DEEL 4

Maandag 20 juni 2010

Na het ontbijt gaan we de stad verkennen. We lopen eerst naar Starbucks voor een cafeïneshot. Dan lopen we naar het provinciehuis, waar in 1864 de vertegenwoordigers van de Canadese koloniën bijeenkwamen om het idee van een Charlottetownconfederatie te bespreken. Deze confederatie kwam in 1869 tot stand, maar Prince Edward Island trad aanvankelijk niet toe omdat het de voorwaarden ongunstig vond. Pas later, nadat de federale regering had beloofd de schulden van het eiland, die het had aangegaan in verband met de aanleg van spoorwegen over te nemen, ging Prince Edward Island overstag. Eerdere onderhandelingen met de Verenigde Staten over toetreding waren op niets uitgelopen. We lopen naar de katholieke basilica uit 1919. Het is een neogotisch bouwwerk met alle kenmerken die er bij horen. In King Street staan prachtige houten woonhuizen uit de 19e eeuw. Opnieuw valt op hoe vriendelijk de mensen hier zijn. Automobilisten laten voetgangers alle tijd om over te steken en iedereen die we tegen komen groet ons op straat. We lopen door naar de Waterfront. Hier is men druk doende een podium op te bouwen voor het Summerfest van Charlottetown, waar ook het Cirque du Soleil uit Montréal acte de presence zal gaan geven. We lopen weer dwars door het centrum in Noordwestelijke richting. We komen langs Victoria Row, waar een reeks oude stenen gebouwen staat. We komen uit bij Beaconsfield House, dat is gebouwd voor een scheepsbouwmagnaat, James Peak in 1877. Hij ging net voor de oplevering ervan failliet. Het gebouw is nu in handen van een historisch genootschap, die het voor het publiek toegankelijk houdt. Er tegenover staat de residentie van de PEI National Parklieutenant-governor van PEI.

We lopen terug naar het B&B om de auto op te halen. We gaan met de auto de Central en Coastal drive rijden, althans een deel ervan. We rijden in noordelijke richting naar Stanhope en gaan daar het PEI-National Park in. Dat is niet meer dan de kuststrook van het eiland, maar wel een mooi gebied met veel vogelsoorten die hier nestelen in de kuststrook met zijn meren en wetlands. We komen uit bij Dunes Studio & Café. In dit opvallende gebouw is veel toegepaste kunst en huisraad te koop. We gaan verder rond de Rustico Bay tot we in North Rustico uitkomen. Hier staat de Fisherman’s Wharf Restaurant, - naar eigen zeggen - wereldberoemd en gespecialiseerd in Kreeft. Wij nemen echter een Seafood Chowder. De Japanse toeristen vallen, beschermd door een slab, aan op grote kreeften. Na de lunch rijden we verder richting Cavendish, wederom door het National Park. Vanaf Cavendish rijden we langs een andere baai naar Kensington. Daar breken we de drive af en rijden rechtstreeks naar Victoria aan de zuidzijde van het eiland. Hier pikken we de Coastal drive weer op. In Victoria is een aardige vissershaven en een ouderwets theater (Playhouse). We drinken er thee in een klassiek Engels theehuis voordat we onze weg langs de kust naar het oosten vervolgen. Bij Port La Joye / Fort Amherst National Historic Site slaan we af en bekijken een vuurtoren. Die is te bereiken via een rode aarden weg. Die rode aarde is typisch voor PEI. In deze contreien bouwden de eerste Acadiërs, de Franse kolonisten in de 16e eeuw, hunVuurtoren eerste nederzetting en bouwden de Britten, toen ze het eiland op de Fransen veroverden hun eerste vesting. De Acadiërs werden na de Britse machtsovername uitgewezen, omdat ze weigerden trouw te zweren aan de Engelse koning. De Acadiërs kwamen in het toen nog Franse Louisiana terecht aan de golf van Mexico. We volgen de kustlijn en komen weer in Charlottetown uit.

's avonds gaan we naar de Ierse kroeg The Old Triangle en bestellen een pitcher Canadees bier. Daarna lopen we door naar de Maple Grille voor een lekker diner (Erik neemt eendenborst en ik Jacobsschelpen in Maple saus).

 

Weer: bewolkte dag die koel begint 14°C, maar later volgen zonnige perioden en uiteindelijk wordt het 22°C.

