North West USA | deel 4 |
We rijden na het ontbijt naar de Sol Duc valley, een gebied in het Olympic
National Park op ongeveer 50 minuten rijden ten westen van Port Angeles. Het regenwoud is hier ook heel dicht. We
volgen de Sol Duc rivier tot het einde van de weg. Daar is een
parkeerplaats waar een aantal wandelingen beginnen. Ik volg het 0,8
mijllange pad naar de Sol Duc waterval. Het pad is niet al te lastig,
maar gaat een paar keer op en neer. Het hoogteverschil is ongeveer 60
meter. De waterval is mooi en woest. Vanaf de parkeerplaats rijden we
een stukje terug naar de Sol Duc Hot Springs. Dit is een thermaalbad met
bronwater. Zo te ruiken is het zwavelhoudend. Je kunt hier poedelen in
de jacuzzi. Dat doen we niet en we rijden naar Crescent Lake. Dat is een
groot meer aan de US-101. We zijn er gisteren en vanochtend al langs
gereden. Het is langgerekt en ook redelijk breed. Er wordt in gezwommen
en gevist.
We rijden terug naar Port Angeles en lunchen in ons appartement, of
liever in de tuin ervan in
het zonnetje. In de namiddag rijden we naar Hurricane Ridge Road, die
naar de toppen van de bergrug leidt, waarvan ook Mt Olympus deel van
uitmaakt. Helaas is de weg (nog) gesloten. Waarschijnlijk is de sneeuw
nog niet geruimd. We gaan nog even naar het visitor center en daarna
terug naar het appartement.
’s Avonds eten we bij Bella Italia, naar verluidt het beste Italiaanse
restaurant. Dat valt tegen. Het eten is niet bijzonder en de bediening
laat wat steken vallen.
Weer: zonnig, 11 tot 17 graden
Na het ontbijt rijden we naar Port Townsend, de havenplaats in het noordoosten van het Olympic schiereiland. Hier gaan we met de veerboot oversteken naar Whidbey eiland, dat de noordelijke rand van de Puget Sound vormt. Voordat we inschepen voor de afvaart van 12.30 uur, verkennen we het oude centrum van Port Townsend. Langs de waterkant zijn er tal van oude fabrieken en pakhuizen, die omgebouwd zijn tot winkels, ateliers, hotels en restaurants. We drinken koffie aan de waterkant en lopen langs de Water Street. Om kwart voor twaalf sluiten we aan in de rij van auto’s die de veerboot op willen. We hebben gereserveerd. De overtocht duurt ongeveer een half uur.
Aan de overkant rijden we naar Coupeville, de hoofdplaats van het eiland. Het is een klein dorp van 1800 inwoners met mooie houten huizen en een aardige dorpskern, waar zelfs een verdwaalde elk rondloopt. We lunchen bij Toby’s en kunnen dan inchecken bij de Coupeville Inn. Een markant houten gebouw met zicht op het water.
Later in de middag bezoeken we Fort Casey. Dat is eind 18e eeuw gebouwd om de ingang van de Puget Sound te beschermen tegen vijandige invasies. Aanvankelijk was de vijand Groot-Brittannië, later Japan. De stelling verloren als snel zijn militaire betekenis. Het is nu een State Park. Hier staat ook de Admiralty Head vuurtoren uit 1903. De vuurtoren is sinds 1922 niet meer in gebruik.
’s Avonds eten we bij Captain
Whidbey, 7 minuten rijden ten noorden van Coupeville. Mooi gelegen
aan het water van de Penn Cove. We eten er heerlijk.
Weer: zonnig, 17˚
Het ontbijt in de Coupeville Inn is teleurstellend. Er is erg weinig keus. Gelukkig hebben we nog wat vleeswaren over van de Airbnb om de ochtendtrek te stillen. Na het ontbijt rijden we naar Ebey State Park aan de kust. Mooi uitzicht vanaf een heuvel is ons deel. We rijden verder naar Langley. Een ander dorp op het eiland. Mooie hoofdstraat met veel artistieke winkels, ateliers en eetgelegenheden. Dan gaan we verder naar de veerboot. We kunnen een kwartier na aankomst al vertrekken. Het is een korte overtocht, nauwelijks 20 minuten. We komen aan in Mukilteo. Vandaar is het nog 45 minuten rijden naar onze Airbnb in Seattle. Onderweg lunchen we bij McDonald’s en na aankomst doen we boodschappen bij Safeway. Ook deze Airbnb is in de kelderverdieping onder het huis en nogal laag. Minder laag dan in Port Angeles, maar er loopt een draagbalk langs het plafond op iets minder dan 1,85 meter boven de vloer. Beetje gehorig is het ook, al is de eigenaar, die boven woont een rustige buur.
’s Avonds eten we bij een Ethiopisch eethuisje in de buurt. Lekker
eten, maar we zitten snel vol.
Weer: zonnig 25˚
We nemen de bus, lijn 3 richting downtown,
want we gaan naar het Museum
of Pop Culture. We hebben online een dagkaart voor het openbaar
vervoer gekocht. Dan blijkt de bus niet helemaal te gaan naar waar we moeten zijn. We stappen over op lijn D
en komen een aardig eind in de buurt. Nog een 5 minuten lopen en we zijn
er. Het museum is in 2000 geopend als resultaat van een initiatief van
Paul Allen, de compagnon van Bill Gates bij de oprichting van Microsoft,
die zich heeft laten uitkopen en van zijn opbrengst o.a. dit museum is
gestart. Hij is inmiddels overleden. Het museum is gewijd aan de
populaire cultuur van de jaren ’60 en later. Veel muziek, maar ook film,
fotografie, film en nog veel meer. We zien muziekinstrumenten
(originelen van beroemdheden), interactieve opstellingen om te leren
spelen, tentoonstellingen over Jimmy Hendrickx, science fiction, horror,
rap, en nog zo wat meer. Het ontwerp van het gebouw door Frank Gehry (bekend van Guggenheim Bilbao) is ook
bijzonder. Na het museum lopen we naar de beeldentuin van het Seattle
Art Museum aan de oever van de Puget Sound. De beeldentuin overspant een
snelweg en een goederenspoor. Bekend
is een beeld van Jaume Plensa.
