Estland | Deel 3 | |
Letland | ||
Litouwen |
Na het ontbijt gaan we koffie drinken bij Darbnica. Het
begint inmiddels flink te regenen. We moeten terug naar het hotel rennen om
niet al te nat te worden. We checken uit en dan kom ik tot mijn schrik tot
de ontdekking dat mijn pinpas ontbreekt in mijn portemonnee. Nergens te
vinden. Gisteren heb ik geld gepind bij een bank in de buurt. We besluiten
daar maar even langs te gaan. De baliemedewerker reageert eerst wat
afhoudend, maar stelt daarna een paar vragen en ik kan me legitimeren. Na
wat gedelibreer zegt ze dat ze normaal gesproken gevonden kaarten niet terug
geven en dan tovert ze mijn pinpas uit een laatje. Ze vertelt dat ze
gisteren de bankautomaat hoorden piepen. Ik krijg gelukkig mijn kaart weer
terug.
We rijden door de regen naar Klaipėda in Litouwen. We
gaan naar het overdekte winkelcentrum Akropolis in een buitenwijk. Hier is
een vestiging van Omnitel, waar ik een nieuwe sim-kaart wil kopen voor het
internet in Litouwen. De sim-kaart is ook snel geregeld en wordt door de
dames in de winkel met hun eigen telefoon geactiveerd.
We rijden weer verder en binnen enkele minuten staan we
in de ferryhaven voor de veerboot naar het Koerse schoorwal. Dit is een
landtong van 98 km die de Oostzee scheidt van het Koerse Haf, een soort
lagune. Binnen tien minuten varen we uit voor een overtocht van 5 minuten.
Aan de overkant rijden we 50km over de schoorwal door naar Nida. De
schoorwal is maar hooguit 3 km breed en op veel plekken nog smaller. In Nida
vinden we ons onderkomen in
B&B Naglis. We hebben
een zeer ruime kamer op de eerste verdieping met zicht op het haf. Er is
hier sprake van een haffenkust. Dat is een kust waarbij een smalle landtong
een grote lagune van de zee afschermt. De lagune heeft zoetwater. De Koerse
lagune of Haf en de schoorwal worden gedeeld door Litouwen (noord) en
Rusland (zuid). Dat wil zeggen de Russische enclave Kaliningrad, een deel
van het voormalige oostpruisen met de hoofdstad Königsberg, dat na de Tweede
Wereldoorlog door de Sovjet-Unie werd ingelijft en omgedoopt tot
Kaliningrad, vernoemd naar Mikhail Kalinin, medeoprichter van het
communistische partijblad Pravda. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie
kwam het gebied bij de Russische Federatie. Nida ligt een paar kilometer van
de grens. De schoorwal is aan de Russische zijde met het vasteland
verbonden.
We nemen onze intrek in onze ruime kamer en gaan
vervolgens lunchen in Ešerinė, verderop in de straat. Na de lunch weer rust.
Daarna kopen we postzegels op het postkantoor, kaartjes bij de toeristeninfo
en nemen dan de auto en rijden naar het voormalige zomerhuis van de Duitse
schrijver Thomas Mann (1875-1955). De grote schrijver en nobelprijswinnaar
bracht hier de zomers van 1930 t/m 1932 door. Hij liet hier een zomerhuis
bouwen door een architect uit Klaipėda (toen nog de Duitse stad Memel). Mann
beschreef de bewoners als “niet echt knap, maar wel vriendelijk”. Hij
schreef hier
“Die Geschichte Jaakobs” en “Der junge Joseph”, die deel
uitmaakten van zijn vierluik “Joseph und seine Brüder”. Het museum stelt
niet echt veel voor. Een aantal foto’s van Mann en zijn gezin in Nida (dat
toen Nidden heette) en in zijn werkkamer is een silhouet van zijn
schrijftafel gemaakt uit ijzerdraad en er staat een replica van de fauteuil
die hier ooit stond. Leuk is evenwel een film, die wordt vertoond, waarin
een causerie die Mann in 1931 voor de Münchner Rotary club hield over zijn
zomerhuis. De tekst wordt voorgelezen en daarbij worden historische en
nieuwe beelden getoond om het te illustreren.
Na het Mann-huis gaan we ’s avonds eten bij
Seklyčia
aan de waterkant. Dit gaat door voor het fijnste restaurant in Nida. Het
eten is prima en de ambiance ook wel, al missen ze wel een paar details in
de bediening en uitvoering.
Weer: regen en 16 graden. Na 17 uur wordt het droog
’s nachts heeft het geregeld geregend en vanmorgen
drupt het nog een beetje na. We eten het ontbijt in de kleine eetzaal. We
zijn de enigen. De andere gasten eten blijkbaar niet ’s ochtends vroeg.
Alles staat klaar en de eigenaar maakt ongevraagd ook nog een omelet met
kaas.