 

Dinsdag 22 juni 2010

Charlottetown - Lunenburg: 349km

Na het lekkere ontbijt (Furtada, Italiaanse omelet) gaan we koffie drinken bij Ferry naar Nova ScotiaStarbucks. Daarna vertrekken we richting Wood Islands, de ferry haven voor de boot naar Caribou op Nova Scotia. We rijden er in ruim 40 minuten heen. Dan moeten we nog een tijd wachten voor we kunnen inschepen voor de 11.15 ferry naar  Nova Scotia van Northumbria Ferry Lines. De overtocht hebben we telefonisch geboekt en kost voor een auto met  twee volwassenen 75 dollar. Via de website kun je alleen retourreizen boeken.

De overtocht duurt een uur en 15 minuten. Aan de overkant in Nova Scotia hebben we een lange rit voor de boeg naar Lunenburg. Het landschap is anders: veel bossen en weinigLunenburg haven landbouwgrond. Het landschap is heuvelachtig, maar niet hoog. Na ruim 3 uur komen we in Lunenburg aan. Een schilderachtig vissersdorpje aan de Atlantische Oceaan. Veel visrestaurantjes en houten huizen die op de Unesco werelderfgoedlijst staan. We hebben gereserveerd in de Kaulbach Inn, een familieresidentie uit 1888, die een paar jaar geleden door Simon en Jenny uit Derbyshire (Engeland) is overgenomen en nu als B&B dienst doet.

We rusten even uit en verkennen daarna het havenfront. We gaan wat drinken bij the Knot, een drukke pub net buiten het historische centrum. Daarna dineren we bij de RumRunners. Het is een prima restaurant met zicht op het havenfront. Ik neem een kreeft Neptune (halve kreeft met jacobsschelpen en garnalen en rijst), die goed smaakt.

Weer: ochtend mistig en 15 graden. Middag zonnig en 25 graden.

Woensdag 23 juni 2010

Het ontbijt wordt stipt om 8.30 geserveerd door David. Het bestaat uit fruit, een omelet en croissants. Na het ontbijt lopen Zwicker Housewe een rondje door het centrum van Lunenburg. We bekijken de belangrijkste Lunenburgbezienswaardigheden, waaronder een aantal kerken en patriciërshuizen. Het Zwicker House staat verderop aan de King Street. Het dateert uit 1830 en werd 6 jaar later door de koopman John Zwicker gekocht. Het is een prachtig voorbeeld van Victoriaanse architectuur. De Zwicker familie woonde er tot 1953. Daarna had het vele bestemmingen tot het in 1982 een hotel werd. De grootste kerk is de 19e eeuwse Anglicaanse St John (1840), een statige neogotische kerk met mooie torens. De Anglicaanse pracht en praal inspireerde de Lutheranen tot de bouw van een eigen kerk in 1890, eveneens in neogothische stijl. Aan de haven staat het Fisheries Museum of the Altlantic, dat we bezoeken. Er is een groot aquarium een een aantal zalen over de geschiedenis van de visserij aan de Atlantische kust van Nova Scotia. Belangrijkste onderdeel zijn de echte schepen, die voor de deur aan de kade liggen. De beroemdste is het zeilschip Bluenose II, een replica van een 18e eeuws origineel. Daarnaast liggen gemotoriseerde vissersschepen uit de eerste helft van de 20e eeuw, zoals de TheresFisheries Museumes E. Connor. Na het museumbezoek rijden we naar Mahone Bay , eveneens een mooi vissersdorp aan een baai. Door het slechte mistige weer van vanochtend ziet het er minder florisant uit dan op de reclamefolders. We rijden verder naar Chester. Ook een vissersdorpje, maar het is bijna overgenomen door gepensioneerde marinemensen, die hier de huisjes hebben opgekocht en opgeknapt. Het makelaarskantoor neemt de meest strategische punt op de winkelstraat in. We lunchen in een broodjeszaak, waar de tv op voetbal staat. De Engelse ex-pats volgen de wedstrijd tussen Engeland en Slovenië, die door de Engelsen te nauwer nood wordt gewonnen. We rijden daarna de kust af in zuidelijke richting naar Liverpool. Een rustig vissersdorp met een paar aardige huizen en een schilderachtig gelegen vuurtoren, die al 21 jaar buiten dienst is. Dan begint stug door te regenen en rijden we door mist en regen naar Lunenburg.

’s Avonds eten we in The Knot, de lokale pub, waar het bomvol is.

