![]() |
KRAKAU |
Herfst 2010 |
|||
We staan rond zes uur op. Om 7 uur haalt de
RTC-taxi ons op en rijdt ons naar het
Centraal Station van Rotterdam. Omdat we een RTC-pas hebben, behoren we
een vaste prijs van 5,80 euro te krijgen. De chauffeur doet net of hij
niets weet en wil ons de meterprijs berekenen van 10,10 euro. We houden
stug vol en geven zes euro. De Fyra
trein brengt ons vervolgens in 25 minuten naar Schiphol. We drinken
koffie bij Starbucks en doen nog wat inkopen. Ons
vliegtuig van
Austrian Airlines vertrekt om 9.50
uur naar Wenen. Daar komen we op tijd aan om 11.20 uur. We hebben net
tijd om wat te eten en van het toilet gebruik te maken, want om 12 uur
moeten we ons al weer melden bij de “gate” voor de vervolgvlucht naar
Krakau. Pas om 12.40 stappen we de bus in, die ons naar het vliegtuig
brengt. Het DeHaviland propellortoestel van van Austrian Arrows (een
dochter van Austrian Airlines) vliegt ons in een klein uur naar de naar
Johannes Paulus II vernoemde
luchthaven van Krakau. Daar sneeuwt het en schommelt de temperatuur
rond het vriespunt. In de
aankomsthal kopen we uit een automaat treinkaartjes voor de trein naar
het centrum (16 Złoty voor twee personen). De shuttlebus naar het
treinstation staat al te wachten. De busrit is een paar minuten. We
stappen over op een gereedstaande trein richting centraal station van
Krakow. We boemelen bijna stapvoets door het met sneeuwbedekte Poolse
heuvelland, tot we invoegen op het hoofdrailnet. De snelheid gaat
omhoog en binnnen een kwartier staan we op het centraal station. Van
hieraf lopen we in vijf minuten naar ons hotel:
Francuski. Het is een groot(s) hotel, maar wel een beetje
gedateerd. Na een korte pauze gaan we het centrum in. We drinken koffie
met een gebakje bij het intieme café Camelot en lopen daarna naar de
grote markt, de Rynek Glówny. Er is een kerstmarkt
gaande rond het oude marktgebouw, de Sukiennice. Dit
is een van de opvallendste bezienswaardigheden van het land. Het is een
14e eeuwse lakenhal, die halverwege de 16e eeuw is verbouwd. Het is nu
een overdekte markt, waarin handelaren een mengeling aan souvenirs en
authentiek handwerk aan de man brengen. Aan weerszijden van gebouw zijn
in de 19e eeuw kollonaden toegevoegd. De andere gebouwen rond het plein
zijn mooi verlicht. Na een rondje over de kerstmarkt en door de
markthal gaan we naar de
Heilige Mariakerk.
Dit is een prachtige kerk uit de 13e eeuw. Het was
traditioneel de kerk van de marktkooplieden. De twee Romaanse torens
verschillen in
hoogte en vorm. De noordelijke toren werd als
uitkijktoren gebruikt. Voor een bezoek van de kerk moeten we eerst een
kaartje kopen in een informatiecentrum tegenover de kerk en vervolgens
via een bezoekers ingang naar binnen. De gelovigen hebben een eigen
ingang en mengen niet met de toeristen. Binnen is het altaar open,
vanwege een mis en kunnen we de middeleeuwse houtsnijwerken van de
Neurenbergse meester Veit Stoss, die het leven van de Christus (Maria
Boodschap, Geboorte, Driekoningen, Wederopstanding, Hemelvaart en
Pinksteren) verbeelden, goed bekijken. Het orgel wordt bespeeld.
Na het kerkbezoek lopen we naar een bar te zoeken, maar de meeste zijn
nog uitgestorven. We komen uiteindelijk bij een Ierse pub terecht
tussen een Engelse groep mannen, die hier de bloemetjes komt buiten
zetten. Ongetwijfeld zijn ze hier gekomen met een budgetvlucht, die in
Krakau een nieuwe markt hebben ontdekt nu Praag te duur begint te
worden .
