![]() |
![]() |
deel 2 |
Het ontbijt van de Dormy Inn valt alleszins mee, op deze zonnige
morgen. Er is erg veel keus aan Japanse ontbijt items. Na het ontbijt
gaan we eerst koffiedrinken bij café Abe, een zeer klassiek etablissement, waar de
koffie met zorg wordt bereid en ingeschonken. Café au lait wordt uit
twee kannetjes (een voor de koffie, een ander voor de melk) gelijktijdig
ingeschonken in het kopje, aan tafel.
Na de koffie nemen we de bus naar het kasteel van Matsumoto. Het kasteel uit de
16e eeuw is een van 5 kastelen in Japan dat uit hout is opgebouwd en nog
bestaat. Nooit veroverd, nooit afgebrand. In totaal heeft Japan ruim 200
kastelen uit de Samoerai tijd, die in 1865 eindigde met de Meji
restauratie, toen de keizer de macht naar zich toe trok en de
modernisering van Japan inzette. Het kasteel, dat in de stralende zon
een mooie aanblik heeft binnen de slotgracht, is toegankelijk via stijle
trappen met hoge treden. Het telt 6 etages. In het kasteel is een
tentoonstelling over wapens en militaire geschiedenis van Japan.
Nederlanders speelden daarin ook een belangrijke rol. Zij introduceerden
(en voor hen de Portugezen) hun kanonnen in Japan, die belangrijk waren
om opstanden neer te slaan. Nederlanders hielpen de shogun ook bij het
neerslaan van een boerenopstand in de 17e eeuw.
Na het bezoek aan het kasteel lopen we richting de rivier, de Metoba.
Parallel aan weerszijden van de rivier lopen twee historische
winkelstraten met kleine winkeltjes, cafés en restaurants.
’s Middags rijden we met de auto naar Hokata, zo’n 10 km ten noorden van
Matsumoto. Hiervoor moet onze auto uit de automatische parkeergarage
worden gehaald. Tot onze verbazing heeft de parkeerrobot onze auto
gedraaid en kunnen we zo wegrijden. In Hokata is Japan’s grootste
wasabi-boerderij, Dai-o.
Hier worden op grote schaal mierikswortels gekweekt. In deze tijd van
het jaar gaan de planten schuil onder tentdoeken, maar je kunt er wel
onder kijken. De akkers zijn mooi aangelegd, tegen de achtergrond van de
Japanse Alpen. De boederij was ook het decor van de film “Dreams” van
Akiro Kurasawa uit 1989. De watermolens, die voor de film waren gebouwd
staan er nog steeds. Er is natuurlijk een winkel, waarin je van alles
kunt kopen op basis van wasabi, zoals de wortels zelf, pasta, pickles,
crackers, noodles, curry, worstjes, dressing, bier, softijs en
chocolade. Er is een restaurant ook en een café. Daar neem ik een
frisdrank met wat wasabi erin. Niet zo scherp als op de sushi, maar het
prikkelt de mond. We rijden vervolgens terug naar Matsumoto.
’s Avonds eten drinken we een biertje bij de Matsumoto craft brewery en eten daarna bij Sakuraya, een Unagi (paling) restaurant. Allemaal erg lekker.
Weer: zonnig 26 graden.
Donderdagochtend rijden we de stad uit richting de Kiso-vallei.
Eerst moeten we ons door een schijnbaar eindeloos industriegebied worstelen,
met heel veel autodealers, groothandels en hypermarkten. Dan komen we
eindelijk in de bergen rond Matsumoto, richting de Kiso-vallei. Door de
Kiso-vallei loopt de oude postroute, die in de 16 tot 19e eeuw Kyoto
(waar de keizer hof hield) en Edo (nu Tokio, waar de Shogun zat, de
eigenlijke machthebber) met elkaar verbond. Langs die route onstonden
postiljon dorpjes, Juku’s, waarvan een er nog een aantal min of meer
ongeschonden zijn gebleven. Het moderne auto en spoorverkeer loopt nu
via de dalen, maar stukjes van de postroute via de heuvels is nog te
zien. We beginnen vandaag in Kiso-Macha, waar het meest is
gemoderniseerd.
