North West USA | deel 2 |
Na het ontbijt rijden we richting de kust naar Fort Bragg. Eerst
volgen we de Interstate 5 noordwaarts tot Williams, waarna we de State
Highway 20 naar het westen nemen, langs Clear Lake, een groot meer met
dorpjes als Lucerne en Nice. De CA-20 gaat dan noordwaarts en sluit aan op
de US-101. Bij Willits pakken we de CA-20 weer op die ons naar Fort
Bragg voert aan de Stille Oceaan. We verblijven in de Emerald Dolphin
Inn, een eenvoudig, keurig, maar niet goedkoop motel. De attractie van
Fort Bragg is het Glass Beach, een strand met glasparels in het zand.
Het resultaat van lozingen op zee ten noorden van het badplaatsje. De
andere attractie is de vissershaven van Noyo. Daar drinken we wat met
uitzicht op de vissersboten.
’s Avonds eten (en drinken) we bij de North Coast Brewery Co. Gefrituurde garnalen met
een IPA erbij. Het motel ligt vlakbij de rotskust. De golven beuken op
de klippen en dat is een mooi gezicht.
Het ontbijt van het motel stelt bar weinig voor, dus gaan we voor echt ontbijt naar David’s aan de overkant van de CA-1. Hier weten ze van wanten met ontbijt opties waar je de hele dag mee voort kunt. Sandwich met ham en kalkoen, poedersuiker erop en hashbrowns erbij.
Met een meer dan gevulde maag gaan we op weg in noordelijke richting.
De eerste 130km volgen we de CA-1, die langs de kust slingert, klimt en
daalt door dichte bossen met grote bomen. We rijden nergens sneller dan
30 mpu en meestal langzamer. Wel mooi. De CA-1 komt weer uit op de
US-101. Dat is een brede snelweg naar het noorden. We gaan er wel even
af om een stuk van de Avenue of the Giants te rijden. Dat is een
smallere weg die parallel aan de 101 loopt, maar door bossen met
gigantische Coastal Redwood (sequoia sempervirens) bomen. Die bomen
zijn erg oud (tot meer dan 500 jaar), erg hoog (tot wel 100 meter) en
dik (met een omtrek tot wel 22 meter).
We komen rond half twee in Arcata aan. We checken in het Best Western.
In de middag gaan we naar het centrum van het rustige stadje. Ik gaan
voor een trimbeurt bij de kapper. Dat blijkt een zeer oud vrouwtje te
zijn van ergens in de 80. Ze loopt moeilijk, maar hanteert de tondeuze
vaardig en zonder bril. Daarna drinken we een cocktail aan de Arcata
plaza en nemen een kijkje in het Jacobi Storehouse. De 19e eeuws
overdekt winkelcentrum.
’s Avonds eten we bij Japhy noodles. Relatief goedkoop en lekker.
Weer: zonnig, maar fris. Wind van zee. 16˚C
We rijden in noordelijke richting naar het Redwood National and State Parks. Onderweg stoppen we bij een paar prachtige uitzichtpunten op de kust. We stoppen bij het informatiecentrum aan de US-101 voor een kaart van het gebied en een informatiekrant. Dan rijden we door naar de Newton Drury Scenic Parkway. Hier slaan we van de US-101 af het park in. Redwood is eigenlijk een verzameling van stukken staats en federaal land, die samen het park vormen. Er lopen doorgaande wegen doorheen en er is geen toegangscontrole. Het park is gratis toegankelijk, in tegenstelling tot andere NP’s. Al snel op de Parkway zien we een groep Elks, een hertensoort. Je mag de dieren niet benaderen, want ze zijn onberekenbaar en kunnen agressief zijn. Verderop op de route zien we grote Coastal Redwoods met de enorme dikke en hoge boomstammen. Het is een soort grote conifeer. Altijd groen. De Coastal Redwoods zijn familie van de sequoia. Ze kunnen 2000 jaar oud worden, tot 115 meter hoog en een diameter van 8 meter. Ze groeien in een zone langs de Californische kust ten noorden van Big Sur tot het zuiden van Oregon. Nooit verder dan 60 km uit de kust, want dan wordt de bodem en de lucht te droog. Ze groeien in dichte bossen en op de vloer groeien alleen maar varens.