’s Avonds eten we bij Miod Malina, een prima restaurant niet ver van het de grote markt. We hebben gelukkig vanmiddag gebeld voor een reservering, want het zit helemaal vol. We eten lekker. Erik heeft Poolse specialiteiten: Pirogie en een zuurkoolgerecht met worst. Ik houd het op lamskoteletjes.
Na het eten lopen we over de verlichte kerstmarkt naar het hotel.
Weer: sneeuw en rond het vriespunt
We ontbijten in de ruime ontbijtzaal. Er is ruime
keus uit van alles . Na het ontbijt lopen we naar het grote Marktplein
en drinken koffie bij
café Noworolski in het marktgebouw. Na de koffie
bezoeken we de Adelbertkerk, midden op het plein.
Het
is een kleine koepelkerk. Het is het oudste gebouw aan het plein en de
eerste kerk die in Krakau in de 11e eeuw werd gebouwd. De kerk is ruim
100 jaar ouder dan het plein zelf. Vervolgens lopen we naar de
14e eeuwse Barbarakerk net achter de Mariakerk aan de
kleine Rynek. Hier is een mis gaande en dat is ons geluk want de kerk
is anders zelden open. De kerk is vol met gelovigen. We slaan de dienst
gade vanuit het toegangsportaal. We lopen nog wat rond over het kleine
marktplein en gaan dan naar de kerk van het Heilig Kruis.
Dit is een kleine vroeggotische kerk uit de 15e eeuw. Zeer eenvoudig
van buiten. Binnen steunt een grote palmvormige pilaar een groot deel
van het dak. De 15e en 16e eeuwse muurschilderingen zijn in de 19e eeuw
gerestaureerd door de Krakause kunstenaar Stanislaw Wyspianski. We
lopen weer terug naar het grote marktplein om om 10 uur de trompetter
te horen. Deze herinnert aan de wachtman die tijdens een middeleeuwse
bestorming van de Tataren door middel van een alarmsignaal, een hejnał,
het sein moest geven om de poorten te sluiten. Tijdens zijn
alarmsignaal werd hij getroffen door een pijl. De alarmmelodie, die elk
uur in alle windrichtingen wordt gespeeld eindigt dan ook abrupt
halverwege. [Luister naar de
hejnał] Iets verderop is het Dominicaanse klooster en
kerk. Tijdens ons bezoek staat een alweer mis op punt van
beginnen. We kunnen nog wel wat kapellen bekijken, zoals de Hyancint
kapel en de
kapel van de familie Myzskowski.
Er zijn wel veel biddende gelovigen, waardoor je je minder vrij
voelt om foto’s te maken. We lopen verder naar de St Peter en
Paul kerk. Hier is het graf van de geestelijke Skarpa
begraven. Hij kwam in 1590 naar Krakau om de opkomende protestantse
beweging de kop in te drukken. Het is een mooie barokke kerk met een
flink aantal devote gelovigen. Voor de kerk staat een rij beelden die
de twaalf apostelen voorstellen. We gaan verder de Grodzki straat af
naar de Wawelberg. De Wawelberg is een 228 meter hoge
heuvel aan de rivier de Wisla, waarop een aantal belangrijke
historische gebouwen staan. We lopen naar boven en halen een
kaartje voor de statievertrekken van het
koninklijk kasteel. Krakau was tot 1596 de hoofdstad van
Polen. Koning Sigismund III Waza verplaatste bij de vereniging van het
land met Lithouwen de residentie
naar
Warschau. Vandaag is het zondag en daarom is het gratis toegang tot de
gebouwen hier op de heuvel. Voor de statievertrekken geldt echter een
maximaal aantal bezoekers per dag. We moeten eerst de rugzak in de
garderobe inleveren. We gaan door een metaaldetectorpoortje en de
fototas word gescand. De vertrekken zijn mooi en voorzien van veel oud
meubilair en mooie wandtapijten en wandschilderingen. Grappig is de
audiëntiezaal met de hoofden van gewone Krakauers aan het plafond. Na
dit bezoek gaan we wat eten in een Italiaans restaurant
La Campana. Na de lunch lopen we
weer terug naar de Wawelheuvel voor een bezoek aan de
Kathedraal. Deze
bisschopskerk, ooit de zetel van Karól Wojtila, de later paus, werd in
de 14e eeuw gebouwd op de plaats van een eerste kerk uit 1020 van
koning Boleslaw de Stoute. Deze kathedraal is prachtig en
voorzien van koningsgraven voor vele Poolse koningen. Helaas mag je er
niet fotograferen.
