|
Deel 1 | |
Onze vlucht met Air France vertrekt pas een uur later dan gepland, omdat er een defect is aan de air conditioning. We zitten al in het steeds warmer worden de toestel en moeten geduldig wachten op de KLM-monteur. Volgens de piloot is er maar één monteur die gekwalificeerd is voor een Airbus en die is net bezig met het toestel dat naast het onze staat. Als de monteur komt reset hij het systeem en kunnen we eindelijk vliegen. Na anderhalf uur zijn we op Aéroport Marseille-Provence. Daar blijkt onze gate bezet door een defect toestel. Van onze verkeerde gate worden we met bussen naar de juiste ingang gereden. Er is vanwege de noodtoestand in Frankrijk, als gevolg op de aanslagen in Parijs eind vorig jaar, weer paspoort controle. Dat duurt even. Dan kunnen we naar Hertz, tegenover de aankomsthal om onze auto te halen. Dat gaat heel snel en we rijden naar een winkelcentrum bij Vitrolles om bij een Orange winkel een SIM-kaart te kopen voor prepaid internet (pochette prêt-à-surfer).
Dan rijden naar Roaix, waar een ex-collega een vakantiehuis heeft. Wij zullen hier één nacht logeren. We worden hartelijk ontvangen in de zonnige tuin. Rond 19 uur rijden we naar Vaison-la-Romaine om te gaan eten. De brasserie L'Annexe aan het Place Montfort biedt redelijk goed eten in een gemoedelijke sfeer. Na het eten maken we nog een korte wandeling en rijden we terug naar Roaix.Weer: zonnig, 18 graden
Na het lekkere en gezellige ontbijt rijden we weer naar Vaison-la-Romaine. We drinken koffie aan het plein. Daarna bezoeken we de Romeinse opgravingen. Er zijn er twee. Vaison werd in de 1e eeuw voor Christus een redelijk welvarende stad en heette toen Vasio. Er zijn twee sites, die met hetzelfde kaarje zijn te bezoeken. De site Puymon heeft de resten van een Apollo tempel en het museum. In het museum wordt een interessante film gedraaid, waarin door middel van animaties een beeld wordt gegeven hoe Vaison er in de Romeinse tijd uit zag. Achter het museum leidt een klimmetje naar een tunneltje. Door de tunnel komen we bij het Theater. Dit is nog vrij goed bewaard en wordt nog steeds gebruikt voor voorstellingen in de zomer.
De tweede site La Villasse is kleiner en omvat een centraal plein, voormalige winkelstraten en een groot huis waar ooit een voorname familie heeft gewoond, La Maison du Dauphin.
Na de bezichtiging drinken we nog wat op het dorpsplein voor we naar de Mont Ventoux rijden. Alleen de weg vanuit Bédoin naar de top is nu al geopend. De andere vanuit Malaucène gaat pas in mei open voor verkeer. Voor we aan de weg naar boven beginnen lunchen we in Bédoin bij Le Relais du Ventox aan een aardig pleintje. De weg naar boven is 14km lang en leidt naar de top op 1912 meter. Boven de 1500 meter komen we in het bekende maanlandschap dat we kennen van de Tourétappes. Het is er druk met voornamelijk Nederlandse wielertoeristen, die onder aanvuring van familieleden naar boven zwoegen en boven voldaan poseren voor het bord met de naam van de berg. Boven is een zendmast van de Franse TV.
Op de top is het zo’n 12 graden, maar het waait er niet bijzonder
hard, iets waar deze berg toch bekend om staat. We kijken wat rond,
genieten van het uitzicht op de omgeving en de besneeuwde toppen van de
Alpen in de verte. Dan rijden we weer naar beneden en via Bédoin rijden
we terug naar Roaix. Rond 18 uur is het tijd om naar Marseille
te rijden. De reis verloopt vlot tot we in Marseille in de file terecht
komen. Daar verliezen we ongeveer een half uur mee. Ons hotel staat bij
de Oude Haven (Vieux Port). We
hebben een zeer kleine kamer in Hotel Hermes.
