![]() |
|
deel 2 |
LONDEN |
We nemen de Underground en bewegen ons door de
zeer drukke ochtendspits naar Faringdon Station. Het is zo nu en dan
proppen in de metro, maar de reis is niet zo erg lang. Bij Faringdon
hebben we afsgesproken met David
Thompson. Hij is een gediplomeerde (Blue Badge) gids, die ons
vandaag zal rondleiden door Clerkenwell en Hoxton.
Clerkenwell ligt ten noorden van de City of London en werd eerst
bevolkt door Hugenoten in de 17e eeuw na de grote brand die het
gesloten gildensysteem van de City wilden ontlopen. In die tijd werd
ook de Well (bron) ontdekt werd Clerkenwell een tijdje een badplaats.
In de 19e eeuw streken hier met name Ierse en Italiaanse immigranten
neer en verdrievoudigde de bevolking. Het werd een achterbuurt, die in
de Victoriaanse tijd weer werd gesaneerd. Er bleven echter delen met
woningbouw behouden. Tegenwoordig trekt de wijk creatieve types en is
er een levendig pub en restaurant cultuur. De traditionele ambachten
van de buurt (horlogemaken, smeden, drukken, juwelier) zijn hier en
daar behouden, maar nieuwe activiteiten spelen zich in de media,
design meubelen en op het culinaire vlak af.
Vanaf het metrostation lopen we eerst naar de
Clerk's Well, waar de wijk naar genoemd is. De bron werd in de 17e
eeuw ontdekt en maakte van Clerkenwell en badplaats gedurende een
eeuw. Sinds kort is de plaats van de bron gemarkeerd in een gevel en
kunnen we door een raam in een donkere put kijken. Schuin tegenover
staat (nog even) het redactiegebouw van de kwaliteitskrant The
Guardian. We lopen verder richting de
St James kerk. Deze staat op het terrein van een voormalig
benedictijner klooster, dat in de tijd van koning Hendrik VIII werd
ontruimd. De kerk is een opvolger van de oorspronkelijke kloosterkerk.
De kerk is eigenlijk gesloten, maar voor David gaan alle deuren open.
De kerk is zeer sober ingericht en beschikt over een tweede ring op
een balkon. De buurt heeft een radicaal verleden.
Een paar straten verder is in 1900 de Labour Party opgericht en de
Communistische partij had hier lange tijd haar hoofdkwartier en drukte
hier haar krant de Daily Worker. We lopen door en komen
op de Clerkenwell Green. Dit was ooit de bakermat van radicaal
Londen en het centrale punt voor demonstraties en rellen, zoals de
Clerkenwell riot van 1832, waarbij een agent van de pas opgerichte
politie werd doodgestoken. In 1890 vertrok hier de eerste 1-mei
optocht. Op nr. 37 staat de Marx
Memorial Library, opgericht in 1933 als reactie op de
boekverbrandingen in Duitsland. In dit gebouw was van 1872 de radicale
London Patriotic Society gevestigd. Lenin redigeerde hier van
1901 tot 1903 het bolsjewistische blad Iskra. Via een omweg
langs mooie terraced huizen en komen we terug bij de Clerkenwell Road,
die we oversteken naar de St
John
Gate. Deze poort is het meest zichtbare restant van de
Priorij van de Orde van St John van Jeruzalem. De Hospitaalridders van
deze orde beschermden samen met de Tempelridders het heilige land in
de tijd van de kruistochten in de Middeleeuwen. Na de reformatie
vertrokken de ridders in 1540 naar Malta. In het poortgebouw is nu een
museum gewijd aan de geschiedenis van de orde. In 1877 werd de St John
ambulancedienst opgericht, een vrijwillige eerste hulp dienst, die nog
steeds bestaat.
Iets verderop naar het zuidoosten ligt Charterhouse,
opgericht in 1371 als karthuizerklooster. De kostschool waar de
stichting het meest bekend van is in 1872 naar Surrey verhuisd, maar
hier worden nog steeds ruim 40 oude mannen verzorgd, die zichzelf
"Brothers" noemen. Het poortgebouw aan Charterhouse Square is nog in
haar Middeleeuwse staat behouden. Na de ontbinding van de
kloosterorden door Hendrik VIII
is Charterhouse herbouwd als landhuis in Tudorstijl. Aan hetzelfde
plein staat Florin Court een Art Deco appartementen complex uit 1936.
