![]() |
![]() |
2014 |
Al sinds de oudheid wordt Cyprus door Grieken bewoond. Al in de 13e eeuw
v C kwamen Griekse kolonisten uit Mycene naar Cyprus. Er ontstonden
zelfstandige stadsstaten en onder invasies van
Assyriërs, Perzen en Egyptenaren in de eeuwen die volgden, bleven die
bestaan. Met de komst van Alexander de Grote, werden de Perzen definitief
verdreven en kwam het onder Grieks bestuur. Na de dood van Alexander raakte
Cyprus onder Egyptisch bestuur van de Ptolemeën. In 58 vC werd Cyprus door
de Romeinen bezet. De Romeinen bleven tot in de 4e eeuw. In deze tijd werd
Cyprus Christelijk. Na de scheuring van het Romeinse rijk viel Cyprus in het
oostelijke rijk, dat vanuit Constantinopel (nu Istanbul) werd geregeerd. Dit
is de byzantijnse periode. In deze tijd ontwikkelde zich de
Oosters-Orthodoxe kerk en ontstonden talrijke kloosters op Cyprus. Tussen de
7e en 10 eeuw veroveren Arabische kaliefen af en toe de heerschappij, maar
in 966 wordt Cyprus weer Byzantijns. Deze tijd duurde tot 1192 toen
Constantinopel door de Turken werd veroverd. De Byzantijnen werden afgelost
door de Lusignans. Tijdens de 3e kruistocht veroverde de Engelse koning
Richard Leeuwenhart Cyprus. Hij verkocht het aan de tempelridders, maar die
maakte
er een rommeltje van. Vervolgens kwam het in 1194 in handen van de
Frankische ridder Guy de Lussignan, die Leeuwenhart eerder had bijgestaan.
Hij was net de heerschap over Jeruzalem kwijtgeraakt en zo kon nu een
dynastie vestigen op Cyprus, die bijna 3 eeuwen stand hield. Cyprus werd een
feodale samenleving met veel ridders en kasteelheren, die leefden van de
opbrengsten van hun pachters. De Lusignans brachten de Rooms-Katholieke kerk
binnen. De Oosters-Orthodoxe ging ondergronds. Na de val van Akko als
laatste kruisridderoord, was Cyprus het enig overgebleven Christelijke land
in het Midden-Oosten. Genua en Venetië streden onderling om de zeggenschap.
In 1489 werd Cyprus deel van de Venetiaanse republiek.
Toen de Ottomaanse Turken in 1571 de Venetianen verdreven, werd dit verwelkomd door de bevolking. De Oosters-Orthodoxe kerk werd in ere hersteld. De liefde bekoelde snel, want de kerk werd gebruikt om zeer hoge belastingen te heffen, hetgeen regelmatig tot opstanden leidde. Opportunistische afstammelingen van de Venetianen, zagen dat bekering tot de Islam (uiterlijk althans) tot privileges leidde. Een aanzienlijk deel van hen deed dit, terwijl ze privé christelijke waarden aanhielden. Een deel van de hedendaagse “Turken ” op Cyprus stammen af van deze Linovamvaki.
Begin 19e eeuw raakte het Ottomaanse rijk verzwakt. In 1823
vocht Griekenland zich, vrij van de Turken. Groot-Brittannië steunde de
Turken tegen de Russen, die op zoek naar ijsvrije havens hun invloed in het
Zwarte en Middellandse Zeegebied wilden uitbreiden. De Britten kregen zoveel
invloed op de Turken, dat zij in 1878 Cyprus mochten bezetten. De Griekse
bevolking op Cyprus hoopten dat de Britten gunstiger zouden staan tegenover
het idee van hereniging met Griekenland (enosis), maar dat pakte anders uit.
Voor de Britten was Cyprus van strategisch belang. Na de eerste wereldoorlog
werd Cyprus in 1923 een kroonkolonie. In 1955 begon een rebellie tegen het
Britse bestuur. Aartsbisschop Makarios III was de politieke leider van het
verzet. Grivas was de leider van het gewapend verzet EOKA, dat vanuit het
Troodosgebergte opereerde tegen zowel de Britten als de Turkse gemeenschap.
