![]() |
![]() |
deel 1 |
We vertrekken van huis om 10 uur en gaan met de metro naar het Centraal Station. We nemen de IC Direct van 10:41 naar Schiphol. De trein is op tijd. Na het afgeven van de bagage kunnen we meteen door de veiligheidscontrole. In de rugzak zat een zakmesje dat bij controles op eerdere reizen niet is opgevallen. Nu zijn we het kwijt. We lunchen en gaan dan richting gate. Instappen voor onze KLM vlucht begint om13:20 en we vertrekken op tijd om 14:05. We krijgen als eersten onze (Indonesische maaltijd) en daarna duurt het lang. We hebben genoeg beenruimte, maar slapen blijft lastig. We komen om 10:30 locale tijd op de luchthaven Narita bij Tokio aan. De immigratiecontrole gaat snel en de koffers komen na een 5-tal minuten. Dan door de douane. Ik moet de activatiecode van mijn e-simkaart van Mobal ophalen. Op vertoon van mijn paspoort krijg ik die. Bij Mobal krijg je niet alleen een data-tegoed, maar op vertoon van je paspoort ook een Japans telefoonnummer. Mobal is de enige aanbieder die dit kan.
We gaan naar beneden, naar het treinstation, waar we de Keisei Skyliner van 11:39 nemen. Deze rijdt in 40 minuten naar Ueno. Vanaf het Keisei Ueno station is het 5 minuten lopen naar het Matsui Garden hotel. De ligging van het hotel tegenover het Ueno station is voor ons ideaal. De kamer is erg klein, wat in Japan en zeker in Tokyo gebruikelijk is. Het bed staat tegen de muur en er is weinig ruimte voor de koffers. Het is drukkend warm in Tokio. Bewolkt en 25 graden. We zijn erg moe. We rusten uit en slapen wat. Daarna koop ik wat bij 7Eleven en neem daar ook geld op. Bij de Seven Bank zijn de kosten lager dan bij andere geldautomaten. Van tevoren was ons gewaarschuwd dat Japan nog heel veel contant wordt betaald. Dat blijkt erg mee te vallen. Op veel plaatsen kun je met credit of debit kaart terecht. In convenience stores als 7Eleven en Family Mart kun je ook met je OV-kaart (Suica, Pasmo, iCoCa - daarover later meer) betalen. Alleen bij kleine familiezaakjes is dat niet mogelijk. Later gaan we wat eten bij een klein eettentje (Yayoiken) om de hoek. Bestellen moet op een scherm, waarna het eten en drinken aan tafel wordt gebracht. Het smaakt prima en is niet duur. Daarna terug naar het hotel. Om half negen gaan bij ons de luiken dicht.
Weer in Tokio: 25 graden, bewolkt
We staan om 8:15 op. Het ontbijt is zware kost. Alles is warm, gegrild
gekookt. Groente, vlees, garnalen, soep. Een stevig ontbijt dus. Na het
ontbijt drinken we
koffie bij Andersen in het Ueno station. Daarna lopen we door de regen
naar het Nationaal
Museum van Tokio. Er staat een lange rij voor de
kaartverkoop. We kopen kaartjes voor de gewone collectie (¥1000 pp). De
collectie bevat de hoogtepunten van de Japanse kunst door de eeuwen
heen. Prachtige (decoratieve en figuratieve) kunst. Kleden,
kamerschermen, tekeningen, handschriften, Samurai wapens en harnassen,
kleding en aan het eind nog wat “western style” kunst uit de 19e eeuw.
Ruim opgezet en lekker koel. Na het museum drinken we wat op een
(overdekt) terras voor we teruggaan naar het hotel.
In de namiddag lopen we vanuit het hotel naar de Ameyokocho straatmarkt. Onder de spoorviaducten is hier een dagelijkse markt met veel eettentjes. Oorspronkelijk werd hier na de oorlog vooral snoep verhandeld, dat door de Amerikaanse bezettingstroepen was meegebracht. Nu is er van alles te koop. Zeer luiddruchtig aan de man gebracht.Het is er ook zeer druk. ’s Avonds eten we in een Izakaya in de buurt van het hotel. Eenvoudig maar smakelijk Japans eten. Daarna weer terug naar het hotel.
