat om het te zien.
We lopen terug naar het hotel en rusten wat uit. Daarna gaan we een cocktail drinken in de Paparazzi bar. Vervolgens eten we bij Wierzynek op de grote markt. Prijzig en niet zo heel erg bijzonder.Wel mooie locatie met zicht op het plein.
Na een korte pauze in het hotel gaan we uit om wat te drinken in één van de vele kelderbars van Krakau. We strijken neer in Klub RE. De ingang is wat verscholen in een binnnenplaats, waar een trap naar beneden voert. Binnen is er een ontspannen sfeer onder de ronde gewelven van de kelder.
Weer: licht bewolkt met een beetje zon. Lichte vorst.
We staan wat vroeger op om 6.45. De wereld buiten 
		 is helemaal wit en niet zo’n beetje ook. Er ligt een pak sneeuw van wel 
		 30 cm. Na het ontbijt banen wij ons een weg naar het busstation, dat 
		 achter het treinstation ligt. We kopen voor 10zl 
		 pp een kaartje naar 
		 Oświęcim, ofwel 
		 Auschwitz. Een woord en naam die na 65 jaar nog steeds 
		 model staat voor het slechtste wat de mensheid heeft opgeleverd. De bus 
		 vertrekt om 8.25 uur vanaf halte G1. Het is een wat bejaarde 
		 touringcar, maar hij doet het nog aardig. De verwarming werkt in 
		 golven, zodat we afwisselend zeer warm en dan weer wat koel worden. Na 
		 ruim anderhalf uur zijn we bij het “Muzeum”, een oord dat ooit voor 
		 meer dan een miljoen mensen de hel op aarde is geweest. We drinken 
		 eerst een Nescafé in de restauratie en sluiten we ons aan bij de 
		 Engelstalige tour, die op punt van vertrek staat. Voor 72 zł krijgen we 
		 een ontvanger met hoofdtelefoon zijn net op tijd voordat de gids met de 
		 groep op pad gaat. We stemmen af op kanaal 1 en horen luid en duidelijk 
		 onze gids in onze oren. We beginnen bij het beroemde toegangshek met de 
		 cynische spreuk “Arbeit macht Frei” en lopen naar binnen in het 
		 concentratiekamp, dat voor de Duitse invasie dienst deed als een Poolse 
		 kazerne. Aanvankelijk werden hier “politieke
 gevangenen” uit Polen 
		 ondergebracht, maar na 1941 werd het een arbeidskamp en 
		 vernietigingskamp voor voornamelijk Joden. We bezoeken een aantal 
		 gebouwen of blokken met fototentoonstelllingen over de geschiedenis en 
		 de praktijken van het kamp Auschwitz en het nabij gelegen Birkenau, ook 
		 wel Auschwitz-2 genoemd. Een paar barakken zijn in originele staat 
		 gebleven, waaronder het gevangenisblok, de gevangenis binnen de 
		 gevangenis, waar mensen werden gestraft of gemarteld, bijvoorbeeld in 
		 verband met ontsnappingen of verzet tegen de kampleiding. Het meest 
		 aangrijpend zijn de sta-cellen, waarin tot 4 mensen rechtop de nacht 
		 moesten doorbrengen. In dit gebouw werden ook de eerste experimenten 
		 met het gifgas Zyklon B uitgevoerd. In een andere barak zijn de tastbare bewijzen 
		 van de Nazimisdaden tentoongesteld, voornamelijk de persoonlijke 
		 eigendommen van de vermoorde gevangenen. Stapels schoenen, brillen, 
		 koffers, tandenborstels, protheses en wat niet meer, die door de Nazi's 
		 bij aankomst meteen van de gevangenen afhandig werden gemaakt. In dit 
		 kamp voerde 
		 
Josef Mengele zijn perverse “medische” experimenten uit op 
		 voornamelijk tweelingen. Het bezoek aan Auschwitz 1 wordt besloten met 
		 een bezoek aan de gaskamer en het crematorium. Aangezien deze gaskamer 
		 ook als bunker werd gebruikt is deze niet verwoest tijdens de Duitse 
		 terugtrekking, zoals dat in Birkenau wel is gebeurd. Het is een 
		 verbouwde munitiebunker met gaten in het dak waardoor de korrels, 
		 waaruit het gifgas Zyklon B 
		 ontstaat, naar binnen werden gegooid. Ernaast zijn de ovens voor de 
		 lijkverbranding. In 1943 was de capaciteit van de ovens niet meer 
		 toereikend om de lijken te verbanden en werden lijken ook in kuilen in 
		 de openlucht verbrand. In de wijde omgeving moet de stank geroken zijn. 