Het gebouw is gebruikt als het fictieve huis van Hercule Poirot in de
tv-serie. We lopen via Charterhouse Street naar de Smithfield Meat
Market. Het huidige gebouw stamt uit 1868 en is ontworpen door
Horace Jones, die ook de Tower Bridge ontwierp. Hier wordt nog steeds
de grote vleesmarkt voor Londen gehouden. Om dat te zien hadden we wel
wat vroeger op moeten staan, want de meeste actie begint om 4 uur en
eindigt rond een uur of negen. Op de vroege ochtend zijn de kroegen in
deze buurt met speciale toestemming geopend. Op deze plaats vonden
ooit executies plaats, zoals die van de Schotse held William Wallace
in 1305 en onder koningin Bloody Mary werden hier veel protestanten op
de brandstapel gegooid. In de gevel van het St
Bartholomews hospital aan de andere kant van de vleesmarkt zijn
gedenktekens hiervoor. Bij die voor Wallace staan Schotse vlaggetjes
en bloemenkransen. Het ziekenhuis - het oudste van Londen- door
de Londeners Barts genoemd, begon ooit als gasthuis in 1123. Het werd
door Hendrik VIII gesloten, maar in 1546 kort voor zijn dood weer
geopend. Zijn beeltenis staat in de gevel van het poortgebouw, alsof
hij het zelf heeft opgericht. We lopen om het ziekenhuis heen en komen
bij Postman Park. Naast het "door de weekse" kerkje van St
Botolp-without-Aldergate is in 1900 door schilder en beeldhouwer
George Frederick Watts een monument gemaakt voor "alledaagse helden".
Via Little Britain komen we bij St
Bartholomew-the-Great, Londen's oudste en meest
karakteristieke parochiekerk. De kerk is beroemd als decor in films
als Shakespeare in Love (1998) en Four Weddings and
Funeral (1994). Hier zou Charles (Hugh Grant) gaan trouwen
met "Duckface" (Kristin Scott Thomas). We benaderen de kerk door een
poortgebouw in Tudor stijl
vanaf Little Britain. De poort werd herontdekt na een Zeppelin
bombardement in 1916, tijdens de eerste wereldoorlog. De kerk werd na
de reformatie sterk verwaarloosd en voor van alles en nog wat
gebruikt. De Mariakapel werd een drukkerij, waar zelfs Benjamin
Franklin een paar jaar werkte voor hij naar Amerika emigreerde. Vanaf
1887 werd wat er van de kerk over was gerestaureerd, waarbij een
zijbeuk van de oude kerk tot hoofdschip werd veranderd. Om de hoek in
Cloth Fair staat het voormalig woonhuis van Sir John Betjeman
(1906-84), de voormalige hofdichter.
We lopen door naar de Barbican, het enige
wooncomplex in de City of London uit 1970. Het is een nogal grimmig
uitziend wooncomplex verbonden door een wirwar van bovenstraten en
gemarkeerd door vier grote woontorens. Opvallend genoeg is het complex
ondanks de vele gangen en bruggen niet ten prooi gevallen aan
verpaupering en sociale onveiligheid. Sterker nog, het is een zeer
upmarket woongebied en de bewoners maken er wat van door de boel op te
fleuren met bloembakken. De Noord-Ierse voetballer George Best woonde
hier ooit en vergeleek het met Colditz, maar die zei zoveel en was
zelden nuchter. De locatie is het in de oorlog zwaar gebombardeerde
Cripplegate en het enige restant uit het verleden is de vroege
Tudor-stijl St
Giles-without-Cripplegate kerk. Hier trouwde Oliver
Cromwell in 1620. De kerk ligt tussen kunstmatige meertjes en
tegenover het Barbican
Art
Centre. Dat is onder andere de thuisbasis voor het London
Symphony
Orchestra en herbergt ook nog twee theaters, drie filmhuis
bioscopen, een daktuin, een bibliotheek, een tentoonstellingsruimte en
de Guildhall School of Music and
Drama.
We verlaten de Barbican via Silk Street en lopen
noordwaarts door Bunhill Row tot Bunhill Fields. Ooit een dump voor
slachtoffers van de pest werd het later een begraafplaats voor
nonconformisten, Christenen die niet tot de Engelse Kerk behoorden.
