deel 2 |
We starten weer met een stevig ontbijt in de Black Boy. Daarna brengen we de bagage naar de auto en gaan we op zoek naar koffie. Caernarfon is uitgestorven om half negen in de ochtend op zondag, maar Costa is wel open. Na een flinke bak koffie checken we uit en rijden door het Snowdonia national park richting Conwy. We komen weer langs Llanberis en de Mountain Railway. We rijden verder langs een stuwmeer en een leisteen groeve. Daarna verder naar Betws-y-Coed, waar we koffiedrinken. De omgeving is prachtig. Bergen, weiden, schapen en de zon schijnt.
We komen rond 12 uur aan in Conwy. We parkeren bij het kasteel en proberen te betalen, maar dat lukt niet. De parkeerautomaten werken niet goed en het lukt niet om een kaartje te kopen. We lunchen bij een pub en ik kijk rond 13 uur of we al in het appartement kunnen. Dat lukt en we trekken erin. Het huisje is modern en goed ingericht. Slechts 1 trap naar de slaapkamer en badkamer. Moderne keuken. Parkeren is lastig, maar het lukt uiteindelijk zelfs voor de deur. Daarna doen we boodschappen bij de Spar, die op 1 minuut lopen ligt. In de namiddag wandelen we langs de haven en strand en drinken een biertje.
’s Avonds kookt Erik en kijken we TV.
Weer: zonnig, 17 graden
We drinken koffie bij Illy Café en gaan daarna naar het Conwy Castle. Het ligt tussen de haven en de spoorlijn. De spoorlijn loopt bijna door het kasteel heen. Drie bruggen verbinden Conwy met Llandudno Junction aan de overkant van de Conwy rivier. Het is een groot kasteel en maakt natuurlijk ook weer deel uit van de Ring of Iron van Edward I van Engeland. Het werd gebouwd tussen 1283 en 1287. Hiervoor moesten een bestaand klooster en een Welshe nederzetting wijken. Dit toont Edward’s koloniale ambities voor Wales. Het is een van de weinige kastelen in de Ring, die ook echt is afgebouwd. De anderen zijn vaak niet helemaal afgemaakt vanwege geldgebrek. Dit kasteel werd nooit belegerd tot de burgeroorlog in 1646. Tijdens die oorlog werd het kasteel opgeknapt voor de legers van koning James I. Na een lang beleg viel het handen van de parlementaire troepen. In 1655 besloot het parlement om het kasteel van zijn militaire functie te ontdoen. Het werd serieus aangepakt en het kasteel werd een ruïne. In de 18e en 19e kreeg de ruïne toeristische waarde. Turner schilderde het en de spoorlijn kwam in 1848. Het uitzicht vanaf de kasteelmuren op de omgeving is prachtig: de riviermonding, de heuvels en het ommuurde stadje Conwy.
Na het kasteel gaan we naar het Plas Mawr. Dit is een familiehuis van
de familie Wynn in Elizabethaanse stijl. Het bijzondere is dat weinig of
niets aan is veranderd sinds de bouw in de 17e eeuw. Het is te bezoeken
en met een kaart en uitleg lopen we het hele gebouw door. Het is in
prachtige staat, niet in de laatste plaats door een 42 maanden durende
renovatie door Cadw, de Welshe erfgoed organisatie.
We lunchen in het Castle hotel. In de namiddag loop ik over de stadsmuur
van Conwy, die nog geheel in tact is.
Weer: bewolkt. 15 graden
Na de koffie bij Illy rijden we naar Llandudno, de klassieke badplaats van Noord-Wales. De boulevard lijkt veel op die van Aberystwyth. Een halfronde kustlijn met een lange rij hotels in Victoriaanse gebouwen. We wandelen langs de boulevard en komen langs het beginpunt van een old timer ralley (Three Castles), die hier blijkbaar gaat starten. Veel klassieke automodellen in ‘mint condition’.
We rijden vervolgens de Scenic Drive rond en over de Orme. Dit is een bergrug ten westen van Llandudno. Een prachtige rit met op de top een uitzichtpunt met cafetaria. Er is ook een kabeltram, met een heel kort parcours. Er staat een straffe wind, maar het is droog. Er is ook een kapel met begraafplaats, halverwege de top.