		 Naast de gaskamer staat de galg waaraan kampkommandant Höss in 1946 is 
		 opgehangen.
Daarna gaan we met een shuttlebus naar Birkenau, 
		 zo’n 3 km verderop. Vergeleken met Birkenau was Auschwitz 
		 een 
		 5-sterrenhotel zeggen overlevenden. De mannenbarakken zijn van hout en 
		 beschutten niet tegen de koude. Op een koude winterdag als vandaag is 
		 het binnen net zo koud als buiten. De mensen sliepen driehoog in 
		 stapelbedden met tot 10 man per brits. Men kon alleen op de zij slapen. 
		 Veel Joden bereikten nooit een barak, omdat ze als “nutteloos” bij 
		 aankomst werden vergast en gecremeerd. Kinderen en bejaarden 
		 ondergingen allemaal dit lot. Van de anderen werden alleen de 
		 krachtigen geselecteerd voor zware arbeid. Meestal een lange 
		 lijdensweg, die ook tot de dood leidde, vanwege uitputting, ziekte of 
		 verhongering.
Indrukwekkend is ook de spoorweg die het kamp 
		 inleidde naar de selectieperrons. De meeste mannenbarakken zijn 
		 verdwenen. Hiervan resteren alleen de kachel en schoorsteen. De 
		 vrouwenbarakken werden het eerst gebouwd en zijn van steen. Door 
		 materiaal en tijdgebrek schakelden de nazi's over op hout voor de 
		 mannenbarakken. De meeste van de vrouwenbarakken staan nog overeind. De 
		 crematoria van Birkenau zijn opgeblazen toen het Rode leger in aantocht 
		 was. Gek 
		 
genoeg was er de nazi's veel aangelegen om de bewijzen voor de 
		 genocide te vernietigen. De Russen troffen slechts 7.000 gevangenen 
		 aan. De rest, tienduizenden mensen, was door de nazi’s meegenomen op 
		 dodenmarsen richting Duitsland. Aan het eind van het terrein is een 
		 monument ter nagedachtenis, met plaquettes in alle talen van de 
		 slachtoffers, inclusief Nederlands, Jiddisch en Ladino. We lopen weer 
		 een kilometer terug naar de ingang. Het sneeuwt gedurende ons gehele 
		 bezoek en het is behoorlijk koud. Stel je voor dat je deze kou in een 
		 gestreepte pyjama en houten klompen moet doorstaan, zonder fatsoenlijk 
		 eten en twaalf uur zwaar werk per dag.
Om 14 uur gaat de shuttle weer terug naar Auschwitz 1. Daar eten we wat in de restauratie. Het stelt niet al te veel voor. Om 14.50 nemen we de bus terug naar Krakau. De rit terug duurt wat langer en we komen tegen 17 uur weer aan op het busstation. In het hotel komen we weer een beetje bij en we gaan rond zes uur naar een pizzeria net buiten de oude stad: Mamma Mia aan de Karmelizka ul. Prima pizza voor bijna geen geld.
Later op de avond gaan we wat drinken bij Swięta Krowa, een kelderbar aan de Florianska ul. De ingang is wat verscholen in een poort, die de straat met een binnenhof verbindt. Het is een ontspannen sfeer met jazz muziek op de achtergrond. We drinken een biertje een Poolse honingwodka.
Weer: sneeuw en net boven het vriespunt.
