| 
      
        ![]()  | 
      
         Herfst 2011  | 
      
De taxi haalt ons om half één 's middags op en brengt 
	ons naar het Centraal station. We nemen de Fyra van 12.53 van Rotterdam naar 
	Schiphol. Vandaag geldt geen toeslag omdat de trein, vanwege werkzaamheden 
	aan het spoor bij Amsterdam, niet verder dan 
	
Schiphol kan rijden. Dat horen 
	we pas als we op het perron staan en de toeslag al hebben afgestempeld. Om 
	kwart over één zijn we op Schiphol en gaan we inchecken voor de vlucht met
	Air France naar 
	Parijs. Voor de vlucht naar de Seychellen kunnen we pas in Parijs inchecken. 
	De vlucht naar Parijs is erg rustig. In toestel zitten niet meer dan 30 
	passagiers, waar er plaats is voor 170. We kunnen wisselen naar stoelen bij 
	de nooduitgang. In Parijs checken we bij een transferbalie in voor de vlucht 
	met Air Seychelles 
	naar Mahé. Daarna gaan we wat eten bij Bert’s fast food. Vervolgens begint 
	het wachten op het instappen. Na dik een uur wachten kunnen we rond 18.40 
	aan boord. De vlucht vertrekt stipt om 19.30. Het is een wat verouderde 
	Boeing 767, waar we de lange vlucht naar de Seychellen gaan maken. Deze 
	vlucht is ook matig bezet en we kunnen verschuiven naar stoelen bij de 
	nooduitgang. Het inflight entertainment stelt niet veel voor en dan is zo'n 
	nachtvlucht wel lang. Na bijna 9,5 uur vliegen komen we op het hoofdeiland 
	Mahé aan. 
Als we het vliegtuig om 9 uur uitkomen valt de vochtige 
	warmte als een natte deken over ons heen. We lopen de trap af en daarna over 
	het platform naar het luchthavengebouw. De grenspolitie is niet al te snel. 
	We moeten ons ticket voor de terugvlucht laten zien voor we de stempels in 
	ons paspoort krijgen. Een een strookje van het immigratieformulier dat we al 
	in het vliegtuig moesten invullen, krijgen we ook gestempeld terug. We 
	moeten het goed bewaren, omdat we het moeten kunnen tonen als we het land 
	weer gaan verlaten. Ik loop meteen door
 naar de autoverhuurbalie van
	Sixt, terwijl Erik op de 
	koffers wacht. Bij Sixt krijgen we een KIA Soul. De auto staat voor de deur 
	geparkeerd, met een lege tank. Het tankstation is tegenover de luchthaven 
	gelegen. Met 20 euro aan benzine rijden we richting Glacis 
	aan de noordkust, waar ons hotel staat. Na een tijdje merken we dat de auto 
	een vreemd geluid maakt als we afremmen. Na 40 minuten zijn we bij het hotel
	Bliss. 
	De kamer is nog niet klaar, we moeten ruim een half uur wachten. We krijgen 
	wel wat te drinken. Even later krijgen we ook een ontbijt geserveerd op het 
	terras met uitzicht op de zee. We krijgen een upgrade naar een heel ruime 
	kamer met eigen balkon aan zee en directe toegang tot het hotelstrand. De 
	badkamer is ook gigantisch groot. Om een uur of één lunchen we op het terras 
	van het hotel, een lekker lunchgerecht. Tegen drie uur hebben we zin om de 
	deur uit te gaan. We rijden naar Beau Vallon en drinken daar aan het strand 
	een cola. Het vreemde geluid in de auto blijft en we bellen de verhuurder. 
	Hij belooft morgen vroeg de auto om te ruilen.
’s Avonds drinken we eerst een cocktail bij de 
	Loungebar op het dak van het restaurant
	Lounge 8 
	naast ons hotel en later dineren we bij restaurant 8. Het restaurant biedt 
	een prachtige ambiance en heerlijk eten van het verrassingsmenu (keus is er 
	niet) van drie gangen. 
Daarna vroeg naar bed.
Weer: zonnig 28 graden
We slapen uit tot 8 uur en bestellen het ontbijt. Na 8 
	minuten wordt er op de deur geklopt en komt de ober ons ontbijt op 
	
