South West USA | Deel 4 |
Na het ontbijt drinken we koffie bij Pablo Coffee en daarna rijden we naar Colorado Springs. Het is een kort ritje. In ruim een uur zijn we er. De receptioniste in het Hyatt House hotel is nogal druk. De kamer is nog niet klaar. We kunnen om 12 bellen om te vragen of we terecht kunnen. Het hotel staat in een buitenwijk van Colorado Springs, niet ver van de Airforce Academy. In de buurt zijn veel trainingsfaciliteiten voor Amerikaanse sporters. Doordat Colorado Springs op grote hoogte ligt (1.839m) en goede faciliteiten heeft is het perfect voor hoogte stages. Het Amerikaans Olympisch Committee heeft hier ook een sportcentrum. Op advies van de receptioniste Christiane rijden we naar Old Colorado City. Dat is een historische buurt van Colorado Springs. Colorado Town werd in 1859 gesticht tijdens de Colorado Gold Rush en was zelfs 5 dagen lang de hoofdstad van Colorado Territory. Er is nu een straatfestival ter gelegenheid.van Memorial Day. Op die dag (of eigenlijk het weekend van) de 3e maandag in mei worden de oorlogsdoden herdacht. De maandag is een voor velen één van de weinige vrije dagen in het jaar. Het is er druk en de attractie zijn nogal lawaaiig. We zijn er snel weer weg. Dan maar de Garden of the Gods. Dat is een klein natuurgebied, dat door een legaat in beheer gekomen is bij de gemeente. Het is hier ook ontzettend druk. Er staat een file het park in. Het bezoekerscentrum is ook overvol. Bovendien begint het te hagelen. We bellen naar het hotel of de kamer beschikbaar is. En ja dat is het geval. Erik gaat wat te eten halen en we lunchen op onze zeer ruime kamer. Er is zelfs een keukentje een zitgedeelte en een eettafel.
Na de lunch
besluiten we naar Pike’s Peak
te gaan. De
weersverwachtingen zijn wisselend. We rijden met zon weg, maar al gauw gaat
het regenen. Bij de ingang van de weg naar de top wordt ons gewaarschuwd
voor het slechte weer. De man bij de balie adviseert niet verder te rijden
dan het stuwmeer. Daar aangekomen waait het hard en sneeuwt het. We willen
weer terug, maar bedenken ons. We wachten even beter weer af en meteen
breekt de zon door. We rijden verder richting de top en het weer wordt
steeds beter. We komen boven de sneeuwgrens en de omgeving wordt prachtig
mooi. We kunnen niet helemaal naar de top op ruim 4.700m, maar toch wordt
ons doorzettingsvermogen beloond met mooie vergezichten.
We rijden weer terug
naar het hotel. ’s Avonds eten we bij een Mexicaans restaurant in de buurt.
Weer: regen, hagel
en sneeuw, maar ook zonnige perioden. Rond 12° maar op de berg rond het
vriespunt.
Het ontbijt is prima en met veel opties. Starbucks koffie is verkrijgbaar. We rijden daarna in Zuidelijke richting verder over de I-25. Bij Walsemburg gaan we de snelweg af en rijden via highways naar Great Sand Dunes national Park & Preserve. Dit is een bijzonder National Park. Tegen de achtergrond van de Rocky Mountains liggen een aantal enorme zandduinen, die in Marokko niet zouden misstaan. Dit zand is door de wind vanuit de droogvallende rivierbedding van de Rio Grande hierheen geblazen, tot het niet verder meer kon. De duinen worden omgeven door Wetlands en groeien nog steeds aan en zijn tot wel 200 meter hoog. Het is er wel erg koud en er staat een straffe wind. De meeste bezoekers steken met blote voeten de Medano kreek over naar de Duinen en klimmen daar naar boven. Wij niet.
We rijden terug, eten in een eenvoudig wegrestaurantje en vervolgen onze reis naar New Mexico. Rond 14.15 komen we in Taos aan. Het is hier een drukte van belang. Taos is een kleine kunstenaarskolonie met huisjes in Adobestijl. Helaas is het erg druk, vanwege het Memorial Day weekend. We logeren in de Historic Taos Inn. De ontvangst is uiterst vriendelijk. Het is een complex met kamers rond binnenhoven. We hebben een junior suite, die ruim is uitgevallen. We hebben twee badkamers en een open haard. We lopen wat rond, drinken koffie bij Tazza Espresso en kopen wat boodschappen bij Smith’s. Daarna rusten we wat uit en om 18 uur eten we in het hotel.