 We gaan naar de lobby 
		 en wachten op de gids van Crazy Guides voor onze 
		 Communism Tour. Om 
		 half tien komt onze gids Joanna 
		 de lobby in. Het is een meisje van 26 jaar 
		 oud, die het communisme alleen uit de verhalen van haar ouders kent. 
		 We worstelen ons de Trabant in en gaan op pad. Het is zo koud en 
		 de verwarming van de auto zo slecht, dat de ramen aan de binnenkant 
		 bevriezen. We rijden met het karakteristieke Trabant motorgebrom in 
		 onze oren, het centrum uit naar Nova Huta. Dit is een 
		 Stalinistische modelstad, die eind jaren 40 werd gebouwd buiten Krakow 
		 rond – destijds – de grootste hoogoven ter wereld. Slechts de helft van 
		 de geplande stad is gebouwd volgens een strak symmetrisch bouwplan. De 
		 grote avenuen vormen een (halve) ster vanaf het centrale plein, dat nu 
		 naar Ronald Reagan is genoemd. De avenu van de Rode Roos deelt de stad 
		 in twee gelijke delen. We gaan eerst naar café restaurant 
		 Stylowa, dat in 
		 vroeger dagen was gereserveerd voor de communistische partijkader. Het 
		 is nog onveranderd sinds de 70’er jaren. Tijdens de koffie legt onze 
		 gids de ontstaansgeschiedenis van Nova Huta uit en de ontwikkelingen 
		 daarna. Nova Huta was - althans volgens onze Crazy Guide - bedoeld als 
		 een communistisch tegenwicht tegen het katholieke, academische en 
		 rebelse Krakau. Een ander logica is er niet om deze plek uit te kiezen 
		 voor een hoogoven: er zit geen erts in de grond, er zijn geen 
		 kolenmijnen om brandstof
 te leveren, het ligt niet aan een rivier of 
		 spoorlijn en de zware industrie die het staal afneemt ligt honderden 
		 kilometers verderop in andere delen van Polen. De bouwvakkers voor dit 
		 project werden onder de arme boeren geworven met de belofte van een 
		 baan in de Hoogoven en gratis woonruimte. Het verhaal eindigt bij de opkomst van Solidariteit, de staat 
		 van beleg onder Jaruzelski en de komst van de democratie in 1989. Na de 
		 uitleg lopen we naar het centrale plein. Hier woonde de elite van Nova 
		 Huta. Alle arbeiders waren gelijk, maar sommige waren gelijker dan 
		 anderen. Aan het plein is nog een winkel met de oorspronkelijke voorname 
		 inrichting. Hieraan kan je zien dat de modelburgers van Nowa Huta een 
		 streepje voor hadden op de inwoners van Krakau. Vanaf het Centrale 
		 Plein lopen een vijftal brede boulevards in stervorm hiervandaan langs 
		 eindeloze bouwblokken in Sociaal Realistische stijl. Het grote Lenin 
		 Standbeeld is inmiddels verdwenen. Het werd in 1989 omvergehaald en 
		 afgevoerd. Het is opgekocht door een Zweedse miljonair en staat nu in 
		 de buurt van Göteborg in een pretpark.
 Voor Poolse begrippen hadden de arbeiders, die hier woonden 
		 het goed. Heel hun leven kon zich afspelen binnen hun 
		 buurt. Hun 
		 woningen waren relatief klein, maar wel voorzien van moderne gemakken 
		 als een douche en centrale verwarming - ongekend in Polen in die tijd. De 
		 tramlijn die sinds de 50’er jaren de stad met Krakow verbond, was 
		 bedoeld voor de inwoners van Krakow, die het arbeidersparadijs konden 
		 komen bewonderen of in de mooie winkels konden inkopen. We rijden verder 
		 naar de staalfabriek - de bestaansreden van Nowa Huta. Destijds dus de grootste in de wereld. 