Weer: regen, 23 graden
We hebben weer een stevig ontbijt in het hotel. Om half tien checken we
uit en steken de straat over naar het station. De shinkansen sporen zijn
3 lagen onder de grond. Voor de trein hebben we voor ¥35.370 een 6-dagen treinpas gekocht voor JR East en het zuiden
van Hokkaido. Voor de shinkansen naar Hakodate
is reserveren verplicht, maar dat is gratis. De pas en reserveringen heb
ik vooraf on line gekocht (max 1 maand voor de 1e reisdag) en met een
QR-code en paspoort uit een kaartautomaat op het station uit een
kaartautomaat gehaald. Er zijn meer regionale passen voor een aantal
dagen. Die zijn soms goedkoper dan losse kaartjes. De nationale JR
railpass is inmiddels zo duur gemaakt, dat het niet meer loont. We kopen
een doosje met eten voor onderweg, de bekende Bento box. De trein van JR
East vertrekt stipt om 10.51, twee minuten nadat de trein was
binnengekomen. Voor we goed en wel zitten rijden we al. Met snelheden
tussen de 250 en 300 km/u rijden we noordwaarts. We stoppen nog wel een
keer of 6, maar de halteringen zijn zeer kort. Tussen de eilanden Honshu
en Hokkaido gaan we door een 85km lange spoortunnel. Om 15.01 komen we
aan op station Shin-Hokkaido. Hier eindigt de Shinkansenlijn voorlopig.
Een verlenging naar Sapporo is uitgesteld tot na 2030. We stappen over
op de lokale trein naar Hakodate, waar we na een kwartier aankomen. We
lopen naar het Hotel
& Spa Century Marine. Prima hotel met uitzicht op de haven.
’s Avonds eten we bij Kantore sushi restaurant aan de oceaanzijde van Hakodate. We gaan er met een taxi heen. Veel taxi’s zijn heel oude Toyota Crown modellen. Bijna net zo oud als de meeste taxichauffeurs. De chauffeur opent het linkerachterportier met een knop vanachter het stuur. De achterdeur aan de straatzijde mogen we niet gebruiken. De chauffeurs hebben witte handschoenen aan. Het is even wennen. We zitten in het restaurant rond de keuken en worden luidkeels door het gehele personeel verwelkomd. Via een iPad bestellen we ons eten, dat vliegensvlug wordt geserveerd. De sushi is heerlijk. Sommige zijn wel heel erg scherp: de tranen springen in de ogen. Daarna met de taxi terug naar het hotel. Ik neem nog een bad in de Onsen op de 14 etage. Een Onsen is een thermaal bad, waar bronwater uit de vulkanische bronnen wordt gebruikt. Mannen en vrouwen zijn gescheiden en iedereen gaat er naakt in. Maar niet voordat je uitgebreid - zittend op een krukje - hebt gewassen en gedouched. Het bad is om te ontspannen, niet om schoon te weken. In de Onsen wordt niet gesproken. Op de 15e is zelfs een relaxing pool onder de blote hemel. Heerlijk
Weer: bewolkt, 25 graden in Tokio, 16 in Hakodate
We gaan pas om 8.30 ontbijten, want het hotel heeft gewaarschuwd dat het tussen 7 en 8.30 spitsuur is in het restaurant. Wij mogen vrij snel naar binnen, maar druk is het er wel. Er is enorm veel keuze, maar geen Europese. Veel warm eten: vlees, vis, pasta en zelfs indonesische rendang en ajam.
