deel 1 |
We staan vroeg op – rond 5 uur – en om half zes komt de taxi die ons naar Rotterdam-The Hague Airport (beter bekend als Zestienhoven) brengt. We hebben de koffers al een avond te voren gebracht en afgegeven – speciale service van de luchthaven in verband met de verwachte drukte en het personeelsgebrek – en kunnen meteen aansluiten in de rij voor de veiligheidscontrole. Dat duurt een kwartier en dan moet ik nog ontbijten. Bij het cafetaria staat een lange rij en het duurt ruim 20 minuten voor ik een broodje en koffie heb. Dan is het wachten tot we aan boord kunnen. Om 7.40 begint het “boarden”. Dat gaat snel en 5 minuten voor op schema gaan we de lucht in richting Kreta. Onderweg is het weer helder en vanuit het vliegtuig zie ik het Bodenmeer, de Alpen, Venetië en de Kroatische eilanden. Dan wordt het bewolkt en pas weer helder als we in de buurt van Kreta komen. We landen wat vroeger dan gepland op Heraklion.
Erik wacht op de koffers en ik sluit aan in de rij voor de Hertz balie. We hebben geboekt via Eliza was Here en die hebben weer de auto via Sunny Cars geregeld. We krijgen een upgrade (tegen 40 euro voor de hele week) van een Opel Corsa naar een Hyundai Kona. We rijden naar het appartement in Makry Giallos. We gaan eerst langs een grote supermarkt voor de nodige levensmiddelen en dan naar Makry Giallos aan de zuidwestkust van het eiland. We komen rond half vier aan. Mooi ruim appartement, geschikt voor 7 personen met privé zwembad. We zijn behoorlijk moe. We rusten wat uit en gaan rond 16 uur wat drinken (Cocktail) en snacken bij de real Crete café om de hoek. ’s Avonds gaan we eten in het dorp Makry Giallos bij restaurant Faros aan het strand.
Weer: 32 graden en zonnig
Na een diepe slaap worden we wakker in ons
appartement. We ontbijten buiten onder de parasol naast ons eigen
zwembad. Na het ontbijt
en de koffie rijden we naar Pefki. Dit is een klein dorpje in de
bergen aan de top van de Pefki kloof. Van hier hebben we een prachtig
uitzicht over de bergen en de kloof. We drinken er een Nescafé en
genieten van het uitzicht. Daarna rijden we naar Kato Pervolakia. De rit
erheen en het zicht op de gelijknamige kloof zijn prachtig. Het dorp
zelf is niet heel bijzonder. Daarna rijden we naar Moni Kapsa,
een orthodox klooster aan de kust. Toegang alleen met lange broek. Het
klooster wordt nog steeds bewoont door monniken. Hoger op de berg boven
het klooster is de grot waar Yerontoyiannis, een ongeletterde
kloosterling, die belangrijk was voor de heroprichting van het klooster
na de verwoesting door de Turken, zich regelmatig terugtrok. Er is een
klein altaar in zijn eer. Yerontoyiannis was ongeletterd en daarom niet
heilig verklaard door de Griekse kerk, wordt door de Kretenzer wel als
een soort heilige gezien.
We rijden terug richting Makry Giallos en lunchen bij
Taverna Oasis. Daarna terug naar het appartement, waar we afkoeling
zoeken in het zwembad. We luieren wat aan en wachten op Giannis, een van
de eigenaren van het complex, voor de check-in.
’s Avonds rijden we weer naar de dorpskern en drinken
een cocktail bij Bar Olympico aan het strand. Daarna wandelen we door
naar restaurant Elia voor het diner. Redelijk eten met zicht op zee en
niet al t duur.
Terug naar huis en we kijken we online naar de Nederlandse TV.
Weer: zonnig, 32 graden.