Het eten in Doc Martin’s, het restaurant in ons hotel is prima. De server uiterst vriendelijk en behulpzaam. Later op de avond drinken we nog een cocktail in de gezellige Adobe bar, waar live muziek wordt gemaakt.
Weer: zonnig, zo nu
en dan een bui. 12°C
Tot onze verrassing
heeft de Taos Inn geen echt ontbijt. Er staat wel koffie en thee klaar en je
kunt een bagel bestellen – breakfast
to
go - maar echt ontbijten kan niet. Advies voor een alternatief krijgen we
niet. We lopen het dorp in en proberen het bij het La Fonda Hotel op het
centrale plein. Ook hier geen ontbijt, maar we worden verwezen naar de
Taos Diner, zo’n 500 meter verderop.
Daar kunnen we zeer Amerikaans ontbijten. Bijna overal zit ei in, maar ik
slaag erin iets zonder ei te krijgen. Erik neemt het South Western ontbijt
met groene pepers. Erg heet.
Na het ontbijt
verkennen we Taos. Er zijn een aantal historische huizen. Bijvoorbeeld van
Kit Carson, de
legionair die de Navajo’s bestreed. Ook een museum gewijd aan de kunstenaar
Blumenschein,
die in 1898 samen met collega Phillips in Taos bleef hangen, omdat ze een
gebroken wagenwiel hadden toen ze op weg naar Mexico waren. Ze kwamen er
nooit toe om te vertrekkkken. In 1915 richten ze de
Taos
Society of Artists op, die dit jaar dus zijn eeuwfeest beleeft. Vele
kunstenaars volgden en Taos werd een echte kunstkolonie. Er zijn erg veel
galleries die lokale kunst verkopen, maar ook van nieuwkomers. Daarnaast ook
veel native american kunst. Helaas zijn de meeste, zo niet
alle musea gesloten op Memorial Day. Zo ook het Governor Brent huis. Hier
werd de eerste gouverneur van de Amerikaanse overheid in 1837 door een
woedende menigte van Pueblo’s en Spanjaarden vermoord. Zijn gezin probeerde
te vluchten, werd gepakt, maar gespaard. Het
Taos Art museum is het voormalig
woonhuis van de Russische kunstenaar Fechin, maar helaas ook gesloten. We
besluiten dan om naar
Taos Pueblo te
gaan. Dit is een klein reservaat voor de Pueblo-indianen van Taos. Deze
gemeenschap is één van de weinige Pueblo volken, die niet door de
Spanjaarden in de 17e eeuw zijn opgejaagd. In het oude gedeelte, met de
oorspronkelijke gestapelde lemen Adobe complexen, wonen nu nog 10 families
zonder elektriciteit, stromend water en energie. Daaromheen wonen 3000
indianen met de moderne gemakken. We krijgen een rondleiding door een jonge
vrouw, die eerstejaarsstudent verpleegkunde is en hier in de gemeenschap
hoopt te gaan werken. De tour is gratis, maar fooien zijn erg welkom. We
beginnen in de kerk, die op de werelderfgoedlijst staat. Ze werd gebouwd na
de opstand van 1837, die de gouverneur
het leven kostte. Het Amerikaanse leger verwoestte daarop de vorige kerk. Ze
is in gebruik en de indianen delen de priester met de katholieke kerk van
Taos. De ruïnes van de oorspronkelijke kerk zijn er ook nog, bij het
kerkhof. We zien ook de kleiovens waarin de indianen op traditionele wijze
hun fried bread maken. Het grote meerlaagse complex was oorspronkelijk
alleen via laders en via de plafonds toegankelijk. Dit uit defensieve
overwegingen. Met de komst van de Spanjaarden in de 16e eeuw
kwamen deuren op de begane grond in gebruik. De zijn blauw of rood. Blauw
nodigt de vriendelijke geesten te verwelkomen, de rode om de kwade geesten
te verjagen. De bewoners kiezen zelf de kleur. Er zijn erg veel winkeltjes
met indiaanse kunstvoorwerpen, sierraden en gebruiksvoorwerpen. Midden op
het plein vindt een ceremonie plaats in het teken van Memorial Day. De
gesneuvelde leden van deze stam worden herdacht. Veel indianen dienen of
hebben gediend in de Amerikaanse krijgsmacht in diverse oorlogen. Tot op de
dag van vandaag.
