.
deel 4

IJsland

Dinsdag 19 juli 2005

Skaftafell - Skogar: 201 km

We ontbijten in de drukbezochte eetzaal van het hotel. Daarna gaan we op weg richting Kirkjubæraklaustur. Daar tanken we en drinken we koffie. Het is een minimaal plaatsje, maar wel met postkantoor en zwembad uiteraard. Dan steken we een grote vlakte over, waar soms stofstormen kunnen opsteken. Zo'n zestig kilometer lang komen we geen enkel gehucht meer tegen. Aan de rechterhand zien we in de verte de bergen en de gletsjer, links alleen maar een vlakte van stof en zand. We rijden door Vik, ook een klein plaatsje en rijden dan door naar het zuidelijkste punt van IJsland: Dyrholaey. We gaan er de hoofdweg af en rijden 6km over onverharde weg nDyrholaey, zuidelijkste punt van IJslandaar een driesprong. Eerst gaan we links en komen bij een uitkijkpunt waar veel vogels nestelen, zoals papegaaiduikers, stormvogels, zeekoeten en drieteenmeeuwen. Dan rijden we terug naar de driesprong en nemen de andere weg. Die voert ons stijl omhoog naar een hooggelegen uitkijkpunt bij een vuurtoren. Vandaar is het een korte wandeling naar het zuidelijkste puntje: een rots die een stuk de zee in steekt. In de rots zit een gat waar - naar verluidt - een zeilboot doorheen kan varen.

Van Dyrholaey is het een klein stukje naar Skogar. Dit blijkt slechts een verzameling huizen te zijn, waaronder en jeugdherberg, een camping, een Edda hotel en een streekmuseum. De Jeugdherberg is nog dicht en we lunchen bij het streekmuseum. Na de lunch rijden we naar een dorpje 20 minuten verder. Daar is een piepklein zwembadje, waar we een uurtje in vertoeven. Er komen alleen IJslanders uit de omgeving. Er is een kleine hottub, die we behoorlijk warm vinden.

We hebben boodschappen nodig voor het ontbijt morgen. De dichtstbijzijnde optie blijkt Hvolsvöllur te zijn, ruim 50 km verderop. Daar kopen dan ook maar een snelklaar maaltijd voor vanavond en een biertje in de Vinbud, de staatsdrankwinkel.  Na ons "luxe diner" (pytt I panna, een zweedse specialiteit)  lopen we naar de waterval van Skogar, de Skogarfoss. Je kunt tot vlakbij de basis van de waterval lopen, maar dan wordt je drijfnat. We lopen ook naar de top van de waterval. Niet een avontuurlijke klim, want er is een trap aangelegd, die je naar boven leidt. Boven is het uitzicht wel mooi. De zon schijnt nog stevig en het prachtig weer. De hele dag al trouwens. We gaan weer naar beneden en babbelen nog wat na met IJslandse toeristen. Dan wordt het toch wat frisser en trekken we ons terug op onze kamer.

Weer: zon, 22 graden max.

 

Woensdag 20 juli 2005

Skogar - Gullfoss - Geysir - Laugarvatn: 179 km

We ontbijten met onze eigen boodschapjes en gaan op weg naar Gullfoss. We stoppen eerst nog in Hvolsvöllur om weer nieuwe Gullfossboodschappen te doen voor vanavond en morgenochtend. We komen rond half elf bij de waterval aan. Het is er behoorlijk druk - voor IJslandse begrippen - en we lopen via boardwalks naar een uitzichtpunt. Dat is wel erg hoog gelegen en biedt niet het mooiste uitzicht. Vandaar uit is er een trap naar beneden naar een lager gelegen uitzichtspunt, waar het uitzicht betoverend mooi is. Dan loopt er een pad naar de top van de waterval. Om daar te komen moet je door een regengordijn van opspattend water van de waterval. Ook hier is het gezicht op het snelstromende en vallende water prachtig. De Gullfoss valt in twee etaStrokkurppes naar beneden. Een keer 10 en dan nog eens 20 meter. De Gullfoss is IJslands meest beroemde waterval die op alle boekjes en ansichtkaartjes staat afgebeeld (ook op de Rough Guide trouwens). We lunchen in het café bij de parkeerplaats en kopen wat onzinnige dingen in de shop.

Na de lunch rijden we naar Geysir. Een kort ritje van hooguit 10 minuten. De Geysir is de naamgever van alle heetwaterspuitende bronnen in de wereld. Helaas is Geysir er na een aardbeving mee opgehouden en sputtert alleen nog een beetje zielig voor zich uit. Dan Strokur, die er naast ligt. Die spuit elke vijf minuten zo'n 30 meter hoge stralen stomend water. Een prachtig gezicht. Het publiek slaakt oh's en ah's bij het zien ervan. Soms stijgt er een spontaan applaus op. Ik bestijg nog de Bjarnafell (727m) voor een mooi uitzicht op de omgeving.

