Zuid - Afrika |
Deel 6 |
|
Stellenbosch - Kaapstad: 45kmWoensdag 11 maart 2004
Na
het ontbijt in d'Ouwe Werf rijden we zonder omwegen naar Kaapstad. We belanden
in de naweeën van de ochtendspits, maar de goede aanwijzingen van onze
aanstaande gastheer brengen ons in no time bij het Cactus Guest
House. Simon is onze gastheer in dit kleine, comfortabele (gay) pension,
gelegen in een relatief rustige en aangename buurt met zicht op de tafelberg. Na ons
geïnstalleerd te hebben, gaan we rond half elf op pad naar de V&A
Waterfront om daar bij het in de Nelson Mandela Gateway gevestigde Robben
Island Museum de
boot naar Robbeneiland te pakken. Er zijn talloze boten naar Robbeneiland, maar
hier vertrekken de enige boten die je daadwerkelijk op het eiland brengen. Dat gaat niet zomaar, want de eerst
beschikbare tour is pas om 14 uur 's middags. We lopen daarom wat rond in het
V&A Waterfront. Het is een toeristisch uitgaansgebied rond de
oorspronkelijke 19e eeuwse havenbekkens Victoria and Alfred basins. Na
een paar decennia van verval is het gebied gerevitaliseerd à la Darling Harbour in
Sydney. Oude Victoriaanse pakhuizen staan nu zij aan zij met namaak Victoriaanse
winkelcentra, theaters en attracties aan de kades rond een werkende
(jacht)haven.
We drinken wat op een terras met goed uitzicht op de haven en de Tafelberg. De
Tafelberg is vandaag bedekt met het tafelkleed (van wolken). We lunchen bij Cafe
Balducci, een upmarket Italiaanse bistro aan de kade. Om twee uur varen we dan
uit naar Robbeneiland. De boottocht duurt een half uur. Vanaf de haven op het
eiland gaan we met een bus verder. Robbeneiland is al in de 17e eeuw door de
Nederlandse VOC in gebruik genomen als ballingsoord voor opstandige inheemse
bewoners van de Kaap en politieke gevangen uit Nederlands Indië en Ceylon. De rondleider is geen ex-gevangene, maar een
onderzoeker en trainer van de gidsen. Hij was in exil tijdens de apartheid. Met
veel kleur en humor vertelt hij over de geschiedenis van het eiland. We rijden
eerst langs de eenzame opsluitingshut voor Robert Subukwe, de oprichter van het
PAC.
Subukwe riep in 1960 op tot verzet tegen de "pasjeswetten". Volgens
deze wetten moesten zwarten altijd een pasje dragen om aan te tonen dat ze in
bepaalde "blanke gebieden" op bepaalde tijdstippen mochten zijn. Het
protest dat volgde leidde tot een massale schietpartij in Sharpeville waar de
politie gericht schoot op een menigte demonstranten en 69 mensen werden gedood.
Subukwe werd zo gevaarlijk gevonden door het bewind, dat hij 9 jaar volledig
gescheiden van de andere gevangenen werd opgesloten en lange tijd geen enkel
contact met andere mensen had. Daarna rijden we langs de begraafplaats van de Leprozen, uit de tijd dat
het eiland een quarantaine voor leprozen was.
De verblijven van het gevangenispersoneel maken nu deel uit van
een conferentieoord. Het uitzicht vanaf het eiland op de stad en de
Tafelberg is prachtig al zal dat voor de gevangenen indertijd weinig
troost
hebben geboden. Op het eiland wonen veel pinguins en een club zeehonden
(Robben). Aan het eind van de rondrit komen we bij de gevangenis, waar
Mandela
en zijn mede leiders van het ANC en PAC hebben gevangen gezeten.
Mandela arriveerde hier in 1963. De barre
omstandigheden van hun langdurige gevangenschap stemmen tot bewondering voor hun
doorzettingsvermogen en verbazing over hun vergevingsgezindheid. Tot 1978 was er
geen bed en geen toilet en moest men elke dag naakt worden gevisiteerd. De
dagbesteding was werk in de limestone groeve. Een nutteloze arbeid, want er was
helemaal geen behoefte aan deze steensoort. De gevangenen liepen wel
oogbeschadingen op ten gevolge van de weerkaatsing van het zonlicht.
Desalnietemin zagen de gevangen kans om te protesteren tegen hun behandeling en
behaalden ze kleine juridische successen met betrekking tot hun omstandigheden.
In de gevangenis onstond een soort universiteit waarbij gevangen elkaar en hun
bewakers academisch onderwijs gaven. Mandela zat 18 jaar van zijn 27 jarige
gevangenschap op Robbeneiland. Op het eiland staan ook een aantal kanonnen die
de Kaap tijdens de tweede wereldoorlog tegen een Duitse of Italiaanse invasie
moesten beschermen. De installaties waren echter pas in 1947 klaar voor gebruik.