Na het ontbijt gaan we met de tram
naar de Old Red Brick Warehouses. Betalen voor de tram kan
met OV-chipkaart, een IC-card. Elke
regio heeft zijn eigen kaart, maar alle kaarten zijn overal in Japan op
dezelfde manier te gebruiken. In Oost Japan heet het Suica, in Tokio Pasmo en op Hokkaido Kitaca, maar dat maakt allemaal niet uit. Alleen
voor het terugvragen van ongebruikt saldo wel. Dat kan alleen bij het
bedrijf dat de kaart heeft uitgegeven. Overigens is de kaart 10 jaar
geldig. De kaarten zijn op trein- en metrostations te koop. Je kunt er
via een automaat geld op zetten en vervolgens in het OV mee betalen,
door in- en uit te checken (net als in Nederland) of soms door alleen in
te checken. Contant kan ook soms op bus en tram, maar dat is gedoe met
muntjes en er wordt meestal geen wisselgeld gegeven. iPhone bezitters
kunnen de Suica, Pasmo of ICoCa kaart in de wallet van hun iPhone zetten
- kan al voor je in Japan bent - en via Apple Pay opladen. Super
makkelijk. Voor Android kan dit alleen met in Japan gekochte toestellen.
De Red Brick Houses zijn oude pakhuizen aan de haven uit de 19e eeuw. Gebouwd in de tijd dat Hakodate één van de 5 havensteden werd waar buitenlandse schepen handel mochten drijven. Tot die tijd mochten alleen Nederlanders via Dejima bij Nagasaki dat doen. De pakhuizen worden nu gevuld door winkels en restaurants. We drinken er koffie en kopen een souvenirtje. Daarna gaan we naar de wijk Motomachi. Langs stijl oplopende straten staan grote houten huizen uit de 19e eeuw. Hier staan ook een aantal kerken voor de ex-pats uit die tijd. Er is een Rooms-Katholieke, Russisch Orthodoxe en een Anglicaanse kerk. Alle drie zijn te bezichtigen.
We drinken koffie in een rokerig cafeetje (!) en gaan daarna naar het
hotel. Na een pauze gaan we eten bij Lucky Pierrot Burgers. Een fenomeen in Hakodate.
Hamburgers geserveerd in opvallend ingerichte restaurants. Er zijn er
zeventien in Hakodate en elk individueel ingerichte op
clowneske wijze. De lunch vult behoorlijk.
’s Middags nemen we een bad in de Onsen van het hotel met uitzicht over de stad. Daarna gaan we eten in Daimon Yokocho, een verzameling piepkleine restaurantjes, Yatai. We kiezen op goed geluk voor een zaakje geleid door iemand uit Myanmar. De bierkaart is Aziatisch en het menu dekt ook heel oost-Azië af. We nemen elk een specialiteit van het huis.
Daarna nemen we een taxi naar de Ropeway (kabelbaan), die ons in 3 minuten naar de top van Mt Hakodate voert. Hier is – naar verluidt – het mooiste uitzicht van Japan, op de stad. Vooral in de avond is het zicht op de landtong, waarop de stad tussen baai en oceaan ligt het mooist. Het is er enorm druk en we moeten moeite doen voor een goed plekje.
Terug met de tram.
Weer: zonnig en 16 graden
Het is weer druk bij het ontbijt. Na het ontbijt nemen we de tram naar het Museum van de Noordelijke Volkeren. Voordat de Japanners het eiland Hokkaido volledig koloniseerden in de 18e eeuw, woonden hier voornamelijk Aino, een volk dat verwantschp heeft met volkeren in Siberië en op de Aleoeten, de eilandenrij tussen Siberië en Alaska. De kolonisatie heeft de Aino geen goed gedaan. Ze werden volledig gemarginaliseerd. Pas in 2008 werden ze wettelijk erkend als apart volk met eigen cultuur, taalen religie. Het museum bestaat sinds 2003 en toont de geschiedenis en diverse aspecten van de Aino cultuur door foto’s, voorwerpen, video’s en verhalen.