Na het ontbijt gaan we koffie drinken, althans dat is
het plan. Maar voor 9 uur gebeurt hier helemaal niets. We gaan daarom met de
auto naar het uitzichtpunt in de duinen. De duinen van de Koerse landtong
zijn een hoogtepunt van een verblijf in Nida. Meer dan 50 meter hoog bieden
ze uitzicht op zowel de Oostzee als het haf. Volgens Thomas Mann (in zijn
causerie uit 1931) waan je je in de Sahara. Dat is een beetje overdreven,
zeker als je de temperatuur erbij betrekt. Het is wel een mooi gezicht. Bij
het uitzichtpunt is ook een moderne zonnewijzer uit 1993. We gaan weer terug
naar Nida en drinken koffie bij een klein koffietentje. Daarna huren we
fietsen bij een van de vele verhuurders op straat. Voor 30 Litas krijgen we
een sportfiets voor de hele dag. We fietsen vervolgens fietsroute 10 in
Noordelijke richting. Eerst een tijd langs de hafkant van de landtong, door
bos, met zo nu en dan zicht op het haf. Na 20km doorsnijdt de route de
landtong en komen we aan de zeezijde. Bij een parkeerplaats is een wandelpad
met uitlegbordjes (een zogenoemde cognitieve route) naar de top van het
hoogste duin, de Parnidis, van ruim 53 meter hoogte. Een wandelpad, deels
van
planken verstevigd leid naar een uitzichtpunt vanwaar je beide kusten
kunt zien.
We fietsen weer terug richting Nida. Onderweg op het uitstekende geasfalteerde fietspad komen we talloze lotgenoten tegen op huurfietsen, maar ook locals die op zoek zijn paddenstoelen. Ook in Litouwen kennelijk een populaire bezigheid. Vlak voor Nida eten we in een uitspanning, waar we in zon lunchen aan de waterkant.
’s middags drinken we een biertje op ons balkon. ’s
Avonds eten we bij een restaurant in het centrum van Nida. Simpel doch
smakelijk. Om 19 uur verzameld zich een een grote groep Litouwers zich in de
eetzaal voor de TV, want de nationale basketballploeg speelt tegen Frankrijk
om de derde plaats van het WK 2014 in Spanje. Basketball is een grote sport
in Litouwen. Het land eindigt steevast bij de beste vier op WK’s en
Olympische Spelen.
Weer: de ochtend zwaar bewolkt, daarna opklaringen met
veel zon. 22 graden.
Gisteren kregen we een kaasomelet bij het
ontbijt, deze keer pannenkoek met appel. We pakken de overgebleven
pannenkoeken in
als snack voor onderweg. We rijden weg richting Klaipėda .
Het is zwaar bewolkt, maar gaandeweg klaart het op. We komen rond 9 uur bij
de veerboot naar het vasteland. We rijden het centrum van Klaipėda in en
nemen een koffie bij de bar van het hotel National naast het theater. Na de
koffie lopen we naar het theaterplein op. Vanaf het balkon van het theater
sprak Hitler in 1939 de Duitse bevolking van Memel (zoals de stad toen nog
heette) toe ter gelegenheid van de Heimkehr ins Reich van deze overwegend
Duitssprekende stad, die na de 1e wereldoorlog door de net
zelfstandige republiek Lithouwen was geannexeerd. Een Franse troepenmacht
keek destijds even de andere kant op. In 1939 was Memel als gevolg van het
niet-aanvalsverdrag met de Sovjet-Unie en het verdelingsprotocol aan
Nazi-Duitsland toegevallen. Hitler was met de pantserkruiser Deutschland in
Memel aangekomen. De Duitstalige Memelaars waren zo enthousiast over de
nieuwe orde, dat de traditioneel goede verstandhouding met de
Litouwssprekende
bevolking volledig verstoord raakte. Na de aftocht van het
Duitse leger in 1945 vluchtten vrijwel alle Duitsers de stad uit. Er woont
nu nog een handvol Duitstaligen in de stad. Het theater wordt op dit moment
gerenoveerd. Op het plein staat de Anna-fontein, gewijd aan het meisje uit
het populaire Duitse volkswijsje “Änchen von Tharau”. De componist kwam uit
Memel. We lopen verder op de
Turgaus Gatvé langs mooi gerestaureerde 18e en 19e
eeuwse panden. We slaan linksaf op de Tiltų gatvé en dan de brug over. De
brug moet nodig worden vervangen. Er geldt nu een snelheidsbeperking voor de
stadsbus. We lopen een stukje door langs het grimmige muziektheater uit de
Sovjettijd en slaan rechtsaf de Danės gatvė in naar het Duitse postkantoor
uit 1893. Een neogotisch gebouw, dat nog steeds als postkantoor dienstdoet.
