South West USA | Deel 2 |
We eten ons ontbijt,
dat we gister in de Safeway hebben gekocht op onze kamer op. Dan gaan we
naar Safeway om bij de Starbucks
koffie te drinken. Vervolgens nemen we geld op bij de ATM. Om half negen
zetten we koers richting Grand Canyon. We rijden over de US 89 door een
verlaten landschap. Het is al koud (4 graden), maar als de weg gaat klimmen,
daalt de temperatuur verder en begint het te sneeuwen. De sneeuw blijft ook
liggen en we bevinden ons in een winterlandschap. Dan zien we dat we nog
maar een kwart tank benzine hebben. Vergeten te tanken in Page. Gelukkig
hebben we nog genoeg voor 207km (we moeten nog 167) en er is volgens onze
navigatie binnen een half uur een tankstation in zicht. Daar gooien we de
tank vol. We komen rond 11 uur bij de ingang van het
Grand Canyon National Park
aan de East Rim Drive. Onze eerste stop is Desert View met de oude
uitkijktoren, ontworpen door Mary Jane Coulter in 1932 . Het uitzicht op de
Canyon is mooi, maar het zicht wordt deels belemmerd door laaghangende
wolken. De kleuren, gecombineerd met de mistflarden zijn wel bijzonder. Het
is hier ook steenkoud en het begint hier flink te sneeuwen. De temperatuur
zakt naar het vriespunt. Door de sneeuwjacht rijden we verder naar ons
hotel, dat net ten zuiden van het Nationaal Park ligt. Het is het
Holiday Inn Express in Williams. We kunnen op de kamer. We eten bij de
Mac tegenover het hotel, waarna we op de kamer even uitrusten. Volgende plan
is om de Desert View Drive langs te rijden en bij Grandview Point te gaan
kijken. Daar is de mist echter zo dicht dat je niets ziet. We rijden langs
de weg weer terug richting Village en zien dat dichter bij het dorp het
zicht op de Canyon veel beter is. Onderweg zien we groepjes Elks langs de
weg en in het bos grazen. Ze trekken zich niets aan van de menselijke
belangstelling. We gaan verder naar Yavapai Point, bij het gelijknamige
geologische museum. Dit lijkt een goede locatie om vanavond een
zonsondergang te fotograferen. Het wolkendek is wellicht een spelbreker. We
gaan terug naar het hotel. We eten bij
We cook pizzas en pastas. Niet
echt gezellig, maar wel praktisch en goedkoop. We halen mijn camera op en
gaan terug naar Yavapai. De lucht lijkt somber, maar het trekt toch op. We
besluiten te blijven en de timelapse opname te starten.
Het wordt bitter
koud, maar we houden vol. We krijgen wel wat vragen van voorbijgangers. We
zijn de laatsten die weggaan in het pikkedonker.
Bij het hotel is
niks te beleven. Voor een drankje gaan we naar het tegenovergelegen Grand
Hotel, dat een aardige bar heeft. We bestellen beiden een cocktail. Daarna
terug naar kamer.
Weer: koud en
sneeuw. 0-4°C
Na het ontbijt in het hotel drinken we koffie bij RP Reststop. De zon schijnt en we kunnen fijn buiten zitten. Dan rijden we naar het vliegveld van Grand Canyon.
We hebben een helikoptervlucht geboekt bij Papillon. Bij aankomst daar krijgen we te horen dat we zijn ge-upgrade naar een vlucht met Grand Canyon Helicopters een paar honderd meter verderop. Tegen betaling van $50 extra kunnen we voorin de helikopter zitten, die totaal 6 passagiers kan meenemen. We vliegen over een bos naar de Canyon, die pas op het laatste moment zichtbaar wordt. Het uitzicht op de Canyon vanuit de lucht is fantastisch. We steken de Canyon over en vliegen langs de noordrand. We krijgen zelfs commentaar op onze koptelefoon in het Nederlands. We maken veel foto’s en video, maar vergeten niet te genieten van de vlucht. Het is adembenemend. Die onder ons zie je de Coloradorivier, die dit natuurschoon heeft veroorzaakt. De vlucht duurt ongeveer 25 minuten.