Ons hotel ligt buiten het dorp aan het eind van een weg die de bergen
in loopt. Op ruim 1300 meter ligt Hilltop guest house. Eromheen een paar campings,
waar nu al een enkeling de tent heeft opgeslagen. In Hilltop zijn we
vandaag de enige gasten. We kunnen pas 14 uur de kamer op, dus gaan we
naar het dorp terug. We bekijken de historische hoofdstraat, waar we
lunchen. We verkennen het historische deel verder en drinken nog een
koffie met een heerlijke cake.
In de namiddag begint het hotel even te trillen. Het is een aardbeving.
3 op de schaal van Richter. Niemand kijkt ervan op.
’s Avonds eten we in het guesthouse. De eigenaar heeft goed zijn best
gedaan en we krijgen een lekkere maaltijd voorgezet met een Merlotwijn
uit de regio.
Weer: bewolkt, 21 graden
De volgende dag rijden we naar Narai, een postiljondorp of
juku, die we eigenlijk gisteren hadden moeten doen. We moeten een half uur in Noordelijke richting “terugrijden”. Als we
om 9.30 in Narai aankomen, zijn ze daar nog lang niet wakker. Het is er
uitgestorven. Vrijwel alle winkels zijn dicht en er is geen kopje koffie
te krijgen. Mooi is het wel, maar met wat meer leven in de brouwerij zou
het prachtig zijn. We lopen de straat af en weer terug en stappen dan
weer in de auto. We stoppen weer in Kiso-Macha waar we weer koffie
drinken bij gallery en café Soma
(net als gistermiddag). Daarna rijden we naar Tsumago-juku. Dat is
bijna twee uur rijden, terwijl het maar 60 km ver is. Tsumago is
een heel mooie juku. Een prachtige straat met oude gerestaureerde
gebouwtjes. Daarin zitten winkeltjes, eettentjes en zelfs een hotel. We
lunchen er (soba, koude noodles) en gaan dan op weg naar Gifu. Dat is
ook twee uur rijden, maar dan vooral over de expressway. We komen rond
half vier aan. We verblijven in een verrassend luxe hotel, het Myaki Nagaragawa.
We hebben geboekt voor een boottochtje op de rivier om de
Aalscholvervissers aan het werk te zien. Vissers in Gifu
bedrijven deze vorm van visserij, Ukai genaamd, al sinds eeuwen. Vertrek is om
18.15 uur en het zou een uurtje duren. Na tien minuten leggen we aan aan
de oever van de rivier en dan begint het wachten. Wel een uur lang. Het
is inmiddels donker geworden en gaan regenen. Dan komt er ineens
beweging in. De vissers komen er aan, bijgelicht door een soort vuurkorf
en elk met een tiental aalscholvers aan een lijntje, die vervolgens gaan
vissen. Een enkeling heeft beet en geeft de vis aan de visser af. Veel
vogels raken verstrikt in de lijntjes en moeten uit de kluwen worden
bevrijd. We zien op een 50 meter afstand. Daarna leggen we weer aan en
moeten we weer wachten. De andere boten komen ons voorbij zij aan zij
met de vissersboten! Waarom zij wel? Als iedereen voorbij is gevaren
gaan wij richting aanlegsteiger. De meeste Japanse medepassagiers
hebben ruim eten en drinken ingeslagen en worden een beetje (te) vrolijk
en luidruchtig. Op andere schepen lijkt een bedrijfsuitje gaande. Al bij
al een verspilde avond. We moeten zelfs onze dinerreservering in het
hotel afzeggen. Restaurant gaat om 9 uur dicht! Er is geen hotelbar, ook
geen minibar.! Dat is toch merkwaardig.
Weer: na een koude start, zonnig en warm: 25 graden
Het ontbijt is geweldig uitgebreid. Na het ontbijt maak ik gebruik van
het zwembad om een aantal baantjes te trekken. Daarna gaan we op weg
naar Takayama. Dat wordt een rit van bijna twee uur over de Expressway.
We komen rond 12:30 aan. Hier is het een
stuk kouder (14 graden) en het regent. In de Rickshaw Inn kunnen we nog niet inchecken en
daarom gaan we eerst lunchen en daarna de was doen in een wasserette.
Die is helemaal automatisch en onbemand. 3 muntjes van ¥100 voor de was
en één per 9 minuten droogtijd. Wasmiddel en wasverzachter worden
automatisch toegevoegd. Om 15 uur kunnen we dan toch inchecken. De Inn
is een eenvoudig pension/hostel. Wel gezellig ingericht. Er zijn Japanse
en westerse kamers, de laatste met eigen badkamer. Die hebben wij
natuurlijk. Het hostel staat in het centrum van Takayama.