Na de drive te hebben afgerond rijden we naar Bangor. De enige “stad” aan de noordkust. Bangor heeft een universiteit, die uitkijkt over de stad. Het centrum van Bangor is een beetje armoedig. We eten bij een Pakistaanse fast food. De kathedraal heeft het formaat van een flinke dorpskerk en het museum is een aardig streekmuseum. Bijzonder is de pier in de Menai Strait. De steekt bijna de zeestraat over. Goed onderhouden, maar nog een beetje stil in deze tijd van het jaar op een doordeweekse namiddag. Vanaf de pier kan op krab worden gevist.
Na het pier bezoek gaan we terug naar Conwy.
’s Avonds eten we bij Jack Daw, het toprestaurant van de streek. Men
serveert een heerlijk degustatiemenu van zes gangen en diverse amuses en
tussengerechten. We nemen ook het wijnarrangement. De glazen zijn wat
zuinig ingeschonken, maar zijn zeer goed gematched met de gerechten. Een
mengeling van klassiekers en lokale specialiteiten. De service is
uitstekend.
Weer: bewolkt en in de middag hevige regenbuien. Aan het eind van de dag
wat zon. 15 graden
We drinken weer koffie bij Illy en hebben zelfs even een gesprekje met de eigenaar. Hij komt uit Noord-Irak en heeft een neef in Harderwijk. We lopen weer terug naar het huisje en rijden vervolgens via de snelweg A55 richting Chester, net over de grens met Engeland. We zijn al rond 11 uur bij het hotel. De kamer is natuurlijk niet klaar, maar we kunnen de koffers afgeven bij de receptie.
We verkennen het historische centrum van Chester. In het centrum komen de hoofdstraten samen bij het Chester Cross. Bijzonder is dat de winkelstraten twee etages hebbe Het centrum is prachtig met veel vakwerkhuizen. We lunchen bij Arth Café met een slome bediening. Daarna lopen we naar de Chester Cathedral. Het is een grote kerk, die druk bezocht wordt. De kerkbanken zijn verwijderd voor onderhoud. Later deze week trouwt de Hertog van Westminster hier met koninklijke aanwezigheid. We drinken thee in het cafe van de kathedraal en raken aan de praat met een vrijwilliger. Een oude dame die hier een paar keer per week helpt.
We gaan naar hotel om in te checken. We komen langs een fanshop van Liverpool FC. Met grote foto’s van spelers in de etalage, waaronder Virgil van Dijk. Het hotel is de Oddfellows Hall, een Georgian Townhouse. Wij slapen echter in de nieuwbouw op de tweede etage. Geen lift, wel veel trappen. Zelfs in de kamer, want het bed staat op een split level boven de badkamer.
Na een rust pauze lopen we weer richting kathedraal, maar nu om de stadmuur te verkennen. Achter de kathedraal is de muur erg laag. Hier vlak bij staat ook de East Gate Clock, een victoriaans uurwerk boven de Oostpoort. Prachtige klok, gemaakt ter gelegenheid van het 75-jarig regeringsjubileum van koning Victoria. We lopen in westelijk richting om de kathedraal heen tot we bij de Watergate komen. Iets verderop gaan we van de muur af en lopen richting ons hotel. We stoppen bij de Chester Market, een vrij nieuw food court met leuke eettentjes en een cocktail bar. Hier drinken we natuurlijk een cocktail.
’s Avonds eten we in het hotel, maar dat is niet erg memorabel.
Diepvries pizza en stukje vis. Toetjes zijn ook nog instant.
Weer: zonnig en 17 graden
We ontbijten in het hotel. In tegenstelling tot het diner, is er op het
ontbijt niets af te dingen. “Cooked Breakfast” kan worden
besteld en er zijn diverse opties. Ik neem zalm, Erik avocado met ei.
We drinken koffie bij Caffè Nero en gaan daarna met de auto naar
Liverpool. Het is ongeveer 40 minuten rijden. We rijden door de
toltunnel, de Kings Tunnel. Afrekenen gaat lastig een steward komt ons
helpen. Kennelijk is hij een Everton fan, want hij grapt dat hij
eigenlijk de dubbele prijs had moeten rekenen, vanwege mijn Liverpool FC
shirt.