Na terugkomst
rijden we het nationaal park in en gaan een fiets huren bij
Bright Angel bij het
bezoekerscentrum. We krijgen uitgebreide instructies over de routes en het
fietsen zelf, alsof we het voor het eerst doen. We rijden westwaarts langs
de rim richting Hermit’s Rest. We delen de weg met de shuttle bussen (auto’s
mogen hier niet komen) en moeten bij passage van een bus plaats maken. We
rijden naar Hopi Point. Vanaf de Village naar Hopi is het een 6% klim. In de
ijle lucht valt dat met name Erik zwaar. De fietsen zijn prima: 21
versnellingen en erg licht. Hopi point is een van de mooiste uitkijkpunten
aan de westkant. Na Hopi wordt het parcours glooiender en gaat licht op en
neer. Het is mooi weer,
de zon schijnt, maar het is 11°C. Uit de wind en in de zon is het warm, maar
op de fiets voel je de ijskoude wind. We stoppen nog een paar keer tot we
bij Hermit’s Rest komen. Hier is een curio-shop en een snackbar. Na een
rustpauze gaan we met de bus terug tot Powell Point. De bussen hebben een
rek aan de voorkant, waarop maximaal 3 fietsen kunnen worden vastgemaakt.
Vanaf Powell gaat de route snel naar beneden tot de Village. Dan is het nog
een paar kilometer over fietspaden door de bossen naar het bezoekerscentrum,
waar we de fietsen inleveren.
We rijden met de auto terug naar het hotel. ’s Avonds eten we bij de Grand Hotel aan de overkant van de weg. Het Canyon restaurant is Amerikaans, maar wel smakelijk en niet te grote porties. Erik neemt een Jambalaya en ik een gegrilde zalm. Later op de avond treedt een countryzanger op.
Weer: zonnig,
11-14°C
Na de koffie
bij RP rijden we via het Nationaal Park over de East Drive richting
Cameron en Tuba City. US 64, 89 en 160. We komen uiteindelijk bij
Kayenta. Een lelijk uitgestrekt dorp. Het is het laatste dorp voor de
Monument Valley.
Monument Valley
ligt in het reservaat van de Navajo Nation. Het landschap met de grote
rotspartijen is beroemd door de vele Holywoodfilms die hier zijn
gemaakt. Vooral de film
Stagecoach van John Glenn met John Wayne in
de hoofdrol is bepalend voor het beeld dat van deze streek is gecreëerd.
De rode rotsen zijn immens groot en indrukwekkend en lijken rechtsop uit
de grond te steken. We logeren in The View hotel met uitzicht op de
Mittens, twee grote puisten. Het hotel is in de zelfde kleur als het
gesteente eromheen, dus van uit de verte is het nauwelijks te
onderscheiden.
We rusten wat
uit en gaan om 17 uur aan het diner. Typisch Navajo gerechten worden
hier geserveerd, zonder alcohol. De Navojo’s staan droog, vanwege de
ernstige alcoholproblemen die er zijn geweest en nog zijn. Om 18 uur
wachten we in de Lobby op onze gids van
Majestic Tours voor de Sunset tour naar Teardrop Rock. In een open truck
rijden we ernaar toe. We zittenvol
in de wind, maar het is gelukkig niet koud. Het is een mooie tour voor
ons twee. We rijden voorbij Goldings Campground de bergen in naar de
Lost Arch. Vervolgens zien we een zeer lastig bereikbare ruïne van een
nederzetting. Via kleine poortjes kun je er komen. De oorspronkelijke
bewoners moeten erg klein geweest zijn. Door de nauwe doorgangen was het
goed te verdedigen tegen vijanden. We krijgen ook nog een paar mooie
uitzichten op de vallei. De gids weet veel over de Navajo’s en hun
cultuur en over de plantengroei. Ondanks de droogte groeien er een flink
aantal taaie plantensoorten. Na 2,5 uur zit de tour erop en zijn we weer
terug bij het hotel.
’s Avonds wordt
het aardedonker buiten. Je ziet geen hand voor ogen.