ons eigen 
	terras serveren. Heerlijk gevoel: lekker ontbijt met uitzicht op de blauwe 
	ruisende zee. Tijdens het ontbijt komt de autoverhuurder langs om de auto te 
	ruilen. We krijgen nu een
	Zotye Nomad. Het 
	is een wat ouderwetser model van Chinese makelij, maar hij maakt ieder geval 
	geen verdachte geluiden. Hij lijkt verdacht veel op een Daihatsu Terios. We 
	rijden naar Victoria, de hoofdplaats van het eiland. We parkeren ergens op 
	de parkeerplaats van een winkel en gaan op pad. We bezoeken eerst de 
	hindu tempel, 
	waar we zo naar binnen mogen lopen, als we de schoenen maar uitdoen. 
	Victoria heeft een kleine Hindu gemeenschap bestaande uit immigranten uit 
	India en hun nakomelingen. Daarna lopen we over de overdekte markt, 
	waar locale vis en groente wordt verkocht. Er is hier een
 levendige handel. 
	We zoeken naar een ATM om Seychelse rupees op te nemen. Dat valt nog niet 
	mee. Bij Barclays  wordt onze Maestro-kaart niet geaccepteerd en bij de 
	volgende bank staat de zon recht op het scherm te schijnen, 
	zodat je niets kunt lezen. Het lukt 
	uiteindelijk wel met veel moeite om op de juiste knoppen te drukken, zodat er geld uitkomt. 
	Dan drinken we wat bij de Pirates Arms. Dit grote café-restaurant 
	is zo'n beetje het trefpunt van Victoria. Hier komen toeristen, maar vooral 
	Seychellois om bij te praten of zaken te doen. We bekijken hierna de de
	klok, die
	de kruising van Independence Street en Albert Street 
	markeert. Het is een kopie van een klok die in Londen de Vauxhall Bridge 
	siert. De klok is hier neergezet in 1903, toen de Seychellen een Britse 
	kroonkolonie waren. Daarna nemen we nog een kijkje in de 
	Anglicaanse kathedraal. 
	Deze is vrij sober, maar wel goed 
	onderhouden. De meeste Seychellois zijn Rooms-Katholiek. De Seychellen waren 
	a
anvankelijk onbewoond tot ze in 1742 werden gekoloniseerd in opdracht van 
	de Franse gouverneur van Mauritius Mahé de Labourdonais, naar wie het 
	hoofdeiland is vernoemd. In 1770 kwamen de eerste kolonisten met Afrikaanse 
	slaven naaar de eilanden. Meesters en slaven waren of werden katholiek In 
	1814 namen de Britten de kolonie over tot die in 1976 zelfstandig werd. 
Dan lopen we weer terug naar de auto om naar de 
	Jardin du Roi te rijden ten zuiden van Victoria. Het is nog een 
	flinke rit (half uur). We missen in eerste instantie het bord bij de juiste 
	afslag en moeten een paar keer vragen aan voorbijgangers waar we heen 
	moeten. Iedereen is zeer bereidwillig om in zowel Engels als Frans uit te 
	leggen hoe we er moeten komen. 
	
