Herfst 2011

 

Zaterdag 26 november 2011

De taxi haalt ons om half één 's middags op en brengt ons naar het Centraal station. We nemen de Fyra van 12.53 van Rotterdam naar Schiphol. Vandaag geldt geen toeslag omdat de trein, vanwege werkzaamheden aan het spoor bij Amsterdam, niet verder dan Hotel BlissSchiphol kan rijden. Dat horen we pas als we op het perron staan en de toeslag al hebben afgestempeld. Om kwart over één zijn we op Schiphol en gaan we inchecken voor de vlucht met Air France naar Parijs. Voor de vlucht naar de Seychellen kunnen we pas in Parijs inchecken. De vlucht naar Parijs is erg rustig. In toestel zitten niet meer dan 30 passagiers, waar er plaats is voor 170. We kunnen wisselen naar stoelen bij de nooduitgang. In Parijs checken we bij een transferbalie in voor de vlucht met Air Seychelles naar Mahé. Daarna gaan we wat eten bij Bert’s fast food. Vervolgens begint het wachten op het instappen. Na dik een uur wachten kunnen we rond 18.40 aan boord. De vlucht vertrekt stipt om 19.30. Het is een wat verouderde Boeing 767, waar we de lange vlucht naar de Seychellen gaan maken. Deze vlucht is ook matig bezet en we kunnen verschuiven naar stoelen bij de nooduitgang. Het inflight entertainment stelt niet veel voor en dan is zo'n nachtvlucht wel lang. Na bijna 9,5 uur vliegen komen we op het hoofdeiland Mahé aan.

Zondag 27 november 2011

Als we het vliegtuig om 9 uur uitkomen valt de vochtige warmte als een natte deken over ons heen. We lopen de trap af en daarna over het platform naar het luchthavengebouw. De grenspolitie is niet al te snel. We moeten ons ticket voor de terugvlucht laten zien voor we de stempels in ons paspoort krijgen. Een een strookje van het immigratieformulier dat we al in het vliegtuig moesten invullen, krijgen we ook gestempeld terug. We moeten het goed bewaren, omdat we het moeten kunnen tonen als we het land weer gaan verlaten. Ik loop meteen doorSunset naar de autoverhuurbalie van Sixt, terwijl Erik op de koffers wacht. Bij Sixt krijgen we een KIA Soul. De auto staat voor de deur geparkeerd, met een lege tank. Het tankstation is tegenover de luchthaven gelegen. Met 20 euro aan benzine rijden we richting Glacis aan de noordkust, waar ons hotel staat. Na een tijdje merken we dat de auto een vreemd geluid maakt als we afremmen. Na 40 minuten zijn we bij het hotel Bliss. De kamer is nog niet klaar, we moeten ruim een half uur wachten. We krijgen wel wat te drinken. Even later krijgen we ook een ontbijt geserveerd op het terras met uitzicht op de zee. We krijgen een upgrade naar een heel ruime kamer met eigen balkon aan zee en directe toegang tot het hotelstrand. De badkamer is ook gigantisch groot. Om een uur of één lunchen we op het terras van het hotel, een lekker lunchgerecht. Tegen drie uur hebben we zin om de deur uit te gaan. We rijden naar Beau Vallon en drinken daar aan het strand een cola. Het vreemde geluid in de auto blijft en we bellen de verhuurder. Hij belooft morgen vroeg de auto om te ruilen.

’s Avonds drinken we eerst een cocktail bij de Loungebar op het dak van het restaurant Lounge 8 naast ons hotel en later dineren we bij restaurant 8. Het restaurant biedt een prachtige ambiance en heerlijk eten van het verrassingsmenu (keus is er niet) van drie gangen.

Daarna vroeg naar bed.