We rijden door naar Laugarvatn, waar onze Jeugdherberg voor vanavond is gelegen. Hij is open en daarom zetten we onze bagage alvast neer. We rijden dan naar Þingvellir. In dit gebied vonden van 974 tot 1798 de parlementszittingen van IJsland plaats in de open lucht. In de veertiende eeuw nam het belang er van af omdat het parlement (Alþing) geen macht had om haar beslissingen af te dwingen. Vanaf 1622 viel IJsland onder de Deense kroon en was het Alþing alleen nog maar een rechtbank. Þingvellir speelde in de 20e eeuw een belangrijke rol voor de  nationalistische beweging en de onafhankelijkheid werd hier in 1944 uitgeroepen. Het is ook een punt waar de Amerikaanse en de Europese continentale platen elkaar raken. Ze bewegen jaarlijks 3 mm uit elkaar en de valei vloer zakt hier jaarlijks ook enkele mm. Behalve in 1789 toen ten gevolge van een aardbeviThingvellirng de vloer een halve meter omlaag ging. De vallei is mooi, de rivier Öxara stroomt er door het Þingvallavatn meer in. In de kloven die in het dal liggen worden muntjes gegooid. Men kan dan een wens doen. Het bezoekerscentrum heeft een zeer goede interactieve presentatie over de historische en natuurhistorische betekenis van deze plek.

We rijden terug naar de Jeugdherberg. Ik stuur een email naar huis en we gaan  koken. Dit keer een pasta met bolognese saus.

Na het eten drinken we koffie in het restaurant tegenover en kijken we even naar het TV-journaal. Naast het gebruikelijk internationale nieuws zijn er ook IJslandse berichten over de aardappeloogst die is begonnen en een stoplicht op een kruising in Reykjavik dat is uitgevallen. Daarna maken we een avondwandeling langs het Laugarvatn meer. Daaraan liggen ook hete bronnen. Er is zelfs een klein bronnenbadje.

Weer: wisselend bewolkt met zonnige perioden. Max. 19 graden.

 

Donderdag 21 juli 2005

Laugarvatn - Reykjavik: 71 km

Na zelfgefabriekte ontbijt rijden we naar Reykjavik. Daar komen we al rond 10 uur aan. Het appartement bij Room with a View  is natuurlijk nog niet gereed. We lopen de stad in en drinken koffie bij Kaffitar, de Starbucks van IJsland of liever Reykjavik. We Hallgrimmskerk drinken er heerlijke koffie en nog lekkerder taarten. Het meisje van de bediening spreekt Nederlands, omdat ze daar 11 jaar gewoond heeft. We lopen door naar de tourist info waar we even internetten en een Reykjavik Tourist Card kopen (gratis toegang in musea, zwembaden en OV). Daarna rijden we naar het Öskjuhlið. Een soort watertoren met in een grote glazenkoepel een roterend restaurant. Er is ook een (gratis) uitzicht platform vanwaar je heel de stad kunt overzien en bij goed weer zelfs de hele regio. Hierna rijden we  weer naar het hotel, maar daar blijkt ons appartement nog steeds niet ontruimd te zijn. De eigenaar biedt ons een studio aan: 2 nachten voor de prijs van 1. We doen het. Weliswaar geen uitzicht en iets kleiner, maar wel goedkoper en voorhanden. Hierna gaan we naar het cultuurhuis, waar we een tentoonstellingen van oude IJslandse manuscripten bekijken uit de verzameling van Arni Magnusson. Hieronder oude wetsteksten en de Edda. Volgende halte op onze tocht is de Hallgrimmskirkja. Een moderne  kerk van architect Gudjon Samuelson. De bouw begon kort na de oorlog, maar werd pas enkele jaren geleden voltooid omdat het werk door een familiebedrijf van twee mensen werd uitgevoerd. Het gebouw verdeelt de stad tussen hen die het mooi en lelijk vinden. De kerk domineert het stadsbeeld, m.n. door de fallisch uitziende kerktoren. De toren is met een lift te beklimmen. Hiervandaan is er een mooi uitzicht op de stad. De kerk zelf is van binnenUitzicht op centrum Reykjavik heel eenvoudig en strak uitgevoerd. Het orgel is de enige ornament. Voor de kerk staat een beeld van Leif Eriksson de eerste Europeaan in Amerika is geweest rond het jaar 1000 - een geschenk van de VS  in 1930, ter ere van het duizendjarig bestaan van de nederzetting in IJsland.

Vanaf de kerk rijden we naar het Vesturbaejar zwembad. We zwemmen, zitten in de verschillende hottubs en maken gebruik van het stoombad. Ook hier het gebruikelijk douche ritueel.