Een telefoniste bleef in 1914 op haar post en gaf een rechtstreeks verslag
aan de Duitse generale staf over de Russische inname van de stad, toen de
rest van de bevolking met bootjes tijdelijk de wijk had genomen naar de
Kuronische landtong. Zij kreeg er later een IJzeren Kruis voor. We lopen
door langs de kade van het kanaal naar de Kasteelhaven. Het kasteel was een
verdedigingswerk tegen de Teutoonse ridders, die Estland en Letland
controleerden, tot die landen door Zweden en later door Rusland werden
bezet. Het is deels gerenoveerd en maakt deel uit van het oudste gedeelte
van de haven van Klaipeda. De kaden worden gerenoveerd en er is nu een
boulevard met diverse café’s en restaurants. Om in het haven gebied te komen
moeten we een draaibrug over die openingstijden heeft. Hij wordt met de hand
bediend door een stel jongens. In de haven is nog een oude scheepswerf en je
hebt zicht op de huidige haven, die meer richting Oostzee ligt. Hier
vertrekt ook de de voetferry naar de Koerse landtong.
We gaan weer met de auto op weg. Dit keer naar
Šiauliai. Dit is nog ruim 2 uur rijden. We rijden eerst over de snelweg A1
en gaan dan verder over de tweebaans A12. Als we het provincieplaatsje
inrijden worden we wat treurig gestemd door de verwaarloosde Sovjetflats in
de zeer armoedige buitenwijken, die slechts worden opgelfeurd door een
Akropolis winkelcentrum. Dichter bij het centrum wordt de bebouwing wat
minder eentonig, maar echt leuk wordt het niet. In het stadje slaan we twee
keer rechtsaf richting ons hotel. Ons hart staat even stil bij de aanblik
van de straat waar ons hotel moet liggen. Vreselijke flats (Platenbau), die
sinds de 70’er jaren niet meer onderhouden lijken te zijn. Er staan wel veel
relatief nieuwe middenklasse auto’s op straat, maar het beeld is dat van een
getto. Daar staat dan ons hotel
Turnė. Ook
dat maakt de indruk dat binnen de tijd in 1972 is stil blijven staan. De
ontvangst is correct en onze kamer klein en eigenaardig ingericht (twee
1-persoons bedden met een grote fauteuil ertussen) in 70’er jaren stijl.
Alles in oranje en paars. Het meubilair is wat sleets en verouderd. De
badkamer lijkt wel recent vernieuwd.
We lopen het centrum in. De architectuur is
Stalinistisch, de winkels zijn wel van deze tijd. Het is zondag, maar de
straten zijn gevuld met wandelende stelletjes en gezinnen. We eten bij Varpa
op de Vilniausstraat.
Daarna nemen we de auto naar
Kryžų Kalnas,
ofwel de Hill of Crosses. Deze bezienswaardigheid ligt 12km ten
noorden van
de stad. Het is een heuvel die in de heidense periode een rol speelde in de
voorvaderverering, maar die in ieder geval na de anti-russische opstand in
de 19e eeuw gebruikt werd door de locale bevolking om zelf
gefabriceerde kruisen neer te zetten ter ere van de martelaren. Dit gebruik
hield stand in weerwil van druk van de authoriteiten. De Sovjets buldozerden
de heuvel in de jaren 60 helemaal plat, maar de kruisen kwamen terug. In
1993 kwam paus Johannes Paulus II op bezoek in Litouwen en schonk een
bijzonder kruis dat aan de voet van de heuvel staat. In 2001 werd een
Franciscaner klooster voltooid
net iets ten noorden van de heuvel. De heuvel staat helemaal vol met
kruisen. Allemaal verschillend en meest producten van volkskunst en
huisvlijt. De bezoekers zijn vol eerbied voor de heiligheid en van devotie
van de plek. We zien ook een groep jongeren, die met hun dorpspastoor een
bezoek brengen aan de heuvel om hun eigen kruis te plaatsen.
Terug in Šiauliai gaan we eten bij café
Arkos in de belangrijkste
winkelstraat Vilniaus. Het eten is redelijk goed en de bediening
professioneel. Na het eten terug naar het hotel.
Weer: ochtend zwaar bewolkt. Opklaringen en zonnig met
max. temp 21 graden
Het ontbijt in hotel Turné is basic, maar we kunnen wel
eieren naar wens bestellen. Het pannenkoekenmeel is kennelijk op, want die
kunnen we niet meer krijgen.