Weer: mist en regen. 14 graden

Donderdag 24 juni 2010

Lunenburg - Halifax: 96km

Na het ontbijt, dat door David op een weinig efficiënte, maar onnavolgbaar vriendelijke wijze wordt geserveerd, gaan we Citadel - Wachtop weg naar Halifax. Het is somber weer en dichter bij Halifax wordt het mistig. In Halifax vinden we snel het Lord Nelson Hotel, een goed zakenhotel aan de rand van het centrum.  Daarna gaan we op pad. Het weer is enorm opgeklaard en de zon begint te schijnen. Eerst gaan we naar de Citadel van Halifax, de belangrijkste bezienswaardigheid. Het fort is het vierde op deze plek. Sinds de stichting van de stad is hier een fortificatie en deze is uit de 18e eeuw. Halifax was voor de Britten een belangrijk steunpunt in Noord-Amerika, zeker tijdens de zevenjarige oorlog met Frankrijk en in de periode na de Amerikaanse revolutie. Het fort is strategisch gelegen en beheerst de natuurlijke zeehaven van Halifax, die erg diep is en bovendien ijsvrij. Ook vanaf de Landzijde is het fort goed verdedigbaar. Of het waar is weten we niet, want het fort is in deze vorm nooit belegerd. Het fort deed dienst tot na de 2e wereldoorlog, waarna het overgedaan is aan Parks Canada als erfgoed monument. Het personeel – inclusief de “militairen” – is in dienst van een historische stichting. De “soldaten” excerceren er lustig op los en er zijn ook diverse doedelzakspelers. Het regiment is gekleed in uniformen van de Schotse Hooglanders vanNoon Gun rond 1870. Het regiment was in Schotland opgericht en hier gestationeerd. In het uniform zijn een schotse kilt opgenomen en men had doedelzakken als regimentsmuziekinstrument. Hiermee werden de Schotse nationalisten geapaisseerd en kregen de verarmde werkloze bevolking van het Schotse hoogland, die door de grootgrondbezitters van hun land waren verdreven om plaats te maken voor schapenteelt, een kans op bestaan. Om 12 uur wordt the Noon Gun afgeschoten. In vroeger tijden voor de stad een signaal voor de correcte tijd. Sinds de 18e eeuw wordt dit dagelijks gedaan, met uitzondering van kerstmis. Tijdens de ceremonie gaat het even mis en beleven we een "miss fire" en moet een tweede poging tot afvuren worden ondernomen. Voor de tijdsbepaling maakt dat niet uit: "It is not noon, until the Noon Gun has been fired". Na Historic Propertieshet schot krijgen we een doedelzakconcert. Vervolgens gaan we mee met de guided tour rond de vesting. We zien de soldatenverblijven, het kanon, de muur, de gracht en de kazematten. Daarna gaan we terug naar het hotel voor een lunch en het bekijken van de laatste groepswedstrijd van Nederland op het WK voetbal. Ook deze wedstrijd tegen Kameroen wordt moeizaam gewonnen met 2-1. Na de wedstrijd gaan we eten bij een Italiaans restaurant in de buurt, Il Mercato. Prima eten: kalfsnitzel en pizza. Vervolgens gaan we downtown Halifax verkennen. We lopen eerst naar de Grand Parade, het centrale plein van het 18e eeuwse Halifax. Hier staat het oorlogsmonument en de St Paul’s kerk, een anglicaanse basiliek. We lopen door naar het Provinciehuis, dat vanavond dienst doet als filmdecor. Dan door naar de Freak Lunchbox, een hip hop snoepwinkel annex feestartikelen zaak. Daarna gaat het richting de haven, waar we koffiedrinken bij Perks, een goede koffiezaak a la Starbucks, maar dan Canadees (The place to expresso yourself). We lopen verder naar de Historic Properties. Dit is een oud havengebied met pakhuizen, kantoren en handelshuizen, dat is omgevormd tot winkelcentrum en uitgaansgebied. Vervolgens lopen we langs de waterfront en komen bij een verzameling van historische tall ships die dit weekend in Halifax liggen aangemeerd. We sluiten de avond in de stad af bij de Ierse pub The Old Triangle (ja, net als in Charlottetown).

Weer: aanvankelijk mistig, maar ’s middags zonnig en 21 graden.

