ZWEDEN

Deel 3

Maandag 15 juni 2009

Östersund - Strömsund: 99km

Na het ontbijt gaan we nog even de stad in om spray te kopen voor mijn wandelschoenen. Ze zijn niet waterdicht meer. We rotstekening (eland) drinken koffie bij de konditorei Wedmark en gaan daarna met de auto op weg naar Strömsund. Dat is niet zo erg ver. Het is ongeveer 100km en we zijn er in bijna anderhalf uur. Onderweg regent helaas weer, maar we krijgen wel een aantal prachtige uitzichten voorgeschoteld. In Strömsund nemen we onze intrek in het Hotel Nordica. Een beetje gedateerd hotel, maar we zijn van alle gemakken voorzien. We lopen het centrum in van dit kleine plaatsje en lunchen in een bakkerszaak die aan de ICA supermarkt is gekoppeld. Daarna gaan we naar het Turistbyrå voor informatie over bezienswaardigheden. Ze zijn wel behulpzaam maar niet erg enthousiasmerend. We krijgen richtingaanwijzingen naar de rotstekeningen bij Fånsjön. We rijden er heen. Het is ruim 10km van Strömsund verwijderd en de weg is grotendeels onverhard. Vanaf de weg moeten we een pad volgen en na 400m zijn we bij de rots. Het laatste stuk gaat over een steiger. De rotstekeningen moeten zo’n 7000 jaar oud zijn en werden meestal op rotsen gemaakt die uit de wind, regen en zon liggen. De meeste afbeeldingen stellen elanden voor. Het meer Fånsjön is schilderachtig mooi. Fångsjön De zon is gaan schijnen en maakt het plaatje compleet.  In de buurt van de rotstekeningen is er ook een elandenval te zien. Een kuil, die werd gebruikt als val voor de grote dieren. Ook deze werden al duizenden jaren voor Christus gebruikt. In 1865 werd het gebruik verboden, toen de eland bijna op uitsterven stond. Toch is het tijdens de hongersnoden aan het begin van de 20e eeuw nog wel toegepast.

We rijden terug naar Strömsund en drinken koffie in een geschenkenwinkel. We drinken wat in de hotelbar en kijken naar de voetbalwedstrijd Brazilië tegen Egypte. Het wordt uiteindelijk moeizaam 4-3 voor de Zuid-Amerikanen.

’s Avonds eten we in het hotel. Het buffet diner is inbegrepen in de kamerprijs. Het is wel aardig, maar niet hoogstaand. Na het eten doen we nog een avondwandeling. In Strömsund is bijzonder weinig te beleven. Er zijn twee eettentjes, waar het assortiment nogal breed is: pizza, kebab, Mexicaans, Zweeds enz. Ook hier het verschijnsel van eindeloos in auto's rondjes rijdende jongelui. Maar ja er is ook niks te doen. De bioscoop in het gemeenschapshuis Folkets Hus (huis van het volk) is tussen eind mei en september gesloten.

We drinken nog wat in het hotel en kijken naar Italië tegen USA, eveneens voor de Confederations Cup.

Weer: ’s ochtends motregen, vanaf 12 uur droog, maar koud. Veel wind. 6 – 7,5 graden.

Dinsdag 16 juni 2009

Strömsund - Gäddede: 134km

Na het ontbijt gaan we op weg richting Gäddede, via de Vildmarksvägen, ofwel de  Wildernisweg. Dit is een parcours via weg 345 naar stora ringsjön Gäddede en dan via de hoogvlakte van het Stekenjokk terug naar Vilhelmina aan de E45. Naar Gäddede is het ongeveer 133 km. Het is op de zeer goed onderhuden weg  zeer rustig. Sporadisch kom je ander verkeer tegen. Halverwege gaan we de hoofdweg af om naar het Stora Ringsjö te rijden. Hier moeten veel beren voorkomen. Maar hoe goed we ook kijken, we komen geen enkele beer tegen. In heel Zweden lopen zo'n 2800 beren in het wild rond. In de gemeente Strömsund alleen al 280. De Hällingsåfallet meesten moeten rond het Stora Ringsjön zitten, maar beren zijn over het algemeen schuw en houden afstand tot mensen. We rijden weer terug en verder  naar de Hällingsåfallet waterval. We rijden lange tijd over een onverharde weg die min of meer parallel loopt aan de 345. De waterval is prachtig. Ze stort 45 meter naar beneden in een smalle canyon. In het opspattende water zien we door de zon een aantal regenbogen. Het is een prachtig gezicht. Druk is het niet. We zijn er vrijwel alleen. We rijden verder naar Gäddede. Hier hebben we gereserveerd bij Hotel Gäddede. Dat ligt prachtig aan de oever van een meer (Kvarnbergvattnet). We nemen gelijk de lunch, die  nu geserveerd wordt. In de middag gaan we nog een stukje rijden. Eerst naar het Murusjoen. Een idyllisch meer op de grens van de Zweden en Noorwegen. De oever ligt in Zweden, het water in Noorwegen. Dan rijden we naar het gehucht Viken. Hier staat de eerste kerk in dit gebied. Ze werd door pioniers gebouwd rond 1793. De kerk is nog steeds in gebruik voor bijzondere gelegenheden als bruiloften, doopfeesten en feestdagen. De zon schijnt en het uitzicht op het meer is prachtig. We rijden terug naar Gäddede en doen wat inkopen en gooien de tank vol. In het hotel nemen we een biertje. De hotel eigenaar blijkt in de 80’er jaren in Rotterdam gewerkt te hebben bij de Zweedse Zeemanskerk. Hij vindt het erg leuk dat we uit Rotterdam komen. We eten daarna in het restaurant van het hotel. Het eten is voortreffelijk. We eten bovendien met een prachtig uitzicht op het meer. 's avonds  ga ik nog een sauna nemen. Het hotel heeft een sauna op het strand van het meer gebouwd. Vanuit de sauna heb je door een groot raam uitzicht over het meer en de bergen. Prachtig. Om af te koelen kun je in het meer springen, maar het hoeft niet, want er zijn ook prima douches.