We gaan daarna op
weg om de Enchanted Circle te
gaan rijden. Dat is een route in de omgeving
van Taos. De eerste etappe is naar de
DH Lawrence Ranch. De Britse
schrijver verbleef in de jaren ’20 van de 20e eeuw een aantal
jaren in Taos. Zijn weduwe liet hem hier begraven. De boerderij en het graf
zijn in beheer bij de universiteit van New Mexico en ligt een 5-tal mijl
vanaf de highway 522 en is te bereiken via een onverharde weg. De
bewegwijzering is slecht. We vinden het met behulp van Google Maps. Als we
eraan komen blijkt het gesloten, helaas (open do-za). We vervolgen ons
parcours naar Red River, een wintersportplaats. We lunchen hier in een
diner. Tijdens de lunch begint het hard te hagelen. We rijden door prachtige
landschappen, langs Angel Fire en dan terug naar Taos.
’s Avonds eten we
bij Lambert’s Restaurant. De
gerant spreekt Nederlands en is getrouwd met Thijs onze ober, die uit
Enschedé komt en vijf jaar in Rotterdam heeft gewoond. Het is eten is van
goede kwaliteit, maar prijzig.
Weer: zonnig, maar
ook een paar buien. Zelfs hagel. Temperatuur rond de 15°C
We ontbijten weer
bij de Taos diner. Daarna rijden we via de
High Road
naar
Santa Fé. Dit is een officiële Scenic
Byway. We komen langs dorpjes als Las Truchas – bekend vanwege de film
Milagro Bean Field War
van Robert Redford uit 1988 – en Chimayo – bekend vanwege weefgetouwen en
kleden. Las Truchas ligt erg hoog en biedt mooi uitzicht op de Truchas
Peaks, de hoogste toppen van New Mexico. In Chimayo bekijken we het
Santuario de Chimayo een van de mooiste voorbeelden van een Adobe kerk in
New Mexico. De kerk dateert uit 1816. Achterin de kerk is een kamertje met
een put, de bron van de heilige modder, dat genezende werking moet hebben.
Jaarlijks komen hier 30.000 pelgrims om een wens in vervulling te zien gaan
of een zegen te krijgen. Velen komen te voet, sommigen zelfs vanaf
Albuquerque. Ze nemen ook wel wat modder mee. In vroeger dagen aten sommigen
het zelfs op!
We rijden verder
naar
Santa Fé. In Santa Fé verblijven we in de
El Rey Inn een groot motel met
zwembad, sauna en hot tub langs de Cerrillos Road. We rusten even uit en
gaan dan naar de Railyard. Een
herontwikkeld spoorwegemplacement. Er zijn restaurants, winkels en kunst
galleries. We eten er in de Junction
en winkelen dan wat bij
REI. Het gebied is te ruim opgezet en wat levenloos. We rijden verder de
stad in en parkeren in de buurt van de Plaza. We drinken koffie bij
Starbucks en lopen de Plaza op. Daaraan ligt het 17e eeuwse
Palace of the
Governors, het voormalige gouverneurspaleis van zowel de Spanjaarden, de
Mexicanen en de Amerikanen. Tijdens de Pueblo revolte van 1610 namen de
indianen het in bezit, maar al gauw kwamen de Spanjaarden weer terug. Lew
Wallace schreef hier in 1880 de roman Ben Hur toen hij hier gouverneur was.
Nu is het paleis een historisch museum. Ook aan het plein ligt het
La Fonda hotel uit 1922,
gebouwd in Pueblo Revival stijl. Kit Carson overnachtte hier, maar ook John
F. Kennedy. Het is een mooi gebouw. We lopen verder naar de St Franciscus
kathedraal, die hier in 1886 werd gebouwd onder de bisschop Lamy, van Franse
afkomst. Hij was de eerste bisschop hier,
nadat Santa Fé zich van het Mexicaanse bisdom van Durango had afgescheiden.
Het neoromaanse gebouw in Franse stijl
steekt nogal af bij de Adobe gebouwen in de omgeving, zoals het
museum voor moderne kunst ertegenover. Verderop staat de
Larotto kapel. Inmiddels
ontheiligd en deel van een hotel. Ze wordt gebruikt voor trouwerijen.