We ontbijten weer buiten naast het zwembad. Na de koffie rijden we naar het Lasithi plateau. Dat is nog een flink stuk rijden: ruim twee uur. We stoppen in Malia voor koffie. Malia is hypertoeristisch met veel quadverhuur, booze cruises en hordes schaars geklede jongelui. Na de koffie verlaten we dit vreselijke oord en nemen de weg de bergen in. Dit lijkt een andere wereld. Na nog een half uur komen we in Tzermiádho. Dit is het grootste dorp op het Lasithi plateau. Dit plateau ligt in de bergen op 840 meter hoogte, maar niet boven op de bergen. Het is een vlakte op hoogte, omgeven door bergtoppen. In Tzermiádho lunchen we bij de Kronio taverne, die helemaal is ingesteld op Franse toeristen. De eigenaar schijnt een Franse echtgenote te hebben. Kennelijk zit hier een Frans toeristenoord in de buurt, dat al zijn gasten naar deze taverne stuurt. De eigenaar is voortdurend aan het woord. Het eten is niet bijzonder en komt deels uit de magnetron. Erik neemt souvlaki en ik mousaka. De bediening is verder wel vriendelijk, op het amicale af. We krijgen nog fruit na en slaan een raki af.
We rijden door naar de Kronos grot. De grot is een begraafplaats uit de neominoische periode (3600-1450 vC). Vanaf de weg voert een pad en vervolgens een trap (geen wegwijzer) naar de grot. Binnen valt er in het duister weining Minoïsch te ontwaren, maar het is toch bijzonder. We rijden daarna verder naar Ayos Konstantínos. Een zeer klein dorp, bekend om zijn borduurwerk en weefgetouwen. We drinken er een frisdrankje, voor we verder rijden naar Psychro. Bij deze plaats ligt de grot van Zeus, ook wel bekend als de Dhiktean grot. In deze grot zou oppergod Zeus zijn geboren als kind van Rhea en Kronos. Het is hier een kilometer lange klim naar de ingang. Deze afstand kan ook met een muilezel worden afgelegd, maar wij klimmen op eigen kracht naar boven in ongeveer 15 minuten. Eenmaal boven leidt een betonnen trap weer naar beneden de koude grot in. Onder in de grot zijn grote stalaktieten en stalagmieten. Het is er koud en vochtig, maar wel mooi. Weer terug boven drinken we een sapje in een van de vele eet- en drinkgelegenheden bij de parking. Daarna rijden we terug naar Makry Giallos.
’s Avonds eten we bij Mina’s Place aan de haven. Zeer eenvoudig, maar wel voedzaam.
Weer: zonnig en warm 30 graden. Wel veel wind. Maar op het Lasithi plateau is het een stuk koeler: 23 graden, een verademing.
We ontbijten weer aan de rand van ons zwembad. Daarna
koffie op het bordes. We rijden vervolgens naar Agio Nikolaos. Dat is een rit van ruim een uur. We parkeren op een
bewaakte parkeerplaats. We moeten precies in het parkeervak parkeren en
aangeven hoelang we blijven. We lopen naar Migomis, een café met
uitzicht over het binnenmeer van het stadje. Het is nog een hele klim,
via trappen en een stijgende weg. Eenmaal aangekomen hebben we een
prachtig uitzicht op het meer, maar er zijn geen taartjes bij de koffie.
Maandag is blijkbaar geen goede dag voor taartjes. We drinken een
capucino en lopen weer naar beneden en lopen een rondje door Agio
Nikolaos. Het is er druk en toerististisch, maar gelukkig met wat meer
klasse en rust dan in Malia. Na de wandeling gaan we met de auto naar de
kerk van Sint Nicolaas, die het stadje haar naam gaf. De kerk uit de 12e
eeuw ligt nu op het terrein van een 5-sterren hotel. We mogen niet op
het terrein parkeren – alleen net daarbuiten, omdat we geen hotelgasten
zijn. De jonge maar vriendelijke portier kent geen genade –
waarschijnlijk bang voor zijn baan. We parkeren buiten het terrein en
kunnen kerk bezoeken. De sleutel ligt bij de receptie, maar andere
belangstellenden hebben die al opgehaald. We haken aan. Het is een heel
klein kerkje, met afbladderende fresco’s uit de 8e of 9e eeuw en
behorend tot de oudste nog bestaande fresco's van Griekenland.
Na de kerk bezocht te hebben rijden we naar Elounda, zo’n 12 km ten
noorden van Agios Nikolaos. Daar lunchen we aan de boulevard. Na de lunch
gaan we op zoek naar een boot, die ons naar Spinalonga gaat brengen.