In Liverpool rijden we naar de Centrale Bibliotheek. Een gebouw uit
1830, maar in 2008 verbouwd. Prachtig. De oude leeszalen zijn behouden
gebleven, waaronder de Picton Reading Room en de Hornby library.
We nemen daarna de bus naar de Metropolitan Cathedral. De grote RK kerk van de stad. Gebouwd in 1967 in moderne stijl. De bijnaam is “Paddy’s Wigwam” vanwege de vorm. Er kunnen 2.000 gelovigen in die allen direct zicht op het hoofdaltaar hebben. Alle kunst in de kerk is modern. De kerk is prachtig verlicht met natuurlijk licht via de glas-in-lood lantaarn bovenin de koepel. Na de kerk nemen we de bus terug naar de auto en rijden dan naar Liverpool One winkelcentrum. Daar eten we een burger om vervolgens naar Albert Dock te lopen. Dit is een gerevitaliseerd havengebied met pakhuizen, die een nieuwe functie hebben gekregen. Waaronder het Tate Liverpool museum. De Beatle experience hebben we al eens bezocht in 1996. We lopen rond de haven, genieten van het uitzicht over de Mersey, kijken naar het Liverpool Museum en gaan dan met de auto weer terug naar Chester.
Voor het diner nemen we een drankje in de hotelbar en lopen dan naar
Côte brasserie, niet ver van het hotel. Een prima restaurant met Franse
klassiekers op het menu.
Weer: zonnig, 16 graden. Frisse wind van zee.
De ontbijtploeg lijkt zich te hebben verslapen, want om 8 uur is nog
niet alles gereed. Het duurt even voor we aan het ontbijt kunnen
beginnen. De coördinatie is ook niet helemaal in orde want we krijgen
een paar keer de vraag wat we willen bestellen.
Na het ontbijt haal ik de auto op en we laden de koffers voor het hotel in. Dan op weg naar Londen. We rijden bijna een uur over A wegen via talloze rotondes, voordat we eindelijk de M52 bereiken. Die is slecht van kwaliteit. Betonnen platen als wegdek, die veel lawaai produceren. Daarna komen we bij Birmingham op de M6 en in de file. Na Birmingham wordt het rustiger en kunnen we lekker doorrijden. Daarna weer wat vertraging, maar bij Londen wordt het steeds stiller op de M1. De M1 houdt op we gaan verder op binnenstedelijke wegen. Het verkeer wordt steeds drukker en de snelheid steeds lager. We tanken 3 mijl voor de aankomst bij ons hotel in Euston. De reis heeft ruim 4 uur geduurd. Voor het hotel laden we de koffers uit en Erik gaat het hotel in. Ik rijdt verder naar Hertz bij het St Pancras station. Na het inleveren van de auto loop ik naar het hotel, het Euston Hilton hotel. We lunchen in de hotel bar, maar de bestelling komt niet over in de keuken. We moeten een uur wachten op een salade en een bruschetta. Ik ga daarna naar David Farthing, een prachtige winkel voor heren appareil. Ik koop er een Baker Boy pet voor de zomer.
Om vijf uur gaan we met de metro naar Oxford Circus en lopen naar de Artesian cocktail lounge in het Langham hotel, tegenover Broadcasting House van de BBC. Het is een heel chique cocktail bar en de drankjes kosten zo’n £25. Erik vindt zijn cocktail niet zo geslaagd en die wordt terstond omgeruild voor iets anders, zonder extra kosten. De bar maakt er werk van om de cocktails te laten smaken naar iets wat er niet in zit. Die van Erik heet Coconut, maar er zit geen cocos in, wel artichoc en tijgernoten. Ik neem de Wood met wodka, whiskey, oloroso sherry en rooibosthee.
Na de cocktailbar lopen we naar het restaurant, Portland . Hier nemen we een tasting menu met wine pairing . Ik ruil de eerste gang (ei) om voor iets anders. Heerlijk menu en lekkere wijnen. Opmerkelijk is de Engelse bruisende wijn bij de amuses.
We rijden terug naar het hotel met een Uber taxi.
Weer: bewolkt, 19 graden
Het ontbijt in het Hilton Euston is uitgebreid en goed. Na het ontbijt
nemen we de bus naar de Royal Academy of Arts aan Piccadilly. We bezoeken
hier de tentoonstelling over de 18e eeuwse schilderes Angelica Kaufmann.