Bezienswaardig is de wondertrap, die de kerkvloer met het koor verbindt.
Volgens de legende was men vergeten om een trap naar het koor te maken. In
antwoord op de gebeden van de nonnen kwam een onbekende timmerman, die een
wenteltrap maakte, die twee keer om zijn as draait en geen steunpilaar
heeft. Het hout is hard en dat komt in New Mexico niet voor. Hoe de trap
blijft staan is een wonder. De timmerman is volgens de legende spoorloos
verdwenen zonder om geld te vragen.
We lopen
weer
verder naar de San Miguel missiepost.
Volgens zeggen is het de oudste kerk in de VS, gebouwd tussen 1610 en 1625.
Het is ieder geval de oudste kerk die constant als kerk is gebruikt. De kerk
werd tijdens de Pueblo revolte beschadigd, maar in 1710 herbouwd. Het
altaarbeeld van San Miguel is 18e eeuws (1709) en door de
Spanjaarden meegebracht in 1798. De kerkbel bij de ingang is Spaans en is in
1356 gegoten in Spanje.
We lopen terug naar
de auto en rijden naar het hotel. We doen nog boodschappen bij Wallmart. Die
verkoopt geen bier (kennelijk de regel in New Mexico) en we gaan daarom nog
even naar een Liquor Store. ’s Avonds eten we in het
Jambo Café, dat gerund wordt door
Keniaan afkomstig van een eiland in de Indische Oceaan. Hij heeft zijn eigen
stijl van Afrikaanse en Cairibische gerechten ontwikkeld. Hij komt nog een
praatje maken en kent Nederland en ook Nederlandse woordjes. Hij raadt ons
af naar Kenia te reizen, gezien de onstabiele situatie daar. De president
Kenyatta stond zelfs terecht in Den Haag zo benadrukt hij.
Weer: zonnig, 20°C
Het ontbijt in de El
Rey inn is nogal bescheiden, maar het is te doen. We krijgen er een tortilla
bij, maar die is nogal droog. Na het ontbijt rijden we naar Downtown
Subscription een koffiezaak en krantenkiosk in een welvarende buurt van
Santa Fé. Hier komt de
locale intelligentia samen om koffie te drinken en een exemplaar van de New
Yorker of de Harpers te kopen. Ze verkopen zelfs Le Monde en de Guardian.
Na de koffie lopen
we langs de Canyon Drive in oostelijke richting. Hier rijgen de
kunstgaleries zich aaneen. Tientallen zijn er in deze lommerijke omgeving.
Een flink aantal heeft ook een beeldentuin, waar de koopwaar staat
uitgestald. Heel bijzonder. We rijden daarna naar het eind van de weg naar
de Christo Rey kerk. Dit is het grootste adobe bouwwerk van de VS. De kerk
is in 1939 gebouwd in de befaamde Adobe revival stijl. Ook binnen is die
stijl doorgezet in het altaarstuk en de kruisweg.
Vervolgens rijden we
door naar de Museum Hill. We zitten al gauw buiten de stadsgrenzen – Santa
Fé is echt een kleine stad – en komen daar aan net voordat de musea open
gaan. Het is echt een heuvel met in de verte zicht op de oude stad. We
drinken eerst koffie op een terras in de zon en bezoeken dan het
museum voor internationale
volkskunst. Een mooi opgezet museum met wisselende exposities. De eerste
zaal is gewijd
aan hedendaagse pottenbakkers uit South Carolina. Daarna volgen een tweetal
zalen over de toepassing van cochinelrood. Nederland komt ook even aan de
orde. Een Nederlandse onderzoeker kwam er in de 17e eeuw achter
dat de cochinel een insect was. Deze diertjes produceren kennelijk een
helderrode kleurstof. We zien vele kleden, ponchos, schilderijen en zelfs
een rode stoel van Napoleon. Ter afsluiting een grote zaal met poppenhuizen
en minatuurhuisjes en stadjes. De meesten in Zuidamerikaanse stijl.
Na het museumbezoek rijden we het centrum in en gaan naar het La Fonda hotel om te lunchen op het dakterras. Dit heet het Bell Tower café. Het is nog dicht, maar we zitten in de lift met de manager en hij trommelt in allerijl het personeel op zodat we het terras op kunnen en wat kunnen bestellen. Het menu bestaat louter uit Quesedillas, maar dat is ook heel lekker gedaan. Het uitzicht in de zon is erg genoegelijk.