’s Avonds eten we in Le Medi, een restaurant met Franse keuken. Zeer populair op een zaterdagavond, maar we hebben geluk en we zijn vroeg. Het eten is heerlijk. Vooral heerlijk is het Hida rundvlees, de specialiteit van de streek. Het is rundvlees waarin het vet in het rode vlees verweven is – gemarmerd – net als bij Wagyu uit de omgeving van Kobe. De boeren in de Gifu prefectuur zijn zo’n 90 jaar geleden begonnen met het verbeteren van de zwarte runderen. De smaak van het vlees is niet zwaar “en smelt op de tong”. Als voorgerecht neem ik escargots. Dat ik die in Japan nog eens zou eten!
Weer: in Gifu zonnig en 23 graden. In Takayama zwaarbewolkt en 14 graden
De Rickshaw Inn doet geen ontbijt maar voor 1000 yen kunnen we een
bonnetje kopen, waarmee we bij een klein zaakje, Kaibashi, bij de
ochtendmarkt kunnen ontbijten. Een zeer oude dame bestiert dit zaakje.
Bijzonder element is een stoofje waarop een
plantenblad wordt verwarmd met daarop een pasta met lenteuitjes. Smaakt
heerlijk. Verder rijst en misosoep.
Na het ontbijt gaan we naar het stadsdeel Sanmachi aan de overkant van de Miyagawa rivier. Hier vinden talloze kleine straatjes met houten huizen uit de 18e en 19e eeuw. Daarin veel restaurantjes, souvenirwinkeltjes en theehuizen. Omdat het zondag is, is er ook een straatmarkt. Het is er behoorlijk druk met westerse toeristen, die Takayama duidelijk hebben ontdekt als must-see bestemming. Ik ga daarna naar de Higashiyama Teramachi. Dit is een wandelroute in de heuvels aan de oostkant van Takayama langs een 13-tal tempels en schrijnen. De route is nauwgezet bewegwijzerd en op diverse locaties is er ook een circular route langs de hoogtepunten. De tempels zijn meestal gesloten, maar via een raampje kun je wel naar binnen kijken. Het is er opvallend rustig. Weinig toeristen maken de klim naar boven. Je hebt er ook een mooi uitzicht over de stad.
Op de terugweg naar beneden, stuit ik op een bijzonder fenomeen. Bij een schrijn wordt een huilwedstrijd tussen babies gehouden. Op een podium worden steeds twee babies met hun moeder tegenover elkaar gezet, met daartussen een soort clownesk figuur, die ze stuipen op het lijf probeert te jagen. De baby die het eerst gaat huilen wint. Huilen wordt als gezond gezien voor de ontwikkeling van peuters. De ouders staan in de rij om mee te doen. Sommige babies zijn niet onder de indruk en huilen helemaal niet. Je kunt als baby overigens - liefst huilend - ook op de foto met een Sumo worstelaar.
’s Avonds eten we bij Eviltex
een Texmex restaurantje dat een goede poging doet om de mexicaanse
keuken te evenaren.
Daarna drinken we koffie bij June Coffee
Weer: zonnig, 25 graden
We ontbijten weer bij het ontbijtzaakje aan de rivier. Dit keer is ook
de dochter van de oude eigenaresse in de zaak en die is nogal
chagerijnig over het feit dat we haar storen bij het kijken van een film
op TV. Na het ontbijt drinken we koffie bij June Coffee en dan gaan we
op weg naar Toyama. Bijna 2 uur later komen
we aan in deze plaats, die volgens de New York Times een van de 52
plaatsen is, die je in 2025 moet bezoeken. Rotterdam staat overigens ook
op die lijst. Wij komen voor het Glass Art Museum annex bibliotheek gebouw,
ontworpen door Kengo Kuma, een wereldberoemde Japanse architect, bekend
o.a. vanwege het Japanse Nationaal Stadion in Tokio, waar de Olympische
Spelen van 2020 (2021) werden gehouden. In de structuur van het gebouw
wordt veel hout gebruikt. Het opengewerkte trappenhuis is indrukwekkend.
We lunchen in de buurt in een warenhuis en gaan dan verder naar Nagano. Dat is nog 3,5 uur rijden. Deels loopt de route langs de kust van de Japanse zee en bij Joetsu nemen we een ruime bocht naar het zuidwesten naar Nagano, midden in de Japanse Alpen. We verblijven in het Chisun Grand hotel, net als 13 jaar geleden.