Beroemdste doden hier zijn de dichter William Blake en de schrijver
Daniel Dafoe (van Robinsoe Crusoe). We komen nu in de wijk Hoxton. Aan
de andere kant van de Fields staat Wesley's
Chapel and House. Het is het brandpunt voor de Methodisten
uit de hele wereld. Hier begon John Wesley met zijn kerkgenootschap in
een gieterij naast het huidige gebouw. In 1738 werd Wesley uit de
Anglicaanse kerk gegooid en kreeg nog veel last van de overheid. Bij
zijn dood in 1791 liet hij een beweging na met 350 kerken en meer dan
130.000 volgelingen. De kapel is ontworpen door George Dance in 1778.
In 1951 trouwde hier ene Margareth Hilda Roberts met de gescheiden
Dennis Thatcher. Via Leonard Street en Paul Street komen we langs Expectations,
de grootste en van oudsher in Londen bekende Men Leather en Rubber
winkel met een groot aanbod aan kleding, speeltjes en accessoires. We
slaan Charlotte Road in en komen in een wirwar van smalle straatjes
met pubs en restaurantjes. We steken Old Street over en lopen naar
Hoxton Square de basis van het nieuwe karakter van de wijk als centrum
voor moderne kunst. Meest opvallend is de White
Cube Gallery, die wordt gezien als een
mini Tate Gallery, vanwege de vorm, maar ook omdat hier dezelfde
kunstenaars worden getoond. We nemen hier afscheid van onze gids David
en gaan eten in Shish
een tent die de middenoosterse door fusie met andere cuisines naar
nieuwe hoogten wil brengen. Dat lukt wel aardig.
Na de lunch nemen we de metro terug naar het
B&B. We nemen even pauze en gaan rond 3 uur weer op pad. We nemen
de metro naar Blackfriars. Dan lopen we een stukje westwaards tot de
Millennium Bridge. Het is de eerste voetgangersbrug over de
Thames en de eerste nieuwe brug die in honderd jaar over de rivier
gelegd werd. Het ontwerp van beeldhouwer Caro en architect Foster had
een lastige start na de opening in 2000. Hij werd voor onbepaalde tijd
gesloten omdat de brug nogal wiebelde. Dat is nu opgelost en de brug
is een prachtige entree voor de Tate
Modern, het museum voor moderne kunst op de zuidoever van
de Thames. Als je halverwege omdraait heb je een prachtig uitzicht op
de St Paul's kathedraal. En verder op ook op de hoogbouw van de City
met het
karakteristieke kantoorgebouw van Swiss Re, ook wel de
Gherkin of augurk genoemd. Het Tate Modern is gevestigd in
een voormalige electriciteitscentrale. We komen binnen via de
oostingang en staan dan in de enorme turbine hal, nogal leeg is
gelaten. Het museum heeft zeven etages en is gratis toegankelijk, met
uitzondering van de bijzondere tentoonstellingen. Wij bezoeken de
tentoonstellingen die uit de vaste collectie zijn samengesteld. Die
collectie wordt regelmatig door elkaar gehusseld en volgens thema's
gepresenteerd. Men houdt zich niet aan perioden of stijlen, maar gaat
heel eigenwijs thematisch te werk. De meeste grote namen van de
moderne kunst zijn er te zien, zoals Monet (waterlelies), Rothko
(Seagram Murals), Miró, Margritte, Picasso, Mondriaan, Joseph Beuys,
Giacometti, Francis Bacon, Hockney etc. Na anderhalf uur door de zalen
struinen nemen we de metro vanaf Southwark (behoorlijk eind
lopen) naar Soho, waar we een biertje drinken in de Loft, een
rustige gay bar in Rupert Street. Daarna eten we in Balans
in Compton Street. Behoorlijk eten in drukke trendy zaak en leuke
obers. Na het eten nemen we nog een drankje in The
Village, waar het een stuk rustiger is dan afgelopen
zaterdag.
Weer: zonnig en koud: 6 graden. Eind van de dag wat motregen.
