![]()  | 
      
	
			![]()  | 
      DEEL 1 | 
We worden om 9 uur 
opgehaald met de taxi. Deze brengt ons in vijf minuten naar het Centraal 
Station. Hier nemen we de Fyra van 9.30 naar Schiphol. 
Deze hoge(re) snelheidstrein brengt ons in 23 minuten naar 
de luchthaven Schiphol. Onderweg kunnen we zien hoe we de auto’s op de A4 
inhalen. De trein rijdt nog maximaal 160 km/u. Dat moet volgend jaar 250 km/u 
zijn.  Op Schiphol kunnnen we vlot inchecken voor onze vlucht naar Newark. We 
zijn ruim op tijd en gaan daarom eerst koffiedrinken en een krantje lezen. Het 
instapproces begint anderhalf uur voor het geplande vertrek. We worden 
geïnterviewd over onze bagage en ons reisdoel en gaan dan door de bodyscan. Het 
vertrek wordt iets verlaat, onder andere omdat één van de passagiers last heeft 
van druk in de voorhoofdsholte na een eerdere vlucht naar Schiphol. We 
vertrekken een kwartier te laat. Die tijd lopen we tijdens de vlucht weer 
ruimschoots in. De vlucht met Continental 
Airlines verloopt rustig, de service is prima en het eten 
redelijk. We worden regelmatig voorzien van drankjes en we hebben een 
entertainment console op onze stoel.
We landen tien minuten 
te vroeg op Newark Liberty 
International Airport. We zitten vooraan in het toestel en haasten ons 
naar buiten richting de immigratiedienst 
(US Border Patrol). In Newark hebben we slechts anderhalf 
uur overstaptijd en dat is niet zoveel in deze tijd met strenge 
veiligheidscontroles. We zijn vrijwel meteen aan de beurt en kunnen na het 
afgeven van vingerafdrukken, het maken van een foto en het beantwoorden van wat 
vragen door naar de bagageband. We moeten onze koffers zelf meenemen, door de 
douane (Customs) en daarna weer inleveren voor de volgende vlucht. Dan lopen we vlot door 
naar de Airtrain, een monorail die de drie terminals met elkaar verbindt. We 
zijn geland op terminal B en onze vlucht naar Toronto vertrekt vanaf terminal C. 
Binnen een minuut hebben we een (onbemande) Airtrain, die ons naar terminal C 
brengt. In terminal C moeten we aansluiten in 
een lange rij voor de veiligheidscontrole. Het gaat toch nog redelijk snel, we 
moeten een kwartier wachten. Dan zijn we een uur voor vertrek bij de gate van 
onze vlucht naar Toronto. De vlucht is een ruim een half uur vertraagd. We 
vliegen met een klein propeller toestel van Continental. De vlucht duurt ruim 
een uur en gaat gepaard met nogal wat turbulentie. We hebben geluk dat we wat te 
drinken krijgen, want het serveren wordt al snel gestaakt. In Toronto is de 
immigratiedienst (Canada Border 
Services Agency) vlot en efficiënt en nadat we onze koffers hebben gepakt kunnen 
we naar Hertz autoverhuur. We krijgen een Toyota Camry mee (een upgrade van een 
Corolla met gek genoeg een nummerplaat uit Texas!) en rijden met behulp van onze 
TomTom 
Toronto in naar ons
B&B 312 Seaton 
Street in de wijk Cabbagetown. 
We worden vriendelijk 
ontvangen door Laurie, die de eigenaren vervangt als ze zelf op reis zijn. Nadat 
we ons geïnstalleerd hebben in de kleine, maar smaakvol ingerichte kamer gaan we 
nog wat eten in de buurt bij de Pear Tree op Parliament Street.
Daarna gaan we doodmoe 
naar bed.
Het regent pijpenstelen 
vanmorgen. We krijgen een uitgebreid ontbijt. Als we willen vertrekken voor een 
verkenning van de stad zien we dat er een parkeerbon achter de ruitenwisser van de auto 
zit. Laurie was vergeten te vertellen, dat er hier betaald 
parkeren is en dat we 
op het privé terreintje van de B&B hadden kunnen staan. Ze pakt de parkeerbon 
van ons over. We verplaatsen de auto en lopen dan naar een metrostration. 