Centraal staat de zilveren sarcofaag van St
Stanislaw, een bisschop, die in 1079 door koning vermoord schijnt te
zijn. De sarcofaag is 17e eeuws. Het gebeente van Stanislaw is in 1253
op de Wawelberg bijgezet, waarna het een pelgrimsoord werd. Mooiste van
de kapellen is de Sigismundkapel met Italiaans houtsnijwerk. Weer
buiten gaan we naar de grafkelder met het graf van Józef Pilsudski, de
eerste president van de onafhankelijke republiek Polen en later
informeel staatshoofd tot zijn dood in 1935. Tegenover zijn graf ligt –
zeer omstreden – dat van Lech Kaczinski en zijn vrouw, de impopulaire
president , die in 2010 bij een vliegtuigongeluk om het leven kwam. Een
lange stoet Polen schuifelt langzaam langs de twee graven.
We dalen weer af naar de stad en lopen door het park naar de universiteitswijk. We bezoeken het universiteitsmuseum in het Grote Collegium. Hier staan veel academische atefacten zoals de sterrenwijzer van Copernicus, maar ook gek genoeg de filmprijzen van Andrej Wajda, waaronder een Oscar. Op de binnenplaats is in 1999 een mechanisch klokkenspel ingebouwd, dat elk uur beelden van Koning Władysław Jagiełło en koningin Jadwiga en een aantal geleerden laat zien. We zijn helaas net te laat om het te zien.
We lopen terug naar het hotel en rusten wat uit. Daarna gaan we een cocktail drinken in de Paparazzi bar. Vervolgens eten we bij Wierzynek op de grote markt. Prijzig en niet zo heel erg bijzonder.Wel mooie locatie met zicht op het plein.
Na een korte pauze in het hotel gaan we uit om wat te drinken in één van de vele kelderbars van Krakau. We strijken neer in Klub RE. De ingang is wat verscholen in een binnnenplaats, waar een trap naar beneden voert. Binnen is er een ontspannen sfeer onder de ronde gewelven van de kelder.
Weer: licht bewolkt met een beetje zon. Lichte vorst.
We staan wat vroeger op om 6.45. De wereld buiten
is helemaal wit en niet zo’n beetje ook. Er ligt een pak sneeuw van wel
30 cm. Na het ontbijt banen wij ons een weg naar het busstation, dat
achter het treinstation ligt. We kopen voor 10zl
pp een kaartje naar
Oświęcim, ofwel
Auschwitz. Een woord en naam die na 65 jaar nog steeds
model staat voor het slechtste wat de mensheid heeft opgeleverd. De bus
vertrekt om 8.25 uur vanaf halte G1. Het is een wat bejaarde
touringcar, maar hij doet het nog aardig. De verwarming werkt in
golven, zodat we afwisselend zeer warm en dan weer wat koel worden. Na
ruim anderhalf uur zijn we bij het “Muzeum”, een oord dat ooit voor
meer dan een miljoen mensen de hel op aarde is geweest. We drinken
eerst een Nescafé in de restauratie en sluiten we ons aan bij de
Engelstalige tour, die op punt van vertrek staat. Voor 72 zł krijgen we
een ontvanger met hoofdtelefoon zijn net op tijd voordat de gids met de
groep op pad gaat. We stemmen af op kanaal 1 en horen luid en duidelijk
onze gids in onze oren. We beginnen bij het beroemde toegangshek met de
cynische spreuk “Arbeit macht Frei” en lopen naar binnen in het
concentratiekamp, dat voor de Duitse invasie dienst deed als een Poolse
kazerne. Aanvankelijk werden hier “politieke
gevangenen” uit Polen
ondergebracht, maar na 1941 werd het een arbeidskamp en
vernietigingskamp voor voornamelijk Joden. We bezoeken een aantal
gebouwen of blokken met fototentoonstelllingen over de geschiedenis en
de praktijken van het kamp Auschwitz en het nabij gelegen Birkenau, ook