We rijden na het ontbijt de stad uit richting Kaunas, waar we
rond half elf aankomen bij
hotel Babilonas op een heuvel net buiten het
centrum. We worden vriendelijk ontvangen en we kunnen meteen de ruime kamer
op. We gaan vanuit het hotel de heuvel af en het stadscentrum in. Op de
Vilniusstraat in de oude stad is het levendig met veel terrassen en
historische panden. We eten bij
Izy-bar. Daarna lopen we door naar de
kathedraal. Buiten is het een sobere Romaanse kerk, maar binnen is het een barokke
aangelegenheid met veel versieringen en schilderijen en een prachtig altaar
van Poolse makelij. De kerk is oorspronkelijk uit begin 15e eeuw
en door Groothertog Vytautas de grote gesticht. We lopen verder naar het
stadhuisplein, waar het oude stadhuis staat. Het is nu vooral een
trouwlocatie. Het was oorspronkelijk een kerkgebouw en dat is te zien aan de
vorm. We lopen verder naar het
bisschoppelijk paleis, de Drieëeenheidskerk en het grootseminarie. Iets
verderop staat de Sint Joriskerk en wat er over is van het kasteel van
Kaunas. Dit was een bolwerk tegen de veroveringsdrift van de Teutoonse
ridders uit Riga. We lopen naar de rivier de Nemunas. Hier staat de
Vytautaskerk uit de 15e eeuw, die vele malen is ontheiligd als
munitieopslag en voedselopslag en – zoals zo vele Litouwse kerken – als
Orthodoxe kerk. Nu is het weer een Katholiek bolwerk. Er naast staat het Perkuno Namas, ooit een sociëteit voor de
Duitstalige handelselite van Kaunas.
In de namiddag gaan we weer terug de stad
in en drinken een cocktail bij de Izy. Daarna eten we heel goed bij het
tegenoverliggende kelderrestaurant
Senieji Rusiai (betekent
"Oude Kelders"). We zitten
in de Napoleon zaal, gedecoreerd met een schildering die het oversteken van
de Nemunas door Napoléon uitbeeldt. Heerlijk gegeten en voortreffelijke
bediening. Daarna terug met de
trolley naar het hotel.
Weer: ochtend zonnig maar koud: 8 graden. Daarna steeds
warmer tot 18 graden.
Het ontbijt is redelijk uitgebreid. Koude vleeswaren,
kaas, cereals. Geen verse jus. Er zijn maar 4 tafeltjes beschikbaar. We nemen de
trolleybus naar het
centrum. Een enkeltje kost maar 2,50 litas (€0,73). We drinken koffie op de Vilniusstraat en lopen
daarna naar het voormalige tijdelijke presidentieel paleis. Tussen 1920 en
1939 toen Litouwen zelfstandig was, hoorde Vilnius bij Polen en werd Kaunas,
als tweede keus, de hoofdstad. In het paleis is nu een museum over die tijd.
In de tuin staan standbeelden van de 4 presidenten, die in die periode
staatshoofd zijn geweest. In de tuin zien we ook een (tijdelijke)
fototentoonstelling over de gebeurtenissen rond 1915 toen in de eerste
wereldoorlog het Duitse leger
hier het Russische leger verdreef.
We lopen verder, steken vanaf de Laisves aleja een steeg in en komen bij de Gertrud kerk. Deze kleine kerk uit de 15e eeuw gaat helemaal verscholen tussen de woongebouwen er omheen. Helaas kunnen we er niet in. We lopen verder over de voetgangerszone van de Laisves aleja en komen bij het postkantoor. Art deco gevel en aardig authentiek interieur. Dit deel van de stad is gebouwd in de korte periode dat Kaunas hoofdstad was en heeft daardoor een eenheid van stijl en planning. Op basis hiervan wil Kaunas voor het moderne centrum een aanvraag doen om het op de UNESCO lijst met werelderfgoederen te krijgen. Tegenover het postkantoor ligt het centrale park, met daarin een monument voor een student, die zich in 1972 in brand stak als protest tegen de Sovjet-onderdrukking. Er volgde dagen van rellen, waarbij 500 mensen werden gearresteerd.
We lopen naar het Eenheidsplein aan de Donelacio gatve. Hier staat een nationaal monument met eeuwige vlam. Aan de rand van het plein staat het Grote oorlogsmuseum. Naast vele zalen met kanonnen, zwaarden, geweren en maquettes van veldslagen ook een kamer gewijd aan Dariaus en Gireno. Deze Litouwers emigreerden onafhankelijk van elkaar naar de VS en dienden in het Amerikaanse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog werden ze vliegeniers. Dariaus vatte het plan op om non-stop van New York naar Kaunas te vliegen. Hij nodigde Gireno uit om zijn co-piloot te worden. Het geld voor de onderneming werd opgehaald bij de Litouwse gemeenschap in de VS. De mannen schaften een tweedehands vliegtuig aan dat ze Lietuvica doopten. Ze namen ook luchtpost mee, zodat het de langste non-stopvlucht werd maar ook de eerste transatlantische postvlucht. Het avontuur liep fout af, want ze storten kort voor aankomst in Oost Pruissen in een bos neer. Ze werden helden in hun thuisland. Hun lichamen werden gebalsemd in Kaunas tentoongesteld, totdat de Sovjets daar in 1944 een eind aan maakten. Na de onafhankelijkheid kregen zij een eervol graf net buiten de stad. Het sportstadion in Kaunas is naar hun genoemd en ze staan op het bankbiljet van 10 Litas. In het museum staat veel parefenalia van de vlucht en als hoogtepunt het complete wrak van het vliegtuig.