Onze gids zegt daarover: "In Europa heeft men horloges, in Afrika heeft men
de tijd". Om 17 uur varen we
weer terug naar het vasteland, vol met indrukken en informatie.
's
avonds eten we bij The Five Flies (inmiddels gesloten), een goed restaurant in het centrum. De ober
heeft er wel een hoog tempo in want in een uur staan we weer buiten.
Weer:
zonnig, rond 25 graden Donderdag 12 maart 2004De tafelberg is vandaag te zien, dus besluiten we naar boven te gaan met de moderne gondels. Boven gekomen is het nogal koud en het zicht wisselend. Regelmatig wordt de stad door mistflarden onzichtbaar, maar dat hoort bij de charme van de berg. We zien ook nog wat klipdassies. Het lijken een soort buitenmaats marmot, maar in werkelijkheid zijn het kleine primitieve hoefdieren.
Dan
maar weer naar beneden, waar we onze auto-oppasser betalen en de auto
terugzetten bij het guesthouse. We lopen de stad in via de Government laan. Een
verkeersvrije laan langs de Kompanjiestuin, het Tuynhuis (presidentieel
verblijf) en het parlement. De Kompanjiestuin was ooit het bestaansrecht voor de
kaapkolonie. Hier teelde de VOC met slavenarbeid groente en fruit om de schepen
naar de Oost te bevoorraden. Het Tuynhuis is het presidentieel verblijf in
Kaapstad. Normaal gesproken verblijft de president in Pretoria, maar aangezien
het parlement in Kaapstad bijeenkomt heeft hij ook hier een
residentie. We lopen een stukje naar de wijk Bo-kaap. Dit is een
kleurrijke buurt waar sinds de afschaffing van de slavernij de afstammelingen
van de VOC slaven wonen. Ook wel kaapmaleiers genoemd, maar slechts een klein
deel komt uit Maleisie. Velen hebben hun wortels in Sri Lanka en Indonesië. We bezoeken het
Bo-Kaapmuseum, dat het verhaal van deze
groep vertelt.
Dan
lunchen we bij Cafe Zanne (heerlijk lunchbuffet) en komen we uit bij het Kasteel
de Goede Hoop. Hier krijgen we een leuke toer in het Afrikaans, door het door de
VOC gebouwde kasteel. Veel aandacht wordt besteed aan de folterkelders en de
gevangenis. Het kasteel heeft nog steeds een militaire rol, aangezien het
regionale miltaire commando van het Zuidafrikaanse leger hier is gevestigd.
We
nemen een taxi terug naar het guesthouse. Om 17 uur gaan we
een cocktail drinken in Manhattan een gay café en restaurant. Later eten we in
Café Paradiso in
de buurt van ons Guesthouse aan de Kloofstraat.
Later
op de avond verkennen we de gay scene en drinken we wat bij
Manhattan's (live
optreden) en Bronx, het zenuwcentrum van de gay scene hier aan de Kaap - en dat
al tien jaar lang.
Weer:
zonnig 24 graden Vrijdag 12 maart 2004
Vandaag
maken we tour over het kaapse schiereiland. We rijden eerst naar Muizenberg, de
eerste badplaats die je tegenkomt aan de False
Bay, komende uit Kaapstad. De
False Bay ligt aan de zijde van de Indische Oceaan. Het water is hier warmer dan
aan de Atlantische zijde, maar er is meer wind. Muizenberg is per trein
bereikbaar, maar is de afgelopen decennia wat in het slop geraakt. We drinken hier
koffie aan een verlaten strand en rijden verder. We maken een foto van het mooie
station van Muizenberg en tuffen door naar St James. Hier zien we een aantal
schilderachtig gekleurde badhuisjes aan het strand, waar families met kinderen
gebruik van maken.
Het
volgende plaatsje van betekenis is Simon's town. Hier ligt een marinewerf en
zijn een aantal stranden. Het is een drukke badplaats met veel
toeristenwinkeltjes. De reden waarom wij hier stoppen is Boulder Beach, waar een
flinke kolonie Afrikaanse pinguins huist. Vanwege hun balkende lokroep ook wel
Jack-ass (ezel) penguins genoemd. Het strand maakt deel uit van het Cape
Peninsula National Park (met entree).
Het strand is m.b.v. boardwalks toegankelijk gemaakt en we kunnen de
pinguins van heel dichtbij zien. Velen van hen zitten te broeden, maar storen
zich niet aan de menselijke belangstelling. De pinguins zijn beschermd,
aangezien hun aantallen de laatste honderd jaar met 90% zijn afgenomen door
ei-stropers en de winning van quango?