wel Auschwitz-2 genoemd. Een paar barakken zijn in originele staat
gebleven, waaronder het gevangenisblok, de gevangenis binnen de
gevangenis, waar mensen werden gestraft of gemarteld, bijvoorbeeld in
verband met ontsnappingen of verzet tegen de kampleiding. Het meest
aangrijpend zijn de sta-cellen, waarin tot 4 mensen rechtop de nacht
moesten doorbrengen. In dit gebouw werden ook de eerste experimenten
met het gifgas Zyklon B uitgevoerd. In een andere barak zijn de tastbare bewijzen
van de Nazimisdaden tentoongesteld, voornamelijk de persoonlijke
eigendommen van de vermoorde gevangenen. Stapels schoenen, brillen,
koffers, tandenborstels, protheses en wat niet meer, die door de Nazi's
bij aankomst meteen van de gevangenen afhandig werden gemaakt. In dit
kamp voerde
Josef Mengele zijn perverse “medische” experimenten uit op
voornamelijk tweelingen. Het bezoek aan Auschwitz 1 wordt besloten met
een bezoek aan de gaskamer en het crematorium. Aangezien deze gaskamer
ook als bunker werd gebruikt is deze niet verwoest tijdens de Duitse
terugtrekking, zoals dat in Birkenau wel is gebeurd. Het is een
verbouwde munitiebunker met gaten in het dak waardoor de korrels,
waaruit het gifgas Zyklon B
ontstaat, naar binnen werden gegooid. Ernaast zijn de ovens voor de
lijkverbranding. In 1943 was de capaciteit van de ovens niet meer
toereikend om de lijken te verbanden en werden lijken ook in kuilen in
de openlucht verbrand. In de wijde omgeving moet de stank geroken zijn.
Naast de gaskamer staat de galg waaraan kampkommandant Höss in 1946 is
opgehangen.
Daarna gaan we met een shuttlebus naar Birkenau,
zo’n 3 km verderop. Vergeleken met Birkenau was Auschwitz
een
5-sterrenhotel zeggen overlevenden. De mannenbarakken zijn van hout en
beschutten niet tegen de koude. Op een koude winterdag als vandaag is
het binnen net zo koud als buiten. De mensen sliepen driehoog in
stapelbedden met tot 10 man per brits. Men kon alleen op de zij slapen.
Veel Joden bereikten nooit een barak, omdat ze als “nutteloos” bij
aankomst werden vergast en gecremeerd. Kinderen en bejaarden
ondergingen allemaal dit lot. Van de anderen werden alleen de
krachtigen geselecteerd voor zware arbeid. Meestal een lange
lijdensweg, die ook tot de dood leidde, vanwege uitputting, ziekte of
verhongering.
Indrukwekkend is ook de spoorweg die het kamp
inleidde naar de selectieperrons. De meeste mannenbarakken zijn
verdwenen. Hiervan resteren alleen de kachel en schoorsteen. De
vrouwenbarakken werden het eerst gebouwd en zijn van steen. Door
materiaal en tijdgebrek schakelden de nazi's over op hout voor de
mannenbarakken. De meeste van de vrouwenbarakken staan nog overeind. De
crematoria van Birkenau zijn opgeblazen toen het Rode leger in aantocht
was. Gek
genoeg was er de nazi's veel aangelegen om de bewijzen voor de
genocide te vernietigen. De Russen troffen slechts 7.000 gevangenen
aan. De rest, tienduizenden mensen, was door de nazi’s meegenomen op
dodenmarsen richting Duitsland. Aan het eind van het terrein is een
monument ter nagedachtenis, met plaquettes in alle talen van de
slachtoffers, inclusief Nederlands, Jiddisch en Ladino. We lopen weer
een kilometer terug naar de ingang. Het sneeuwt gedurende ons gehele
bezoek en het is behoorlijk koud. Stel je voor dat je deze kou in een
gestreepte pyjama en houten klompen moet doorstaan, zonder fatsoenlijk
eten en twaalf uur zwaar werk per dag.