Inmiddels is het droog geworden. We 
kopen een dagkaart van $10 (in het weekend geldig voor twee personen) en gaan op 
weg naar Union Station. Vandaar lopen we naar de 
CN tower, de hoogste toren ter wereld. 
Ze is 553 meter hoog. We nemen de lift naar het uitkijkplatform. Het uitzicht is 
enorm. We zitten dan op ruim 300 meter. We gaan nog verder met de Skypod naar 
een hoogte van 443 meter. Het uitzicht wordt iets ruimer, maar niet veel. Weer 
een stuk naar beneden bekijken we de glazen vloer. Bijzondere gewaarwording om door de 
vloer ruim 300 meter naar beneden te kunnen kijken.
Terug beneden nemen we 
de metro naar het centrum. We eten in het Eaton winkelcentrum, het grootste van 
Canada. Na de lunch gaan we naar het nieuwe stadhuis, waar we Audrey 
ontmoeten, de vrijwilliger van de 
Toronto Greeter Service. Ze neemt ons op sjouw, door 
het centrum en dan richting China Town via een leuke straat met allerlei hippe 
winkels. In Chinatown zien we natuurlijk veel 
Chinese winkels en restaurants. Vervolgens lopen we door naar Kensington 
Market. Dit is een 
straatmarkt met vooral veel verse waren en eettentjes. We 
gaan even op een terrasje zitten in de zon, die inmiddels flink is gaan 
schijnen. We lopen nog wat rond en nemen dan een metro en een bus naar een 
rustige buitenwijk. Daar nemen we afscheid van Audrey en zij zet ons op een tram 
terug de stad. Het is een lange rit van 45 minuten die ons door allerlei wijken 
voert met levendige winkelstraten. We stappen in de buurt van ons B&B in 
Cabbagetown uit. 
’s Avonds gaan we eerst 
wat drinken in de Gay villlage rond Church Street bij Churchmouse & Firkin. Dan 
gaan we  eten bij “Hair of the Dog” 
een prima eetcafé met een terras. Vervolgens koffie bij Starbucks een een 
afzakkertje bij het Village Rainbow Café. Dan zijn we weer erg moe en gaan terug 
naar het B&B.
Weer: ochtend regen en 15°, namiddag zonnig en 19°C.
Het ontbijt wordt 
vandaag weer door Laurie gemaakt. Ze wordt vandaag geassisteerd door een 
vriendin. We krijgen  
vandaag 
pannekoekjes, worstjes, bacon en vers fruit. Na het ontbijt gaan we op weg naar 
Maynooth, in de buurt van Algonquin Provincial Park. We volgen anderhalf uur de snelweg, waarna we via kleinere wegen na 
3,5 uur rijden bij Maynooth komen, waar de
jeugdherberg staat waar we twee 
nachten zullen verblijven. We hebben een twee persoonskamer. De jeugdherberg is 
een beetje versleten, maar alles werkt en is vlekkeloos schoon. In Maynooth is 
maar één winkel en een lunchroom, die op maandag gesloten is. Voor de lunch 
moeten we weer 23 km terugrijden naar Bancroft. Dat doen we dan maar. Na de 
lunch rijden we naar het Algonquin Provincial Park, dat ruim 50km ten noorden 
van Maynooth begint. Het is inmiddels half vier geworden als we bij het ranger 
station aankomen. We kopen toch maar een dagpas van $15 dollar per auto en 
rijden naar het begin van de Beaver Pond wandeling. Deze begint bij km-paal 45 
en is ongeveer 2km lang. Door het park loopt één doorgaande weg en alle 
wandelingen en uitkijkpunten worden met hun km-paal aanduiding aangegeven. De 
wandeling loopt rond een meer waar bevers in actief zijn. Er 
zijn duidelijk beverburchten te zien en er is door de nijvere diertjes ook een 
flinke dam aangelegd. Het is er rond het water vergeven van de muggen en 
aangezien we de muggenspray in de Jeugdherberg hebben laten liggen wordt ik meteen voluit 
aangevallen. In het meer zien we een paar keer een bever zwemmen. Het parcours 
gaat een paar keer omhoog en omlaag. Hier en daar zijn trappen aangelegd. Na ruim een 
uur zijn we rond en terug bij de parkeerplaats. We rijden weer terug naar Maynooth. Na even opfrissen gaan we weer naar Bancroft voor het diner. We 
eten eenvoudig bij een Chinees eethuisje, waar het een redelijk van smaak is.
