![]() |
![]() |
DEEL 1 |
Na 10 uur en 15 minuten vliegen vanaf Schiphol
komen we aan op
Kansai Airport,
dat in 1994 voltooid is op een kunstmatig eiland
in de
baai van Osaka. We melden ons met onze
ingevulde immigratie en douaneformulieren bij de immigratie-balie,
waar vingerafdrukken en een foto worden genomen. Een deel
van het formulier wordt in het paspoort geniet met de nodige
stempels
eromheen. De koffer komt al snel
van de bagageband en dan moeten we nog door
de douane. We krijgen een paar vragen over ons verblijf
en dan lopen we door naar het treinstation
van JR West,
de spoorwegmaatschappij in het Westen van Japan.
Voorafgaand aan onze reis hebben we via de website een
treinticket voor de Haruka-trein
(enkeltje Kyoto) in
combinatie met de ICOCA
chipkaart op voor het openbaar vervoer
besteld. Dit kost ¥3.000. Op de Chipkaart staat
¥1.500 reistegoed en als je de kaart voor vetrek uit Japan inlevert krijg je
¥500 borg terug. De kaart is oplaadbaar. Hoewel de ICOCA
OV-chipkaart wordt
uitgegeven door JR West kun je er in de meeste regio's en steden mee reizen. Er
gingen ten tijde van onze reis 130 yen in een Euro.
We
hebben de trein van 9.16. Voor we in mogen stappen wordt de trein
schoongemaakt door een medewerker met een
stofzuiger en de stoelen worden automatisch in de
rijrichting gedraaid. Dan rijden we in 75 minuten naar station Kyoto.
Meteen worden we met de Japanse omgangsvormen
geconfronteed. De conducteur, die witte handschoenen draagt, maakt een diepe
buiging voor hij de wagon betreedt. Als hij er aan de andere kant weer uit
gaat, draait hij zich naar ons om en buigt nog eens voor hij naar de
volgende wagon loopt. In Kyoto pakken we de metro voor één halte naar
Gojo. Onze ICOCA-kaart werkt vlekkeloos en op dezelfde
manier als in Nederland. Opvallend is dat de poortjes open staan en alleen
venijnig hard dichtgaan als je iets fout doet (zoals doorlopen zonder in te
checken).
De metro stopt vrijwel voor de deur van
het
Citadines ApartHotel. Het is inmiddels
zaterdag 11 uur ’s ochtends. Hier
in Kyoto verblijven we 5 nachten. De kamer is
klaar en we kunnen meteen plat. Voor dit voorrecht hebben
we een halve hotelovernachting bij moeten betalen. Normaal gesproken kun je
in Japan nergens voor 14 uur inchecken in een hotel.
Bij de receptie ligt een SIM-kaart voor ons klaar van
eConnect Japan voor mobiel
internet. Deze stop ik mijn mobiele Wifi apparaatje (je kunt hem ook in een
Dongel stoppen) en zo hebben we dus ook mobiel internet in Japan. Een tegoed
van 1GB dat 1 maand geldig is voor €40 euro. De kaart is al geactiveerd. Dit
aanbod is alleen van buiten Japan te bestellen. Het scheelt hoge roaming
kosten en we kunnen er allebei gelijktijdig gebruik van maken. In Japan is
Wifi nog niet zo alom beschikbaar. Ook in hotels niet. In dit hotel is het
er gelukkig wel op de kamer en gratis bovendien. SIM-kaarten voor telefonie
(spraak) zijn alleen verkrijgbaar voor mensen die permanent in Japan wonen.
Na twee uur slapen gaan we wat eten bij een restaurantje verderop. Bij binnenkomst krijgen we meteen een glas ijswater en een warm vochtig doekje. De maaltijd bestaat een vijftal kommetjes met noedels, rijst, groeten, soep en vlees. Allemaal in één keer op een dienblad geserveerd. De prijs valt reuze mee: ¥1.200. Na de lunch drinken we een kopje koffie (600 yen) in een café.