Na
Simon's town zetten we koers naar het Cape Point nationaal park. Dit wordt gevormd
door de laatste 20 km van het schiereiland. Hier groeit veel fijnbos op de
heuvels en naar verluidt moeten hier veel zebra's en antilopensoorten zijn, maar
wij zien ze niet. Bij de Kaap de Goede Hoop, het zuidelijkste puntje van Afrika,
aangekomen moeten we nog een eindje klimmen naar
het uitzichtpunt, al hadden we ook de kabeltrein kunnen nemen. Het waait hier
enorm, maar het is wel een mooi uitzicht op zee en op het schiereiland, met zijn
wilde kust - zowel aan de Atlantische als de Indische zijde.
Erik wordt aangesproken door een toerist uit Zambia, die om een praatje
verlegen zit. Zo word je wel vaker in Zuid Afrika aangesproken.
We
rijden langs de Atlantische Zijde terug en eten in Scarborough bij het Camel
restaurant (matig). Bij Noordhoek begint de Chapman's Peak Drive. Een
spectaculaire weg langs de bergen en klippen van Chapman's peak. Volgens onze
Rough Guide de mooiste Drive ter wereld, maar dat is discutabel. Het is wel erg
mooi, met mooie uitzichten en overhangende rotspartijen. Aan de noordzijde zijn
tolpoortjes (R20).
We
volgen de westkust langs Hout Bay (drukke badplaats), Llandudno (minder druk)
naar Camps Bay. Hier beginnen de badplaatsen die voorsteden van Kaapstad zijn.
Een soort Scheveningen in het groot. Rond 16 uur zijn we terug in Kaapstad.
's
avonds drinken we een aperitiefje bij Manhattan's, waarna we gaan eten bij 0932
(gesloten)
een Belgisch Restaurant in Green Point. Op zich wel een trendy ding, maar we
hadden ons er meer van voorgesteld. Het eten is goed, maar de open gevel grenst
aan een zeer drukke verkeersweg.
Later
op de avond gaan we nog naar de M-bar & Lounge @
Metropole (het hotel heet nu Grand Daddy). Hypertrendy
lounge. Alles in het rood en een publiek dat graag gezien wil worden met een
cocktail in de hand. Zelfs het toilet is een bezienswaardigheid. We
sluiten de avond wat simpeler af bij de vertrouwde Bronx, waar het weer een
drukte van belang is.
Weer:
Zonnig, 26 graden Zaterdag 13 maart & Zondag 14 maart 2004We doen 's ochtends langzaam aan. We pakken onze koffers en maken ons klaar voor een dagje aan het strand. We drinken koffie in de buurt en rijden dan naar Llandudno aan de Atlantische kust. Van hier rijden we door naar Sandy Bay. We parkeren op het parkeerterrein en lopen nog een 15 minuten door de duinen naar het naaktstrand. Het is er om 10.30 nog erg rustig, maar in de loop van de ochtend komen de mannen aangestroomd uit de stad. Het is er zonnig en warm, maar er staat ook een stevige bries, zodat er draaglijk blijft. Het water is helaas steenkoud en daarom niet geschikt om in te zwemmen. Rond 14 uur rijden we weer naar de stad. We lunchen bij Tank in het Cape Quarter. Dit is een binnenplein in de wijk Waterkant met een tiental trendy restaurantjes. Tank specialiseert in sushi en krokodillen. Wij genieten van een collectie sushi en sashimi en een lekkere kaapse Riesling. Daarna zitten we nog wat op het terras van Manhattan's voor we naar het guesthouse gaan om te douchen en om te kleden. Om half zes nemen we afscheid van Simon en Cactus House en gaan we naar het vliegveld dat maar op 20 minuten rijden van het centrum ligt. We hebben wat moeite om te begrijpen hoe we de auto hier moeten inleveren. Het blijkt dat je 'm ongezien kunt parkeren op het inleverterrein en de sleutel in de terminal kunt inleveren. En wij maar zoeken naar personeel dat de auto in ontvangst wil nemen...
We
checken in en eten en shoppen nog wat voor dat om 19.45 het 'boarden' begint. We
vertrekken op tijd om 20.35 voor een lange vlucht naar Londen. In Londen hebben
we een uur om over te stappen op terminal 4. Dat gaat dus lekker vlot en op
Schiphol blijkt dat onze koffers dit tempo ook hebben kunnen bijbenen. We hebben
de trein om 11.16 en even na 12 uur zitten we alweer thuis op de bank. Moe, maar
voldaan en vol goede herinneringen.
Weer:
In
Kaapstad: zonnig 30 graden. In
Rotterdam: bewolkt 12 graden
|