Om 14 uur gaat de shuttle weer terug naar Auschwitz 1. Daar eten we wat in de restauratie. Het stelt niet al te veel voor. Om 14.50 nemen we de bus terug naar Krakau. De rit terug duurt wat langer en we komen tegen 17 uur weer aan op het busstation. In het hotel komen we weer een beetje bij en we gaan rond zes uur naar een pizzeria net buiten de oude stad: Mamma Mia aan de Karmelizka ul. Prima pizza voor bijna geen geld.
Later op de avond gaan we wat drinken bij Swięta Krowa, een kelderbar aan de Florianska ul. De ingang is wat verscholen in een poort, die de straat met een binnenhof verbindt. Het is een ontspannen sfeer met jazz muziek op de achtergrond. We drinken een biertje een Poolse honingwodka.
Weer: sneeuw en net boven het vriespunt.
We gaan naar de lobby
en wachten op de gids van Crazy Guides voor onze
Communism Tour. Om
half tien komt onze gids Joanna
de lobby in. Het is een meisje van 26 jaar
oud, die het communisme alleen uit de verhalen van haar ouders kent.
We worstelen ons de Trabant in en gaan op pad. Het is zo koud en
de verwarming van de auto zo slecht, dat de ramen aan de binnenkant
bevriezen. We rijden met het karakteristieke Trabant motorgebrom in
onze oren, het centrum uit naar Nova Huta. Dit is een
Stalinistische modelstad, die eind jaren 40 werd gebouwd buiten Krakow
rond – destijds – de grootste hoogoven ter wereld. Slechts de helft van
de geplande stad is gebouwd volgens een strak symmetrisch bouwplan. De
grote avenuen vormen een (halve) ster vanaf het centrale plein, dat nu
naar Ronald Reagan is genoemd. De avenu van de Rode Roos deelt de stad
in twee gelijke delen. We gaan eerst naar café restaurant
Stylowa, dat in
vroeger dagen was gereserveerd voor de communistische partijkader. Het
is nog onveranderd sinds de 70’er jaren. Tijdens de koffie legt onze
gids de ontstaansgeschiedenis van Nova Huta uit en de ontwikkelingen
daarna. Nova Huta was - althans volgens onze Crazy Guide - bedoeld als
een communistisch tegenwicht tegen het katholieke, academische en
rebelse Krakau. Een ander logica is er niet om deze plek uit te kiezen
voor een hoogoven: er zit geen erts in de grond, er zijn geen
kolenmijnen om brandstof
te leveren, het ligt niet aan een rivier of
spoorlijn en de zware industrie die het staal afneemt ligt honderden
kilometers verderop in andere delen van Polen. De bouwvakkers voor dit
project werden onder de arme boeren geworven met de belofte van een
baan in de Hoogoven en gratis woonruimte. Het verhaal eindigt bij de opkomst van Solidariteit, de staat
van beleg onder Jaruzelski en de komst van de democratie in 1989. Na de
uitleg lopen we naar het centrale plein. Hier woonde de elite van Nova
Huta. Alle arbeiders waren gelijk, maar sommige waren gelijker dan
anderen. Aan het plein is nog een winkel met de oorspronkelijke voorname
inrichting. Hieraan kan je zien dat de modelburgers van Nowa Huta een
streepje voor hadden op de inwoners van Krakau. Vanaf het Centrale
Plein lopen een vijftal brede boulevards in stervorm hiervandaan langs
eindeloze bouwblokken in Sociaal Realistische stijl. Het grote Lenin
Standbeeld is inmiddels verdwenen. Het werd in 1989 omvergehaald en
afgevoerd. Het is opgekocht door een Zweedse miljonair en staat nu in
de buurt van Göteborg in een pretpark.
