![]()  | 
      
	
			![]()  | 
      DEEL 2 | 
Na het ontbijtbuffet 
gaan we met de metro weer naar de Place d’Armes in Vieux Montreal. Nu niet voor 
de kathedraal - die 
hebben we gisteren al gezien - , maar voor de rest van dit stadsdeel. We zien o.a. het 
gerechtsgebouw en het gerechtshof, dat ooit begon als bankgebouw. De entree is 
prachtig met Art Deco lampen. Dit weekend is de Formule 1 Grand Prix van 
Montreal en overal in de stad zien we mensen in race-team gerelateerde kleding. 
Hoewel het circuit een eind uit de stad ligt op Mont Tremblant, kunnen we hier 
het snerpende geluid van de race-auto's horen die hun trainingsrondjes rijden. 
We lopen verder naar de Place Jacques Cartier. Het stadhuis waar de Franse 
president De Gaulle in 
1967 zijn  “Vive le Quebec Libre” 
speech hield is in restauratie. Na die toespraak onstond er veel onrust in 
Quebec, omdat de Franstalige Canadezen zich destijds sterk achtergesteld voelden 
door de Engelstaligen. We lopen naar de Marché du Bonsecour, die nu een 
winkelgallerij is, die slecht bezocht wordt. Ernaast staat de 
Notre-Dame-de-Bonsecour, 
de zeemanskerk van Montreal. Mooie kerk uit de 17e eeuw, gesticht 
door een Marguerite Bourgeoy, Canada’s eerste heilige. Er is een museum aan haar 
gewijd. Hoogtepunt van het museum is echter een bezoek aan de Chapelle Aeriale, 
op het dak van de kerk, die een mooi uitzicht op de rivier en de oude stad 
biedt. Na  het bezoek aan de kerk lopen we langs het havenfront voordat we weer de oude stad in 
steken. Langs het Old Customs House en de Yeovilleplaats met een oude 
fortificatie en de Founders obelisk. Er is ook een voormalige brandweerkazerne. We 
lunchen bij hotel Bonaparte. We eten in chicque entourage, maar 
de prijzen zijn gematigd voor het 
lunchmenu. We lopen naar Square Victoria. Onderweg daarheen stoppen we nog even 
voor een 
kijkje in de  Royal Bank of 
Canada, ooit het hoogste gebouw van het Britse Rijk (23 etages). De hal waarin 
de bankloketten zich bevinden is prachtig vormgegeven. Op het 
Victoriaplein staat een Art Nouveau metroingang, die door Frankrijk is 
geschonken in verband met de Expo van 1967. 
We nemen de metro naar 
Sherbrooke. Dit ligt in de wijk le Plateau, hooggelegen boven het centrum. Hier 
lopen twee lange boulevards parallel aan elkaar met veel restaurantjes en ethnische winkeltjes: de Rue 
St Denis en de Rue St Laurent, de laatste wordt ook wel The Main genoemd. Rue St 
Laurent was lange 
tijd de scheidslijn tussen Engels en Franstalig Montreal. Daarna nemen we de bus 
en een taxi naar de Mont Royal, de berg die de stad haar naam gaf. We worden 
door de taxi afgezet bij een uitzicht punt dat naar het oosten uitziet. We zien 
o.a. het Olympisch Stadion van de Olymische Spelen van 1976. Dan nemen we de bus verder naar het Chalet Smith met 
uitzicht op downtown Montreal. Het uitzicht op de wolkenkrabbers van het centrum 
is prachtig. We nemen de bus terug naar de metro en dan naar 
het B&B. Daar zien we laatste minuten van Frankrijk-Uruguay: 0-0
We eten ’s avonds in het 
Quatier Latin (www.quatierlatin.ca) 
in Aziatisch restaurant Fou d'Asie aan de rue st Denis. Lekker en redelijk geprijsd. 
Terug naar B&B.
’s avonds gaan we nog 
uit en beginnen bij lounge bar Gotha Saloon bar, een beetje buiten het circuit 
aan de rue Amherst. We zitten heel relaxt op een straatterras. Dan naar Bar Relaxe met groot terras aan de 
slagader van de village, de rue Ste Cathérine. Dan besluiten we de avond net als 
gisteren bij Normandie, waar weer een gezellige Karaoke aan de gang is.