Het bed staat tegen de muur en dan nog is nauwelijks ruimte om te
staan. Voor 11 euro per etmaal kunnen we in de nabij gelegen Qpark
garage parkeren. We eten in restaurant Le Relais 50
in het hotel La Résidence, honderd meter vederop aan de Vieux Port. De
Vieux Port is een levendig gebied met restaurants, café's en bars. Aan
het eind van de haven staat een groot reuzenrad. De haven zelf ligt vol
met zeil- en motorjachten.
Weer: zonnig 19⁰C
We ontbijten rond 8 uur bij de receptie. Het ontbijt is tamelijk compleet. Na het ontbijt halen we de auto uit de garage om hem weer in te leveren bij Hertz. Eerst moeten we tanken. Er is een tankstation, niet zo ver weg, maar op weg daarnaar toe missen we een afslag en komen we in een (tol)tunnel terecht, die ons gedwongen naar een verre buitenwijk leidt. We moeten weer terug en nog een keer tol betalen vooraleer we bij het tankstation komen. Dan moeten we naar het treinstation St Charles. Weer via tunnels en dan moeten we goed opletten, omdat de GPS in de tunnel het contact met de satellieten verliest en er afslagen en kruisingen ondergronds zijn. Bij ḣet station is het nog goed zoeken want het Hertz kantoor is niet makkelijk te vinden. Inleveren van de auto gaat net zo makkelijk als het ophalen. Geen controle op schades, brandstofstand etc.
We lopen naar het metrostation en kopen een 10 rittenkaart uit een automaat van de RTM, het openbaar vervoerbedrijf van Marseille. Dat is hier echt een 10-rittenkaart en niet 10 enkeltjes. Een overstap is - ook met de bus - niet een extra rit, dus dat valt dan weer mee. We nemen de metrolijn 1 naar Vieux Port. Als we het metrostation uitkomen staan we midden in een vismarkt, waar de vis vrijwel direct van de boot aan de klanten wordt verkocht. Sommige vissen zijn nog springlevend en doen pogingen de haven weer in te springen. We gaan even naar het hotel om wat spullen uit de auto naar de kamer te brengen. Daarna wandelen we door de wijk Panier. Een deel van de wijk is in 1943 door de Duitse bezetter opgeblazen, nadat het als ghetto was gebruikt. Nadat de bewoners waren afgevoerd ging het de lucht in. Het gebied ten noorden van place de Lenche is nog origineel. Het is flink opgeknapt en vol met ateliers, galleries, restaurantjes en winkeltjes. We bekijken de oude Charité – een voormalige armenhuis, maar nu een museum en kunstcentrum – en twee andere gebouwen die niet zijn opgeblazen: het Maison Diamanté en het stadhuis.
Vanaf de kade van de Vieux Port nemen we het toeristentreintje naar de Notre Dame de la Garde kerk, die op een berg op het hoogste punt van de stad staat, ten zuiden van de Oude Haven. We nemen de toeristische route langs de Corniche met zicht op de Le Pharo, het paleis van Napoleon III - die daar nooit heeft gewoond. Verder zien we het kasteel dat figureert in de roman van Dumas over de Graaf van Monte Cristo. Helemaal boven bij de kerk hebben we een prachtig uitzicht over de stad. De kerk is 19e eeuws van inrichting. De 10 meter hoge madonna met kind is van brons en verguld. In de kerk veel schilderijen van scheepsrampen, huisbranden en verkeersongelukken, waarbij de overlevenden hun bestaan hebben te danken aan de Maagd Maria. We dalen weer af met het treintje en komen weer bij het hotel.