Daarna nemen we een Uber naar de centrale bibliotheek van Seattle. Deze
is ontworpen door Rotterdammer Rem Koolhaas en zijn bureau OMA. Het is een indrukwekkend gebouw van 10
etages. De gevel is transparant met kleine raampjes in het midden een
atrium over de volle hoogte van het gebouw. Boven in een uitkijk
platform. We nemen bus 2 terug naar de Airbnb.
In de avond gaan we met bus 2 naar de gay buurt en drinken een cocktail
en een biertje. We eten bij Osteria
de la Spiga en gaan dan naar de Pony, de traditionele gay bar van Seattle. Het is
niet zo druk. Wel relaxed. Terug met een Uber.
Weer: zonnig 27˚
Het gaat een hele warme en zonnige dag worden. We nemen de bus naar Pike Place Public Market. Daar is het een drukte van belang met vooral toeristen, die afkomen op deze boeren- en versmarkt. Er is vooral voedsel, bloemen en andere eetbare waren te koop, maar ook veel handnijverheid. Op de begane grond zijn vooral marktkramen, maar op de beneden etage ook winkeltjes met de meest vreemde specialismen zoals miniatuurauto’s, filmposters, oude platen, postzegels en munten. De markt is ook uitgebreid naar de overkant, waar meer restaurants zitten die gespecialiseerd zijn in één product, zoals kaas, ginger beer, chowder en nog zo wat. Sommige zijn (zoals de Pike Place Chowder) zijn duidelijk op TikTok gehyped, wat te zien is aan de enorme wachtrij. Na een tijdje worden we moe van het slenteren en de vele mensen en gaan we lunchen bij een Grieks visrestaurant met uitzicht op de Puget Sound. Niet heel bijzonder, maar je betaalt ook voor het uitzicht. Volgens mij zaten we hier in 2000 ook al.
We nemen de bus terug naar het appartement en rusten we wat uit. In de middag gaan we met de auto naar Fremont een wijk ten noorden van Lake Union. Hier is op initiatief van de buurt een aantal bijzondere kunstwerken op straat gezet. Onder het viaduct van de Aurora bridge zit de Urban Troll. Iets verderop aan Fremont Place staat een beeld van Lenin. Twee blokken aan Easton Ave verder is de Fremont Rocket geland. Tenslotte zien we de een beeldengroep van wachtende busreizigers die op een denkbeeldige bus staan te wachten.Na deze publiekskunst rijden we naar Gas Works Park. Dit kleine park ligt aan de noordoever van Lake Union. Aan de rand van het park staan de resten van de enig overgebleven gasfabriek van de VS. De fabriek werkte van 1906 tot 1956. Het park werd in 1975 geopend. Het is het decor voor diverse festivals en evementen zoals concerten, vuurwerk en fietstochten. Vanaf de kunstmatige heuvel heb je een prachtig uitzicht op downtown Seattle. Op het meer wordt gevaren, geroeid, gekanoed, gezeild, gesurfd en gesupt.
Hierna rijden we verder naar Kerry Park. Een miniscuul parkje met het mooiste uitzicht op Downtown vanaf Uptown.
We staan rond 7 uur op, ontbijten ruimen op en pakken onze bagage in. We rijden naar een tankstation voor de laatste tankbeurt en rijden dan het centrum uit naar Seattle-Tacoma International Aiport. Dat is ongeveer een half uur rijden in zuidelijke richting. Op de luchthaven leveren we de auto in, in de rental car facility en worden daarna met de shuttle bus naar de terminal gereden. Het inleveren van de bagage gaat snel, maar voor de veiligheidscontrole staan we een half uur in de rij. Daarna lunchen we en wachten we op het vertrek van onze vlucht met Delta naar Amsterdam. We gaan rond 13.00 aan boord. De vlucht vertrekt iets te laat. Alles gaat goed tot we net voorbij IJsland zijn en er wordt omgeroepen om een arts en/of verpleegkundige. Erik meldt zich, maar er is al een arts gevonden. Iemand heeft een beroerte gehad en de gezagvoerder besluit tot een noodlanding in Keflavik op IJsland. We keren om en landen 25 minuten later op Keflavik. Voor het uithalen van de patiënt en het bijtanken zijn we bijna twee uur kwijt. Daarna is het nog twee uur en twintig minuten naar Amsterdam. De gezagvoerder grapt dat Delta niets in rekening brengt voor de tweede vlucht van de dag. De purser voegt er aan toe dat we vandaag een leven hebben gered. Dat klinkt mooi, maar we worden wel moe. Ook al omdat we in de buurt van een huilend kind zitten. De ouders weten er geen raad mee.
Op Schiphol worden we naar een remote gate geleid, waardoor we met een
bus naar de terminal moeten nemen. Daar aangekomen is onze bagage ons
vooruit gesneld en ligt op ons te wachten. De IC direct van 12.10 rijdt
niet vandaag en we moeten 40 minuten wachten op onze trein. Dat is – net
als op de heenreis – een ICNG en we razen met 200km/u naar Rotterdam. We
nemen vanaf Centraal Station een Uber naar huis.
Weer: in Seattle lichte regen en 16˚. In Rotterdam zonnig en 30˚
Andere Reisverslagen | ||
terug |