![]() |
![]() |
voorjaar 2014 |
Na het ontbijt rekenen we af en nemen afscheid van Agrivino
in Lofou. We krijgen
als dank nog een fles witte wijn
mee. We rijden naar Nicosia of Lefkosia,
zoals het hier genoemd wordt. Dat is de hoofdstad van
Cyprus. We komen vrij eenvoudig bij het Castelli-hotel in de oude
stad aan. We zetten de koffers op de kamer en gaan meteen weer weg om de
auto in te leveren bij Sixt. Het kantoor is echter onbemand. Na een
telefoontje met de klantenservice kunnen we de auto op het terrein achter
het kantoor parkeren en de sleutel in de brievenbus doen. We nemen een taxi
terug naar het hotel. Na een rustpauze gaan we de stad in en lunchen wel
heel erg eenvoudig in een eettentje.
We lopen na de lunch
naar het
Cyprus museum, dat een mooie collectie oudheden heeft. Vooral de beelden
en grafmonumenten van prehistorisch Cyprus, de Hellenistische,
de Romeinse en de Byzantijnse
perioden zijn heel erg mooi om te zien. Er is een groot beeld van
de Romeinse keizer Septimus Severus
(145-211 nC) in brons. In een aparte ruimte, die
we bijna missen zijn vondsten uit grafkelders uit verschillende perioden
tentoongesteld op een manier die een goed beeld geeft hoe zo'n graf eruit
gezien moet hebben. Na het museumbezoek
lopen we de stad weer in en gaan naar de Shacolas toren. Hierin zit het
Ledra observatorium, dat uitzicht biedt op de stad. Tot 2004, was dit
dé manier om over de grens
Noord-Cyprus in te kijken. Dat is nu vanwege de
geopende grens minder belangrijk, maar het geeft wel een goed
overzicht van de stad. In de verte zien we de heuvels met de provocerende
Noord-Cypriotische vlag er op geschilderd. In het
gebouw aan de centrale winkelstraat Ledra Street zit ook een filiaal van het Britse warenhuis
Debenham. Het heeft een Britse
collectie en zelfs de prijzen zijn in sterling. We drinken nog wat op een
terras en worden gebeld door de Petsas
autoverhuur. De auto, een Toyota Yaris,
staat klaar bij het hotel! De reden
voor het wisselen van auto, is dat Sixt, waarvan wij de eerste auto hebben
gehuurd, niet toestaat dat je met de auto Noord-Cyprus inrijdt. Bij Petsas kan dat
wel, maar die zijn wel een stuk duurder. Voor de verzekeringspapieren
voor het noorden, moet ik nog wel even mee naar het kantoor van Petsas.
Lees meer over de scheiding van het eiland en de geschiedenis op deze pagina.
’s Avonds eten we bij Domus restaurant. Een chique zaak bij het aartsbischoppelijk paleis. Zeer goede en vriendelijke bediening. Het eten is lekker, maar wel zwaar en veel. We rollen van tafel.
Weer: 24 graden en zon.
Na het ontbijt en koffie bij de Starbucks rijden
we met de Yaris richting Girne in Noord-Cyprus. Althans dat denken we. Onze
Garmin leidt ons naar een checkpoint, maar hier kunnen we de grens met
Noord-Cyprus niet over. Alleen voor voetgangers. We moeten 4 km rijden naar
de grensovergang Agio Dominiatis. Dat lukt. Daar aangekomen worden onze
id-kaarten eerst grondig onderzocht en geregistreerd door de Cypriotische
politie. Dan rijden we een stukje door naar de grenspost van de
Turks-Cyprioten van de niet-erkende onafhankelijke Turkse republiek
Noord-Cyprus. We moeten de auto uit. Ons verzekeringsdocument wordt bekeken
en vervolgens worden onze ID kaarten weer geregistreerd. We vullen een
papiertje in, waarop we een stempel krijgen. Zouden we ons paspoort hebben
laten zien en daarin een stempel hebben gekregen, dan hadden we niet meer
terug kunnen reizen of zelfs Griekenland niet meer in kunnen reizen. De
grensovergang doet terugdenken aan de tijden van het IJzeren Gordijn en de
Berlijnse Muur.
Na deze ervaring rijden we door richting Girne. Dat is een
alleraardigst plaatsje aan zee. We pinnen Turks geld en drinken koffie. We
lopen langs de haven, die er schilderachtig bij ligt. De kade is vol met
terrassen en restaurantjes die zeer gefocussed zijn op het trekken van
klanten. De haven ligt vol met plezierjachten en boten voor bootexcursies,
die ook enthousiast worden aangeprezen. Bij de haven ligt ook het fort van
Girne. Dat is te bezoeken. Het is een fort uit de tijd van de Kruisridders,
dat in de 16e eeuw is veroverd door de Ottomanen. In de 19e eeuw namen de
Britten Girne en Cyprus over. In het fort zijn Byzantijnse en Venetiaanse
resten te vinden. Na het fort bekijken we vlug de Moskee, die een kleine
minaret heeft, maar die van alle kanten goed kunt zien. We lunchen aan de
haven bij Carob.
Na de lunch rijden we naar Belpais. Een klein dorp zo’n 4 km
verderop, waar een Abdij-ruïne ligt uit de 14e eeuw. Belpais is
een
verbastering van Abbaie de la paix. Na de Ottomaanse intocht werden de
Augustijner monniken verjaagd en het klooster aan de Oosters-orthodoxen
overgedragen. De kapel is nog in tact en bruikbaar, maar
de rest van het klooster is zwaar beschadigd. De refter wordt nu gebruikt
voor concerten.