Weer: zonnig 28 graden

Maandag 28 november 2011

We slapen uit tot 8 uur en bestellen het ontbijt. Na 8 minuten wordt er op de deur geklopt en komt de ober ons ontbijt op Hindu Tempel, Victoriaons eigen terras serveren. Heerlijk gevoel: lekker ontbijt met uitzicht op de blauwe ruisende zee. Tijdens het ontbijt komt de autoverhuurder langs om de auto te ruilen. We krijgen nu een Zotye Nomad. Het is een wat ouderwetser model van Chinese makelij, maar hij maakt ieder geval geen verdachte geluiden. Hij lijkt verdacht veel op een Daihatsu Terios. We rijden naar Victoria, de hoofdplaats van het eiland. We parkeren ergens op de parkeerplaats van een winkel en gaan op pad. We bezoeken eerst de hindu tempel, waar we zo naar binnen mogen lopen, als we de schoenen maar uitdoen. Victoria heeft een kleine Hindu gemeenschap bestaande uit immigranten uit India en hun nakomelingen. Daarna lopen we over de overdekte markt, waar locale vis en groente wordt verkocht. Er is hier eenOverdekte Markt levendige handel. We zoeken naar een ATM om Seychelse rupees op te nemen. Dat valt nog niet mee. Bij Barclays  wordt onze Maestro-kaart niet geaccepteerd en bij de volgende bank staat de zon recht op het scherm te schijnen, zodat je niets kunt lezen. Het lukt uiteindelijk wel met veel moeite om op de juiste knoppen te drukken, zodat er geld uitkomt. Dan drinken we wat bij de Pirates Arms. Dit grote café-restaurant is zo'n beetje het trefpunt van Victoria. Hier komen toeristen, maar vooral Seychellois om bij te praten of zaken te doen. We bekijken hierna de de klok, die de kruising van Independence Street en Albert Street markeert. Het is een kopie van een klok die in Londen de Vauxhall Bridge siert. De klok is hier neergezet in 1903, toen de Seychellen een Britse kroonkolonie waren. Daarna nemen we nog een kijkje in de Anglicaanse kathedraal. Deze is vrij sober, maar wel goed onderhouden. De meeste Seychellois zijn Rooms-Katholiek. De Seychellen waren aClock Toweranvankelijk onbewoond tot ze in 1742 werden gekoloniseerd in opdracht van de Franse gouverneur van Mauritius Mahé de Labourdonais, naar wie het hoofdeiland is vernoemd. In 1770 kwamen de eerste kolonisten met Afrikaanse slaven naaar de eilanden. Meesters en slaven waren of werden katholiek In 1814 namen de Britten de kolonie over tot die in 1976 zelfstandig werd.

Dan lopen we weer terug naar de auto om naar de Jardin du Roi te rijden ten zuiden van Victoria. Het is nog een flinke rit (half uur). We missen in eerste instantie het bord bij de juiste afslag en moeten een paar keer vragen aan voorbijgangers waar we heen moeten. Iedereen is zeer bereidwillig om in zowel Engels als Frans uit te leggen hoe we er moeten komen. Jardin du RoiEngels en Frans zijn de officiële talen. Onderling spreken de eilanders Créole, een vereenvoudigd soort Frans. Dan zien we het bord dat we hadden gemist. Vervolgens moeten we een smalle weg op die vernauwd tot een spoor dat stijl omhoog loopt. Als we denken dat het Zuurzakniks meer wordt zijn we toch waar we moeten zijn: op de botanische tuin met cafetaria, die door de Franse plantkundige Pierre Poivre (1719-1786) werd gesticht. De moeite wordt beloond met een prachtig uitzicht over een tropisch regenwoud met de zee in de verte. Rond een koloniaal huis is een kruidentuin en botanische tuin aangelegd, compleet met irrigatiesysteem en bordessen. We eten in het café een heerlijke lunch en na de lunch kijken we wat rond en zien diverse tropische bomen zoals de broodboom, de zuurzak, papaya, cacao, guave etc. Na al dit botanische genot rijden we weer terug naar het hotel.

We genieten van de rust en de zon op ons terras. Uitzicht Jardin du RoiOm 17 uur gaan we naar Beau Vallon om te genieten van de zonsondergang bij restaurant Al Mare. Dat is echter omgedoopt tot La Plage, wat betekent dat we een tijdje vergeefs naar de verkeerde naam zoeken. Een toeristenpolitieagent zet ons op het juiste spoor. Het uitzicht bij La Plage is schitterend. Het restaurant is direct aan het witte strand gelegen en de zonsondergang is ook erg mooi. De cocktail is lekker, maar wel een beetje sterk. Daarna eten we smakelijk. Ik neem een tonijncarpaccio vooraf, Erik dim sum. Als hoofgerecht heb ik een Thaise sea food casserole en Erik een steak. Erik neemt nog een sorbet na. De bediening is zeer vriendelijk en attent.

Daarna rijden we door het aardedonker naar het hotel terug.

Weer: zonnig, 29 graden.