Weer: zonnig, met lichte bewolking. 18°C.
We ontbijten bij Pam’s 
family restaurant tegenover de Algonquin Backpackers. De ontbijtopties zijn allemaal 
zeer omvangrijk en calorie-overgoten.  
Worstjes, bacon, kip, gebakken aardappelen en dan heb ik nog de eieren 
overgeslagen. 
Het staat als een huis in de maag. Na deze oppepper rijden we via 
hwy 127 naar Algonquin Provincial Park. Dat is ruim een uur rijden. We kopen 
weer een dagpas bij de park ranger (km 56) en rijden eerst naar Two Rivers Lake 
(km 34), waar we koffie drinken. Na de koffie rijden we verder en zien een eland 
op enkele tientallen meters van de weg grazen op een open plek in het bos. Een 
imposant dier waar je zeker geen aanrijding mee moet riskeren, want de auto is 
gegarandeerd total loss. Vervolgens rijden we naar de 
Portage Store bij 
km paal 14. Hier huren we een kano om op het toepasselijk getitelde Canoe Lake 
te gaan varen. We krijgen een standaard aluminium kano mee, peddels en een 
noodsetje met drijvend koord en een fluit. We gaan tegen de wind het meer op en 
volgen de kustlijn. Na ruim een uur willen we even pauzeren bij een steiger. Ik 
klauter de kant op, maar dan raakt de kano in onbalans en kapseist, waardoor 
Erik te water raakt. Hij weet zich met moeite de steiger op te werken, maar is 
uiteraard kletsnat. De fotocamera is kapot, helaas. We bekomen een beetje van de 
schrik en laten de kleren in de zon een beetje drogen. Dan moeten we toch weer 
de terugtocht
 aanvaarden. Dat gaat zonder problemen. Van de plannen, die we 
verder in het park hadden komt niet veel meer, want de lol is er wel af. We rijden terug naar Maynooth, 
waar Erik kan douchen en droge kleding aan kan trekken. 
We lunchen weer bij Pam 
en doen de rest van de namiddag rustig aan. Rond half vijf rijden we naar 
Bancroftt en drinken wat op het terras van de TO pub. Daarna eten we bij Vito’s 
restaurant. Een pizzeria, die ook nog allerlei andere gerechten op het menu 
hebben – en niet alleen Italiaanse.
Na het diner drinken we 
koffie bij Tim Horton. 
Tim Horton is een Canadees en goedkoper alternatief voor Starbucks. In Canada 
zitten ze vrijwel overal, waar 
Starbucks en de andere Canadese keten 
Second Cup alleen in de steden zit. Hier geen keuze uit tientallen 
koffiemelanges, machiato's en frappucino's, maar een beperkter assortiment. 
Cappucino heet hier French Vanilla en is mierzoet. Maar de sterkte van de koffie 
is wel in orde. Na de koffie rijden we terug naar Maynooth.
Weer: zonnig, 21°C
	
We ontbijten weer bij 
Pam’s family restaurant. We nemen deze keer pancakes. Na het ontbijt rijden we 
via kleine en soms zeer smalle en slecht onderhouden wegen oostwaarts tot we na een 
uur in het dorpje Renfrew komen. We drinken hier 
koffie tussen de boeren en 
houtkakkers en gaan daarna verder richting Ottawa, de 
hoofdstad van Canada. De laatste 50 km gaan over brede snelwegen. Rond 
11.45 zijn we bij het Avalon B&B aangekomen. We kunnen vrijwel direct op de 
ruime kamer. Na een korte rustpauze gaan we te voet richting centrum. We eten in 
de  Byward market, een voormalige markthal. 