We drinken weer koffie op de hoek bij La
Bottega met de knappe ober, die zich vandaag helaas weinig laat
zien. We nemen de metro naar Westminster. We steken de brug over naar
de zuidoever waar we aan een wandeling langs de Thames beginnen over
het Thames Path. Dit
is een bewegwijzerde route van Oxford tot de monding van de rivier. We
lopen stroomopwaarts richting Putney. We lopen over het brede
wandelpad langs de oever en hebben prachtig uitzicht op het
Palace of Westminster, waar de kamers van het Britse parlement
vergaderen. Het ligt er prachtig bij op deze zonnige, maar koude
ochtend. Na een tijdje komen we langs Lambeth Palace, de
zetel van de
aartsbisschop van Canterbury, de geestelijk leider van de
Engelse kerk en de Anglicaanse beweging. De koningin is, als
verdediger van het geloof, hoofd van de kerk. De aartsbisschop heeft
hier zijn Londense residentie sinds sinds 1197. Het paleis met de
Tudor style ingangspoort is op afspraak te bezoeken. Aan de overkant
staat het nogal anonieme gebouw van MI5,
de binnenlandse veiligheidsdienst van Groot Brittannië.
Verder lopend zien we aan onze linkerhand het kantoor van de
International Maritime Organisation (IMO) een VN organisatie die over
scheepvaartzaken gaat. In de gevel is een scheepsboeg verwerkt. We
komen na een tijdje bij de Vauxhall Bridge. Aan de linkerhand op de
zuidoever bij de brug staat het nogal robuuste gebouw van MI6,
of de Secret Intelligence Service (SIS) de buitenlandse
inlichtingendienst van Groot Brittannië. De "thuisbasis" van
James Bond. Verder lopend komen we bij de Vauxhall Bridge uit 1906,
die uitgedost is met beelden van vrouwenfiguren op de pilaren die de
brug dragen. Deze symboliseren kunst en wetenschappen. Ze zijn
gemaakt door
Pomeroy (stroomopwaarts) en Drury (stroomafwaarts). We komen langs
mooie appartementencomplexen, zoals Gabriel Wharf, die deels nog in
aanbouw zijn. Na Vauxhall Bridge moeten we even van de oevers van de
rivier afwijken, maar snel kunnen we die weer volgen. In de
verte komt Battersea
Power
Station in beeld. De electriciteitscentrale werd in 1933
in dienst genomen en vijftig jaar later stilgelegd. Er zijn plannen
voor herontwikkeling, maar daar is nog weinig van te zien. We raken na
een rondje rond een soort van jachthaven in een industriegebied
verzeild, waar we met bordjes die het Thames pad markeren weer uit
worden geleid. We komen in Battersea. We passeren het Battersea
Dogs Home, dat hier sinds 1871 is gevestigd. We drinken koffie
in een Italiaans koffiezaakje. Battersea is een overloop gebied aan
het worden voor mensen die Chelsea, aan de overzijde van de rivier, te
duur vinden worden. Van oudsher was Battersea een arbeiderswijk, maar
dat verandert dus snel. Het was de eerste gemeente met een zwarte
burgemeester in 1913 en koos in de jaren 20 een Indiër als
parlementslid voor Labour en later de communisten. We lopen verder en
komen in Battersea
Park. Het park werd in 1853 geopend als het tweede
niet-koninklijke openbare park in Londen en bood de arbeiders de
mogelijkheid om te recreëren. In het park is een meer en er staat in
Vredespagode, die hier in 1985 door de Japanse gemeenschap is
neergezet. Het begint te regenen en we besluiten de wandeling af te
breken.
We steken de mooie, maar smalle Albert Bridge over
naar Chelsea en nemen daar de bus naar Victoria Station. Vandaar nemen
we de metro naar Tottenham Court Road. We lunchen wat in de buurt van
het metrostation en lopen daarna verder naar het British
Museum. Het British Museum is een van de grootste en
indrukwekkendste musea ter wereld. De verzameling Griekse en
Egyptische oudheden is zonder weerga. De oorsprong ligt in een
collectie van 80.000 stukken van ene Hans Sloane, een arts uit
Chelsea, die ze in 1753 aan Koning George II naliet in ruil voor
£20.000. De koning kon niet betalen, en dus kocht de onwillige
regering de collectie en bracht het onder in een gebouw dat
gefinancierd was door de opbrengsten van een loterij. Het museum begon
daarna antiquiteiten te vergaren op een wijze dat het de grootste
heler ter wereld maakte. De Griekse beeldhouwerken die Elgin uit
Athene meepikte zijn zeer beroemd en de overwinning op Napoleon gaf
toegang tot de schatten die de Fransen in Egypte hadden geplunderd.