Na de lunch rijden
we naar Los Alamos. Dat is de locatie waarin in de Tweede Wereldoorlog
het Manhattanproject haar thuisbasis had. Het project had tot doel de
atoombom te ontwikkelen om de oorlog te beslissen in het voordeel van de
geallieerden. We bezoeken het Bradbury
Science museum met een aardige tentoonstelling over nucleair onderzoek
in Los Alamos. Meest interessant is de historische afdeling met de expositie
over het Manhattanproject. Er wordt ook een film vertoond. Veel aandacht
voor Robert Oppenheimer, de wetenshappelijk leider van het project en
luchtmachtgeneraal Groves, die het project in goede militaire banen moest
leiden. Het succes van het project is
de productie van de twee atoombommen en het einde van de oorlog. Er
wordt niet stilgestaan bij de verwoesting en ellende die de bom in Japan
aanrichtte. Het wordt vooral gezien als een brenger van vrede. Overlevers
van de Japanse bezetting in Oost-Azië zullen het daarmee wel eens zijn.
Daarnaast is er een vleugel over defensie: hier aandacht voor het up-to-date
houden van de nucleaire kennis en de huidige verouderende wapenvoorraad.
Tenslotte aandacht voor onderzoek naar andere toepassingen van nucleaire
technologie, zoals in de
gezondheidszorg en de energievoorziening. Het is een
interessant geheel. Ik vraag of er nog gebouwen over zijn uit de tijd van
het Manhattan project. Die zijn er wel. Met name Fuller House. Dit was een
kostschool voor ziekelijke jongens in de bergen, totdat dit gebied werdt
gevorderd voor het Manhattanproject. De school moest sluiten en de
wetenschappers trokken erin. Ook is daar dichtbij Bath Tub Row. Dat is een
straatje met huizen uit die tijd, waar de belangrijkste wetenschappers,
zoals Oppenheimer en Teller woonden. Deze huizen hadden de luxe van een
badkuip. De andere medewerkers waren minder luxueus bedeeld. De reden waarom
het project juist hier terecht kwam lag aan Robert Oppenheimer. Nadat Albert
Einstein de president had overtuigd van de noodzaak van het concentreren en
versnellen van het onderzoek naar een kernbom, kreeg Oppenheimer de
wetenschappelijke leiding. Gezocht werd een afgelegen locatie, met toch een
minimum aan voorzieningen. Oppenheimer kende de streek hier uit de tijd dat
hij herstelde van Tbc. Hij stelde voor het project hier te vestigen. De
tests werden in Nevada in de woestijn uitgevoerd.
Na het museumbezoek
drinken we nog wat bij Starbucks in Los Alamos en daarna rijden we terug
naar het hotel.
Om 17 uur gaan we
naar Blue Rooster, de locale gay bar. Het is nog uitgestorven, op de
barvrouw na. Daarna eten we bij Il
Piatto in het centrum van Santa Fé. Heerlijk eten en normale porties. Ik
neem een salade en eendenborst. Erik zalmcarpaccio en een pasta. Warm Bread
Cake en Cheesecake na. We zitten aan een tafel bij het raam en zijn verbaasd
als we daarin ineens Thijs (uit Taos) met zijn vrouw zien langskomen. Ze
herkennen ons en groeten uitbundig. Ook zij gaan hier eten.
Weer: zonnig 25°C
Na het ontbijt
drinken we weer koffie bij Downtown Subscription. Na de koffie
rijden we naar Albuquerque. Het is maar een uur rijden. We komen er rond
half elf aan. We kunnen met de juiste codes het huis in, dat we via
Airbnb hebben gereserveerd en zetten het
alarm uit. Het is gelegen in een rustige woonwijk in de buurt van Old Town.
We installeren ons en rusten even uit. Daarna doen we boodschappen in de
Lowe's buurtsupermarkt. Een grote
winkel met een grote keus uit (peperdure) organische levensmiddelen, maar
gelukkig ook gewone kost.
Daarna rijden we
naar Old Town. Dat ligt rond de Plaza. Aan de noordzijde staat de kerk, die
al sinds 1709 onafgebroken in gebruik is. Binnen is de kerk simpel en een
beetje teleurstellend. De straatjes rond de plaza zijn gevuld met kunst,
antiek en souvenirwinkeltjes en restaurantjes. Het is erg toeristisch.