Voor Poolse begrippen hadden de arbeiders, die hier woonden
het goed. Heel hun leven kon zich afspelen binnen hun
buurt. Hun
woningen waren relatief klein, maar wel voorzien van moderne gemakken
als een douche en centrale verwarming - ongekend in Polen in die tijd. De
tramlijn die sinds de 50’er jaren de stad met Krakow verbond, was
bedoeld voor de inwoners van Krakow, die het arbeidersparadijs konden
komen bewonderen of in de mooie winkels konden inkopen. We rijden verder
naar de staalfabriek - de bestaansreden van Nowa Huta. Destijds dus de grootste in de wereld.
De fabriek is enorm in afmetingen. Het oppervlak is driemaal zo groot
als Nowa Huta zelf en er ligt meer dan 300km spoorlijn op het
fabrieksterrein. De fabriek
was ook een grote (lucht en water)vervuiler. In de wijde omtrek was de
lucht zwart van de rook en het kunstmatige meer van de Nova Huta, was
ongeschikt voor recreatie. Net als de landbouwgrond eromheen niet
geschikt was om eten te verbouwen. Nu is de hoogoven in eigendom van
ArcelorMittal uit India. 80% van de installaties is stilgelegd. Van de
40.000 werknemers zijn er 7000 over, maar de productie is nog 40% van
weleer. Een enorme productiviteitsstijging derhalve. De fabriek is niet
langer naar Lenin genoemd, maar naar een Poolse staalingenieur Tadeusz
Sendzimir. Nova
Huta werd in de Communistische tijd gezien als een eerbetoon aan Lenin,
met de inwoners als ornament. We rijden langs een
veteranenmuseum, waar
een Russische tank (T34) voor de deur staat. Vervolgens rijden we naar
de grote Katholieke kerk van de stad, de Arka Pana. In het oorspronkelijke stadsplan
van Nova Huta was geen ruimte voor religie en dus ook niet voor een
kerk. Die kwam er uiteindelijk wel, nadat de inwoners jarenlang
openlucht missen hadden gehouden op zondagen. De inwoners bouwden de
kerk zelf in hun vrije tijd, naar een ontwerp van Wojciech Petrzyk uit
1977. De toenmalige aartsbisschop Karol Wojtila legde de eerste steen.
De kerk staat bol van bijbelse en katholieke symboliek. Het ontwerp is
zeer modernistisch en inspiratiebron is duidelijk een kerkontwerp van
Le Corbusier, de Zwitserse aartsvader van het Nieuwe Bouwen. Hoewel de
kerk is gewijd aan Maria, ontleent ze haar naam - Arka Pana = Ark van
de Heer - aan de Ark van Noah. Na het kerkbezoek komen we aan het einde van de tour en rijden we weer naar Krakau terug.
In de middag nemen we tramlijn 10 naar Kazimierz.
We kopen een kaartje ŕ 2,50 zl bij de kiosk bij de halte en rijden naar
de voormalige Joodse wijk. Sinds 1495 woonde hier een belangrijke
Joodse gemeenschap. De Nazi’s hebben deze gemeenschap totaal
vernietigd. In 1941 werden de Joden verplaatst naar een ghetto in de
wijk Podgorodce en werden de Synagoges vernield. Slechts een derde van
de Joden overleefde de Holocaust, waaronder honderden die gered werden
door Oscar Schindler. Hij zette deze mensen op een lijst van onmisbare
arbeidskrachten voor zijn emailleringsfabriek. Stephen Spielberg maakte
in 1993 de bekroonde film Schindler's List en nam deze op
locatie op in Kazimierz. Emigratiegolven na de oorlog
decimeerde de joodse gemeenschap verder. Vandaag de dag zijn de
synagoges gerestaurareerd en is de buurt opgeknapt en is de wijk een
levendige uitgaansbuurt met een aantal restaurants met Joodse menus en
thema’s. We gaan eerst eten in restaurant Arka Noego (Ark van Noah).