Engels en Frans zijn de officiële talen. 
	Onderling spreken de eilanders Créole, een vereenvoudigd soort 
	Frans. Dan zien we het bord dat we hadden gemist. Vervolgens moeten we een 
	smalle weg op die vernauwd tot een spoor dat stijl omhoog loopt. Als we 
	denken dat het  
	
niks meer wordt zijn we toch waar we moeten zijn: op de 
	botanische tuin met cafetaria, die door de Franse plantkundige Pierre Poivre 
	(1719-1786) werd gesticht. De moeite wordt beloond met een prachtig uitzicht 
	over een tropisch regenwoud met de zee in de verte. Rond een koloniaal huis 
	is een kruidentuin en botanische tuin aangelegd, compleet met 
	irrigatiesysteem en bordessen. We eten in het café een heerlijke lunch en na 
	de lunch kijken we wat rond en zien diverse tropische bomen zoals de 
	broodboom, de zuurzak, papaya, cacao, guave etc. Na al dit botanische genot 
	rijden we weer terug naar het hotel.
We genieten van de rust en de zon op ons terras. 
Om 17 
	uur gaan we naar Beau Vallon om te genieten van de 
	zonsondergang bij restaurant Al Mare. Dat is echter omgedoopt tot La 
	Plage, wat betekent dat we een tijdje vergeefs naar de verkeerde 
	naam zoeken. Een toeristenpolitieagent zet ons op het juiste spoor. Het 
	uitzicht bij La Plage is schitterend. Het restaurant is direct aan het witte 
	strand gelegen en de zonsondergang is ook erg mooi. De cocktail is lekker, maar wel een beetje sterk. Daarna eten we smakelijk. Ik neem een 
	tonijncarpaccio vooraf, Erik dim sum. Als hoofgerecht heb ik een Thaise sea 
	food casserole en Erik een steak. Erik neemt nog een sorbet na.
Daarna rijden we door het aardedonker naar het hotel 
	terug.
Weer: zonnig, 29 graden.
We 
	ontbijten weer op ons eigen terrasje aan de zee. Na 
	het ontbijt rijden we naar Victoria om geld op te nemen.  Bij MCB-bank
, 
	krijgt niemand geld, maar ik gek genoeg wel. Daarna moeten we een 
	parkeerkaart kopen, want we zijn al gewaarschuwd door een parkeerwachteres. 
	We doen dat bij een piepklein winkeltje. Het zijn kaartjes van 100 rupees, 
	waarop je de datum en tijd moet aankruisen en dan is het twee uur geldig. We 
	drinken koffie bij News cafe boven een bank.  Vervolgens 
	gaan we op pad naar het Morne Sechellois National Park. We nemen de Bel Air 
	Road, die kronkelend over gaat in de Sans Soucis Road. De weg klimt en 
	kronkelt en leidt ons ongemerkt het Nationaal Park in. We rijden door een 
	dicht regenwoud en krijgen zo nu en dan een uitzicht op de kust en op de 
	bergen. Dan zijn we ineens bij de Theefabriek en plantage. We hadden gehoopt 
	nog de ruïnes van een missieschool te zien en een waterval, maar die hebben 
	we gemist. We bezoeken de theefabriek, waar nog steeds thee wordt gemaakt. 
	Maar vandaag niet, want er is nog onvoldoende thee binnen. P
as bij 500 kilo 
	gaan ze beginnen en er is nog maar 280kg. We krijgen het hele proces te zien 
	van blaadjes tot theezakje. Daarna drinken we een kopje lokaal brouwsel en 
	kopen ook een pak. De theefabriek betrekt de bladeren van eigen plantages en 
	voert ook nog thee in uit Sri Lanka. De fabriek produceert voor de locale 
	markt. Om de aan locale vraag te voldoen moet er nog thee worden 
	geïmporteerd. We rijden verder de berg af naar Port Glaud en dan naar
	La Plaine aan de Anse (baai) Souillac. Hier lunchen we op 
	het Ephelia resort. Er is een buffet met een vis, kip of 
	runder brochette als hoofdgerecht voor 380 rupees. Groente en salades kunnen 
	onbeperkt worden gepakt. Na de lunch aan de prachtige baai rijden we verder 
	over een heel smal weggetje hoog boven het water en dalen dan weer af naar 
	het niveau van de baai. In het water zien we mannen met een prikstok in het 
	ondiepe water zoeken naar zeevruchten, die ze met de prikstok uit het water 
	halen. De baai Anse du Riz bereiken we niet, want de weg erheen
 is afgesloten met 
	een hek. 
We keren om rijden naar Grande Anse. Hier is een 
	prachtig strand en wit zand en een felblauwe zee. Er is niemand te bekennen, 
	want de zon staat er pal op en er is geen plekje in de schaduw. We rijden 
	dan maar weer de weg terug door het Nationaal park nu in de hoop de ruïnes 
	wel te vinden. We pikken onder weg een Russisch/Belgisch stel op, dat ook 
	op zoek is. Samen komen we er ook niet uit en vinden
	we  het niet. We nemen 
	de lifters mee tot Victoria waar ze uitstappen. Wij rijden terug naar ons 
	hotel
’s Avonds eten we weer bij La Plage in Beau Vallon. Dit keer neemt Erik de Thaise Casserole met zeevruchten en ik Patyolle. Dat is een kookzak met groenten en vis. Ik neem geflambeerde bananen na, Erik een sorbet met zwartebessen.
Weer: deels bewolkt met zonnige perioden. 29 graden
Het heeft vannacht 
	flink geregend en het regent  
	