’s Avonds eten we in een klein restaurantje met Franse keuken.
Weer: bewolkt, 25 graden.
Vandaag regent het pijpenstelen. We ontbijten in het restaurant op de 12e etage met uitzicht op de stad. Na het ontbijt rijden we in noordwestelijke richting de stad uit naar Togakushi. De weg voert via slingerwegen een berglandschap in met zelfs een overkapt deel. In Togakushi is een voormalig ninja-oefenterrein. Er is een soort openluchtmuseum met gebouwtjes uit die tijd, maar veel stelt het helaas niet voor. Er is ook een ninja trick house, een soort doolhof met trappetjes, verborgen deuren en een gekantelde kamer, waar je de oriëntatie verliest. Het is allemaal een beetje sneu.
Waar de meeste mensen voor komen zijn de
drie Togakushi-jinja schrijnen, op drie niveaus in de bergen.
Het dichtst bij het ninja-dorpje is de bovenschrijn, de Okusha. Dit is
ook de belangrijkste. Het is het centrum voor de shinto verering van de
berg Togakushi. Oorspronkelijk was het een tempel met onderkomens voor
pelgrims. Nu is het een schrijn voor Amenotajikaraonomikoto. Vanaf het
parkeerterrein is het twee kilometer lopen. Aanvankelijk langs een
rechte laan langs een keurige bomenrij, maar allengs begint het pad te
stijgen, eerst met trappen, daarna wordt het rotsachtiger. En dat alles
in de stromende regen. Uiteindelijk duurt het ruim 20 minuten voor ik er
ben. Er is een grote groep scholieren, die elk voor een paar muntjes een
gebedje voor de goden opzeggen. De aanbidders komen hier voor geluk, een
goede oogst of verwezenlijking van dromen. Daarna weer terug naar
beneden. Doorweekt rijden we terug naar Nagano. Onderweg stoppen we nog
voor koffie en heerlijke chiffon cake.
’s Middags ga ik nog kijken bij de M-Wave, het schaatsstadion van de Olympische Winterspelen van 1998. Er is daar ook een olympisch museum. Helaas is het Olympisch museum gesloten, wegens verbouwing van het stadion.
’s Avonds eten we bij Fujiya Gohonjin, een aanrader uit de Rough Guide. In dit gerestaureerde hotel uit de Meiji periode zou een aangename mediterrane keuken zitten. We worden niet teleurgesteld. Het is een toplocatie uit het hogere segment. Hadden we dat geweten hadden we iets netters aangetrokken. Ik neem een carpaccio van heilbot. Daarna neem ik gegrild Wagyu rundvlees. Erik kiest de pasta met kaas en kruiden. Als dessert volgt meloen/citroen granité en pannacotta met abrikozen compote.
Weer: regen, 15 graden.
We staan vroeg op, want we hebben een lange reisdag voor de boeg. De zon schijnt en het is al 22 graden. We rijden om 8 uur weg, naar Takasaki. Daar komen we rond 10:15 aan. Dan moeten we nog een tijd wachten op onze trein van 12:40, die we hebben gereserveerd. Het is een kort ritje met de shinkansen van een half uur naar Omiya. Daar stappen we over voor een rit van 20 minuten naar Utsunomiya. Tenslotte een lokale trein naar Nikko. Om 14:58 zijn we in Nikko. Blijkbaar hebben we iets verkeerd gedaan met onze mobiele suica kaart, want we kunnen het station niet uit. De perronwachter begrijpt het niet helemaal, hoe we zonder papieren ticket met de shinkansen zijn gereisd. Maar uiteindelijk raakt hij overtuigd en hoeven we alleen ¥770 te betalen voor het laatste stukje.
Met een taxi rijden we naar de Turtle Inn. Dit is een eenvoudig verblijf, enigszins gedateerd. Iets buiten de echte kern van Nikko, maar wel dichtbij de tempels en schrijnen, waar Nikko bekend om staat.
We eten ’s avonds bij een India’s restaurant. Wel lekker, maar wel ingesteld op een Japans publiek en smaak. Inmiddels is het onbarmhartig gaan regenen. Hopelijk is het morgen beter.
Weer: zonnig en 25 graden. ’s Avonds regen.
![]() |
Andere Reisverslagen | ![]() |
terug | verder |