Volgende stop is de Kerk van de aartsengel Michael aan het eind van de Laisves Aleja. Het is een kolossaal gebouw met een grote koepel. Het is nu weer een katholieke kerk, maar heeft diverse andere functies en ontwijdingen beleefd. De kerk zit vrij vol met gelovigen tijdens een mis. Tegenover de kerk staat het Mykolo Žilinsko Dailės Muziejus, de kunstverzameling van Mykolo Žilinsko Dailės. Dit museum is door een rijke Litouwer opgericht voor zijn eigen kunstverzameling. Het wordt nu beheerd door het staatskunstmuseum. Het is gevestigd in een modern gebouw met ervoor een onbeschaamd grote naakte mannenfiguur, die wat wenkbrauwen heeft doen fronsen.
Later in de middag gaan we met de auto naar het Pažaislis
klooster. Dit staat 7km ten oosten van het centrum in een park aan de rand
van een stuwmeer. Het klooster werd in de 17e eeuw gesticht door
een voorname edelman uit het Groothertogdom Litouwen. Tijdens de Russische
tijd ging het dicht, tijdens de onafhankelijheid kwam er een
Amerikaans-Litouwse nonnenorde te wonen. De Sovjets joegen de nonnen in 1944
weg en maakten er een psychiatrisch
ziekenhuis van, maar sinds 1992 zijn de nonnen weer terug. In een van de
bijgebouwen is nu een conferentiecentrum en restaurant “Monte Pacis”. In het
klooster is de binnenplaats en de kloosterkerk te bezichtigen. Het heeft een
mooi barok
interieur. De buitenkant is helaas wat verwaarloosd en zou een verfje kunnen
gebruiken.
We rijden terug naar het hotel en rond 5 uur gaan we de
stad in voor een cocktail bij Izy bar en dineren we aan het Stadhuisplein
bij Medžiotojų užeiga, een restaurant gespecialiseerd in wild. Prima eten en
niet al te duur.
Weer: zonnig, maar wel een koude start 9 graden. Later
wordt het langzaam warmer tot 21 graden.
Na het ontbijt rijden we het centrum van Kaunas in en
drinken koffie nabij het oude presidentieel paleis. Na de koffie gaan we op
weg naar Vilnius, de hoofdstad van
Litouwen. Het is niet ver rijden en na 75
minuten zijn we er. We bellen met Giedrius, de eigenaar van het appartement,
dat we via Airbnb hebben
geboekt.
Hij kan er in 40 minuten zijn. Hij laat ons het appartement binnen en legt uit waar alles is
in de stad. We zitten midden in het centrum, vlakbij het Stadhuisplein. Erik gaat er
even op uit om boodschappen te doen bij een nabij gelegen Rimi-supermarkt.
We lunchen en gaan later in de middag met een taxi naar de 3 kruisenheuvel.
We bellen een taxibedrijf met een goede reputatie, Martono, want niet alle
taxibedrijven zijn even betrouwbaar. Vanaf de heuvel hebben we een prachtig panorama over de stad.
We lopen naar beneden naar de Kathedraal, die we bezoeken. Het gebouw is in
de 19e eeuw grondig verbouwd in een soort empirestijl. Op timpaan
staat St Helena met een kruis in de hand geflankeerd door St Casimir en St
Stanislas, de beschermheiligen van Litouwen respectievelijk Polen. Aan de
buitenkant zijn beelden geplaatst van groot-hertogen van Litouwen en Poolse
koningen. Ze zijn gevangen midden in gebaar, hetgeen wat komisch aandoet.
Binnen is de Casimir-kapel de grote trekpleister in het verder sobere
interieur. De kapel is rijk gedecoreerd. Het is een geschenk van de eerste
Poolse koning uit het geslacht Wasa, van oorsprong een Zweeds koningshuis.
We lopen weer terug naar richting het appartement en we drinken
wat bij het stadhuis. ’s Avonds eten we bij
Bistro 18 in de Stiklių gatvė.
Een prima Frans restaurant met een kleine, maar fijne kaart. Gelukkig hebben
we gereserveerd, want het zit helemaal vol.