Makarios werd door de Britten korte tijd naar de Seychellen verbannen. De
Britten rekruteerden 4500 speciale politie-agenten onder de Turks-Cyprioten,
hetgeen de relaties tussen gemeenschappen op scherp zette. In 1959, na
hevige gevechten, krijgt Cyprus onafhankelijkheid, maar geen enosis.
Groot-Brittannië behoudt (nog steeds) twee militaire bases op het eiland.
De grondwet van de repubiek Cyprus probeerde zorgvuldig de verhoudingen tussen de twee gemeenschappen (Grieks en Turks) te reguleren, maar er is veel wantrouwen en het systeem waarin de Turkse minderheid (18%) belangrijke besluiten kan blokkeren werkt niet. Makarios wordt president en de Turkse leider Kücük vice-president. Wantrouwen is er niet alleen tussen Grieken en Turken, maar ook binnen de Griekse gemeenschap tussen voor- en tegenstanders van enosis, een scheidslijn die ook samenvalt met een links-rechts tegenstelling.
In 1963 stelt Makarios enige aanpassingen in de grondwet voor, maar de Turken verwerpen die. Er ontstaan opstandige Turkse enclaves. In 1964 moet de VN tussen beiden komen, maar de enclaves blijven bestaan en Nicosia wordt verdeeld door de “Groene Lijn”. In 1964 valt de Nationale Garde de enclave van Kokkina aan. Turkije grijpt in en het plaatsje wordt een Turkse militaire basis.
In 1974 grijpen Cypriotische extreem rechtse activisten, gesteund door
Griekse officieren, die bij de Nationale
Garde zijn gedetacheerd, onder leiding van Nicos Sampson de macht. Makarios
had de steun verloren van de Griekse militaire junta en de Cypriotische
nationalisten, die niet meer geloofden dat hij nog voor hereniging was. De
VS steunde hem ook niet meer om dat hij te links en te vriendelijk was met
de Sovjet-Unie. In reactie op de staatsgreep valt Turkije het Cyprus het
land binnen om de veiligheid van de Turks-Cyprioten te waarborgen. Turkije
heeft 37% van het eiland veiliggesteld als er een wapenstiltstand komt en de
VN een bufferzone in stelt. Sampson wordt snel afgezet en ook de militaire
junta van Griekenland overleeft de gebeurtenissen niet. In nasleep van de
vijandelijkheden verlaten Turken in het zuiden en Grieken in het noorden
huis en haard en worden als vluchtelingen opgevangen in hun “eigen” deel van
het eiland. Diverse pogingen worden ondernomen om de kwestie op te lossen.
De verhoudingen verharden echter en in 1983 richt de Turkse leiden Rauf
Denktas (“Mr No”), de Turkse Republiek Noord-Cyprus op. Deze republiek wordt
alleen erkend door Turkije en de Republiek Cyprus blijft
de soevereiniteit over het hele eiland claimen. De EU ondersteunt die claim.
In 1996 loopt een demonstratie van Griekse
verdrevenen uit de hand als één van hen een Turkse vlag bij een
militaire controlepost wil verwijderen. Hij wordt door Turkse militairen
doodgeschoten. De man wordt vervolgens als martelaar herdacht door Grieken
zowel op Cyprus als in Griekenland.
Als Cyprus in 2004 onder Griekse druk mag toetreden tot de EU, wordt op beide delen van het eiland een referendum gehouden over een herenigingsplan (van Kofi Annan) als een federatie tussen de twee delen. Het noorden stemt voor (2:1) en zuiden tegen (3:1). Bij de Grieken speelt nadrukkelijk mee, dat zij hun verloren bezit in het Noorden terug willen. Dat is onuitvoerbaar, omdat die bezittingen allang in gebruik zijn genomen door Turken die uit het zuiden waren verdreven en door 200.000 Turkse immigranten, die sinds de invasie van 1974 zich op Cyprus hebben gevestigd. Het verkeer tussen gemeenschappen is wel sterk vereenvoudigd. Er zijn nu zeven plaatsen langs de Groene Lijn waar de scheidslijn met de auto gepasseerd kan worden (voorheen geen) boven op de doorgangen voor voetgangers in Nicosia. De huidige Cypriotische regering van Aristasiades (2013) ziet de hereniging niet als topprioriteit, maar richt zich op economisch herstel na de bankencrisis van 2013.
![]() |
Andere Reizen | ![]() |
terug | verder |