Vervolgens rijden we naar het
Aquarium in
het ABQ Bio park aan de Rio Grande. Het aquarium heeft veel roggen en
haaien, die in groot bassin rondzwemmen en ook vanuit het cafetaria zijn te
bewonderen. Er is ook een tunnel waar je tussen de vissen door kunt lopen.
We rijden weer terug
naar het huis. We eten ’s a avonds sushi in ons eigen huisje. De sushi komt
van de supermarkt. We drinken later koffie bij de
Golden Crown panaderia verderop op
Mountain St.
Weer: zonnig en 26°C
We ontbijten in ons
huisje. Na het ontbijt
drinken we koffie bij het koffie tentje twee deuren verder in onze straat,
de Boiler Monkey.
Vervolgens rijden we naar de
Sandia Mountain Tramway.
Dit is een kabelbaan die naar de top van de Sandia Mountain leidt. De
kabelbaan is gestart door een ski-enthousiast in Albuquerque, die het
berggebied wilde ontsluiten voor de skiërs. Wij gaan omhoog voor het
uitzicht op de stad en omgeving. We genieten van het uitzicht. Na een beetje
rondlopen aanvaarden we de terugtocht naar beneden. We rijden vanaf het
grondstation via de Tramway Boulevard naar Central Avenue. Deze straat maakt
deel uit van de historische Route
66, de highway van Chicago naar Los Angeles. De route werd in
1926 ingesteld en is een icoon geworden in de Amerikaanse cultuur. Het was
de route voor de mensen uit het midden-westen die de Dust Bowl ontvluchtten
in de jaren ’30 richting kust. Later werd het in de jaren 60 een fenomeen in
de Amerikaanse cultuur met de trek naar de Californische kust waar de jaren
60 jongerencultuur floreerde, zeker na de hit “Get
your kicks on Route 66”. De route bestaat officieel niet meer als US
highway, nadat ze werd vervangen door het Interstate-systeem van
autosnelwegen. De route spreekt nog steeds tot de verbeelding. Veel dorpen,
steden en gemeenschappen doen hun best om de nostalgie rond de route levend
te houden. Zo ook in Albuquerque. Langs de straat zijn vele motels, hotels,
bars en restaurants in leven gehouden of weer tot leven gewekt om de
romantiek van de route in ere te houden. Wij stoppen bij de
diner 66, die gebouwd in Art Deco
style helemaal in oorspronkelijke staat is gehouden of gebracht. We gaan er
lunchen. Onze burger is rijk voorzien van fries. Het personeel is uitgedost
in jaren ’50 uniformen en de bar is van museale waarde.
’s
Avonds
eten we bij
Cocina Azul, waar ze New Mexican
gerechten serveren in een diner achtige omgeving. De bediening is
vriendelijk en vlot, maar wel met een scherp oog op de commercie. Na het
eten drinken we koffie bij de Golden Crown panaderia.
Later op de avond
rijden we naar het Hotel Parq Central. Op het dakterras is de
Apothecary Lounge bar. Het hotel is een voormalig psychiatrisch
ziekenhuis. Het dakterras is geweldig. Mooi uitzicht vanaf comfortabele
lounge banken en heerlijke cocktails. De verkoelende avondbries op het
dakterras maakt het helemaal compleet.
Weer: zonnig, 25°C
Na het ontbijt
drinken we koffie bij de Boiler Monkey. Daarna rijden we naar het vliegveld
van Albuquerque. Het inleverpunt voor huurauto’s is nog een flink eind van
het luchthavengebouw. We leveren de Chrysler 200 naar 4 weken trouwe dienst
in bij Hertz en nemen de shuttle bus naar de vertrekhal. We checken in en
wachten op het vertrek van onze vlucht naar Mineapolis-St Paul in Minesota.
We vertrekken om 14.35 en komen rond 18 uur aan. We eten wat in een fast
food restaurant en wachten op onze vlucht naar Amsterdam. Alle zitplaatsen
in de wachtruimte zijn voorzien van een ipad en die kun je gebruiken om
informatie te bekijken, maar ook om iets te bestellen. Heel modern. We
vertrekken op tijd en na 12 uur vliegen komen we in Amsterdam om 10.40 aan.
Vandaar nemen we de IC naar Rotterdam, omdat de IC Direct vandaag wegens
werkzaamheden niet rijdt.
Rond 12 uur zijn we
thuis.
Andere Reisverslagen | ||
terug |