Daarna lopen we naar de Nieuwe Begraafplaats, die de oude verving toen
die eind 18e eeuw vol raakte. We lopen weer terug naar de
ul. Szeroka en bezoeken de
Remu’h synagoge
uit 1553. De synagoge is goed
gerestaureerd en is als enige nog in gebruik als Joods gebedshuis.
Achter de synagoge ligt de oude begraafplaats.
We lopen verder naar de
Oude Synagoge
uit 1557,
het oudste nog bestaande Joods-religieuze gebouw in Polen. Helaas is
deze synagoge op dinsdag gesloten. Het is nu een Joods museum. We lopen
door naar de Hoge Synagoge. Gelegen boven winkels is deze gebedsplaats
uit 1550 na verwoesting door de Nazi’s in de jaren 90 gerestaureerd tot
een tentoonstellingsruimte. De Hebreeuwse teksten aan de muur zijn hier
en daar nog te herkennen. Nu is er een fototentoonstelling met foto’s
van het Poolse joodse leven aan het begin van de 20e eeuw.
We gaan verder naar de
Isaac Synagoge. In 1630 gesticht door een Joodse
bankier Isaac Jakubowicz. Ook deze werd door de Nazi’s verwoest, maar
is 20 jaar geleden weer gerestaureerd. Er zijn plannen om hem weer als
werkende gebedsplaats te herstellen.
We lopen verder naar het café Alchemia, een oude wereld café aan het Plac Nowy, waar je in een eikenhouten decor kunt genieten van een koffie met gebak of iets sterkers. Zeer intiem en donker met een authentieke sfeer. Daarna gaan we weer de kou in en nemen de tram terug naar het hotel. Later gaan we er nog op uit voor een biertje in de bar Vis-a-Vis aan de grote markt. Een soort artistieke hangout, waar in alle rust met jazz muziek als achtergrond een drankje kunt drinken met zicht op de drukte buiten. Aan de muur grote Jazz sterren op posterformaat.
’s Avonds eten we bij Copernicus in het gelijknamige hotel. Beroemdheden als Andrej Wajda, Roman Polanski en Helmut Kohl gingen ons voor. Een voornaam restaurant derhalve met uitstekende gerechten en bediening. Ik neem als voorgerecht een wildpaté, gevolgd door een kalfslende met truffels en als nagerecht Sabayon. Dit is een schuimige wijnsaus, in dit geval met citrusvruchten en bereid met rietsuiker. Erik begint met geitenkaas bedekt met rode biet op een gegrilde aubergine. Daarna een varkenshaas met Poolse Kasha (boeweitpap) en balsamicosaus en als dessert witte chocolademousse met koekjes.
Weer: 5 graden vorst. Onbewolkt.
Na het ontbijt lopen we naar het grote plein en
drinken een capucino bij Café Noworolski. Na de koffie lopen we naar
het
Wyspianski museum, dat we niet meteen kunnen vinden. We bekijken de
tentoonstelling gewijd aan de schilder,
ontwerper en schrijver die
belangrijk was voor de Jong Polen beweging in de kunst. Een schepper
van Gesamtkunstwerke met impressionistische trekjes. Er staan naast
schilderwerken, ontwerpen voor glas-in-loodramen voor o.a. de OLV kerk
ook meubelen, toneelkleding en rekwisieten, alsook ontwerpen voor
toneeldecors. Het museum bestaat uit twee etages en we zijn er na drie
kwartier wel doorheen. We lopen nog wat rond in de snijdende kou. Het
waait vandaag, hetgeen de gevoelstemperatuur omlaag duwt. We drinken nog een
koffie bij de Coffeecompany, waarna we naar het hotel teruggaan. We
pakken onze spullen en lopen naar het station. We kopen een kaartje
voor de trein naar het vliegveld (8zl pp). De trein vertrekt om 12.30
uur en 18 minuten later zijn we op het vliegveld. De gratis shuttle
brengt ons naar de Terminal 2. Onze vlucht naar Wenen vertrekt pas om
15.25. Dus nog een flinke tijd wachten. Na een poosje komt de
mededeling op het scherm dat onze vlucht is vertraagd tot 16.15. Dat
maakt onze aansluiting in Wenen vrijwel onmogelijk. Daar is aan
gedacht. Er is voor ons een nieuw reisschema gemaakt met een
aansluiting om 20.00 uur. Maar aangezien alles is vertraagd in Wenen,
zou het nog wel kunnen dat we onze oorspronkelijke overstap nog halen.