In het gelijknamige café serveren lekkere sandwiches en broodjes en 
salades. Hoewel Ottawa nog net in de Engelstalige provincie Ontario ligt, hoor 
je hier op straat al veel Frans. Het is heerlijk zonnig weer als we naar
Black’s photography in het 
Rideau centre gaan. Hier kopen we een nieuwe camera voor Erik, want de vorige 
heeft de plons in Canoe Lake van eergisteren niet overleefd. Na de aanschaf 
van een nieuwe Canon Powershot lopen we naar het Parlementsgebouw. In een grote 
tent zijn kaartjes te krijgen voor de rondleiding. De eerstvolgende is pas om 
15.50. We hebben nog ruim 2 uur te gaan. We wandelen daarom via Sparks Mall 
(voetgangersgebied) en 
het Constitution Square - met het oorlogsmonument (War memorial) - langs de brug over het Rideaukanaal. Hier 
zien we het voormalige stationsgebouw en het kanaal. Verderop staat het enorme, 
monumentale en luxueuse Chateau 
Laurier hotel, ooit gebouwd door de Canadese spoorwegen. Naast het hotel zijn 
de sluizen die het kanaal met de veel lager gelegen Ottawarivier verbinden. De 
Ottawa-rivier vormt de grens tussen de
 provincies Ontario en Quebec. Aan de 
overzijde ligt de Franstalige stad Gatineau. We 
lopen verder via Sussex Drive, waar de oudste huizen van Ottawa staan. Sussex 
Drive loopt naar de Notre Dame basilica, de katholieke basiliek van Otawa. Er 
tegenover staat de moderne National Gallery. We lopen via het park terug naar de 
brug over het kanaal. We komen langs een foto tentoonstelling over 65 jaar 
Canadees-Nederlandse betrekkingen. Er wordt uiteraard gerefereerd aan de rol van 
het Canadese leger bij de bevrijding van Nederland in 1945 en de geboorte van 
Prinses Margriet in 1943 hier in Ottawa. 
Terug bij het 
	parlementsgebouw begint de 
tour. We lopen van de welkomsttent naar de ingang in het hoofdgebouw. Het is in 
1916 gebouwd als vervanging van eerdere versie, die verloren is gegaan tijdens 
een grote brand. Het is twee keer zo groot geworden als het origineel. De tour kan 
helaas niet de vergaderzalen van het Lagerhuis of de senaat aandoen, omdat beide 
huizen in zitting zijn. In plaats daarvan krijgen we een foto te zien, waar de 
gids een uitleg bij geeft. We lopen via de 
	centrale hal naar de 
parlementsbibliotheek, die de grote brand heeft overleefd. Hier staan een half 
miljoen boeken ten dienste van de onderzoekers van de parlementsleden. Het is 
een prachtige studie zaal met onder een grote koepel, de eerste in zijn soort in 
Canada. Tijdens een renovatie in 2006 werd deze koepel in zijn geheel van het 
gebouw getild. Na de tour kunnen we nog met een lift de vredestoren op - met 93 
meter de hoogste constructie van de stad. Niets mag boven de toren uitsteken. De 
toren herdenkt de slachtoffers van de eerste wereldoorlog. Het uitzicht is mooi. 
Onder de toren is de herdenkingsruimte - memorial chamber - met herdenkingsmonumenten voor de 
gevallen Canadezen van de 1e wereldoorlog. In de vloer staan de namen 
van de grote veldslagen in die oorlog. Op een talfel ligt een boek opengeslagen met 
namen van de slachtoffers. Elke dag is een andere bladzijde te lezen. We lopen 
naar buiten en nemen de bus terug naar de B&B. 
Na een korte pauze gaan we weer 
op pad op zoek naar een restaurant. We eten in de Kinki bistro aan York Street. 