Weer: aanvankelijk mist en koud (3 graden), maar later
wordt het zonnig en 21 graden
We ontbijten in ons appartement en gaan daarna koffie drinken bij Vero Café op het stadhuisplein. Om 9.30 treffen we onze gids Agnieška, die ons in 3 uur door de stad gaat leiden. We beginnen in de buurt van het stadhuis. Eerst vertelt zij wat over de ontstaansgeschiedenis van de stad en de stichting door Gedinimo in de 13e eeuw. Er zijn heel veel kerken in Vilnius van Katholieke, Orthodoxe, Ukraïense Uniaten en misschien nog wel meer. We zien de Basilian poort, die toegang geeft tot de kerk van de Heilige drieëenheid. Deze kerk behoorde tot een klooster, maar werd door de Sovjets ontheiligd en tot een metaalfabriek omgebouwd. Hierdoor liep het gebouw veel schade op. Het is weer in gebruik als kerk van de Oekraïense Uniaten, een katholieke gemeenschap met veel uiterlijke kenmerken van de orthodoxe kerk (iconen, het altaar). We lopen door en komen langs de kerk van de heilige geest, een Orthodoxe kerk, verbonden aan een werkend orthodox klooster. Het ontwerp van de kerk is barok en is ontworpen door een katholieke archtitect. In zijn vorm, een kruisbasiliek, lijkt het ook veel op een katholieke kerk. Terwijl we binnengaan is er een mis aan de gang.
We lopen verder naar de poort van de dageraad. Het is de oostelijke stadspoort. Aan de poort was een schilderij bevestigd met de heilige maagd erop. Dit schilderij doorstond op miraculeuze wijze allerlei rampen en branden en wordt sterk aanbeden. Het is nu in een soort kapel ingericht in de poort, ter ere van dat schilderij. Bij het bezoek van Paus Johannes Paulus II werd hier in de straat voor de poort een openluchtmis opgedragen. We keren om en lopen de Pilies gatve uit. We slaan dan rechts de Bernardinu straat in een smal straatje met kleine kunstwerkjes aan de muur gewijd aan beroemde Vilnius bewoners, een soort Wall of Fame.
Een van de beroemde zonen van Vilnius, die hier ook wordt gememoreerd is de dichter Czeslaw Milosz (1911-2004), de nobelprijswinnaar voor literatuur van 1980. Deze in de buurt van Kaunas geboren Litouwer van Poolse origine studeerde aan de universiteit van Vilnius. In 1951 liep hij als Pools cultureel attaché in Washington over naar het westen en werd dichter, schrijver en docent Slavische talen in de VS. Onze gids Agnieška, heeft overigens ook een Poolse achtergrond en spreekt thuis Pools. Zo heeft Vilnius meer minderheden: er wonen naast Litouwers en Polen ook Wit-Russen en Russen.
Dit karakteristieke straatje leidt
ons naar twee kerken in gotische stijl: de St Annakerk en de Bernadine kerk.
De St Annakerk is zeer verfijnd met smalle torentjes
met ornamenten.
Napoleon was zo onder de indruk van de kerk tijdens zijn tocht naar Moskou
in 1812 dat hij ze - naar eigen zeggen - in zijn handpalm naar Parijs zou willen meenemen. In
werkelijkheid werd de kerk door zijn troepen gedegradeerd tot paardenstal en
werd de kerk zwaar gevandaliseerd. De Bernardine kerk is veel soberder. KGB
oprichter Felix Dzerzinsky zou hier in de kelder een drukkerij hebben ingericht om
communistische pamfletten te drukken in de overtuiging dat de Tsaristische
politie hier nooit zou zoeken. We steken de snelstromende, maar ondiepe
Vilnia rivier over en komen in de wijk Užupis, een zogenaamde vrijstaat van
bohémiens en kunstenaars. Letterlijk betekent Užupis "de overkant van
de rivier". Het was ooit een van de meest ongure buurten van de stad.
Toen Vilnius een kunstacademie kreeg vestigden de straatarme kunststudenten,
aangetrokken door de extreem lage huren,
zich hier en zo kreeg de wijk zijn bohémien karakter. In 1997 verklaarde de
wijk zich “onafhankelijk”, vergelijkbaar met Christiania in Kopenhagen. Inmiddels is het een gewilde woonbuurt geworden
en zelfs de burgemeester woont er. Een beroemde zoon van de wijk is Felix
Dzerzinsky, een communistisch agitator tijdens de tsaristische tijd, die
later een belangrijke medewerker van Lenin werd tijdens de revolutie. Hij
kreeg de taak de Cheka op te richten, de geheime dienst, die later FSB en
weer later KGB werd genoemd. Op zijn voormalige huis zit nadrukkelijk geen
herdenkingsplaquette. We drinken koffie in Uzupio Kavinė, lang het sociale
centrum van de wijk aan de rivier.
We lopen door de wijk, langs de “grondwet”, die in Paupio straat in 15 talen aan de muur is genageld. Ze bestaat uit 39 artikelen en heeft drie motto's: "niet vechten", "niet winnen" en "niet overgeven". Er staan wel heel rare - waarschijnlijk grappig bedoelde - artikelen in. Artikel 1 geeft mensen het recht aan de rivier Vilnele te wonen en de rivier het recht langs de mensen te stromen. Dat de nationale feestdag van Užupis op 1 april valt zegt voldoende.
