deel 3

IJsland

Vrijdag 15 juli 2005

Myvatn (Reykjahlíð) - Egilstaðir: 164 km

Na het ontbijt rijden we via de ringweg 1 naar het oosten naar Egilstaðir. Het landschap is prachtig en leeg. We komen gedurende 180km  geen enkele Puffinsplaats van meer dan 3 huizen  tegen. We rijden door kale hoogvlakten en groene dalen met snelstromende gletsjerrivieren. We komen rond 10uur in Egilstaðir aan. Het hotel Egilstödum ligt mooi aan het meer Lögurinn. Het stadje stelt niet veel voor. Onze kamer is nog niet klaar en we gaan na een kop koffie op weg naar de Borgarfjörður. Na een rit van ruim 70km komen we in Bakargerði aan, een dorpje van 120 inwoners. Het heeft een klein haventje, een winkel en een postkantoor (die je in elk dorp vindt) en is beginpunt van veel wandelpaden. We eten in het enige restaurantje een vleessoepje, waarvoor zonder schaamte 1000 kronen (€13) wordt gevraagd. Bijgekomen van de schrik gaan we naar een uitzichtpunt waar we naar een vogelkolonie kunnen kijken. Er zitten 10 duizenden papegaaiduikers, honderden fulmars (noordse stormvogel) en kittiwakes (drieteenmeeuw). Heel leuk gezicht. Het stinkt er wel naar veel vogelpoep. We rijden terug naar Egilstaðir en betrekken onze kamer.

In de namiddag rijden we naar Seyðisfjörður een havenplaatsje aan de gelijknamige fjord. Hier komen elke week de veerboten binnen uit Denemarken en de FaerOer eilanden. Een aardig plaatsje in een schitterende fjord. We eten en drinken wat in het kunstcentrum. Later willen we dineren in het voorname Aldan hotel, maar het is volgeboekt. We rijden dan maar de 25 km weer terug naar Egilstaðir en eten in ons eigen hotel. Prima eten.

Weer: zonnig, 20 graden max.

 

Zaterdag 16 juli 2005

Egilstaðir - Höfn: 233 km

We verlaten Egilstaðir in Zuidelijke richting en volgen ringweg nr.1. Dat betekent dat we een aantal fjorden links laten liggen en binnendoor over onverharde wegen naar Breiðdalsvik rijden. Dat plaatsje missen we per ongeluk en na twee uur komen we bij Djúpivogar. Ook prachtig aan een fjord gelegen. Hier lunchen we in Hotel Framtið (toekomst) aan de haven waar de bootjes naar het vogeleiland Papey vertrekken. Dat doen we niet. We rijden door langs de mooie fjordenkust richting Höfn, waar we rond twee uur aankomen bij de jeugdherberg. Een hele simpele jeugdherberg wederom, maar functioneel. In Höfn is niet erg veel te doen helaas, maar het ligt wel tegen een prachtige achtergrond van met gletsjers bedekte bergen aan een lagune. We maken een wandelingetje langs een vogelkolonie en komen terug voor het inchecken en de lakens en dekens. In de middag bezoeken we nog het IJsmuseum, een tentoonstelling over gletsjers en andere ijslandse natuurverschijnselen. Het blijkt dat hier in de omgeving twee James Bond films zijn opgenomen: "Man with the Golden Gun" en "Die another day".

We eten bij restaurant Vikin. Prima eten, maar de ambiance laat wat te wensen over. Ook in Höfn rijden de plaatselijke jongeren 's avonds met hun auto in een eeuwige baan door het dorp. Later maken we nog een ritje naar Stoksnes schiereiland, maar hier ligt een radarstation van de Navo, waar we niet verder kunnen. 

Weer: wisselend bewolkt, zonnige perioden, 18 graden.

 

Zondag 17 juli 2005

 

We staan vroeg op want we gaan vandaag een Skidoo tour maken op de gletsjer. We rijden naar het opstap punt langs de ringweg nr 1. Skidoo tochtWe worden daar opgehaald door een 4wd bus van Glacier Jeeps die ons in een halfuur over een stijl ruig en bochtig pad naar boven brengt. Daar staat een bergstation waar we betalen voor de tour en onze warme overal en helm krijgen aangereikt. Van Jon, onze gids, krijgen we een instructie over de sneeuwscooters. Daarna gaan we op weg over de gletsjer. Een spannend avontuur. Eerst wat onwennig. We zitten met z'n tweeën op een scooter. Na een 3 tal kilometer stoppen we voor een fotopauze. Daarna wisselen van bestuurder en ga ik rijden. Het is toch nog moeilijker dan het lijkt. Ik rijd tweede in de rij en moet Jon bijhouden.  Normaal is de toer zo'n 5 km heen en terug, maar wij gaan twee keer zover. Waarom is onduidelijk. Het uitzicht is mooi, de mist klaart op en de zon maakt het best warm daarboven. Dan rijden we verder omhoog, maar dan raken we in de mist en keren we om. Na ruim een uur zijn weer terug bij het bergstation. Een heerlijke ervaring en sensatie. De scooters gaan best snel (35 km/u) en in deze omgeving. Echt super.