bij 
	vlagen nog steeds. We hebben een kleine lekkage in de kamer. Na het ontbijt 
	melden we het ongemak. Ook de regenpijp boven ons balkon hangt los en lijkt 
	elk moment neer te kunnen storten. De manager biedt ons terstond een andere 
	kamer aan. We gaan voor kamer 7, een grote 6-persoons suite, eveneens met 
	zeezicht, twee badkamers en een klein balkonnetje. Na de verhuizing gaan we 
	met de auto naar Anse Soleil. We stoppen nog onderweg voor diverse 
	uitzichten en koffie bij café Opera en rijden dan naar St Lazare. 
	Hier staat een Franciscaner kerk en een ziekenhuis. We kijken even binnen 
	bij de kerk. Dan rijden we door naar Anse Soleil, een 
	paradijselijk strandje met een leuk café aan het strand. Het is niet 
	helemaal onontdekt, want privé gidsen komen vrijwel allemaal tegelijk met 
	hun gasten aan voor de lunch. Gelukkig zijn wij de grote stroom net voor en 
	kunnen we onze tafel uitzoeken. We eten simpel, maar smakelijk. Het begint
 
	intussen weer wat te regenen. Dan weer wat minder. Ik ga toch wat zwemmen en 
	snorkelen, want nat wordt je toch. Onderwater is er weinig te zien. Wat 
	zwart/wit gestreepte vissen, die knabbelen aan wat rotsen met begroeing. Na 
	het zeebad gaan we verder in zuidelijke richting naar Tamake en dan weer 
	naar de oostkust via Anse Royal richting Victoria. We drinken koffie bij het 
	Boat House in Beau Vallon voor we terugkeren naar het hotel. 
Vanavond eten we weer bij Lounge 8 naast het hotel. Het 
	is vanavond druk met een verjaardagsgroep waar veel aandacht naar uitgaat. 
	De muziek staat een beetje te hard. Het eten is wederom voortreffelijk. We 
	nemen dit keer het vijfgangenmenu. 
We staan vroeg op en eten de boterhammetjes die het 
	personeel in onze koelkast heeft gelegd op de kamer op. We rijden door de 
	ochtendspits naar het vliegveld, 
waar we ruim op tijd aankomen voor onze 
	vlucht naar Praslin, het in grootte tweede eiland van de 
	Seychellen. We drinken nog een kopje koffie op de luchthaven voor we met we 
	gaan instappen in het kleine vliegtuig, een Shorts 360-300. Er passen zo’n 
	20 mensen in. De vlucht met Air Seychelles duurt maar een kwartier. Geland 
	in Praslin worden we opgewacht door een jongen van Grand Bleu 
	autoverhuur, die ons naar onze blauwe KIA Picanto leidt. Na de formulieren 
	te hebben ingevuld kunnen we op weg. We rijden eerst naar Grand Anse, maar 
	is niet veel te beleven. We rijden een stukje door naar de Valee de 
	Mai, het natuurreservaat dat op de werelderfgoedlijst van Unesco 
	staat. Het wordt onderhouden door de
	Seychelles Islands Foundation 
	We drinken wat in de cafetaria, betalen de 720 rupee entree voor ons beiden 
	en wachten op de gids, die een gratis introductie zal gaan geven. Om half 
	elf komt de zeer zwaarlijvige Albert en hij neemt ons ongeveer 400 meter mee 
	het park in en vertelt het een en ander over de merkwaardige Coco de 
	Mer palmboom, die alleen hier groeit. De noten hebben de vorm van 
	een vrouwelijk achterwerk en dat inspireerde in het verleden tot allerlei 
	