We lopen een kort stuk je naar een heel dik exemplaar en verderop een ‘interpretive trail’ met bordjes met uitleg. Hier heeft het bosbeheer een weg, die het ecosysteem verstoorde weggehaald en de natuur hersteld. De parkway komt weer uit op de US-101, die we naar Klamath vervolgen. Klamath ligt buiten het NP en behoort tot het tribale land van de Yurock. In Klamath hebben ze hun bestuursgebouw, rechtbank en politiebureau. En natuurlijk een casino en hotels. Er zijn nog 5.000 Yurocks in het gebied.
We lunchen in een diner en rijden dan weer het park in om de Coastal
loop te rijden. Deze leidt naar een uitzichtpunt, de High Bluff
overlook. We hebben hier het rijk alleen.
We rijden dan weer zuidwaarts, tot de Bald Hills Road. Deze volgen we
tot de Lady Bird Johnson Grove. Een hooggelegen stuk bos met een korte
rondlopende trail met zicht op de toppen van bomen die lager staan.
We rijden terug naar Arcata. ’s Avonds eten we Thais bij Bencharong.
Prima restaurant, op een vreemde plek, naast een Safeway supermarkt.
Koffie is ’s avonds lastig te vinden in Arcata. We vinden uiteindelijk
een studentencafé in de buurt van een college.
Weer: zonnig, 15˚C
We rijden in noordelijke richting naar Crescent City. Daar slaan we de Howland Hill Road in, die het Jeddidia Smith Redwood State Park in loopt. De weg is onverhard een gaat door een dicht woud van enorme Redwood bomen, de een nog grote dan de ander. We stoppen bij de Mill Walk Trailhead, dat leidt naar de Grove of the Titans. Dit zijn de supergrote bomen. Het is ongeveer een mijl omhoog en naar beneden lopen en daar staan de reuzen. Het is een indrukwekkend gezicht. Rond de bomen zijn boardwalks aangelegd zodat je er gemakkelijk omheen kunt lopen. Er is ook een uitzicht op de West Fork Clarks Creek. Terug in de auto vervolgen we de smalle bosweg en komen op de US-199 terecht. Deze volgen we richting de grens met Oregon. In Oregon gaan we bij Grant’s Pass verder over de Interstate 5 naar Ashland.
Dit is een rustig klein stadje, dat het culturele centrum van de streek
vormt. Het staat bekend om het Oregon
Shakespeare Festival dat 9 maanden van het jaar beslaat. Verder is
er een leuk centrum met een mooi park en goede restaurants en 3 theaters
uiteraard. In de namiddag drinken we een biertje bij Skout taphouse, dat
tientallen onder de tap heeft, en daarna eten we verantwoord bij Greenleaf.
Weer: zonnig, 23˚
We drinken koffie bij Noble
Coffee Roasters in het centrum van Ashland. Hier wordt de koffie
vers gebrand. Na de koffie rijden we naar Crater Lake National Park. We rijden door de Rogue
vallei via de Dead Indian Memorial Road en komen na 1 uur en 45 minuten aan in het National Park. Dan is het nog een
eind naar het visitor center. Hier kunnen we wel iets te eten kopen,
maar de eetzaal is in gebruik voor een les. Dus eten we de lunch maar in
de auto op. Vervolgens lopen we naar het Orientation Point met een
onovertroffen uitzicht op het Crater Lake. Dit is een voormalige
vulkaankrater, die zich met water heeft gevuld. Het ontstond 7.700 jaar
geleden toen de vulkaan Mazama instortte. Het meer ligt op 1.883 meter
boven zeeniveau. Het is met 594 meter het diepste meer in de VS. Het
park is bijna heel het jaar met sneeuw bedekt. Nu is slechts 7 mijl van
de weg rond de kraterrand vrij van sneeuw en begaanbaar. Vanaf
Orientation point zien we het meer liggen. De waterspiegel is volkomen
glad en weerspiegeld de lucht en de bergen perfect. In het meer liggen
twee eilanden: Wizard Island, een askegel, aan de westzijde en Phantom
Ship een stenen pilaar aan de zuidzijde. We rijden langs de rand van de
vulkaan naar de Wizard Island overlook. Hier is een ook een prachtig
uitzicht, met name op het eiland. Hier stopt de route, want de weg is
hier nog niet sneeuwvrij gemaakt. Pas in juli kun je het hele meer
rondrijden. We nemen het geheel nog eens in ons op en rijden dan weer
terug naar Ashland.