Die hoop wordt een uur
later wreed verstoord als
we vernemen dat onze vlucht is geannuleerd. We moeten onze bagage
terughalen en ons bij de LOT balie vervoegen.
Ik ga meteen naar de LOT
balie, terwijl Erik de koffers terughaalt. Ik ben tweede in de rij,
maar het omboeken gaat zo traag dat ik pas na ruim twintig minuten aan
de beurt ben. Het weer is inmiddels verder verslechterd en mij wordt
aangeraden om morgenmiddag te vliegen. Het duurt weer een poos voordat
één en ander is omgeboekt. Het systeem is erg omslachtig, want gegevens
worden geprint en vervolgens weer ingetypt. We vliegen morgen om 13.05
naar Munchen en vandaar verder naar Amsterdam.
We krijgen bij een andere balie een taxi aangeboden naar een Novotel in Bronowice, een buitenwijk van Krakau. Morgen worden we om 11 uur weer opgehaald. In het hotel krijgen we twee kamers (!), want twee mannen op één kamer vinden ze maar raar. Verder mogen we voor 100zl eten en drinken op kosten van Lufthansa. We eten in het hotel en gaan bijtijds naar bed. Een vermoeiende namiddag en avond was het en we zijn niets opgeschoten. De service van de Star Alliance vliegmaatschappijen (Austrian, LOT en Lufthansa) is echter - zeker gezien de weersomstandigheden - uitstekend geweest.
Weer: -11 graden. In de middag sneeuw.
We slapen tot 8 uur en ontbijten in het hotel. We
hangen nog wat in de kamer als 10.40 uur de taxi naar het vliegveld voor de
deur staat. Met nog een andere passagier worden we naar de terminal
gebracht. Na een tijdje wachten krijgen we te zien dat het
vliegtuig naar München een uur vertraagd is en pas om 14 uur vertrekt.
Onze krappe aansluiting in München zullen we daar dus niet gaan halen. Het
vliegtuig komt rond half twee binnen en om 14 uur zijn we in de lucht.
De vlucht gaat verder voorspoedig en we komen kwart over drie in
München aan. Bij een zelfbedieningsterminal
van Lufthansa kunnen we de instapkaarten
voor onze nieuwe vlucht afdrukken. Dat scheelt ieder geval een
onafzienbare rij die voor de servicedesk staat. Binnen enkele seconden
zijn we geholpen. We zijn herboekt op de vlucht van 19.15. Die van
16.55 zit blijkbaar al vol. Ondanks de weerproblemen
met het weer heeft Lufthansa de zaakjes goed voor elkaar en is alles
goed voor ons geregeld. We moeten dus enkele uren wachten. We doden
de tijd met winkelen en eten en wachten en lezen. Onze vlucht naar
Amsterdam loopt ook vertraging op, omdat het toestel te laat uit
Marseille arriveert. Als het toestel er is moeten we
op de bemanning wachten, die met vertraging uit Moskou moet komen. Het
weer speelt in heel Europa de luchtvaart parten. Uiteindelijk vliegen we ruim een uur te laat naar
Amsterdam. Daar aangekomen komt onze bagage snel van de band en kunnen
we de Fyra van 22.40 uur pakken. Rond 23.15 zijn we dan eindelijk
thuis.
Weer: in Krakau -2 graden en zonnig. In München -5 en bewolkt. In Rotterdam -2 en bewolkt