Daarna nemen we de tram en de bus naar Goryokaku-park. Hier stond eind 19e eeuw een fort dat Japan tegen de Russen moest verdedigen. In 1905 raakten Japan en Rusland echt slaags en won Japan. Van het fort zijn slechts de muren en de slotgracht over. Het middenterrein is nu een park en enkele gebouwen zijn gereconstrueerd. De vijfhoekige vorm van het fort is goed te zien vanaf de 80 meter hoge uitzichttoren naast het park. Hoewel het populaire seizoen van de kersenbloesem wel voorbij is, staan hier nog een paar bomen in bloei, al zal dat niet lang meer duren.
We gaan terug naar het hotel. In de middag ga ik nog naar Motomashi park. Motomashi is de meest karakteristieke wijk van Hakodate met veel houten 19e eeuwse huizen, gebouwd na de openstelling van Hakodate voor buitenlandse schepen. Het oude Britse consulaat, dat dienst deed tot 1934 is nu een museum, net als de Public Hall ernaast, die een mooi uitzicht geeft op de haven.
’ s Avonds gaan we nog een keer naar Kantore Sushi en genieten van het heerlijke en uitgebreide assortiment.
Weer: zonnig, 16 graden
Woensdag nemen we de Hakuto Limited Express richting Sapporo. Vertrek
8:56. Het is geen stoptrein, maar we doen toch tamelijk veel stops aan
naar Noboribetsu. We komen daar om 11.28 aan en nemen een taxi
naar ons
hotel in Noboribetsu Onsen. We kunnen nog niet op de kamer, maar
kunnen wel inchecken. Schoenen moeten uit en die worden door de
conciërge bewaakt. Het hotel heeft zowel westerse, als Japanse kamers.
In Japanse kamers ligt een tatamivloer en slaap je op een matras (futon)
die op de vloer ligt. Er is een lage tafel met zitkussens (geen
stoelen).
We lopen in 10 minuten naar het centrum en eten wat
bij een Ramen-eethuisje. Eenvoudig, doch lekker eten. Dit kleine dorpje
in de bergen draait helemaal om de thermale bronnen. De vele hotels
tappen allemaal hun bronwater voor hun Onsen uit deze bronnen. De vage
lucht van bedorven eieren is altijd wel enigszins aanwezig. Maar niet
hinderlijk. We lopen naar het uitzichtplatform over de Jigokudani
(Vallei van de hel). De vallei is een soort maanlandschap met gaten waar
stoom uitkomt. Een indrukwekkend gezicht. Vanaf het uitzichtpunt is nog
een korte trek te maken naar een ander uitzicht, maar dan over het
Oyunuma meer. Dit vulkanische helderblauwe meer bubbelt en stoomt. Het
is van bovenaf een ook mooi om te zien. We lopen weer terug naar hotel,
waar we inmiddels op de kamer kunnen. We worden opgewacht door de
portier, die onze schoenen in ontvangst neemt. Op de 4e etage staat weer
iemand klaar, die ons naar de kamer brengt en even later op de kamer
Japanse groene thee serveert.
Iets later op de middag maken we gebruik van de Onsen van het hotel. Een
kleine onsen, weliswaar, maar wel gevuld met lokaal bronwater. Het water
is zo’n 40 graden en we zitten in de buitenlucht. Het is dus een
Rotemburo. Japanners hebben overal een naam voor. Een thermaal bad met
kraanwater is overigens een Sento. Na een halfuurtje stoven gaan we weer
naar boven. We bestellen een sake-proeverij voor bij het diner, dat kort
daarna op de kamer geserveerd wordt. Het is zeer uitgebreid en past niet
helemaal op onze tafel. De tafel is op Japanse lichaamslengte bedacht en
dus nogal laag. Erik neemt de rundvlees versie van de kaseki-maaltijd,
ik de visversie. Ik krijg veel sashimi van kabeljauw, zalm, garnaal en
tonijn en ook wat gebakken vis. Er worden twee potjes op het vuur gezet,
een met rijst en een met een hotpot. Erik moet zijn vlees braden in een
pannetje. Hij krijgt ook een rundersashimi. Het smaakt allemaal
heerlijik, maar is wel veel. Uiteindelijk een dessert met
aardbeienbavarois en jelly.