Weer: ochtend droog en bewolkt 
17° , later zonnig 23° .
	
  We 
rijden op advies van de Tomtom de stad uit via een route, die we zelf nooit zo 
uitgezocht zouden hebben. Borden wijzen ieder geval niet in de richting van 
Trois-Rivieres. We komen na een tijdje op de snelweg die de St Laurent vallei 
volgt en toch richting Trois-Rivieres voert. Bij Trois-Rivieres rijden noordwaarts naar 
Grandes-Pîles, waar we in de
Auberge Le Bôme 
een kamer hebben gereserveerd. We worden verwelkomd door de 
eigenaars en kunnen de koffers in de kamer zetten. We gaan vervolgens meteen op weg naar het 
Nationaal Park La Mauricie. In het bezoekerscentrum krijgen we het advies om een 
wandeling te volgen vanaf de parking Makinec naar een uitzichtpunt en dan weer 
terug. De eerste twee km langs het meer zijn makkelijk, maar dan gaat het, nadat 
we via een drijvende brug een meer zijn overgestoken, snel bergopwaarts. Ik loop de volgende kilometer sterk stijgend naar 
boven naar een prachtig uitzichtpunt Royse genaamd. Het uitzicht over meren, 
bossen en bergen is adembenemend. Het is er wel vergeven van de  
muskieten. De 
muskieten zijn niet ongevaarlijk. Sommige dragen het Westnijl-virus met zich, 
dat tot vervelende ziekteverschijnselen kan leiden (grieperig, koorts, 
vermoeidheid, maag- en darmstoornissen) en zich soms ontwikkelt tot een 
hersenvliesontsteking. Het is niet te behandelen en voorkomen met 
anti-muggenspray (met DEET erin) is de enige zinvolle maatregel.  Wilde 
dieren komen we vandaag helaas niet tegen. Dan weer terug via dezelfde route 
naar de parkeerplaats. We rijden terug naar Grandes-Pîles, dat aan de 
andere kant van de rivier ligt. Een ritje van een half uur. We nemen een bad in 
de jacuzzi en rusten wat uit. Vervolgens wandelen we naar de jachthaven en drinken daar 
een biertje. 
Later op de kamer zien 
we een staartje van de wedstrijd Engeland-USA (1-1) en later op de avond dineren 
we in het hotel. Het eten is uitstekend en heerlijk. Ik heb Carré d’Agneau 
(lamscarré) en 
Erik een Magret de Canard (eendenborst). 
Daarna zien we nog een 
reprise op tv van Argentinië tegen Nigeria (1-0).
Weer: zonnig 23°C.
We ontbijten 
beneden in de eetzaal. Het is mooi opgemaakt met fruit, croisantjes en een 
beetje jus d’orange. Eieren 
zijn op verzoek te bestellen. Na het ontbijt rijden we weer naar het Nationaal Park Le 
Mauricie. Het nationaal park maakt deel uit van een berggebied 
Laurentides (Laurentians) dat ten noorden van de St Laurent rivier 
ligt. We rijden dwars door het park en stoppen bij verschillende 
uitzichtpunten. De één is nog mooier dan de andere. We zien eerst een stinkdier 
langs de weg. Die schijnen niet erg zeldzaam te zijn. Dan opeens als we een 
bocht uitkomen zien we verderop een zwarte beer langs de kant van de weg. Als we 
dichter naderen vlucht hij de bossen in en we zien hem niet meer terug. Helaas 
ging het te snel voor het maken van een foto.
Wij rijden tot 
Shewinigan parkeerplaats, waar we bij de Casse-Croute (Quebecois voor Snackbar) 
een cheeseburgertje eten. Dan doen we een wandeling rond Les Cascades, een 
snelstromende rivier met diverse watervallen. In dit deel van het Park is het 
op 
een zondag een stuk drukker, dan waar we tot dan toe geweest waren. Na de wandeling rijden we weer terug door het park naar St Jean de Pîles, 
waar we wat inkopen doen en dan verder naar Grandes-Piles. We nemen een bubbelbad in de grote jacuzzi van het hotel. We gaan het 
voetbal kijken en zien vrijwel de hele wedstrijd Duitsland – Australië (4-0). 
Daarna lezen we wat op het balkon in de warme zon en genieten van het uitzicht 
op de rivier. 
