|
|
DEEL
3 |
Zaterdag 28 mei 2011
De grensovergang van Slovenië naar Italië passeren we zonder enige
aandacht van officiële zijde. Aan de Italiaanse zijde valt
op dat de
plaatsnaamborden en wegwijzers in twee talen zijn gesteld: Italiaans en
Sloveens. In deze streek, waar de grenzen in de loop der eeuwen een aantal
malen zijn verschoven wonen minderheden van Slovenen, Kroaten en Italianen
over en weer over de grenzen heen.
In Triëst regent het ook. We hadden gereserveerd in het
James Joyce hotel, maar omdat
we een dag eerder in Triëste zijn aangekomen, is daar nu geen plaats. We vinden onderdak in het
Urban design hotel, dat onder
hetzelfde management valt.
Hyperdesign is het zeker, maar de kamer is wel wat aan de kleine kant. We
hebben gebruik gemaakt van de valet parking service, die onze auto ergens in
de stad zal onderbrengen. We
lopen wat rond door de stad en gaan koffie drinken bij Caffè San
Marco, een klassiek koffiehuis dat hier al koffie schenkt sinds
1914 en een verzamelplaats was voor de plaatselijke intelligentsia,
waaronder de schrijvers James Joyce, Italo Svevo en Umberto Saba. Ook was
het tot 1918 een verzamelplaats voor Italiaanse nationalisten. Na de koffie
in het prachtige Jugendstildecor lopen we naar het waterfront voor een
drankje op een terras. Het weer klaart op en wordt droog.
We reserveren een tafel in restaurant Ai Fiori. Het diner bij Ai Fiori
is erg goed. Ze hebben alleen visgerechten en ze zijn zeer smakelijk en mooi
bereid. We eten Zeebaars en Tonijn als hoofdgerecht. Een pinot grigio erbij
maakt het helemaal af.
Weer: regen en zwaar bewolkt. Aanvankelijk 10 graden. Pas eind van de
dag opklaringen.
Zondag 29 mei 2011
We
ontbijten in de strak vormgegeven ontbijt zaal onder in het hotel.
We lopen daarna naar het Piazza del’Unitá Italiana. We drinken koffie op een
terras aan de zuidzijde van het plein. Het plein wordt begrensd door het
stadhuis aan de oostzijde. Aan de westzijde kijkt het uit op de Adriatische
zee. Het stadhuis werd in 1873 voltooid, toen Trieste bij het
Oostenrijks-Hongaarse rijk hoorde. De andere gebouwen rond het plein zijn
voor kooplieden, rederijen en verzekeringsmaatschappijen gebouwd in de tijd
dat Triëste de belangrijkste zeehaven voor Oostenrijk was. Na de koffie
lopen we naar de oude stad en beklimmen de heuvel naar de basiliek
en het kasteel van San Giusto. In de basiliek is nog een mis
gaande als we er aan komen. Na afloop van de mis gaan we naar binnen. Het is
een aardige kerk met Romaanse en gotische elementen, die is ontstaan door
het in de 14e eeuw samenvoegen van twee bestaande kerken. Ook byzantijnse
invloeden zijn te zien in de mozaïeken in de nevenkappellen. Na het
kerkbezoek zien we een grote groep mensen aan koen lopen met kinderen die
hun heilige communie gaan afleggen. Ze zijn in een communiekleed gestoken.
We lopen naar het kasteel San Giuste van Triëste dat naast de kerk ligt. We
betalen €5 toegang voor een tentoonstelling over de geschiedenis van Triëst,
de eenwording van Italië en de rol van de politicus Cavour daarbij. Ook zijn
er historisch ingerichte kamers te zien. Het hoogtepunt is echter het
sublieme uitzicht over de stad.
Na het bezoek lopen we weer naar beneden naar de nieuwe stad,
Borgo Teresiano. Deze wijk is aangelegd tijdens de regering van de
Oostenrijkse keizerin Maria Theresia. We lopen naar het Canale, een
handelshaven die de nieuwe stad in twee deelt. Langs de kades, waar nu
zeil- en motorjachten zijn aangemeerd, zijn vele terrassen. De haven eindigt
bij het Piazza Sant’Antonio Nuovo, waar een bezienswaardige
Servisch-Orthodoxe kerk staat, de San
Spiridione. Triëste kent al eeuwen een Serivisch en
Griekse gemeenschap van met name handelslieden. Binnen wordt er gebeden en
de iconen gekust. We lopen richting centraal station. Op het plein zien we
de tram naar Opicina, dat boven op de berg ligt, op punt van vertrek. We
lunchen in een familierestaurantje en lopen daarna weer naar het waterfront.
Het wordt allengs warmer en het wordt tijd voor een middagrustpauze, een
siësta. We keren terug naar het hotel.
Rond half vier gaan we er weer op uit. We drinken koffie bij
Caffè Tommaseo, het
oudste koffiehuis van de stad. Het werd in 1830 geopend door Tomasso Marcato
uit Padova. Het werd gedecoreerd door de schilder Gatteri en de spiegels
zijn speciaal voor het café gemaakt in België. In 1997 is het café
gerestaureerd. Daar maken we na een lekkere koffie ook kennis met een
populair drankje: Apérol Spritz. Een cocktail van Aperol, Prosecco en
sodawater. We krijgen er een lading zoutjes, koekjes en olijven bij. We
lopen weer verder langs de waterkant, waar half Triëst loopt te flaneren. Er
is ook een botenshow van peperdure motorjachten en er is ook een
Maybach auto te bewonderen.
Vervolgens strijken we neer op het terras van
Caffè degli Specchi op het
Piazza del’Unitá Italiana. Dit café met een schitterend terras op het
grootse plein is iets jonger: het werd in 1839 geopend. Hier genieten we van
het uitzicht, een mineraalwater en wederom een Aperol Spritz.
's avonds eten we bij het populaire
Al Barattolo aan het
Piazza Sant’Antonio. We worden vlot bediend en eten behoorlijk voor een
redelijke prijs: Zeetong en rundvlees met salade en toetje. Na het eten
drinken we nog een koffie bij Tommaseo.
Weer: zonnig en warm. 24 graden.