Weer: lichtbewolkt met zonnige perioden. 15 graden
Ook het ontbijt wordt de volgende ochtend op de kamer geserveerd. Het
is gevarieerd en uitgebreid. Na het ontbijt worden we met de shuttle bus
naar het station gereden. Op het station worden we door een medewerker
van de spoorwegen erop gewezen, dat we ook een trein eerder naar Sapporo
kunnen nemen. Dat scheelt een halfuur. De lokettist verandert onze
zitplaatsreserveringen. Aangekomen in Sapporo is het even zoeken waar
het hotel JR
Inn is. Het is vlak bij het station, maar wij zijn even de
verkeerde kant op gelopen. Helaas kunnen we niet vroeg inchecken. De
kamer is pas om 15 uur beschikbaar. We drinken koffie bij Starbucks op
het station en In Sapporo nemen we de metro naar de Odori, een grote
boulevard in het centrum. Hier staat de Sapporo TV toren, een
soort miniversie van de Eifeltoren. Vanaf de toren hebben we uitzicht op
90 meter hoogte. Er zijn hogere gebouwen om ons heen. Daarna lunchen we
in een warenhuis aan de Odori. Na de lunch ga ik kijken bij de Clock
Tower. Deze is in 1878 gebouwd en is het enige overblijfsel van de
Agrarische Hogeschool uit die tijd. De klok, waaraan de toren zijn naam
ontleent loopt sinds 1881 en is door E. Howard & Co uit Boston
geïnstalleerd. Het is inmiddels de oudste klok in Japan, die nog loopt.
’s avonds gaan we naar de Susukino wijk. Dit is de uitgaanswijk van
Sapporo. Veel lichtreclames, nachtclubs,
eettentjes en bars. Het is inmiddels een stuk kouder en er staat een
harde koude wind. Op de kruising van Sapporo Ekimae Dori en Tsukasimi
Dori zijn de lichtreclames het grootst en levendigst. We lopen naar de
Ramen Alley, een tunneltje onder een kantoorgebouw met tal van ramen
zaakjes. Wij gaan binnen bij Noodle en bestellen via een
bestelautomaat. Erik neemt de witte ramen en ik de zwarte. Erik neemt
extra ei en ik bambooscheuten. Het is lekker met een Sapporo biertje.
Weer: wisselend bewolkt met zonnige perioden, 16 graden.
Het ontbijt van de JR Inn in Sapporo staat in schril contrast met wat
we tot nu kregen voorgeschoteld en al helemaal met dat in Noboribetsu.
Piepkleine broodjes met wat jam en wat joghurt. Daar moeten we het mee
doen. Na ontbijt en koffie lopen we naar de botanische tuin van
de universiteit van Sapporo. Deze is in 1886 opgericht en ontworpen
door prof Myabe Lingo. Mooi aangelegd en heeft een grote verzameling
bomen en planten, waaronder de oudste sering in Japan.
Later gaan we voor mij een blouse kopen in het Damairu warenhuis naast het station. Het is een
groot en exclusief warenhuis met alle wereldmerken, maar ik wil iets
Japans. Het wordt een blouse van Takeo Kikuchi. Hierna lunchen we in een
van de restaurants van het warenhuis Daimaru. Bij de ingang worden we
gewaarschuwd, dat al het vlees ossetong is. Dat maakt ons niet uit en
het smaakt prima.
In de namiddag gaan we met de taxi naar de Sapporo brouwerij en museum. Sapporo bierbrouwerij werd in 1876 opgericht. Het bier wordt niet alleen in Sapporo gebrouwen, maar hier staan nog wel twee brouwerijen. Er is een gratis tentoonstelling, die eindigt bij een proeflokaal. Ik neem een proeverij, Erik een alcoholvrij brouwsel.