’s Avonds eten we 
opnieuw in het hotel. Dit keer neem ik ook Magret de Canard, met als voorgerecht 
een stukje gerookte zalm. Wederom erg lekker. ’s Avonds kijken we weer voetbal, Ghana tegen 
Servië (1-0).
Weer: zonnig 25°C
We staan vroeg op en 
zitten om half acht voor de buis om Nederland tegen Denemarken te zien spelen. 
In de rust gaan we 
naar beneden voor het ontbijt. We zijn te laat terug bij de 
buis voor het (eigen) doelpunt, waardoor Nederland één minuut na rust 
de leiding neemt. Later 
scoort Nederland nog een keer door Dirk Kuyt en is de vreugde compleet. Het spel 
was niet oogstrelend, maar wel effectief. We rekenen af en gaan op pad naar 
Quebec. Via kleinere wegen komen we na drie kwartier op de snelweg naar de 
hoofdstad van de provincie Québec. 
Rond half twaalf 
	komen we aan bij de  Auberge Aux 
	Deux Lions in de stad. De kamer is nog 
niet klaar, maar we kunnen de auto op eigen terrein parkeren. We lopen via de 
rue St Jean de stad in en lunchen onderweg naar de oude stad. De oude stad is 
	nog geheel ommuurd, iets dat erg zeldzaam is in Noord-Amerika. De oude stad 
	staat op de werelderfgoedlijst 
	van UNESCO. In de oude stad bezoeken we eerst de 
	Kathedraal Notre-Dame de Quebec
	. Deze 17e eeuwse kerk is de oudste parochiekerk ten noorden van Mexico. 
	Hij brandde in 1922 af en is daarna geheel naar het origineel hersteld. Het 
	altaar is 
	een kopie van die van de Sint Pieter in Rome. De tinnen lamp bij 
	het altaar is een geschenk van Lodewijk XIV van Frankrijk. We lopen daarna naar de
	Funiculaire kabelbaan, die ons 
bijna loodrecht naar de Benedenstad brengt van oud Quebec. Beneden zijn smalle 
straatjes met veel op touristen gerichte winkels en restaurantjes. Het ziet er 
	mooi uit, bijna te mooi. We drinken wat op een terrasje en lopen in de benedenstad rond. We komen op de Place Royal met prachtig 
gerestaureerde 17 en 18e eeuwse huizen en de 
	Notre-Dame des 
Victoires (1687), gewijd aan twee overwinningen van de Fransen op de Britse marine in 
of bij Canada (1690 en 1711). 
Als we het meeste in de 
lage stad gezien 
hebben gaan we weer met de Funiculaire naar boven. We bekijken het balkon met 
uitzicht op de St Laurent rivier aan de voet van het 
Chateau Frontenac hotel. 
Het hotel is enorm en doet niet onder voor een middeleeuws kasteel. Het is in de 
19e eeuw neergezet door de Canadese spoorwegen naar een ontwerp van 
een New Yorkse architect op de plaats waar de Franse kolonist Champlain in de 17e eeuw 
een vesting liet bouwen. De oude stad van Quebec is geheel ommuurd en hier en 
daar staan nog kanonnen op de stadsmuren. Iets hoger gelegen dan het hotel 
liggen de resten van de oude citadel. 
De eerste bebouwing van de heuvel was van de Fransen, maar de meeste bouwwerken 
zijn door de Britten op aanwijzing van de Hertog van Wellington gebouwd. Hij was 
bang voor een aanval door de Verenigde Staten na een eerder oorlog in 1812. We lopen verder door de bovenstad en 
komen langs het Groot-Seminarie (nu Architectenschool van de eerste 
Franstalige Katholieke Universiteit van Canada) en het ziekenhuis en tenslotte de kapel 
van de Ursulines. Dan zijn we moe en nemen het electrische ecolobusje, dat ons 
gratis naar een halte in de buurt van ons hotel brengt. 
’s Avonds eten we bij Piazzetta, een redelijk geprijsde, trendy pizza restaurant in de rue Cartier, waar veel leuke restaurants zitten. De pizza’s smaken prima en kosten nog minder dan we dachten, want we krijgen een voor ons onverwachte korting.