Een Aziatisch fusion restaurant. We eten er lekker, maar de bediening is  tot we het voorgerecht krijgen 
	een beetje traag en daarna weer heel snel, als het 
hoofdgerecht onmiddellijk erop volgt. De rekening is nogal gepeperd.  Na het diner drinken we koffie bij 
Starbucks, die gevestigd is in een boekhandel van 
	Chapters. Na de koffie gaan 
we naar de Lookout bar, waar deze avond een Karaoke wordt gehouden. Het moet nog 
echt op gang komen als we weer weg gaan. Met de bus zijn we in zeven minuten 
weer terug in de B&B.
Weer: zonnig, 20°C. ’s 
avonds motregen.
Na het heerlijke ontbijt 
gaan we op weg naar Montréal. Al snel steken we de grens met de 
provincie Quebec over en gaan we Franstalig Canada in. De route verloopt volledig via snelwegen en we 
komen na ruim 2 uur in de grote stad aan. We 
rijden redelijk snel naar ons B&B,
La Conciergerie,  
aan de rand van de Gay Village van Montréal. Montréal is de op één na grootste 
stad van Canada (maar niet de hoofdstad van de provincie Quebec) en dat merk je 
aan alles. De stad heeft een mondaine, grootstedelijke uitstraling, die Ottawa 
mist. Nadat we ons geïnstalleerd hebben 
en de auto geparkeerd in een garage een straat verderop, gaan we op pad voor een 
lunch in de buurt bij de Resto du Village. Veel (club)sandwiches en burgers 
staan hier op het menu. Veel gerechten gaan vergezeld van
poutine een Quebecse 
specialiteit bestaande uit uit friet bedekt met onrijpe kaas, gedrenkt in jus en 
eventueel nog extra ingrediënten. 
Het is vandaag een regenachtige dag. 
	Daarom nemen we na de lunch de metro naar het
	Musee des Beaux 
Arts. We kopen voor $14 een 3-dagen kaart voor onbeperkt reizen met 
	bus en metro van stadsvervoerbedrijf STM. Het 
museum heeft een aardige collectie moderne en niet zo oude Canadese 
schilderkunst naast een algemene collectie met werken uit de hele wereld. Naast 
het oude gebouw is er ook een nieuwbouw aan de overkant van de straat. Beide 
gebouwen zijn door middel van een tunnel met elkaar verbonden. De vaste collectie is 
gratis te bezoeken. Een speciale expositie over Miles Davis kost extra. Er is 
ook een tentoonstelling gewijd aan Bonaparte, die bestaat uit een nalatenschap 
van een Napoleon-verzamelaar. Naast schilderijen van de kleine keizer ook 
documenten uit zijn tijd en persoonlijke attributen van de keizer zelf, zoals 
een hoed, een laars, eetgerij en een pennenset. Nadat we het museum gedaan 
hebben nemen we de metro naar de oude stad voor een bezoek aan de Notre-Dame de 
Montréal. Deze kathedraal uit 1829 ziet er van binnen prachtig uit met een 
gigantisch altaar dat blauw verlicht is. Er achter ligt nog een kapel, die in 
1978 is uitgebrand en modern is hersteld. Entree voor de kathedraal is $5 pp. Na 
het kerkbezoek gaan we terug naar de B&B. 
Na een korte pauze gaan we in de gay 
village eten bij Bato Thai, een Thai restaurant. Het is eten is prima en niet al 
te duur. Na het eten gaan we uit in 
het nachtleven van de Village. We strijken neer in Le Drugstore, een groot 
complex over drie etages. Het is op donderdagavond niet zo druk en dat is in 
zo’n grote zaak een nadeel. Daarna kijken we even bij Sky, maar dat is te 
lawaaiig voor ons. We eindigen in La Normandie, waar een karaoke avond gaande 
is. Sommigen van de enthousiaste deelnemers zijn aandoenlijk om aan te zien. De MC 
is een gezette oudere dame die de moed en de sfeer er fantastisch goed in houdt.
Weer: regen, max 17°C
| 
			
			 | 
			Andere Reisverslagen | 
			
			 | 
		
| terug | verder |