Na dit
uitstapje lopen we weer de oude stad in naar het
presidentieel paleis. Het is gebouwd voor de Tsaristische gouverneur van de
Litouwen, door een architect die de locatie niet kende. Het ontwerp was dan
ook te groot voor de beoogde kavel en een straat moest worden omgelegd om
het geheel passend te krijgen.
Naast het paleis staat het oudste universiteitsgebouw. De universiteit is in
1569 opgericht en was lange tijd een belangrijk centrum van (poolstalige)
wetenschap. Latere nobelprijswinnaar Czeslaw Milosz (literatuur) studeerde
hier en nam deel aan de Vagabondclub, een beweging van oppositionele
studenten tegen het Russische Tsarenbewind. Na de oorlog is de Universiteit
“Gelitouwiseerd” en heeft 14.000 studenten. Vervolgens komen we door de
Joodse wijk. Vilnius had tot 1941 een enorme Joodse gemeenschap . Het was de
grootste religieuze groep van de stad met ongeveer 200.000 leden. De
Duitsers gingen na hun inval in 1941 snel aan de slag met het samenbrengen
van de Joden in een tweetal getto’s. Het eerste getto werd in 1941 ontruimd.
De bewoners werden in de bossen van Paneriai vermoord. Het tweede getto werd
in juli 1943 geruimd. In de tussentijd hielden de getto-bewoners zoveel
mogelijk een gemeenschap overeind. Er was zelfs een verzetsbeweging, maar
het haalde allemaal weinig uit. In Kaunas waar we eerder waren deden de
Litouwers – zelfs tot verbazing van de Duitsers – enthousiast mee aan de
jodenvervolging. Ook in Vilnius deden Litouwers mee aan het vuile werk, deze
zogenaamde wittebanders waren extreem anti-semitisch. Enkele joden konden door het verzet van de
joodse FPO via
rioolbuizen ontsnappen en zich aansluiten bij Partizanen in de bossen, maar
de meesten verdwenen naar werkkampen, vernietigingskampen of werden in de
bossen doodgeschoten. Er is in de Joodse wijk opmerkelijk weinig wat aan het
getto herinnert. Op de plek waar de grote synagoge stond, staat nu een
kleuterschool. Niet eens een gedenksteen herinnert aan de historische
betekenis van deze plek en de verwoesting van de gemeenschap in 1941. Er is
wel een monument een voor Elija ben
Solomon (1720-92) een belangrijk talmoed geleerde die hier gewerkt
heeft. De omgeving is volgebouwd met lelijke sojvetflats. Na afronding van
de wandeling met Agnieska lunchen we in ons appartement.
’s Middags gaan we naar het Joods Museum. We lopen via
de Vilniaus Gatve en komen langs de St Catharinakerk, een mooie barokkerk,
die nu dienstdoet als concertruimte. Het Joods museum is helaas gesloten.
Wel kunnen we het Groene Huis bezoeken, het holocaustmuseum. Hier staat een
kleine, maar indringende tentoonstelling over de systematische uitroeiing
van de joden in Litouwen. Ijzingwekkend is de nauwgezetheid waarmee de
Einsatzkommandos hun taak uitvoerden en administreerden. Verwonderlijk zijn
ook de verhalen van de weinigen die door geluk, durf of slimheid de genocide
hebben weten te overleven. In het gebouw is ook een schuilplaats nagebouwd
van een familie. Een van de leden hield een dagboek bij. Dit dagboek is na
de oorlog gevonden en op basis van dit dagboek is een videofilm gemaakt, die
in de nagebouwde onderduik wordt vertoond. De onderduik overleefde de
ruiming van het getto in 1943, maar daarna ging het toch mis. De
schuilplaats werd verraden. De dagboekschrijver
werd doodgeschoten. Een familielid ontkwam en sloot zich aan bij partisanen.
Zij kwam na de bevrijding terug naar het adres en vond het dagboek.
We lopen van het Groene Huis naar de Gedimino
propektas, de belangrijkste winkelstraat van de stad met alle mooie
modezaken. We drinken wat op het terras bij La Crepe. Mooie locatie, maar
waardeloze onvriendelijke bediening.
We eten ’s avonds bij
Lokys
(Beer) een restaurant gespecialiseerd in wild. Ik eet hert met
paddenstoelen, Erik een stoofpotje van rundvlees en hert.
Na het diner nemen we nog een afzakkertje bij café
Montmartre tegenover appartement.
Weer: koude start (10 graden), daarna zonnig en 18
graden
We rijden met de auto naar Trakai, zo’n 24 km rijden
naar het Zuidoosten. Daar staat een kasteel, dat voor Litouwen van groot belang is
voor het nationale eergevoel.