Weer: Onderweg regen en 
11 graden. In Quebec zonnig en 23°C
Onze vrolijke hotellier 
heeft het ontbijt al klaar staan als we beneden komen. Hij is vol vrolijkheid en 
behoorlijk 
nieuwsgierig. Hij komt zelfs even bij ons aan tafel zitten. We worden 
gered als er een andere gast de ontbijtzaal binnenkomt. We checken daarna uit en drinken koffie in 
rue Cartier en gaan vervolgens op weg naar Wendake, een 
Huron nederzetting aan de rand van Quebec. 
De Hurons 
	zijn een Indianenvolk (of First Nation zoals nu in Canada genoemd worden), 
	waarmee de eerste kolonisten onder Champlain in 1615 contact legden. Men 
	zette een huidenhandel met ze op. Ook steunde Champlain de Hurons in hun 
	strijd met de Iroqui indianen, die aanvankelijk werden verdreven. Toen de 
	Nederlanders via de Hudson baai Canada binnen kwamen bewapenden die de 
	Iroquis met vuurwapens en sloegen de Iroquis genadeloos terug. Zo 
	verstoorden de Europeanen het machtsevenwicht tussen de First Nations 
	ontzetten. Toen de Britten uiteindelijk Quebec in handen kregen werd de 
	aliantie van de Hurons met de Fransen niet in dank af genomen. Heden tendage 
	zijn er nog weinig Hurons (of Wendat zoals ze zich zelf noemen) over. Er is 
	één Huron-reservaat in Canada (hier) en drie autonome gebieden in de 
	Verenigde Staden. Hier in Wendake telt de gemeenschap ongeveer 3.000 leden. 
	In de VS leven nog eens 5200 Hurons. De Hurons hier in Quebec zijn 
	hoofdzakelijk katholiek en spreken Frans. Veel moeite wordt gestoken in het 
	verspreiden van de kennis van de Wendat-taal en cultuur onder de leden van 
	de gemeenschap. 
Onze Tomtom brengt ons in de buurt, maar niet waar we moeten zijn. We vragen aan een voorbijganger die ons in de goede richting wijst. We gaan eerst naar het museum, dat gevestigd is een door Hurons gedreven Traité hotel en museum. We bekijken de bescheiden tentoonstelling, die niet goedkoop is: 9 dollar pp. Dan gaan we verder naar het Huron miniatuurdorpje. Dat is een vijftal minuten met de auto rijden. Ook hier weer een stevige entreeprijs: $12,50. We krijgen een rondleiding in het Frans door een van de Hurons. We krijgen te horen over de tradities van de Hurons en hun traditionele huisvesting. De Hurons of Wendat wonen nu in gewone huizen in de directe omgeving. Na de rondleiding wonen we nog een uitvoering van de dansen bij, waarvoor we weer 8 dollar moeten neertellen. Na de danspartij – met een beetje publieksparticiptatie op het eind – gaan we op weg naar Tadoussac.
We rijden terug naar de stad en via de ringweg in Noordoostelijke 
richting verder, de St Laurent rivier aan onze rechterhand houdend. We stoppen in 
	St 
Anne de Beaupré, het Lourdes van Canada. Hier wordt St Anna, de moeder van de 
maagd Maria vereerd, omdat ze zeelieden van een wisse dood in de veelvoorkomende 
stormen op de rivier zou redden. Er 
	is een enorme bedevaartkerk opgericht. We 
eten in de McDonald ertegenover. We rijden verder langs de kust door mooi landschap en vele 
dorpen. Het is nog een hele rit van bij elkaar vier uur voor maar 200 km. Bij Baie 
de St Catherine gaan we de veerboot op om de Sagenay fjord over te steken naar 
Tadoussac. Het is een overtocht van maar 10 minuten. Ons 
	motel Le Beluga is vlak bij de 
aankomststeiger van de pont. We krijgen een ruime kamer, maar wel aan een drukke weg gelegen. 
We eten ’s avonds in het buffet restaurant van Hotel Tadoussac, het chique hotel 
hier ter plaatse, heel herkenbaar aan het rode dak. Het eten valt een beetje 
	tegen. We maken nog een ritje naar 
de haven om de walvisboten te bekijken. Morgen gaan we met een Zodiac de grote 
zeezoogdieren bekijken.
Op de kamer nog Ivoorkust tegen Portugal (0-0) gezien.
Weer: zonnig, 20 graden.
| 
			
			 | 
			Andere Reisverslagen | 
			
			 | 
		
| terug | verder |