Weer: licht bewolkt met zon. 15 graden
Na wederom een karig ontbijt nemen we een taxi, die we bestellen met de
Japanse Go-app. Uber bestaat wel in Japan, maar
stelt niet zoveel voor. Go-taxi’s laten nooit lang op zich wachten. Je
kunt in de app de bestemming opgeven, wat moezame communicatiemet de chauffeur
voorkomt. De taxi brengt ons bij Nippon-rent-a-car, waar wij een Toyota Yaris Cross
mee krijgen. We rijden eerst naar Moerenuma Park. Dit grote park
ligt op 10 km van het centrum. Bij de ingang worden fietsen verhuurd,
maar we hebben nog niet door hoe groot het park is en laten de fietsen
voor wat ze zijn. We lopen een brug over en zien twee enorme heuvels en
een glazen pyramide. De pyramide is gratis toegankelijk, maar de grote
ruimte heeft geen duidelijke functie. Er is wel een (gesloten)
restaurant op de begane grond. Met een lift is het uitzichtsplatform
bereikbaar. In het park staan kunstwerken, waaronder een grote fontein,
die een paar keer per dag wordt aangezet. In het park zijn o.a. een
honkbalstadion en een tennisbaan. Veel inwoners van Sapporo komen hier
ontspannen of spannen zich juist in met bijvoorbeeld in line skates.
We drinken koffie in de cafetaria en rijden verder
naar Furano, verder noordwaarts op Hokkaido. Daar komen we na
ruim 2 uur aan. We lunchen bij Shirona, waar ze gespecialiseerd zijn in
Gyoza, Japanse dumplings gevuld met kip. Het smaakt heerlijk. Later op
de middag rijden we naar Biei. In de buurt van Biei is de Blue Pond.
Dit is een vijver met onwaarschijnlijk intens blauw water. De kleur komt
door de aluminiumverbinding in het water, die de blauwe kleur weerkaatst
op het zonlicht dat er in valt. Het water zelf is niet blauw. De vijver
is aangelegd om de aardverschuivingen van de Tokachi berg op te vangen.
De aluminumverbindingen komen uit de Shiragahige waterval. De blue pond
figureerde in 2012 op een desktop achtergrond van Apple's iMac. Op de
achtergrond zien we hooggebergte met sneeuwbedekte toppen.
Weer: zonnig 18 graden.
Als we opstaan regent het en dat zal de hele dag zo blijven. We krijgen
vandaag een westers ontbijt, althans dat wat Japanners denken dat
Westers is. Er zit een heel klein broodje bij, verder een soepje,
salade, roerei, worstjes en nog zo wat. Het vult wel. We checken uit en
rijden door de regen naar Kumifurano, naar de Flowerland boederij. Hier
worden velden vol kleurige bloemen geteeld, maar die zijn nu nog niet te
zien. Door de regen ziet het nog treuriger uit. In een grote schuur
kunnen we een kopje koffie krijgen en allerlei prullaria in de winkel
kopen. We zijn hier snel klaar. Dan zetten we koers naar Tomita Farm. Hier pakken ze de zaken
professioneler aan.Er is een echte cafetaria, winkels en belanrijk: er
staan al bloemen in bloei. Dat ziet er veel leuker uit, ondanks de
regen. Na de bloemen rijden we terug naar Sapporo. We lunchen onderweg
in een wegrestaurant. Rond half twee leveren we de auto in en om twee
uur zitten we al in de trein naar Otaru. Het is een soort S-bahn, die
erg vol zit. Na een paar haltes kunnen we zitten. In 40 minuten zijn we
in Otaru. Een taxi brengt ons naar hotel Furukawa aan het Otaru kanaal. Het is een
bijzonder hotel: gedateerd, maar dan op een leuke manier. De eerste drie
etages zijn klassiek, daarboven zit nieuwbouw. Wij zitten op de derde
met een balkon dat uitziet op het Otaru-kanaal.