		 De fabriek is enorm in afmetingen. Het oppervlak is driemaal zo groot 
		 als Nowa Huta zelf en er ligt meer dan 300km spoorlijn op het 
		 fabrieksterrein. De fabriek 
		 was ook een grote (lucht en water)vervuiler. In de wijde omtrek was de 
		 lucht zwart van de rook en het kunstmatige meer van de Nova Huta, was 
		 ongeschikt voor recreatie. Net als de landbouwgrond eromheen niet 
		 geschikt was om eten te verbouwen. Nu is de hoogoven in eigendom van
		 ArcelorMittal uit India. 80% van de installaties is stilgelegd. Van de 
		 40.000 werknemers zijn er 7000 over, maar de productie is nog 40% van 
		 weleer. Een enorme productiviteitsstijging derhalve. De fabriek is niet 
		 langer naar Lenin genoemd, maar naar een Poolse staalingenieur Tadeusz 
		 Sendzimir. Nova 
		 Huta werd in de Communistische tijd gezien als een eerbetoon aan Lenin, 
		 met de inwoners als ornament. We rijden langs een
 veteranenmuseum, waar 
		 een Russische tank (T34) voor de deur staat. Vervolgens rijden we naar 
		 de grote Katholieke kerk van de stad, de Arka Pana. In het oorspronkelijke stadsplan 
		 van Nova Huta was geen ruimte voor religie en dus ook niet voor een 
		 kerk. Die kwam er uiteindelijk wel, nadat de inwoners jarenlang 
		 openlucht missen hadden gehouden op zondagen. De inwoners bouwden de 
		 kerk zelf in hun vrije tijd, naar een ontwerp van Wojciech Petrzyk uit 
		 1977. De toenmalige aartsbisschop Karol Wojtila legde de eerste steen. 
		 De kerk staat bol van bijbelse en katholieke symboliek. Het ontwerp is 
		 zeer modernistisch en inspiratiebron is duidelijk een kerkontwerp van 
		 Le Corbusier, de Zwitserse aartsvader van het Nieuwe Bouwen. Hoewel de 
		 kerk is gewijd aan Maria, ontleent ze haar naam - Arka Pana = Ark van 
		 de Heer - aan de Ark van Noah. Na het kerkbezoek komen we aan het einde van de tour en rijden we weer naar Krakau terug.
In de middag nemen we tramlijn 10 naar Kazimierz. 
		 We kopen een kaartje ŕ 2,50 zl bij de kiosk bij de halte en rijden naar 
		 de voormalige Joodse wijk. Sinds 1495 woonde hier een belangrijke 
		 Joodse gemeenschap. De Nazi’s hebben deze gemeenschap totaal 
		 vernietigd. In 1941 werden de Joden verplaatst naar een ghetto in de 
		 wijk Podgorodce en werden de Synagoges vernield. Slechts een derde van 
		 de Joden overleefde de Holocaust, waaronder honderden die gered werden 
		 door Oscar Schindler. Hij zette deze mensen op een lijst van onmisbare 
		 arbeidskrachten voor zijn emailleringsfabriek. Stephen Spielberg maakte 
		 in 1993 de bekroonde film Schindler's List en nam deze op 
		 locatie op in Kazimierz.  Emigratiegolven na de oorlog 
		 decimeerde de joodse gemeenschap verder. Vandaag de dag zijn de 
		 synagoges gerestaurareerd en is de buurt opgeknapt en is de wijk een 
		 levendige uitgaansbuurt met een aantal restaurants met Joodse menus en 
		 thema’s. We gaan eerst eten in restaurant Arka Noego (Ark van Noah). 
		 Daarna lopen we naar de Nieuwe Begraafplaats, die de oude verving toen 
		 die eind 18e eeuw vol raakte. We lopen weer terug naar de 
		 ul. Szeroka en bezoeken de 
		 Remu’h synagoge 
		 uit 1553. De synagoge is goed 
		 gerestaureerd en is als enige nog in gebruik als Joods gebedshuis. 
		 Achter de synagoge ligt de oude begraafplaats. 