Dinsdag 29 november 2011

We ontbijten weer op ons eigen terrasje aan de zee. Na het ontbijt rijden we naar Victoria om geld op te nemen.  Bij MCB-bankMorne National Park, krijgt niemand geld, maar ik gek genoeg wel. Daarna moeten we een parkeerkaart kopen, want we zijn al gewaarschuwd door een parkeerwachteres. We doen dat bij een piepklein winkeltje. Het zijn kaartjes van 100 rupees, waarop je de datum en tijd moet aankruisen en dan is het twee uur geldig. We drinken koffie bij News cafe boven een bank.  Vervolgens gaan we op pad naar het Morne Sechellois National Park. We nemen de Bel Air Road, die kronkelend over gaat in de Sans Soucis Road. De weg klimt en kronkelt en leidt ons ongemerkt het Nationaal Park in. We rijden door een dicht regenwoud en krijgen zo nu en dan een uitzicht op de kust en op de bergen. Dan zijn we ineens bij de Theefabriek en plantage. We hadden gehoopt nog de ruïnes van een missieschool te zien en een waterval, maar die hebben we gemist. We bezoeken de theefabriek, waar nog steeds thee wordt gemaakt. Maar vandaag niet, want er is nog onvoldoende thee binnen. PTheefabriekas bij 500 kilo gaan ze beginnen en er is nog maar 280kg. We krijgen het hele proces te zien van blaadjes tot theezakje. Daarna drinken we een kopje lokaal brouwsel en kopen ook een pak. De theefabriek betrekt de bladeren van eigen plantages en voert ook nog thee in uit Sri Lanka. De fabriek produceert voor de locale markt. Om de aan locale vraag te voldoen moet er nog thee worden geïmporteerd. We rijden verder de berg af naar Port Glaud en dan naar La Plaine aan de Anse (baai) Souillac. Hier lunchen we op het Ephelia resort. Er is een buffet met een vis, kip of runder brochette als hoofdgerecht voor 380 rupees. Groente en salades kunnen onbeperkt worden gepakt. Na de lunch aan de prachtige baai rijden we verder over een heel smal weggetje hoog boven het water en dalen dan weer af naar het niveau van de baai. In het water zien we mannen met een prikstok in het ondiepe water zoeken naar zeevruchten, die ze met de prikstok uit het water halen. De baai Anse du Riz bereiken we niet, want de weg erheenLa Plaine is afgesloten met een hek.

We keren om rijden naar Grande Anse. Hier is een prachtig strand en wit zand en een felblauwe zee. Er is niemand te bekennen, want de zon staat er pal op en er is geen plekje in de schaduw. We rijden dan maar weer de weg terug door het Nationaal park nu in de hoop de ruïnes wel te vinden. We pikken onder weg een Russisch/Belgisch stel op, dat ook op zoek is. Samen komen we er ook niet uit en vinden we  het niet. We nemen de lifters mee tot Victoria waar ze uitstappen. Wij rijden terug naar ons hotelVisser

’s Avonds eten we weer bij La Plage in Beau Vallon. Dit keer neemt Erik de Thaise Casserole met zeevruchten en ik Patyolle. Dat is een kookzak met groenten en vis. Ik neem geflambeerde bananen na, Erik een sorbet met zwartebessen.

Weer: deels bewolkt met zonnige perioden. 29 graden

woensdag 30 november 2011

Het heeft vannacht flink geregend en het regent bij vlagen nog steeds. We hebben een kleine lekkage in de kamer. Na het ontbijt melden we het ongemak. Ook de regenpijp boven ons balkon hangt los en lijkt elk moment neer te kunnen storten. De manager biedt ons terstond een andere kamer aan. We gaan voor kamer 7, een grote 6-persoons suite, eveneens met zeezicht, twee badkamers en een klein balkonnetje. Na de verhuizing gaan we met de auto naar Anse Soleil. We stoppen nog onderweg voor diverse uitzichten en koffie bij café Opera en rijden dan naar St Lazare. Hier staat een Franciscaner kerk en een ziekenhuis. We kijken even binnen bij de kerk. Dan rijden we door naar Anse Soleil, een paradijselijk strandje met een leuk café aan het strand. Het is niet helemaal onontdekt, want privé gidsen komen vrijwel allemaal tegelijk met hun gasten aan voor de lunch. Gelukkig zijn wij de grote stroom net voor en kunnen we onze tafel uitzoeken. We eten simpel, maar smakelijk. Het begintPetit Anse intussen weer wat te regenen. Dan weer wat minder. Ik ga toch wat zwemmen en snorkelen, want nat wordt je toch. Onderwater is er weinig te zien. Wat zwart/wit gestreepte vissen, die knabbelen aan wat rotsen met begroeing. Na het zeebad gaan we verder in zuidelijke richting naar Tamake en dan weer naar de oostkust via Anse Royal richting Victoria. We drinken koffie bij het Boat House in Beau Vallon voor we terugkeren naar het hotel.