’s Avonds eten we bij de Otaru Beer Garden, gevestigd in een voormalig pakhuis aan het kanaal. Het is een bierhal naar Duits voorbeeld inclusief Duitse schlagermuziek. We nemen een groot biertje en bestellen daarbij een Currywurst en een Schnitzel. Het benadert het Duitse origineel, maar niet helemaal. Het eten wordt bezorgd door een robot.
Na het eten nemen we een bad in de Onsen van het hotel.
Weer: regen, 12 graden
Vandaag weer een traditioneel Japans
ontbijt met veel keus aan warme gerechten. Er is ook verse melk en
yoghurt. Na het ontbijt gaan we op zoek naar een kapper. Via Google maps
komen we bij een adres, dat het predikaat kapper niet waardig is. Het
stinkt naar kattenzeik en de ruimte staat vol met troep. Ongelooflijk!
Gauw weg daar. 300 meter verder vinden we een goede kapper. Een oudere man met echtgenote. Mijn haar
wordt met veel aandacht en precisie op 1 mm gebracht. Ook de wenkbrauwen
worden bijgeknipt en de oren met een vlijmscherm mes van haargroei
ontdaan. Daarna volgt nog een wasbeurt met shampoo (bij mijn haardos
eigenlijk overbodig) en dat gaat niet achterover, maar voorover de
wasbak in! Weer een nieuwe ervaring.
Na de kapper lopen we naar het museum van de Nationale Bank van Japan, gevestigd
in het voormalige filiaal in Otaru. Een indrukwekkend gebouw, waarin de
geschiedenis van de BoJ wordt verteld, vanaf 1871 tot nu. De rol van de
centrale bank wordt uitgelegd en er zijn voorbeelden van alle
bankbiljetten, ooit uitgegeven door de bank. Een scherm geeft aan voor
hoeveel yen er nu in omloop is: ongeveer 124 triljoen yen. Uiteindelijk
belanden we via een 30cm dikke deur in de kluis. In de kluis kun je een
pak yen biljetten ter waarde van 100 miljoen yen optillen, zo’n 10kg.
We lunchen in een cluster van kleine eetzaakjes, dichtbij het hotel:
Denuki-koji. Niet goedkoop, maar wel top ingrediënten, zoals krab, kuit
van zalm, zee-egel en paling. De eigenaar wil weten waar we vandaan
komen en is verbaasd als ik het Japans antwoord geef.
Vervolgens ga ik naar het House of Western Art. Daar hebben ze een
verzameling van vooral Art Nouveau glaswerk, waarvan veel Gallé.
Ook zijn er glas-in-loodramen, Romeinse mozaïeken en Art Nouveau en Art
deco interieurs. Boven is ook nog een verzameling Meissen porcelein.
Eind van de middag gaan we met de taxi naar de ferry-terminal om in te schepen voor onze bootreis met Shin Nihonkai Ferry naar Niigata. Pas om 16:14 begint de inscheping. We hebben al een QR-code dus we kunnen zo doorlopen naar de loopbrug. We hebben een luxe buitenhut met balkon. Een ruime hut met ook nog een zitje. In vergelijking met Europese ferries zijn de voorzieningen beperkt. Er is een restaurant, een snackbar, een gamehal en een winkeltje. En dat is het. Oja, er is ook nog een Sento (thermaal bad) met buitenbad.
We gaan rond 18 uur aan tafel. Bestellen moet via een tablet, die uitsluitend in het Japans is, maar met plaatjes. In combinatie met onze vertaalapp komen we er wel uit. Na het diner ga ik de Sento in. Het bijzondere is natuurlijk dat je op volle zee in de openlucht in een warm bad ligt te weken. Ook hier baden mannen en vrouwen strikt gescheiden.
Weer: regen en een koude wind. 9 graden. In de namiddag wordt het droog
en breekt de zon door.
![]() |
Andere Reisverslagen | ![]() |
terug | verder |