Weer: zonnig,
20°C
Na het
ontbijtbuffet in The View wachten we op Charlene Johnston van
Dineh Behkayah Tours voor
onze 3,5 durende tour door Monument Valley. Charlene incasseert de 180
dollar en onze chauffeur is Matt, een wat oudere Navajo, die een beetje
lijzig praat, maar wel weet waar de mooie plekken in het gebied te
vinden zijn. We beginnen op de loop road, die leidt naar John Ford
point. Matt geeft ons de namen van de verschillende Buttes, Mesas en
andere berglichamen. Ooit was Monument Valley een vlak landschap. In de
miljoenen jaren die volgden is een groot deel door water en winderosie
weggesleten, op enkele harde stukken na, die nu die pukkels in het
landschap vormen. Er brokkelt zo nu en dan wat vanaf, maar niet al te
vaak. De grond is dor en droog. Zand en zandsteen. Toch houdt het zand
veel vocht vast en loopt er een ondergrondse waterstroom
onder het gebied. De Valley – die dus geen vallei is – werd pas goed
bekend door de bioscoopfilms die er zijn opgenomen. Eén van de eersten
die het gebied als filmset ontdekte was de regisseur John Ford
(1893-1973), die in 1939 de film Stagecoach opnam met John Wayne en John
Carradine in de hoofdrollen. Vele andere films volgden zoals de
Searchers (eveneens van Ford), Thelma & Louise, Forrest Gump, Back to
the Future en the Lone Ranger. We rijden langs verschillende mooie
rotsformaties. De bekendste zijn vlak bij ons hotel: The Mittens en
Merrick Butte. Iets verderop komen we langs Elephant Butte. De
gelijkenissen zijn soms wel wat gezocht. Veel mensen rijden deze loop
met hun gewone auto, maar dat is niet even makkelijk. De tours gaan ook
verder – achter de schermen zogezegd – waar privé auto’s
niet
mogen komen. Zo komen we via hobbelige en zanderige paadjes langs Sun’s
Eye (een gaat in een bergwand) en de Ear of the Wind. Hier speelt Matt
een stukje op zijn Navajofluit. Ook zien we een aantal duinen en zelfs
een waterbron. Die is favoriet bij de vele rondlopende paarden. Er zit
veel alkaline in het water, dus voor menselijke consumptie niet zomaar
geschikt. We sluiten de tour af met uitzicht op de Totempole en een blik
vanaf Artist Point.
Na de tour lunchen we in het restaurant. De portie van mijn Navajoburger is zo genereus, dat er genoeg over is voor het diner. We krijgen van het vriendelijke personeel een doos mee om het in te pakken. In de middag luieren we wat, kopen wat in de winkel en genieten van het uitzicht.
Weer: zonnig,
20°C
We rijden via
de US 163, 191 en 160 naar het Four Corners monument. Dit monument
markeert de enige
plek in de VS waar 4 staten aan elkaar grenzen. Hier gaat het om Utah,
Arizona, New Mexico en Colorado. Het monument ziet er wel aardig uit,
maar verder is er op een groot aantal verkopers van Indiaans handwerk
na, niets te beleven. Na een kopje matige koffie rijden we door naar
Cortez, waar we rond half twaalf aankomen in de
Retro Inn. Dit is een aardig
motel in retro-stijl. We gaan voordat de kamer klaar is even lunchen bij Once Upon a
Sandwich in het centrum. Cortez is niet zo bezienswaardig. Het is een
langerekt dorp met een overdaad aan middenklasse motels. De ligging
nabij de Mesa Verde is de enige claim to fame. ’s Middags oriënteren we
ons op de Mesa Verde bij het Colorado Visitor Center. Het blijkt dat een
aantal van de locaties in het park die we wilden bezoeken pas op 22 mei
opengaan. De enige die te bezoeken is, het Balcony House, lijkt ons veel
te zwaar voor ons gestel: ladders klimmen en kruipen door nauwe tunnels.
We kunnen er wel heen, en kunnen een aantal locaties van buiten bekijken
en andere met een self guided tour bekijken. Ik krijg wat last van
hooikoorts. Een tabletje helpt. De lucht hier in Colorado is ijler dan
we gewend zijn. Bij een beetje inspanning heb je het gevoel dat je niet
genoeg kunt ademhalen. Het moet 4 dagen duren voor je gewend bent aan de
grote hoogte.
We drinken
koffie in
San Juan Coffee Co. Op E Main Street. Daarna doen we wat boodschappen
bij Safeway en Walmart. Gigantische winkels met groot assortiment. ’s
Avonds eten we bij de Main Street
Brewery Smakelijk eten en een grote keus uit zelfgebrouwen bieren.
Weer: zonnig
17°C
De Retro Inn
serveert
een klein ontbijt bij de receptie. Er is brood, cereals, jams, eitje en
fruit. Na het ontbijt rijden we naar
Mesa Verde National Park.
Het nationaal park ligt ongeveer 10 mijl ten Oosten van Cortez. Het is
nog fris en er staan behoorlijk wat wind. We beginnen bij het
bezoekerscentrum om wat oriëntatie te krijgen op het Nationaal Park. Het
is het enige NP dat gevestigd is uitsluitend op basis van zijn
archeologische waarde. De Mesa Grande is een hoogvlakte, die zijn naam
kreeg van de Spaanse ontdekkingsreizigers, die het een Groene Tafel
noemden. Eigenlijk is het geen Mesa, maar een Cuesta, omdat de bovenkant
niet vlak is maar 7% helling heeft. In de randen van de Mesa Verde
hebben Ancestral Pueblo indianen, eerder ook Anasazi genoemd in de
holwoningen gebouwd. Koel in de zomer en beschut tegen de koude winden
in de winter, waren ze ook goed te verdedigen tegen vijandige volkeren.