Vanavond eten we weer bij Lounge 8 naast het hotel. Het is vanavond druk met een verjaardagsgroep waar veel aandacht naar uitgaat. De muziek staat een beetje te hard. Het eten is wederom voortreffelijk. We nemen dit keer het vijfgangenmenu.

 Weer: zwaar bewolkt en tropische regenbuien. 24 graden

 

Donderdag 1 december 2011

We staan vroeg op en eten de boterhammetjes die het personeel in onze koelkast heeft gelegd op de kamer op. We rijden door de ochtendspits naar het vliegveld, Eilandwaar we ruim op tijd aankomen voor onze vlucht naar Praslin, het in grootte tweede eiland van de Seychellen. We drinken nog een kopje koffie op de luchthaven voor we met we gaan instappen in het kleine vliegtuig, een Shorts 360-300. Er passen zo’n 20 mensen in. De vlucht met Air Seychelles duurt maar een kwartier. Geland in Praslin worden we opgewacht door een jongen van Grand Bleu autoverhuur, die ons naar onze blauwe KIA Picanto leidt. Na de formulieren te hebben ingevuld kunnen we op weg. We rijden eerst naar Grand Anse, maar is niet veel te beleven. We rijden een stukje door naar de Valee de Mai, het natuurreservaat dat op de werelderfgoedlijst van Unesco staat. Het wordt onderhouden door de Seychelles Islands Foundation We drinken wat in de cafetaria, betalen de 720 rupee entree voor ons beiden en wachten op de gids, die een gratis introductie zal gaan geven. Om half elf komt de zeer zwaarlijvige Albert en hij neemt ons ongeveer 400 meter mee het park in en vertelt het een en ander over de merkwaardige Coco de Mer palmboom, die alleen hier groeit. De noten hebben de vorm van een vrouwelijk achterwerk en dat inspireerde in het verleden tot allerlei Coco de Mermythische voorstellingen. De mannelijke bomen, die niet vruchtdragend zijn, hebben kolossale stampers, die ook in erectie kunnen staan. Na dat de gids ons alleen laat, lopen we door het reservaat en stijgen tot het uitzichtpunt. Dat is een geweldige klim naar boven. Daarboven gekomen hebben we een mooi uitzicht over het bladerdak van het oerwoud. We rusten uit voordat we de tocht naar beneden aanvaarden. Het is ongeveer 20 minuten lopen naar beneden. We drinken een sapje bij het cafetaria enVallee de Mai rijden daarna verder naar Baie St Anne. Hier eten we een creoolse maaltijd bij CoCo Rouge, een onoogelijk eettentje, dat zeer populair is bij de locale bevolking. De meesten nemen het eten mee, maar wij gaan zitten aan de gedekte tafel. Het eten is eenvoudig en authentiek en zeker smakelijk. Er staat een cd aan met Seychellois muziek. We rijden verder langs de noordkust naar de Côte d’Or waar we even aan het strand gaan zitten en een plons in het water nemen. Het water is lekker van temperatuur, zeker 25 graden. Daarna rijden we verder naar Anse Lazio, dat het mooiste strand van het eiland moet zijn. De weg slingert langs de kust en gaat omhoog en naar beneden en voert langs een aantal luxe resorts voor we bij een smallere weg komen, die ook sterk stijgt en daalt. Vervolgens Anse Laziokomen we bij het strand. Het is inderdaad heel erg mooi. Wit zand, blauw water en prachtige palmbomen aan het strand. Zwemmen is alleen toegestaan binnen een uitgezet net in verband met haaien die hier zo nu en dan opduiken en zwemmers hebben aangevallen. We gaan lekker aan het strand liggen en gaan een paar keer het water in. Na lekker geluierd te hebben rijden we terug naar Côte d’Or, waar we een cocktail drinken op een terras. We rijden verder, maar bij Baie st Anne nemen we de kustweg buitenom in plaats van de korte weg via Vallee de Mai. Een prachtige route, die op een aantal plaatsen 20 en zelfs 30% stijgt en daalt. Het is hier heel rustig, vrijwel zonder verkeer. Uiteindelijk komen we weer in Grande Anse uit, dat we dit keer voorbij rijden op weg naar het vliegveldje. We zijn ruim op tijd en drinken nog een koffie op de luchthaven. De terugvlucht in het schemerdonker gaat in een nog kleiner vliegtuigje (Twin Otter) en verloopt ook probleemloos. Op Mahé eten we in Victoria bij de Pirate Arms. Eenvoudig en niet te duur in het drukke restaurant. Daarna rijden we in het donker terug naar het hotel.

Weer: zonnig 30 graden.