Als we geld willen pinnen blijkt dat onze bankpas (met Maestro-logo) tijdelijk (sinds april) niet meer bij de geldautomaten in de 7eleven winkels geaccepteerd wordt. Als we het nazoeken op internet blijkt dat alleen Citibank en de postkantoren ons van geld kunnen voorzien. Het heeft te maken met de overschakeling op de bankpas met chip, waar Japan dus een beetje mee achterloopt. Bij een filiaal van de Citibank lukt het dus wel. Een beetje jammer is het wel, want 7eleven zit bijna overal en is tot laat open. Citibank heeft weinig filialen en bij de postkantoren (waarvan er in Japan nog relatief veel zijn) staat de geldautomaat vaak binnen en buiten openingstijden niet in alle gevallen bereikbaar.
's avonds lopen we een stukje de stad in voor een restaurantje. We vinden een soort eetcafé, waar we simpel en voordelig kunnen eten. Ze hebben een Engelstalige vertaling van de menukaart. We gaan vroeg naar bed: 20 uur!
Weer: regen 24 graden. Zeer vochtig.
Na het ontbijt in de kelder van het hotel, worden we in de lobby
opgehaald door onze gids Kenzo Sato, een vrolijke en uiterst vriendelijke
jongeman. We hebben Kenzo geboekt door tussenkomst van
Chris Rowthorn, auteur van de Lonely Planet Japan. We nemen eerst de
metro naar Higashiyama, vanwaar we een stukje lopen naar de Shoren-in
tempel. Deze Budhistische tempel is van de
Tendai-sekte en heeft
ook eens dienstgedaan als onderkomen van de keizerlijke familie toen het
keizerlijk paleis in Kyoto
door brand was verwoest. De tempel is
simpel, maar de tuin is zeer smaakvol ingericht en het pad erdoorheen biedt
veel mooie uitzichten. Het is hier heel rustig en vredig. De gong kan worden
geluid om de aandacht te krijgen van de goden.
Kenzo doet het voor en dan volgt Erik, na het gooien van een muntje
in de collectebus. Bij het verlaten zijn we nog net getuige van een
gedenkdienst ter ere van een monnik die hier is opgeleid,
maar later zijn eigen sekte heeft gesticht. Heel
bijzonder. Daarna lopen we naar de Chion-in, een ander
tempelcomplex waarvan we alleen de gigantische toegangspoort
bekijken. Naar zeggen is het de grootste in
Japan.
Een
stukje geschiedenis
Kyoto was vanaf 794, totdat het hof in de 19e eeuw naar
het huidige Tokyo verhuisde, eeuwenlang de residentie van de Japanse keizers.
Keizers waren vooral spirituele leiders en werden gezien als afstammelingen
van de zonnegodin Ise. De wereldlijke macht werd namens de keizer
uitgeoefend door regenten en Shoguns. In 1590 nam Ieyasu Tokugawa het
shogunaat over en vestigde zich in Edo, het huidige Tokyo. De keizer bleef
in Kyoto. Onder de Tokugawa's ging Japan een periode van ruim twee eeuwen
isolement in. Buitenlandse invloeden als het Christendom werden als
ondermijnend gezien. Alleen met de Nederlanders was er contact. Vanaf 1609
kon de Nederlandse VOC exclusief handel drijven met Japan. Via Nederlanders
vernamen de Japanners van buitenlandese wetenschappelijke ontwikkelingen. In
1853 dwong een Amerikaanse vloot Japan zijn havens te openen voor
buitenlandse schepen en handelaren. Het Tokugawa regime bleek niet bestand
tegen de buitenlandse druk en raakte binnenlands in diskrediet. De keizer
Mutsoshito (postuum Meiji genoemd) stelde zich aan leiding van de stroming
die vond dat Japan alleen zelfstandig kon blijven door te moderniseren en te
leren van de buitenlanders. Hij verdreef in 1867 de Shogun en trok de macht
aan zich en verplaatste zijn hof naar Edo, dat vervolgens Tokyo werd
genoemd. Dit proces en de erop volgende modernisering wordt de Meiji
restauratie genoemd.