Zij was in 1768 een van de oprichters van de Royal Academie en de enige
vrouw in die tijd. De Royal Academy is opgericht om de kunsten en
professionaliteit in de kunst te bevorderen en is een particuliere
organisatie bestuurd door kunstenaars. Kaufmann maakte vooral portretten
van kunstzinnige mensen. Na een mislukt huwelijk met een Zweedse
nepgraaf nam Joshua Reynolds haar onder zijn hoede. Later woonde ze 20
jaar in Rome met een nieuwe echtgenoot.
De Royal Academy beslaat twee gebouwen en het is een ware zoektocht om
alle tentoonstellingen te vinden. Een ander (tijdelijk) pronkstuk is
“Flaming June” van Frederic Lord Leighton (1830-96). Het is een
impressionistisch schilderij van een slapende vrouw. Het is geleend van
een museum in Porto Rico. Verder heeft de academy een reproductie van
het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci door Gianpetriono (16e eeuw)
en het enige marmeren beeldhouwwerk van Michelangelo in het VK: De maagd
met kind en de kleine Johannes (1504-05).
Na de Academy steken we de straat over naar Fortnum & Mason, een
klassiek warenhuis met oude wereld chique. Het bedrijf werd in hier in
1707 opgericht. Er zijn nog filialen op St Pancras station en Heathrow
Airport. De begane grond is een paradijs voor liefhebbers van
zoetigheden. De kelder is voor levensmiddelen en wijn. Verder is het
assortiment nogal beperkt. De kookafdeling valt tegen. De beauty en
grooming heeft parfumerie, die zo exclusief is dat wij nog nooit van
deze merken hebben gehoord. Je kunt hier ook je eigen picnic mand
(hamper) laten samenstellen, compleet met servies, glaswerk en bestek.
Na deze pracht en praal gaan we lunchen in het restaurant van F&M
aan de achterkant van het gebouw in Jermyn Street. Ook hier is alles
luxe en genieten van een heerlijke lunch.
Dan gaan we terug naar het hotel. In de namiddag nemen we de bus naar
Regent Park voor een wandeling in de zon. Het is een prachtig park (in
koninklijk bezit), goed onderhouden met diverse cafés, sportvelden en
ligweiden. Op de achtergrond zie je hoogbouw van de stad.De
Prince-Regent nam in 1810 het initiatief voor het park dat door zijn
favoriete architect John Nash.Sinds 1835 is het toegankelijk voor het
publiek.
’s Avonds gaan we naar een musical. Vooraf
eten we bij een Italiaans restaurant (Il Posto) en daarna steken we de
straat over naar het Victoria Palace Theatre voor de voorstelling van
Hamilton. Hamilton gaat over een van de Founding Fathers van de
Verenigde Staten. Hij vocht mee in de onafhankelijkheidsoorlog, schreef
mee aan de grondwet en werd de eerste minister van Financiën. Hij stond
aan de wieg van een centrale bank en introduceerde staatsobligaties om
de federale overheid te financieren. Hij ondervond daarbij als wees en
immigrant uit het Cairibisch gebied veel weerstand, met name van Thomas
Jefferson en James Madison, slavenhoudende zuiderlingen uit Virginia.
Hij kwam uiteindelijk om bij een duel met een politieke rivaal. Hij
staat nog steeds op het 10 dollarbiljet.
Het is een wervelende show met opzwepende R&B en hiphop muziek. De
cast is overwegend zwart.
Weer: zonnig, 19 graden
Na het ontbijt gaan we koffie drinken bij Starbucks, verderop in de straat. We lopen van het hotel naar St Pancras station. Het is nog geen 10 minuten lopen. De bagage- en paspoortcontrole verloopt zeer vlot en dan moeten we wachten voor het instappen. Twintig minuten voor vertrek kunnen we aan boord van de trein. We krijgen een zitplaats in Business Premier, ondanks dat we Standard Premier hebben geboekt. De trein vertrekt stipt op tijd (11.04) vanuit St Pancrass en komt, eveneens op tijd, om 15:32 aan op Rotterdam Centraal. Een Uber-taxi brengt ons thuis.
Andere Reisverslagen | ||
terug |