Ook de eigen archeologen konden er wat van en stroopten archeologische
vindplaatsen in de hele wereld af. Het gebouw is schitterend en biedt
bijna 4 kilometer aan zaal ruimte. Het is een
neoklassiek werk van Robert Smirke. Nadat de British Libary in de
jaren 90 was verhuisd kreeg de binnenhof een nieuw dak ontworpen door
Norman Foster. In het midden staat sinds 1850 de Leeszaal, waar Karl
Marx Das Kapital bij elkaar gepend heeft. Wij beperken ons tot de
hoogtepunten. We stevenen meteen op zaal 18 af met de Elgin
Marbles. Lord Elgin nam de friezen in 1801 mee van het Parthenon
in Athene nadat hij een wat vage afspraak had gemaakt met de lokale
Turkse bevelhebber. Misschien maar goed ook, want de Turken gingen
niet erg zuinig om met het Griekse erfgoed. Zo gebruikten zij het
Parthenon als kruithuis met desastreuze gevolgen. Elgin zette de
reliefs in een schuurtje achter zijn huis bij Pall Mall tot hij ze aan
de regering moest verkopen om een belastingschuld van £35.000 af te
lossen. De regering gaf ze aan het BM. De opstelling is prachtig en de
beelden, hoewel niet allemaal even gaaf, zijn indrukwekkend.
Daarna wenden wij de steven naar de Egyptische
afdeling voor de Rosetta steen. Deze steen werd door Napoleons
troepen in Egypte
ontdekt in 1799. Er staat een tekst in hiëroglyfen op met een
vertaling in het Grieks en in het oud Egyptisch. De steen gaf de
sleutel tot de ontcijfering van de hiëroglyfen, waarvan men tot dan
toe dacht dat het een soort stripverhaal was. De Fransman Champollion
ontcijferde uiteindelijk de hiëroglyfen. Dan is het tijd voor de
mummies. Op de eerste etage heeft het BM een verzameling mummies
die elke andere doet verbleken. Naast mensen liggen er ook
gemummificeerde dieren zoals apen, katten en krokodillen. Er zijn
prachtige beschilderde sarcofagen te zien. Vervolgens willen we naar
de Lewis chessmen, waarvan we al een aantal vorig jaar in
Edinburgh hebben gezien, maar de zaal is in verbouwing. De
schaakstukken zijn van Noorse origine en werden op het eiland Lewis in
de Hebriden bij Schotland ontdekt. We genieten nogmaals van het
prachtige binnenplein en gaan dan weer naar buiten. We gaan met de
metro terug naar het B&B.
We nemen later de metro naar Charing Cross. We drinken wat in Kudos bar. Daarna wandelen we naar restaurant Mon Plaisir in Monmouth Street voor een pre-theatre dinner. Het is een klein Frans bistrootje, waar we zonder reservering - met enig geluk - terecht kunnen. De zaak - naar verluidt het oudste Franse restaurant in Londen - is helemaal versierd met Franse memorabilia. Het theater diner wordt vlot geserveerd en is voordelig. Daarna lopen we naar het Lyceum theatre in Wellington Street op de hoek met Strand. Hier gaan we de musical The Lion King zien. Het Lyceum is een klassiek Engels theater, maar het publiek is en gedraagt zich nogal volks. Velen hebben een complete picnic meegenomen en rustig zijn ze ook niet. De show is goed en professioneel uitgevoerd, hoewel een enkeling niet zo'n volle stem heeft. Voor het spelen van dieren door mensen heeft men vaak heel originele oplossingen gevonden. De musical volgt redelijk trouw de verhaallijn van de Disney tekenfilm. Na de voorstelling gaan we meteen terug naar de B&B.
Weer: zonnige start, maar rond 12 uur regen. 's middags weer droog. 4-6 graden
Na het ontbijt en de koffie nemen we de bus naar
Hyde Park Corner en lopen een stuk door het park. Er is
een kerstkermis neergezet en de nep Duitse uitstraling druipt eraf. Er
is nog bijna niemand, het is nog erg vroeg en rond het vriespunt. We
lopen
een stukje langs het Serpentine meer, dat in 1730 is ontstaan door het
afdammen van een zijrivier van de Thames. Hier staat een theehuis en
zijn roeiboten te huur. We lopen verder langs de New Ride en
komen langs de Hyde Park Barracks, de thuisbasis van Household
Cavalry
Mounted Regiment. Een groep soldaten komt net in vol ornaat naar
buiten om de bus te pakken. Vandaag wordt de troonrede voorgelezen. En
deze bereden eretroepen spelen zeker een rol in de ceremonie.