We gaan verder en rijden naar het St Hilarion kasteel. Dit is
het grootste kasteel van Cyprus. Het is een ruïne, maar het kasteel dateert
uit de middeleeuwen en is sindsdien uitgebreid en later weer verwoest. De
Britten hebben het ook nog gebruikt. Het is een hele rit omhoog. We passeren
een Turkse kazerne, waar schietoefeningen worden gehouden. Vanaf de
parkeerplaats en het kaartkantoor is het een flinke klim naar boven, die ik
niet helemaal volbreng. Het complex bestaat uit drie
delen, die
op verschillende hoogten zijn gebouwd. Het uitzicht op Girne en omgeving is prachtig.
We rijden weer naar beneden en
verder richting grenspost. De grensovergang
verloopt nu wat rustiger.
Terug in het hotel rusten we uit en gaan om 18 uur een cocktail drinken in de Ledra straat. Daarna eten we een pizza bij Il Forno. We zitten na afloop helemaal vol.
Weer: eerst zonnig 23 graden later bewolkt 20 graden.
Na de koffie bij Starbucks
gaan we de grens te voet
over in Ledra Street. Aan de Griekse kant worden we doorgezwaaid, maar –
na een
stuk niemandsland met dichtgetimmerde huizen - aan de Turkse kant moeten we
weer een formuliertje invullen en krijgen we een stempel voor een visum. Van
een redelijk aantrekkelijke en moderne winkelstraat, komen we in een soort
oosterse straatmarkt
met goedkope kleding en schoenen. We lopen naar de Buyuk Han, een voormalig
logies voor kooplieden uit de Ottomaanse periode. Het is onlangs mooi
opgeknapt en op de binnenplaats zitten leuke restaurantjes. We lopen verder
naar de Atatürkplein met het voormalige Britse gerechtsgebouw en dan verder
naar de Girne poort. De stadsmuur is hier slecht onderhouden, zoals ook veel
van de huizen. We lopen naar de Yeni moskee, die in de 18e eeuw gebouwd is op
de plaats van een oudere. Een pasja dacht dat hier een schat verborgen lag,
dus liet hij de oude moskee afbreken. Er was geen schat en
toen de sultan van de zaak
hoorde liet hij de pasja
executeren.
De huidige nieuwe moskee is niet meer in gebruik. Tenslotte
lopen we naar de Sulemeye moskee. Door de Ottomanen is de katholieke kerk
verbouwd tot moskee. Het is een ruime gebedssruimte, waar je rustig rond
kunt wandelen. Er zit iemand de koran te bestuderen. Daarna lunchen we in de
Buyuk Han en vervolgens naar het hotel.
Na een rustpauze rijden we naar
Politiko zo'n 20km ten zuiden van Lefkosia, waar een nonnenklooster is.
Het klooster, Agios Irakleidos is een populaire
bestemming voor Grieks Cyprioten. Irakleidios was de zoon van een heidense
priester, die is gewijd door de apostel Paulus zelf. Hij is als
martelaar gestorven op 60-jarige leeftijd. 400 jaar later werd bij zijn graf
een klooster gesticht, dat regelmatig werd verwoest en herbouwd. Het huidige
complex is uit 1773. De nonnen zijn hier sinds 1962. Ze leven nog
traditioneel in kleine cellen, waar ze
bidden en handwerken. We mogen er niet fotograferen. De
kloosterkerk is mooi, maar de iconen zijn vrijwel allemaal nieuw. We willen
ook nog een opgraving uit de 6e eeuw vC bezoeken, maar die is dicht. Waarschijnlijk omdat het
1 mei is. Tenslotte rijden we naar Panagia
Chrysospiliotissa (Onze Lieve Vrouwe van de Gouden Grot), een
vroegchristelijke schuilkerk in een bergwand. Dit
type kerk is in het midden-oosten niet ongewoon, maar op Cyprus heel
zeldzaam. De kerk is niet makkelijk te vinden. Er staat een makkelijk te
missen bord in het dorp Kato Deftera, dat verwijst naar een hobbelige en
onverharde weg, waarbij je al gauw denkt dat je verdwaalt bent. De ingang
van de kerk zit halverwege een afbrokkelende bergwand. Een lift
en trap voeren naar boven, naar een heel klein kapelletje
en nog een kamer, die onderling met tunnels zijn verbonden. Er komen veel devote oude vrouwtjes.
De heilige maagd hier helpt ook bij het zoeken naar
echtgenoten voor ongetrouwde vrouwen.
We rijden terug naar het hotel. ’s Avonds eten we in restaurant Rimi. We nemen mezze, wat een collectie Griekse/Turkse hapjes is. Het smaakt wel aardig.
Weer: wisselend bewolkt, 22 graden.
We moeten vroeg opstaan, want we vliegen om 9.50 uur vanaf Larnaca. Larnaca is ruim een half uur rijden vanuit Lefkosia. We ontbijten om 6.30 en rijden naar de luchthaven. Daar leveren we de auto in en checken in voor onze vlucht met Cyprus Airways naar Amsterdam. We komen rond 13 uur in Amsterdam aan.
![]() |
Andere Reizen | |
terug |