mythische 
	voorstellingen. De mannelijke bomen, die niet vruchtdragend zijn, hebben 
	kolossale stampers, die ook in erectie kunnen staan. Na dat de gids ons 
	alleen laat, lopen we door het reservaat en stijgen tot het uitzichtpunt. 
	Dat is een geweldige klim naar boven. Daarboven gekomen hebben we een mooi 
	uitzicht over het bladerdak van het oerwoud. We rusten uit voordat we de 
	tocht naar beneden aanvaarden. Het is ongeveer 20 minuten lopen naar 
	beneden. We drinken een sapje bij het cafetaria en
 rijden daarna verder naar
	Baie St Anne. Hier eten we een creoolse maaltijd bij
	CoCo Rouge, een onoogelijk eettentje, dat zeer populair is 
	bij de locale bevolking. De meesten nemen het eten mee, maar wij gaan zitten 
	aan de gedekte tafel. Het eten is eenvoudig en authentiek en zeker 
	smakelijk. Er staat een cd aan met Seychellois muziek. We rijden verder 
	langs de noordkust naar de Côte d’Or waar we even aan het 
	strand gaan 
	zitten en een plons in het water nemen. Het water is lekker van 
	temperatuur, zeker 25 graden. Daarna rijden we verder naar Anse Lazio, dat 
	het mooiste strand van het eiland moet zijn. De weg slingert langs de kust 
	en gaat omhoog en naar beneden en voert langs een aantal luxe resorts voor 
	we bij een smallere weg komen, die ook sterk stijgt en daalt. Vervolgens 
	
komen we bij het strand. Het is inderdaad heel erg mooi. Wit zand, blauw 
	water en prachtige palmbomen aan het strand. Zwemmen is alleen toegestaan 
	binnen een uitgezet net in verband met haaien die hier zo nu en dan opduiken 
	en zwemmers hebben aangevallen. We gaan lekker aan het strand liggen en gaan 
	een paar keer het water in. Na lekker geluierd te hebben rijden we terug 
	naar Côte d’Or, waar we een cocktail drinken op een terras. We rijden 
	verder, maar bij Baie st Anne nemen we de kustweg buitenom in plaats van de 
	korte weg via Vallee de Mai. Een prachtige route, die op een aantal plaatsen 
	20 en zelfs 30% stijgt en daalt. Het is hier heel rustig, vrijwel zonder 
	verkeer. Uiteindelijk komen we weer in Grande Anse uit, dat we dit keer 
	voorbij rijden op weg naar het vliegveldje. We zijn ruim op tijd en drinken 
	nog een koffie op de luchthaven. De terugvlucht in het schemerdonker gaat in 
	een nog kleiner vliegtuigje (Twin Otter) en verloopt ook probleemloos. Op 
	Mahé eten we in Victoria bij de Pirate Arms. Eenvoudig en niet te duur in 
	het drukke restaurant. Daarna rijden we in het donker terug naar het hotel. 
	