We lopen naar
Harrods op Knightsbridge. De biotoop voor de welgestelde
beroepswinkelaars. Elke keer is dit warenhuis weer verbluffend. Het
aanbod is overweldigend. Met 18.000m² winkeloppervlak en 330
afdelingen is het zonder gelijke in de wereld. De nr 2 in Londen,
Selfridges, heeft maar 1/3 van het oppervlak. Harrod's werd in 1834
opgericht in het East End door Charles Henry Harrod als een
groothandel in grutterswaren, gespecialiseerd in thee. Om te kunnen
profiteren van de wereldtentoonstelling in Hyde Park - en het arme
oosten van de stad te ontvluchten - verhuisde Harrod in 1851
naar Knightsbridge naar de plek van de huidige winkel. In 1898
installeerde Harrod's de eerste roltrap in de wereld. Het huidige
gebouw is in 1905 voltooid naar een ontwerp van Charles William
Stephens. Natuurlijk kun je veel zaken op andere plekken
veel goedkoper krijgen, maar dan krijg je niet het felbegeerde groene
draagtasje erbij. Sommige afdelingen zijn echter een lust voor het
oog. Zowel architectonisch als qua aanbod. Vooral de Food Hall
is onovertroffen met haar prachtige tegelwerk en verleidelijke
oestertoonbank. We kopen wat bonbons en Harrod’s special blend
coffee. Vers voor ons gemalen. “How are you going to prepare
it?” luidt de vakkundige vraag. Filter is het antwoord. "Then I will
grind it for filter". Op weg naar de herenmode komen we langs het
wassenbeeld van Mohammed
Al Fayed, de Egyptische steenrijke eigenaar van dit Britse
icoon… en de bijna schoonvader van Princess Diana. Voor Dodi en Di is
een herdenkingsfontein ingericht. De afdeling herenmode is wel
wat behoudend, om niet te zeggen conservatief. Ook de keuken en
serviezen zijn van de degelijkheid, met hier en daar wat moderne
ontwerpen. Het Egyptische trappenhuis een bezienswaardigheid op zich.
Het brengt ons naar de Luxury Washrooms op de eerste etage,
waar je na de boodschap je zelf geheel gratis kunt besproeien
met een keur aan fijne parfums en eaux de toilette.
We gaan verder en lopen Knightsbridge af naar concurrent Harvey Nichols bij het metrostation. Harvey is een stuk kleiner, zwelgt minder in het oude wereld prestige, maar is zelfs nog iets duurder en een stuk progressiever in het modebeeld. Harvey Nicks trekt ook een jonger, trendier publiek. Ook hier is alles goed verzorgd op de heren- en damesafdeling en op de food afdeling. Het Fifth floor restaurant hebben we al eens mogen smaken in hun filialen in Leeds en Edinburgh. Ik koop een gebreide muts van Y3, het trendy merk van adidas. Benjamin Harvey begon 1813 een linnenwinkel op de hoek van Knightsbridge en Sloane Street. Hij liet de winkel na aan zijn dochter op voorwaarde dat ze in zee ging met Kolonel Nichols, die in oriëntaalse tapijten, zijde en luxe goederen handelde. De huidige winkel werd rond 1880 geopend en in 1932 uitgebreid. De winkelketen (met sinds 1996 filialen in grote steden in Groot Brittannië, Dublin, Ryad, Dubai en Istanbul) is sinds 2003 in handen van Dickson Poon, een zakenman uit Hongkong.
We nemen weer de bus terug naar Victoria, halen de koffer op bij het B&B en gaan lunchen bij Pret-a-Manger, een verantwoorde fast food, die je bijna overal in Londen ziet (net als concurrent EAT.). Sandwiches en wraps en gezonde sapjes is hun specialiteit. We nemen daarna de metro richting London City Airport. Eerst nemen we de Circle Line naar Westminster, waar we overstappen op de Jubilee Line naar Canning Town. Daar pakken we de verkeerde (onbemande) trein van de Docklands Light Railway (DLR) en komen daar na vier haltes pas achter. Weer terug en dan de goede naar het vliegveld. We droppen de koffer (we zijn al ingecheckt) en gaan door de security check. We hangen nog een klein uurtje en gaan dan aan boord van de Fokker 50 naar Rotterdam. 50 minuten later zijn we in Rotterdam en een half uur later thuis.
![]() |
Andere reisverslagen | |
terug |