De Pueblo leefden hier in de 13e eeuw, maar rond 1275
verdwenen zie hier en niemand weet precies waarom en waarheen.
Waarschijnlijk leefden er in de 13e eeuw hier meer mensen dan
nu.
De ingang van
het park is vlakbij de US 160, maar vandaar is het nog 23 mijl rijden
naar de woningen. De eerste die we – na het genieten van enkele
uitzichten – bezoeken is Spruce House. Vanaf het museum loopt een pad
enkele tientallen meters naar beneden naar de woningen. We kunnen ze aan
de buitenkant bekijken. Er is ook een ladder waarmee je een ondergrondse
ronde woning kunt bereiken. Heel eenvoudige vorm met een haardvuur.
Vanaf Spruce Tree House rijden we naar Farview Point waar we lunchen in
het cafeteria. Helaas is de bekendste nederzetting Cliff Palace pas
vanaf 22 mei te bezichtigen. We rijden daarom naar Sun Temple. Dit in
zonnetempel, die nooit is afgebouwd. Voor de voltooiing zijn de Pueblos
weggetrokken. De gebouw is redelijk complex. Vandaar vermoedt men dat er
is samengewerkt met groepen uit de omgeving om het te bouwen. Vanaf Sun
Temple hebben we een mooi uitzicht op Cliff Palace. We rijden weer wat
terug naar Farview en rijden dan de Wetherill Meas Road op. Dit is een
andere tak van de Mesa Grande. Aan het eind daarvan zijn de Long House
en Step House. Beiden zijn helaas nog niet te bezichtigen, dus we hebben
de rit hiernaar toe voor niets gemaakt. Op de Mesa Verde is het fris.
Het is rond de 11 graden. We zitten hier op 5000 tot 7000 voet hoogte
(1600 tot 2600 meter) en de harde wind maakt het echt guur.
We rijden weer
terug naar Cortez. Daar is het gewoon warm weer met zon en 22°C. We
luieren wat en gaan ’s avonds eten bij
Destination grill. Prima restaurant tegenover ons hotel.
Weer: op Mesa Verde zwaar bewolkt, harde wind. 11°. In Cortez zonnig 22°
We ontbijten weer bij de receptie. Vannacht is het noodweer geweest met veel onweer. Ook vanochtend is het regenachtig. Voor we Cortez verlaten drinken nog een cappucino bij San Juan Coffee. We rijden in Noordelijke richting over US 491 door een wat saai ruraal landschap. Veel boederijen met akkerbouw en wat veeteelt. Als in de buurt van Monticello komen doemen in de verte de Abajo Mountains op met sneeuw bedekte bergtoppen. We slaan hier rechtsaf de US191 op naar Moab. We komen rond half twaalf in Moab aan. We zijn veel te vroeg om in te checken in de Inca Inn motel.We gaan daarom maar naar de Moab Laundry Express om de was te doen. Een wasbeurt in een middelgrootte machine kost $4. Het drogen daarna nog eens $1.50. De was gaat hier een stuk sneller dan thuis. In 24 minuten is de was gedraaid. Daarna gaan we lunchen bij de Twisted Sistas Café. Een eettentje onder lesbische leiding. Lekkere salade. Na de lunch keren we terug naar het motel. Onze kamer is nu wel gereed. Een kleine kamer, maar wel goed ingericht. We rusten even flink uit en gaan om 15 uur het dorp in. We drinken koffie bij de Moab Coffee roasters. Daar wordt de koffie gebrand waar je bij staat. Het duurt ook wel even voor je koffie krijgt. Na de koffie lopen we door en komen bij de Eddie McStiff Pub. Hier drinken we een cocktail (Erik) en een locaal gebrouwen biertje (Eddy). Het is buiten flink gaan regenen. Als we de drank op hebben gaan we naar buiten, maar het is nog lang niet droog.
We gaan daarna eten bij Sabaku Sushi. Heerlijk eten, maar niet goedkoop. Na het eten nog eens koffie bij de Coffee Roaster voor we terugkeren in het motel.
Weer:
regenbuien, 4° (Cortez) tot 14°C (Moab).
Andere reizen | ||
terug | verder |