Weer: zonnig 30 graden.
We krijgen weer het ontbijt op de kamer geserveerd.  
	Roerei voor Erik, pannekoekjes voor mij. Na het ontbijt rijden we naar Beau 
	Vallon en installeren ons op het strand. Eerst wordt onze rust verstoord 
	door een stel oudere Russische heren, die luidkeels met elkaar discussiëren. 
	We verkassen 
	
een stuk, maar even later parkeert een auto achter ons met 
	jongemannen die de muziek keihard aanzetten. We pakken onze spullen en 
	rijden naar een plek verderop, waar er ook snorkelmogelijkheden zouden 
	moeten zijn. Bij de rotsen houden zich meer vissen op. Ik probeer het, maar 
	het valt een beetje tegen. Slechts een paar vissen krijg ik te zien. We gaan 
	lunchen bij hotel Coco d’or in Beau Vallon. Het duurt wel 40 minuten voor ze 
	een spaghetti en kipvleugeltjes weten op te dienen. Het smaakt niet 
	onaardig. Na de lunch rijden we terug naar ons hotel en doen de middag 
	rustig aan. Tegen de avond rijden we naar Beau Vallon en dan rechts af 
	richting Olmo om restaurant Le Corsaire te zoeken. Naar verluidt is dit een 
	prima restaurant. Na een paar kilometer vragen we het aan een passant. Hij 
	verrast ons met het antwoord: "het is hier"! En hij wijst naar een 
	vakwerkhuis aan de overkant van de weg. We kijken nog eens en zien dan dat 
	het pand is uitgebrand. We vragen de man nog eens: het is uitgebrand? "Ja 
	natuurlijk!". Oh? Een paar maanden geleden is het gebeurd. Dat is onze pech 
	dan weer. Hij suggereert door te rijden naar La Scala aan het eind van de 
	weg. Dat doen we dus maar. La Scala gaat echter pas om 19.15 open (en geen 
	minuut eerder) en moeten dus nog ruim een uur wachten. We gaan aan de 
	zeekant op een muurtje met een frisdrank in de hand van de zonsondergang 
	genieten. Het wordt snel donker en we zien fruitbats (een vleermuizensoort) 
	boven ons van boom naar boom fladderen. Als het 19.15 is gaan we naar 
	binnen. De bediening  is 
	aanvankelijk wat stroef, maar dat gaat allengs beter. Het eten is 
	voortreffelijk, het beste tot nu toe. Het is Italiaans. Ik neem escargots 
	vooraf, gevolgd door visfilet met kappertjes en ansjovis. Heerlijk. Kopje 
	koffie na en dan weer door het donker naar huis gereden. We pakken de koffer 
	en gaan vroeg naar bed.
Weer: zonnig 30 graden
Negen en een half uur is lang vliegen, zeker als het 
	inflight entertainment niet veel voorstelt naar de huidige maatstaven. Geen 
	keus in films, om de 4 a 5 rijen een kleine monitor en een geluidsysteem dat 
	matig functioneert. In Parijs aangekomen hebben een nog maar een kwartier om 
	bij de aansluitende vlucht te komen. Rennen dus! Gelukkig werd er op ons 
	gewacht. Als we goed en wel zitten, gaat de deur dicht en vertrekt het 
	toestel naar Amsterdam. Op Schiphol ontdekken we wat we al vreesden: de 
	koffers hebben de overstap niet gehaald. We rapporteren de vermissing bij de 
	KLM-balie, waar we vlot worden geholpen. Meteen krijg ik ook sms’jes waarin 
	de vermissingen wordt gemeld en we worden voortdurend op de hoogte gehouden 
	van de vorderingen van onze koffers. Uiteindelijk worden ze de volgende dag 
	thuis afgeleverd. We nemen de trein naar Rotterdam en daar een taxi naar 
	huis. Om 22 uur zijn we – zonder bagage – thuis.
| 
			
			 | 
			Andere Reisverslagen | |
| terug |