Weer: zonnig, zo nu en dan een beetje regen. Max. 10 graden

Woensdag 17 juni 2009

Gäddede - Saxnäs: 139km

We ontbijten met wederom het prachtige uitzicht op het Kvarnbergvattnet. We willen nog geld opnemen bij een geldautomaat, maar die is er niet. De dichtstbijzijnde is in Strömsund, 133 km terug! Gelukkig hebben we nog voldoende bij ons, dus geen nood. We vertrekken richting Stekenjokk over de Vildmarksvägen, de Wildernisweg. We rijden langs prachtige meren, zoals het Stora Blåsjön, het blauwe meer. We slaan de weg af bij Ankerede. Na zo’n 10 km rijden komen we bij het dorpje. Het is een kerkdorpje waar al eeuwenlang Samische families samenkomen voor feestdagen. De Samen of Lappen zijn een nomadisch volk dat in het noorden van Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland leeft. Zij woonden hier al eeuwen voordat de Noren en Zweden het noorden van Scandinavië begonnen te koloniseren vanaf de 18e eeuw. Traditioneel leven de Lappen van het hoeden en slachten van rendieren. Aangezien rendieren in de lente en herfst op voedseltrek gaan, hadden ook de Samen een trekkend bestaan. In de 20e eeuw is er meer respect en belangstelling gekomen voor de Samische cultuur en is hun taal erkend als tweede taal, naast de hoofdtaal Zweeds. Nog maar een klein deel van de Samen is afhankelijk van de rendierteelt en bij het hoeden worden naast sneeuwscooters zelfs helicopters ingezet. 

In Ankerede is een 18e eeuwse houten kerk en er staan een 20tal Samische hutten omheen, die nog in gebruik zijn bij hoogtijdagen. Ze zijn nu aangevuld met zomerhuisjes. Deze worden op dit moment nog in gereedheid gebracht voor het zomerseizoen, dat duidelijk nog niet is begonnen. We rijden terug naar de hoofdweg en nemen koffie bij een elandenboerderij. Lekker bakje in de zon, maar wel 8 graden.

Stekenjokk

We rijden verder. De weg klimt hoger en hoger. In de verte zien we de met sneeuw bedekte bergen. De bomen worden kleiner en schaarser. Dan komen we bij een slagboom, die de weg tijdens de wintermaanden (eind oktober tot begin juni) afsluit. Hij is nu open. We Stekenjokk rijden nu het Stekenjokk op, een kale hoogvlakte boven de boomgrens (kalfjället). Hier ligt nog veel eeuwige sneeuw. Niet op de weg gelukkig, die in prima conditie is. De uitzichten zijn prachtig. Bergpieken, bergstroompjes en watervallen en veel sneeuw. We zien ook  nog een groepje rendieren. Het is er behoorlijk koud (tot 5 graden). Na een half uurtje daalt de weg weer en komen we weer in de min of meer bewoonde wereld van het dorpje Klimpfjäll. Hier eten we in het Fjällhotel, een eenvoudige Zweedse lunch (Pytt in panna, een typisch Zweeds gerecht bestaande uit aardappel- en vleesblokjes met gebakken ei) met weer een uitzicht op prachtige bergmeren.

Weer een twaalftal kilometer verder komen we bij Fatmomakke, 7km van de hoofdweg af. Ook dit is een samisch kerkdorp. Hier staan zo’n 80 hutten rond de houten kerk. Al eeuwen is dit een verzamelplek voor Samische families. Eind 18e eeuw kwam hier de Zweedse staatskerk het christendom brengen en kwamen ook de eerste Zweedse pioniers. Er is één hut als modelwoning te bezichtigen. Het is uiterstSamische hut in Fatmomakke eenvoudig ingericht, met een kookplaats/haard in het midden. Takjes om op te zitten en een gat in het dak voor de rook. Er is ook een “Kultrum”, een toonkamer met een tentoonstelling over het Samische leven hier in de omgeving. Eind 19e eeuw kwamen de eerste toeristen. Die moesten er wel wat voor over hebben om hier te komen. Het was 120 km lopen vanuit het dichtstbijzijnde stadje met een weg en treinverbinding, Vilhelmina

We gaan nog 30 km verder en we komen bij ons hotel, de Saxnäsgården in Saxnäs. We zijn in het laagseizoen en dat betekent dat de receptie slechts van 10 tot 14 open is. De keuken is slechts tot 18 uur in bedrijf. Het hotel is ook een wellness resort, maar het boeken van een massage heeft nog wat voeten in aarde, want de masseuse moet helemaal uit Vilhelmina komen en dat ligt ruim 90 km verderop.

Het eten is overigens uitstekend (zalm en rendier) en het uitzicht over het Kultsjö heel mooi. Er is in het gehucht weinig te doen. De huisvlijtwinkel is (beperkt) open. Er is wel een jeugdherberg en een levensmiddelenwinkel met benzinestation en dat was het dan wel.

Weer: zonnig, met wisselende bewolking. Sporadische regen. 6 tot 10 graden.

Andere reisverhalen
terug verder