We lopen verder naar de 
		 Oude Synagoge
		 uit 1557, 
		 het oudste nog bestaande Joods-religieuze gebouw in Polen. Helaas is 
		 deze synagoge op dinsdag gesloten. Het is nu een Joods museum. We lopen 
		 door naar de Hoge Synagoge. Gelegen boven winkels is deze gebedsplaats 
		 uit 1550 na verwoesting door de Nazi’s in de jaren 90 gerestaureerd tot 
		 een tentoonstellingsruimte. De Hebreeuwse teksten aan de muur zijn hier 
		 en daar nog te herkennen. Nu is er een fototentoonstelling met foto’s 
		 van het Poolse joodse leven aan het begin van de 20e eeuw. 
		 We gaan verder naar de 
		 Isaac Synagoge. In 1630 gesticht door een Joodse 
		 bankier Isaac Jakubowicz. Ook deze werd door de Nazi’s verwoest, maar 
		 is 20 jaar geleden weer gerestaureerd. Er zijn plannen om hem weer als 
		 werkende gebedsplaats te herstellen.
We lopen verder naar het café Alchemia, een oude wereld café aan het Plac Nowy, waar je in een eikenhouten decor kunt genieten van een koffie met gebak of iets sterkers. Zeer intiem en donker met een authentieke sfeer. Daarna gaan we weer de kou in en nemen de tram terug naar het hotel. Later gaan we er nog op uit voor een biertje in de bar Vis-a-Vis aan de grote markt. Een soort artistieke hangout, waar in alle rust met jazz muziek als achtergrond een drankje kunt drinken met zicht op de drukte buiten. Aan de muur grote Jazz sterren op posterformaat.
’s Avonds eten we bij Copernicus in het gelijknamige hotel. Beroemdheden als Andrej Wajda, Roman Polanski en Helmut Kohl gingen ons voor. Een voornaam restaurant derhalve met uitstekende gerechten en bediening. Ik neem als voorgerecht een wildpaté, gevolgd door een kalfslende met truffels en als nagerecht Sabayon. Dit is een schuimige wijnsaus, in dit geval met citrusvruchten en bereid met rietsuiker. Erik begint met geitenkaas bedekt met rode biet op een gegrilde aubergine. Daarna een varkenshaas met Poolse Kasha (boeweitpap) en balsamicosaus en als dessert witte chocolademousse met koekjes.
Weer: 5 graden vorst. Onbewolkt.
Na het ontbijt lopen we naar het grote plein en 
		 drinken een capucino bij Café Noworolski. Na de koffie lopen we naar 
		 het 
		 Wyspianski museum, dat we niet meteen kunnen vinden. We bekijken de 
		 tentoonstelling gewijd aan de schilder, 
		 
ontwerper en schrijver die 
		 belangrijk was voor de Jong Polen beweging in de kunst. Een schepper 
		 van Gesamtkunstwerke met impressionistische trekjes. Er staan naast 
		 schilderwerken, ontwerpen voor glas-in-loodramen voor o.a. de OLV kerk 
		 ook meubelen, toneelkleding en rekwisieten, alsook ontwerpen voor 
		 toneeldecors. Het museum bestaat uit twee etages en we zijn er na drie 
		 kwartier wel doorheen. We lopen nog wat rond in de snijdende kou. Het 
		 waait vandaag, hetgeen de gevoelstemperatuur omlaag duwt. We drinken nog een 
		 koffie bij de Coffeecompany, waarna we naar het hotel teruggaan. We 
		 pakken onze spullen en lopen naar het station. We kopen een kaartje 
		 voor de trein naar het vliegveld (8zl pp). De trein vertrekt om 12.30 
		 uur en 18 minuten later zijn we op het vliegveld. De gratis shuttle 
		 brengt ons naar de Terminal 2. Onze vlucht naar Wenen vertrekt pas om 
		 15.25. Dus nog een flinke tijd wachten. Na een poosje komt de 
		 mededeling op het scherm dat onze vlucht is vertraagd tot 16.15. Dat 
		 maakt onze aansluiting in Wenen vrijwel onmogelijk. Daar is aan 
		 gedacht. Er is voor ons een nieuw reisschema gemaakt met een 
		 aansluiting om 20.00 uur. Maar aangezien alles is vertraagd in Wenen, 
		 zou het nog wel kunnen dat we onze oorspronkelijke overstap nog halen. 