In het bergstation kan ook gegeten worden, maar dat is nogal duur. We eten ons eigen proviand en wachten zonnebadend in de hete zon op de terugrit naar beneden. Die terugrit is weer adembenemend. We stappen weer in onze eigen auto en rijden terug naar Höfn.

's middags gaan we naar het zwembad. Elk gehucht in IJsland heeft wel een zwembad, dat druk bezocht wordt. Zoals men in andere landen naar de kroeg gaat voor sociale contacten gaat men hier naar het zwembad. Voor je kan gaan badderen volgt een vast ritueel. Schoenen uit bij de ingang, dan de gescheiden kleedkamers in. Uitkleden en onder de douche. Een bord geeft aan welke lichaamsdelen in ieder geval grondig met zeep moeten worden gereinigd: hoofd, oksels, schaamstreek en voeten. Dan zwembroek aan en zwemmen maar. In Höfn is het maar een klein zwembadje. De meeste IJslanders echter, zwemmen nauwelijks maar zitten meest van de tijd in de jacuzzi met elkaar te kletsen.

Later op de middag drinken we biertje in de zon op het terras van het Café en daarna eten we een pizza in restaurant Osin in het Höfn hotel.

Weer: ochtend mistig en koud. Later klaart het op en wordt het zonnig en loopt de temperatuur op tot 16 graden.

 

Maandag 18 juli 2005

Höfn - Skaftafell: 155 km

Na het zelfbereide ontbijt rijden we westwaarts langs de zuidkust van IJsland. Aan onze rechterhand is altijd een bergketen te zien, Jökulsarlonmet op veel plaatsen een uitloper van de Vatnajökul gletsjer die het dal in steekt. In elk dal heeft de gletsjer een lokale naam. Na een kilometer of zeventig komen we bij een uitloper die in een lagune uitkomt, Jökulsarlon ofwel de gletsjerlagune. Hier laat de gletsjer grote ijsklompen los in de lagune, die dan langzaam afbrokkelen en via een rivier onder een brug door de zee in drijven. Het is een prachtig gezicht. En een beroemd plaatje, te zien in elk boek over IJsland. Er zijn ook boottochtjes te maken met een amfibisch voertuig. Dat doen we niet, het voegt niet veel toe aan het uitzicht vanaf de wal.

We rijden - na het nemen van foto's en het drinken van een kopje koffie - door naar Skaftafel nationaal park, waar we onze intrek nemen in het gelijknamige hotel. Het hotel is een beetje incognito, want het ligt net buiten het Nationaalpark en er staat nergens aangegeven dat het zo heet. Maar navraag bij de receptie bevestigt ons vermoeden dat we hier Svartifoss in Skaftafell National Parkop het goede adres zijn. Het is een prima hotel, in the middle of nowhere. Het personeel woont in huisjes achter het hotel. We gaan naar het infocentrum van het nationaal park en kopen een kaart met wandelmogelijkheden. We besluiten naar Svartifoss (zwarte waterval) te lopen. Dat is ongeveer 45 minuten klimmen. Vandaar gaan we over de Skaftafellsheiði richting het Sjonarnipa uitzichtpunt. De route gaat over een soort hoogvlakte, die groen begroeit is met kleine paarse bloemetjes. Het Sjonarnipa geeft uitzicht op een grote uitloper van de gleSkaftafelltsjer. Via de Eystragil (een canyon) lopen we weer terug naar het beginpunt. In totaal duurde de wandeling 2 uur en 45 minuten. We rijden terug naar het hotel, nemen een heerlijke douche en wachten tot etenstijd. Veel anders is hier niet te doen. 's avonds eten we in het hotel. Het eten is goed, hoewel Erik's kipfilet met pasta wel erg simpel is uitgevoerd voor 2400 kronen. We doen eens wild en nemen er een hele fles wijn bij.

Weer: aanvankelijk zonnig, later bewolkt en eventjes wat miezerregen. 15 graden.

 

 

Andere Reisverslagen
terug
verder

 

Andere reisverslagen