Vrijdag 25 juni 2010

Halifax - Newark - Amsterdam - Rotterdam: 10,25 uur vliegen, 15 uur onderweg

We ontbijten in de Victoria Arms Pub van het Lord Nelson Hotel. Het alternatief was een continentaal onbijtbuffet, maar hier St Paul's Halifaxzijn er ook “cooked” ontbijtopties zoals eieren in allerlei combinaties en pancakes. Na het ontbijt lopen we vanuit het hotel naar de Starbucks in de Spring Garden Road. Na de koffie lopen we door naar het oude centrum, naar de St Paul’s Church aan de Grand Parade. De kerk is nu wel open. Het is de eerste protestantse kerk in Canada en dateert uit de laat-achtiende eeuw. Het is ook het oudste gebouw van de stad. Van binnen is de kerk – op de glas in lood ramen na – vrij sober. Er is een balkon, dat ondersteund wordt door pilaren. De pilaren zijn “behangen” met herdenkingsplaquettes voor beroemde Halifaxers. Het is ook de kerk die wordt bezocht door de Koninklijke familie als ze hier op bezoek zijn. Na het kerkbezoek gaan we naar het Province House, waar het parlement van de provincie zitting houdt. Het is het oudste parlementaire gebouw van Canada. Het is een perfect symmetrisch neoklassiek gebouw uit 1819. Charles Dickens bezocht Halifax in 1842 en noemde het een parel van Georgian architectuur. We worden in het gebouw rondgeleid door een vriendelijke jongeman,Parlement Nova Scotia die door de provincie als gratis gids beschikbaar wordt gesteld. Hij weet veel van de parlementaire geschiedenis van Nova Scotia en het gebouw. Hij laat ons de voormalige senaatszaal zien (sinds 1969 heeft Nova Scotia een eenkamerparlement) en de Assembly Room, waar het parlement bijeenkomt. Het heeft 51 zetels. Ook de parlementaire bibliotheek krijgen we te zien. Deze diende ooit als raadszaal voor de rechtbank. In deze ruimte werd in 1835 krantenuitgever Joseph Howe berecht voor laster na het publiceren van een brief die kritisch was over het financieel beheer van de gemeente Halifax. Zonder advocaat won hij het pleit na een betoog van zes uur en een kwartier en zette daarmee een beslissende stap in de richting van persvrijheid in Nova Scotia. Een jaar later werd hij in de Assembly gekozen als leider van de Liberale partij in Nova Scotia. Tijdens de vorming van de Canadese confederatie in 1869 stond hij aan de “verkeerde” kant. Hij was tegen een confederatie en raakte hierdoor politiek uitgerangeerd. We worden in de voormalige senaatszaal ook gewezen op een portretten van Koning Charles I en zijn schoondochter Catherine of Braganza. Het waren geschenken van de Engelse regering en men dacht lange tijd dat het om Charles en zijn vrouw Henrietta Maria ging. Pas begin 21e eeuw kwam een bibliothecaris erachter dat de Engelsen het verkeerde portret cadeau hadden gegeven.

Vanuit het parlementsgebouw lopen we naar de kade en zien daar een Amerikaans vliegdekschip binnenvaren, dat de 100e Vlootshowverjaardag van de Canadese marine luister komt bijzetten. Halifax is één van de belangrijkste marinehavens van het land en de plaats waar de marine is ontstaan. De festiviteiten breken maandag pas goed los als er ook een Brits vliegdekschip komt en Koningin Elizabeth zelf een vlootschouw zal afnemen. We nemen in lichte lunch in de Victoria Pub in het hotel en gaan dan met de auto naar het Halifax Stanfield International Airport. De rit duurt ongeveer een half uur en voert over de tolbrug, waar we nog net genoeg Canadese muntjes voor hebben (75 cent). Op het vliegveld leveren we de auto in en checken onze bagage in bij de Continental balie voor de vlucht naar Newark en Amsterdam. Dan moeten we door de Amerikaanse Immigratiecontrole, die hier een voorpost hebben. Op de heenreis moesten we – ondanks dat we vooraf online een ESTA-registratie hadden gedaan – toch het groene Visa-waiver formulier invullen. Dat doen we hier dus ook maar uit voorzorg, maar de immigratieofficier zegt dat dit overbodig is, gooit de formulier weg en vertelt ons dat de online registratie nog 2 jaar geldig is. Hij gooit onze formulieren in de prullenbak.

De vlucht naar Newark gaat in het piepkleine NJR Embraer vliegtuig voorspoedig. Op Newark nemen we vanaf terminal A, de interne Continental bus naar terminal C en vermijden zo de veiligheidschecks. Bij het controleren van de instapkaarten voor onze vlucht naar Amsterdam vraagt men nadrukkelijk naar een gestempelde groene immigratiekaart, die we dus niet hebben. Men laat zich overtuigen als we zeggen dat die niet nodig zijn.

We komen vroeg aan in Amsterdam, maar moeten - wegens logistieke problemen - een tijdje op de koffer van Erik wachten. Als de koffer uiteindelijk van de band is gerold, nemen we de Fyra naar Rotterdam en in 25 minuten zijn we in de Maasstad. De RTC taxi staat al klaar (gebeld vanuit de trein) en op naar huis.

Weer in Halifax: zonnig 29 graden.

 

Andere Reisverslagen  
terug