Vrijdag 2 december 2011

We krijgen weer het ontbijt op de kamer geserveerd.  Roerei voor Erik, pannekoekjes voor mij. Na het ontbijt rijden we naar Beau Vallon en installeren ons op het strand. Eerst wordt onze rust verstoord door een stel oudere Russische heren, die luidkeels met elkaar discussiëren. We verkassen Beau Valloneen stuk, maar even later parkeert een auto achter ons met jongemannen die de muziek keihard aanzetten. We pakken onze spullen en rijden naar een plek verderop, waar er ook snorkelmogelijkheden zouden moeten zijn. Bij de rotsen houden zich meer vissen op. Ik probeer het, maar het valt een beetje tegen. Slechts een paar vissen krijg ik te zien. We gaan lunchen bij hotel Coco d’or in Beau Vallon. Het duurt wel 40 minuten voor ze een spaghetti en kipvleugeltjes weten op te dienen. Het smaakt niet onaardig. Na de lunch rijden we terug naar ons hotel en doen de middag rustig aan. Tegen de avond rijden we naar Beau Vallon en dan rechts af richting Olmo om restaurant Le Corsaire te zoeken. Naar verluidt is dit een prima restaurant. Na een paar kilometer vragen we het aan een passant. Hij verrast ons met het antwoord: "het is hier"! En hij wijst naar een vakwerkhuis aan de overkant van de weg. We kijken nog eens en zien dan dat het pand is uitgebrand. We vragen de man nog eens: het is uitgebrand? "Ja natuurlijk!". Oh? Een paar maanden geleden is het gebeurd. Dat is onze pech dan weer. Hij suggereert door te rijden naar La Scala aan het eind van de weg. Dat doen we dus maar. La Scala gaat echter pas om 19.15 open (en geen minuut eerder) en moeten dus nog ruim een uur wachten. We gaan aan de zeekant op een muurtje met een frisdrank in de hand van de zonsondergang genieten. Het wordt snel donker en we zien fruitbats (een vleermuizensoort) boven ons van boom naar boom fladderen. Als het 19.15 is gaan we naar binnen. De bediening  is aanvankelijk wat stroef, maar dat gaat allengs beter. Het eten is voortreffelijk, het beste tot nu toe. Het is Italiaans. Ik neem escargots vooraf, gevolgd door visfilet met kappertjes en ansjovis. Heerlijk. Kopje koffie na en dan weer door het donker naar huis gereden. We pakken de koffer en gaan vroeg naar bed.

Weer: zonnig 30 graden

zaterdag 3 december 2011

 We staan op om 6.30. Na het mini-ontbijtje uit de koelkast rijden we naar het vliegveld. We zijn ruim op tijd en moeten dus nog bijna twee uur wachten voor we aan boord kunnen. Dat wordt nog een kwartier langer. Dan mogen we instappen. We lopen over het platform naar het toestel. We hopen dat er toch nog een plek met extra beenruimte te regelen of te ruilen valt. We zitten één rij achter de nooduitgang. Tot onze verrassing zijn onze voorburen de Belgische toeristen, die we dinsdag een lift hebben gegeven. Zij zijn gelukkig bereid te ruilen. Wat een geluk! Nadat het vliegtuig een paar honderd meter achteruit is geschoven, komt het tot stilstand. De piloot deelt mee, dat er een probleem is met de rechtermotor. Niets ernstigs, maar nu we toch nog aan de grond staan, kan het maar beter gerepareerd worden. De reparatie levert bij elkaar nog anderhalf uur vertraging op. Dan stijgen we eindelijk op en vliegen we richting Parijs.

Negen en een half uur is lang vliegen, zeker als het inflight entertainment niet veel voorstelt naar de huidige maatstaven. Geen keus in films, om de 4 a 5 rijen een kleine monitor en een geluidsysteem dat matig functioneert. In Parijs aangekomen hebben een nog maar een kwartier om bij de aansluitende vlucht te komen. Rennen dus! Gelukkig werd er op ons gewacht. Als we goed en wel zitten, gaat de deur dicht en vertrekt het toestel naar Amsterdam. Op Schiphol ontdekken we wat we al vreesden: de koffers hebben de overstap niet gehaald. We rapporteren de vermissing bij de KLM-balie, waar we vlot worden geholpen. Meteen krijg ik ook sms’jes waarin de vermissingen wordt gemeld en we worden voortdurend op de hoogte gehouden van de vorderingen van onze koffers. Uiteindelijk worden ze de volgende dag thuis afgeleverd. We nemen de trein naar Rotterdam en daar een taxi naar huis. Om 22 uur zijn we – zonder bagage – thuis.

  

Andere Reisverslagen  
terug