’s Avonds gaan we naar het theater. Ashland is bekend vanwege het Oregon
Shakespeare Festival. Behalve stukken van William Shakespeare zijn er
ook andere voorstellingen. Wij gaan naar de musical Rent, een Broadway
klassieker die speelt in New York in de jaren 80, tijdens de AIDS
epidemie. Het festival duurt 9 maanden van het jaar en trekt bezoekers
uit de hele staat Oregon en zelfs uit het buitenland. We zijn om 23.15
weer in het hotel.
Weer: zonnig. In Ashland 27˚, bij Crater Lake 17˚
Na de koffie bij Noble rijden we via Interstate 5 naar Eugene. Eugene
is een universiteitsstad (University of Oregon) en thuisstad van Nike. Vorig jaar vond hier het WK athletiek plaats. We
gaan eerst de was doen bij Clean Laundromat. Een grote wasserette met
biologische producten, dus geheel verantwoord. In drie kwartier is de
was schoon en droog. Daarna rijden we door naar ons Guesthouse, Campbell House Inn. Een mooi houten gebouw met
historie. Nadat onze kamer klaar is en we onze spullen kwijt kunnen
rijden we naar de Public Market voor een lunch. Er is een Food Court met
bijzondere restaurantjes. Wij eten bij een Griek.
’s Middag rijden we de Skinner Butte op. Deze rotsformatie is vernoemd
naar Eugene Skinner, de pionier die zich in 1846 hier vestigde en de
stad in 1851 stichtte. Vanaf de top hebben we uitzicht over de stad.
Helaas staat hier een psychiatrische patient met zijn autoradio keihard
aan. Niet aanspreekbaar.
We rijden naar beneden naar het park aan de Willamotte rivier. Mooi
park.
’s Avonds eten we Japans bij Izakaya
Meiji. Het personeel is een kleurrijk en knap gezelschap. Wel
vriendelijk en het eten is heerlijk. Er is wel een hapering in de
bediening. We krijgen wat anders dan besteld, maar dat wordt hersteld.
Weer: zonnig en warm 27˚
Vandaag geen ontbijtbuffet, maar bediening aan tafel. We beginnen met vers fruit en een scone, gevolgd door zalm op toast en roerei. We beginnen de dag met koffie bij Paradise coffee en bakery en bekijken de campus van de University of Oregon, de grote universiteit van deze staat. Een enorme campus met veel groen en sportfaciliteiten. Hier vond vorig jaar het WK atletiek plaats. Het is zaterdag en dan is er de Eugene Saturday Street Market. Op de kruising van Oak St en 8th Avenue bieden bakkers, slagers, boeren, handwerklieden en kunstenaars hun waren aan. Groente, fruit, brood, honing, kleding, sierraden, ceramiek, heilzame kruiden en nog veel meer. Zelfs een waarzegster en iets voor een natuurlijke baarmoeder. Er kan ook gegeten en gedronken worden. Vanuit allerlei culinaire tradities is er wat te halen. Muziekoptredens verhogen de sfeer. Het is wel erg druk.
We lunchen op de Public Market en in de middag rijden we naar Silvan Ridge Winery, zo’n half uur ten zuidoosten van Eugene. Daar krijgen we op een wijngaard een wijnproeverij met een kaasplateau. Inmiddels is het heerlijk weer geworden en we zitten buiten te genieten van vier wijnen (pinot gris, rose, pinot noir reserve en malbec). Na de proeverij weer terug naar Campbell House.
’s Avonds eten we bij Beppe
and Gianni’s trattoria in de buurt van de universiteit. Heerlijk
eten. Wel lawaaiig.
Weer: Bewolkt in de ochtend, maar ’s middags word het zonnig en warm.
20-23˚
Andere Reisverslagen | ||
terug | verder |