We lunchen op de place de Lenche bij een redelijk restaurantje met een vlotte ober. In de middag gaan we wat drinken op de Place Général de Gaulle bij de Canebière winkelstraat en vandaar met metro en bus naar de Cité Radieuse, een flatgebouw ontworpen door de Zwitsers-Franse architect Le Corbusier uit 1947. We hebben daar een rondleiding met gids geboekt. De gids is erg lang van stof en vertelt heel lang over zaken die we aanvankelijk niet te zien krijgen. Het gebouw is een schoolvoorbeeld van Le Corbusiers ideeën over volkshuisvesting. Het 9 etages hoge gebouw is bedacht als een verticaal dorp, met woningen, kleuterschool, winkels, bibliotheek, theater, bioscoop, gymzaal en praktijkwoningen. We gaan eerst naar het dakterras, dat in gemeenschappelijk gebruik is. Hier bevindt zich ook de speelplaats van de kleuterschool en een pierebadje. Ook een hardloopbaan van 300 meter en het theater. We dalen een paar etages naar een woning van 98 m². De woning heeft monumentstatus en is in originele staat. Ze bestaat uit drie slaapkamers en een woonkamer en keuken. De constructie is bijzonder. Een houten doos binnen een betonnenskelet. Tussen hout en beton zit een luchtlaag, die ter isolatie dient en voor de warme luchtcirculatie van de verwarming. De woning is op twee lagen. Erg smal, en de hoogte is gering. Berekend op bewoners van 1.83 m. Op de derde en vierde etage zijn commerciële ruimten en een zgn wintertuin of ontmoetingsgebied. Hier zijn winkels, studio’s, een hotel en een restaurant. De hotelkamers zitten niet rond de receptie, maar verspreid over de derde en vierde etage. Het gebouw raakt de grond niet, maar staat op palen. Alleen de entree staat op de grond. Het project is door de staat bekostigd als sociale woningbouw met huurwoningen. In de jaren 50 trekt de staat zich terug en verkoopt de appartementen. Die gaan nu voor 360 tot 400 duizend euro van de hand al naar gelang de grootte. De omvang en indelingen verschillen per appartement. Er zijn zo’n 16 typen, die ingenieus in elkaar passen.
Na de bezichtiging nemen we de bus en de metro terug naar de Oude haven en drinken we een biertje. We lopen 's avonds naar restaurant Le Passage aan de overzijde van de haven achter theater Le Criée. We eten in de tuin, hetgeen ondanks het mooie weer vandaag, toch wat aan de koude kant is. Het eten is prima, maar de kou weerhoudt ons van het nemen van een dessert. We drinken nog koffie bij de haven en dan terug naar de kamer.Na het ontbijt wandelen we de stad in richting de Canebière, de
belangrijkste winkelstraat van de stad. We slaan rechtsaf de rue de
Feuillants in en komen in een volksbuurt terecht. De straat leidt naar
de Marché des Capucins, een groente en bloemen markt. We gaan verder en
komen op de Cours Julien. Een rustige oase in de stad met een aardig
plein met een fontein in het midden. Eromheen terrasjes van met
grafitti beschilderde café’s. We nemen een kopje koffie en genieten van
het mooie weer. Dan gaan we verder door smalle straten naar de Place
Jean Jaurès, ook we La Plaine (de Vlakte), genoemd. Een gigantisch
groot plein, dat op zaterdag in beslag wordt genomen door een
drukbezochte markt. Van hier gaan we richting de Rue de Rome, waar we
de tram pakken.
We vinden de goede verbinding en belanden we bij het Fort St Jean, dat sinds 2013 is verbonden met het Musee des Civilations de Mediterranee, kortweg MUCEM. Een creatie van de in Algerije geboren Franse architect Rudy Riciotti, waar wisselende tentoonstellingen worden gehouden. Nu is er een over het werk van Picasso en zijn inspriratiebronnen. Het is een flinke tentoonstelling. Niet zo zeer zijn allerbeste werk, maar wel een representatieve selectie, die zijn veelzijdigheid laat zien. Alle kunstvormen die hij beoefende zijn vertegenwoordigd: schilderen, beeldhouwen, keramiek, collages, textiel etc. Daarbij voorbeelden van voorwerpen of tradities (meestal uit Spanje) die hem inspireerden, zoals stierengevechten, muziek, natuur…
Na de tentoonstelling wandelen we langs de haven naar de Terrasses du Port,
een upmarket winkelcentrum aan de haven. Het is ruim opgezet met goede
modemerken. Boven is er een terras met restaurants met uitzicht op de
haven. Als we het bekeken hebben gaan we terug met de taxi. We drinken
wat aan de Oude Haven.
Andere Reisverslagen | ||
terug | verder |