		 Die hoop wordt een  uur 
		 later wreed verstoord als  
		 we vernemen dat onze vlucht is geannuleerd. We moeten onze bagage 
		 terughalen en ons bij de LOT balie vervoegen. 
		 
Ik ga meteen naar de LOT 
		 balie, terwijl Erik de koffers terughaalt. Ik ben tweede in de rij, 
		 maar het omboeken gaat zo traag dat ik pas na ruim twintig minuten aan 
		 de beurt ben. Het weer is inmiddels verder verslechterd en mij wordt 
		 aangeraden om morgenmiddag te vliegen. Het duurt weer een poos voordat 
		 één en ander is omgeboekt. Het systeem is erg omslachtig, want gegevens 
		 worden geprint en vervolgens weer ingetypt. We vliegen morgen om 13.05 
		 naar Munchen en vandaar verder naar Amsterdam. 
We krijgen bij een andere balie een taxi aangeboden naar een Novotel in Bronowice, een buitenwijk van Krakau. Morgen worden we om 11 uur weer opgehaald. In het hotel krijgen we twee kamers (!), want twee mannen op één kamer vinden ze maar raar. Verder mogen we voor 100zl eten en drinken op kosten van Lufthansa. We eten in het hotel en gaan bijtijds naar bed. Een vermoeiende namiddag en avond was het en we zijn niets opgeschoten. De service van de Star Alliance vliegmaatschappijen (Austrian, LOT en Lufthansa) is echter - zeker gezien de weersomstandigheden - uitstekend geweest.
Weer: -11 graden. In de middag sneeuw.
We slapen tot 8 uur en ontbijten in het hotel. We 
		 hangen nog wat in de kamer als 10.40 uur de taxi naar het vliegveld voor de 
		 deur staat. Met nog een andere passagier worden we naar de terminal 
		 gebracht. Na een tijdje wachten krijgen we te zien dat het 
		 vliegtuig naar München een uur vertraagd is en pas om 14 uur vertrekt. 
		 Onze krappe aansluiting in München zullen we daar dus niet gaan halen. Het 
		 vliegtuig komt rond half twee binnen en om 14 uur zijn we in de lucht. 
		 De vlucht gaat verder voorspoedig en we komen kwart over drie in 
		 München aan. Bij een zelfbedieningsterminal 
		 van Lufthansa kunnen we de instapkaarten 
		 voor onze nieuwe vlucht afdrukken. Dat scheelt ieder geval een 
		 onafzienbare rij die voor de servicedesk staat. Binnen enkele seconden 
		 zijn we geholpen. We zijn herboekt op de vlucht van 19.15. Die van 
		 16.55 zit blijkbaar al vol. Ondanks de weerproblemen 
		 met het weer heeft Lufthansa de zaakjes goed voor elkaar en is alles 
		 goed voor ons geregeld. We moeten dus enkele uren wachten. We doden 
		 de tijd met winkelen en eten en wachten en lezen. Onze vlucht naar 
		 Amsterdam loopt ook vertraging op, omdat het toestel te laat uit 
		 Marseille arriveert. Als het toestel er is moeten we 
		 op de bemanning wachten, die met vertraging uit Moskou moet komen. Het 
		 weer speelt in heel Europa de luchtvaart parten. Uiteindelijk vliegen we ruim een uur te laat naar 
		 Amsterdam. Daar aangekomen komt onze bagage snel van de band en kunnen 
		 we de Fyra van 22.40 uur pakken. Rond 23.15 zijn we dan eindelijk 
		 thuis.
Weer: in Krakau -2 graden en zonnig. In München -5 en bewolkt. In Rotterdam -2 en bewolkt