's avonds eten we bij bar 22. Eenvoudig, maar wel smakelijk. Later op de avond gaan we eerst naar Samtokin 78, het COC van IJsland. Hier is het rustig. Een trendy ingericht barretje met wat oudere heren. Er is ook een uitleenbibliotheek en videotheek. Na elf uur gaan we naar Cozy café aan de Austurstraeti. Hier is het druk en luid. Een gemengd publiek. Na een poosje komt de directeur van de Reykjavik Gay pride directeur bij ons aan tafel zitten. Hij praat honderd uit over de organisatie van het evenement dat begin augustus plaatsvindt.

Na middernacht gaan we terug naar onze studio.

Weer: zonnig, 20 graden max.

 

Vrijdag 22 juli 2005

 

We ontbijten buiten op de patio voor onze studio. Het is heerlijk in de zon. Dan gaan we op weg. Eerst koffie bij Kaffitar. Er is ook een internet hotspot en ik verstuur een e-mail met mijn pocketpc. We lopen verder naar het oudste gebouw van IJsland uit 1752 en Reykjavik daarna naar de haven. Hier liggen een aantal walvisboten al 14 jaar werkloos in de haven. We lopen de stad weer in en komen langs het parlementsgebouw, dat ongebruikelijk eenvoudig is voor zo'n functie. Ernaast staat de lutherse kathedraal, maar we kunnen er niet in vanwege een begrafenis. Iets verder ligt het Tjornin, het meer midden in de stad. In het meer zwemmen zo'n 40 vogelsoorten die echter de paden rond het meer bevuilen. Aan het meer staat ook het moderne gemeentehuis uit 1992. Op de begane grond is er een topografische voorstelling van IJsland, inclusief de hoogte verschillen en ijsmassa's. Heel leuk om te zien waar we allemaal geweest zijn. Dan lopen we door Sodergata naar het Nationaal museum, waar er een zeer moderne tentoonstelling te zien is over de geschiedenis van IJsland. Veel interactieve displays en videopresentaties.

We nemen de bus terug naar het centrum en eten een smørrebrod in een Deens restaurant, Jomfruin, dat hierin gespecialiseerd is. Het wordt gerund door een Deen, die de eerste mannelijke smørrebrod specialist ter wereld is. Lutherse kathedraal

We proberen andermaal de lutherse kathedraal te bezoeken, maar er is weer een begrafenis. Dan rijden we maar naar Hafnarfjordur een voorstadje van Reykjavik. Hier is een kitcherig Viking dorp waar echt viking eten wordt geserveerd. Het stadje stelt niet veel voor. We rijden terug via Höfdi, het pand aan de waterkant waar in 1986 Reagan en Gorbachov op een haar na erin slaagden op alle korte en middellange afstandskernwapens de wereld uit te helpen. Ondanks het mislukken van de top, zette het IJsland toeristisch op de kaart " and they haven't looked back since".

In namiddag genieten we van een drankje op een van de vele terrassen aan het Austurvollurplein. Het is zo'n lekker weer dat de terasssen uitpuilen en ook het gras van het plein vol is met zonnende mensen.

We trekken ons even terug voordat we vanavond in het Lækjarbrekka restaurant gaan eten. Het eten is heerlijk. Ik neem het vismenu, Erik het lamsmenu. De bediening is uiterst correct en de prijzen liegen er ook niet om, maar ja het is ook onze laatste avond in IJsland. Ze hebben ook een Puffin (papegaaiduiker)-menu. Puffin blijkt bij navraag naar lever te smaken en om die reden zien we ervan af.

 

WE gaan vroeg naar bed, want het is morgen weer vroeg dag.

 

zaterdag 23 juli 2005

Reykjavik - Keflavik - Schiphol - Rotterdam

Het was een roerige nacht. Het uitgaansleven in Reykjavik is rumoerig en duurt de gehele nacht voort. Bovendien speelt het zich rond om ons heen af. Ik slaap erg weinig door het geraas en durf geen oordopjes in te doen in angst dat ik de wekker dan niet zal horen. We staan om 3.30 op en gaan rond 4 uur de deur uit. Het uitgaansgedruis is dan nog in volle gang. Mensen staan nog in de rij om bij verschillende uitgaansgelegenheden binnen te komen. Overal staan één of meer uitsmijters bij de deur. We rijden naar Keflavik, de luchthaven, die op 52 km van de hoofdstad ligt. 10 km voor Keflavik mist het enorm, maar bij de luchthaven zelf gelukkig niet. In de vertrekhal is het nog doodstil, er is niemand te bekennen. Om half zes gaan de eerste balies open. Om 7 uur gaan we aan boord van vlucht FI502 van Icelandair en om 7.45 de lucht in. De vlucht gaat verder prima, we zitten bij de nooduitgang, daarover dus geen klagen. Het ontbijt is karig. We landen om 12.45 op Schiphol. We nemen de stoptrein naar Leiden en stappen daar over op de sneltrein die ons tot Rotterdam Blaak brengt. Om kwart voor drie zijn we dan thuis van deze mooie vakantie.

 

Andere Reisverslagen
terug

 

Andere reisverslagen