Spinalonga is een Venetiaanse vesting op een eilandje voor de kust, die
in de 19e eeuw dienstdeed als lepra-kolonie. Na enig zoekwerk vinden we
de boot, die op punt van vertrek staat. De overtocht duurt ongeveer een
kwartier. Op het eiland hebben we een uur en tien minuten om de locatie
te verkennen. We lopen het eilandje rond. Verblijfsruimten, een kerk en
vestingswerken. Vanuit de vesting beheersten de Venetianen de baai. De
vesting was zo onneembaar, dat ze pas in 1715 aan de Turken werd
overgegeven, 50 jaar nadat de rest van Kreta al door de Turken was
bezet. Nadat we het eiland rond zijn gelopen ga ik nog de trappen op om
het bastion te bekijken. Daarna wachten op de boot terug. Rond 16 uur
zijn we terug. We rijden terug naar Makry Giallos.
’s Avonds eten we bij Gusto. Een restaurant met wat meer ambities dan de buren. Italiaans geinspireerd en voortreffelijk eten en bediening. Erik neemt een bruschetta vooraf en daarna ravioli. Ik nam groente-loempia’s en vervolgens lamskoteletten. Daarbij een griekse Merlot. Het was prima. Helaas serveert men geen dessert. Dan maar meteen naar de koffie.
Weer: veel wind. Zonnig en 31 graden
Het heeft vannacht hard gewaaid, gestormd. Vandaag waait het nog steeds heel hard. We ontbijten daarom binnen. Na het ontbijt rijden we naar Sitia. Dat ligt op een half uur rijden naar het noordoosten. Geen bijzondere plaats en ook niet heel erg toeristisch. Er zijn wel veel terrassen aan de haven. Op een ervan drinken we koffie. We lopen daarna nog wat rond. Het waait hier ook zeer stevig. Er staan witte koppen op het zeewater en de golven slaan over de kustweg heen. Vervolgens rijden we verder naar Moni Toplou, een klooster verderop gelegen in noordoostelijke richting in de bergen. Het is een klein klooster, maar wel heel welvarend. In de kerk en in het museum zijn tal van waardevolle iconen en gravures te zien, waaronder een hoogtepunt uit de Kretenzer religieuze kunst Megas ei Kyrie - God u zij almachtig. Het klooster doet ook aan wijnbouw en heeft een wijnwinkel. Het klooster bezit een groot deel van de landbouwgronden in de omgeving. In de Tweede Wereldoorlog speelde het een rol in het verzet tegen de Duitse bezettingsmacht. Ook hieraan wordt in het museum aandacht besteed. We rijden verder naar de Noordoostkust, naar Vaï. Hier is een zandstrand omgeven door een groot aantal palmen. Het is naar verluidt de grootste tuin met inheemse dadelpalmen in Europa. We lunchen hier in een restaurant met uitzicht over het strand en de palmen. Na de lunch rijden we in Zuidelijke richting langs de kust maar Zakros. In het nabijgelegen Kato Zakros is vlakbij het strand een Minoïsch paleis opgegraven. Je kunt de contouren van het paleis en de plattegrond van het paleis goed zien. Verder is er niet veel van over. Na de bezichtiging drinken we een sapje aan het strand bij een strandtent, Akrogiali. Vervolgens rijden we terug naar Makry Gialos. De weg voert over de bergrug, die we via talloze haarspeldbochten beklimmen. Daarna rijden we een tijdlang over een bergplateau om in de buurt van Makry Giallos weer af te dalen naar zeeniveau.
We nemen een biertje, een plons in ons zwembad en kijken daarna op TV naar de Vuelta. ’s Avonds eten we voor de tweede keer bij Faro aan de promenade. Het is opvallend rustig in de restaurants. Zijn de toeristen naar huis? Of is het de stevige wind, die de mensen thuis houdt? Het terras is tegen de wind beschermd met transparante zeilen.Weer: wisselend bewolkt, later zonnig. Krachtige wind, 6 Beaufort. 24 graden.
Andere Reizen | ||
terug | |
verder |