We komen 40 minuten voor openingstijd aan, dus drinken we
eerst koffie bij een plaatselijke konditorei. Als we binnengaan komt juist
een schoolgroep binnen, die een bonbon workshop gaat doen. Het kasteel stamt uit de
14e eeuw, maar werd in de 17e eeuw verwoest. Lange tijd was het
een ruïne. Het is gebouwd voor groothertog Vytautas de grote, de
belangrijkste vorst van Litouwen in de 15e eeuw toen Litouwen
een grootmacht was in Oost-Europa en het rijk reikte tot aan de Zwarte Zee.
In de 19e eeuw nam de belangstelling voor het roemrijke verleden
toe en kwamen er plannen voor conservering en reconstructie van het kasteel.
Het duurde tot 1962 toen de Litouwse Sovjet besloot tot herbouw. Moskou keek
even de andere kant op bij dit staaltje van nationaal eerherstel, maar naar
verluidt was Chroetsjov woedend toen hij ervan hoorde. Het resultaat mag er
wezen. Het kasteel gelegen op een eiland in een meer staat er schitterend
bij. Het neemt een strategische positie in en dat was van belang in de strijd tegen de
Teutoonse ridders, die vanuit Pruisen en Letland probeerden
Litouwen te veroveren. Het kasteel is wel heel erg netjes, alsof
het
gisteren is gebouwd. Er is een eenduidige route door de ruimtes, waarin een
historische tentoonstelling is over de geschiedenis van het kasteel, het
land en de archeologische vondsten uit de directe omgeving. Het is wel druk
met reisgroepen, maar het is net te doen. Na de rondwandeling door het
complex, dat ook nog een historisch museum omvat gaan we terug naar Vilnius.
In Vilnius lunchen we in ons appartement. In de middag
lopen we naar het universiteitscomplex in de oude stad. Het bestaat uit een
reeks gebouwen uit de 16 tot 19e eeuw rond een 9-tal binnenhoven.
We bekijken ze allemaal. In de hoven zien we hoogleraren in toga een verhaal
afsteken voor wisselende groepen studenten. Het lijkt deel uit te maken
van een introductieprogramma. Het ziet er zeer academisch uit. Ook de St
Janskerk maakt deel uit van het complex.
Van buiten barok, binnen roccoco en
rijk versierd. De kerk werd tijdens het communisme tijdelijk een magazijn.
De universiteit wist de kerk in de jaren 60 terug te krijgen en maakte er
een wetenschapsmuseum van. In 1991 werd de kerk weer gewijd. In een van de
kapellen zijn oude wetenschappelijke boeken tentoongesteld uit de tijd dat
hier een wetenschapsmuseum was. De klokkentoren heeft een lift en is te
beklimmen. Het uitzicht op de stad is ook mooi. Je ziet niet de hele stad in
één blik, maar wel van dichterbij.
’s Avonds eten we bij
La Bohème. Het is een grote zaak in een
voormalige kerkgebouw. Leuke zaak, maar helaas is er in een belendende zaal een
trouwfeest en daar maken ze een ongelooflijke pokkeherrie. We zijn blij als
we klaar zijn met eten en ergens anders koffie kunnen gaan drinken (bij Mama
Mia). Later nemen we nog een afzakkertje bij Montmartre.
Weer: zonnig. Frisse start met 10 graden, maar later 18
graden.
Na het ontbijt drinken we koffie bij Verocafé. Die gaan
pas om 10 uur open, dus we moeten even geduld hebben. Het regent licht. We
kopen kaas bij de Litouwse kaaswinkel
Dziugas op Ausros Vartu gatve, vlakbij
ons appartement als souvenir. Daarna nemen we nog een kop capucino
bij Montmartre, ertegenover. We gaan dan op weg naar het vliegveld. Op de
luchthaven is het niet zo makkelijk om de inleverplek
voor de huurauto te vinden. Er staan geen borden naartoe. Op goed geluk
rijden we maar de parkeergarage in en daar vinden we uiteindelijk de
parkeerplek van Europcar en de andere verhuurders. Dan op zoek naar de
balie. Die blijkt in de aankomsthal te zitten, maar waar? Er zijn twee
locaties, maar er staat niet aangegeven wie waar zit. Wat een gedoe. Dan
moet ik met de baliemedewerker mee naar de auto en weer terug. De vlucht vertrekt op tijd om 13.45 en gaat goed. De krappe overstap (30
minuten) in Wenen blijkt ruim voldoende. De vliegtuigen staan bijna naast
elkaar. Om 17 uur zijn we in Amsterdam. We nemen de Intercity Direct naar
Rotterdam en bestellen daar een
Ubertaxi naar huis.
Weer: in Vilnius koud en motregen. In Nederland zonnig en 22 graden
Andere Reisverslagen | ||
terug |