Met Kenzo nemen we een taxi naar de
hooggelegen Kiyomizu-dera, de
meeste iconische Boedhistische tempel van Kyoto, beroemd vanwege zijn overhangende
veranda's met uitzicht op de stad. Het is de "tempel
van het heldere water". Bij de ingang kun je je
geluk beproeven met het tillen van een groot gewicht. Erik doet natuurlijk
mee en helpt wat andere mensen met de zwaarste gewichten. In de hoofdhal is
een budhabeeld, maar dat wordt slechts eens in de 33 jaar getoond. Wij
moeten het doen met een replica. Erik reinigt na
instructie door Kenzo zijn handen op traditionele wijze en koopt
een geluksbriefje, dat hem het hoogste geluk brengt. Ook brandt hij een
stukje wierook, dat - als adem van de goden - volgens
Japans geloof ook moet bijdragen aan geluk en goede gezondheid.
Kenzo vertelt enthousiast over de tradities en de
gebruiken, die spelen rond een tempel bezoek.
Godsdienst
Japanners zijn niet exclusief Boedhistisch of Shintoïstisch. Men combineert heel makkelijk de godenverering van het 2000 jaar oude
Shintoïsme met het filosofische waardensysteem van het Boedhisme dat in de
zesde eeuw vanuit China en Korea naar Japan is gekomen. Het Shintoïsme, "de
weg der goden", is niet alleen een verering van goden (kami) die zich in
natuurverschijnselen zoals bergen, rivieren of rotsen manifesteren, maar ook een verzameling van houdingen,
handelswijzen en ideeën die
bepalend zijn voor het Japanse zelfbeeld. Het
Boedhisme is in Japan aangepast aan de Japanse behoeften. Zo werd Boedha
voor de Japanners een kami en werden beelden van kami bij Boedhistische
tempels geïntroduceerd, die Budha als hoofdkami moeten beschermen. In Japan
ontstonden in de loop der tijd verschillende sekten binnen het Boedhisme. De
meeste simpele van hen zoals de Jodo maakten het geloof toegankelijk voor de
grote massa, terwijl de Zen nadruk op rituelen en vorm legden en populair
werd onder de militaire klasse, de Samoerai.
Het Christendom kwam in de 16e eeuw naar Japan via Portugese missionarissen. Vooral op het Zuidelijke eiland Kyushu kreeg het veel aanhang. De Portugezen kregen via het geloof ook politieke en commerciële invloed, wat de machthebbers als bedreigend ervoeren. Eind 16e eeuw werd het geloof verboden en de aanhangers fel vervolgd. Toen in de 19e eeuw het Christendom weer werd toegestaan bleek het al die eeuwen ondergronds overleefd te hebben - dit tot de verbazing van de 19e eeuwse missionarissen en zendelingen. Slechts 1 procent van de Japanners noemt zich Christen.
Daarna dalen we af door een zeer drukke winkelstraat met veel souvenirwinkeltjes,
met name met handgemaakt keramiek.
Wij kopen een handgemaakt theekopje, dat professioneel wordt ingepakt. We
drinken in de rustige tuin van een cafe een kopje koffie.
We lopen verder door de Sannen-zaka
(de 3 jaars helling) en de Ninen-zaka (2 jaars helling),
in een deel van de stad waar je
nog van de
laatste overblijfselen van het traditionele Kyoto straatbeeld
kunt zien.
We moeten wel oppassen op deze hellingen. Een val kan 3 respectievelijk 2
jaar ongeluk betekenen!
We nemen de taxi terug naar het hotel en nemen afscheid van Kenzo. We rusten even uit en gaan dan lunchen vlakbij het hotel. We kiezen vanaf een Engels menu met fotootjes van de gerechten.
's avonds eten we bij Sushi-restaurant Musashi. Via een lopende band komen sushi, nari, sashimi en andere gerechtjes langs, die je er af kunt pakken. Na afloop betaal je naar het aantal schoteltjes. De kleur van de schotel bepaalt de prijs. Aan het patroon van de schotel kun je zien of er wel of geen Wasabi (mierikwortel) pasta in is verwerkt. Daarna steken we de rivier over en wandelen door de schilderachtige Gion buurt. Hier zijn de clubs waar de Geisha's werken en worden opgeleid. Geisha's zijn gezelschapsdames, die tegen betaling converseren, musiceren, zingen en gezelschapsspelen met hun gasten doen. We komen helaas geen Geiko's (de Kyoto-benaming voor een Geisha) of Maiko's (Geisha in opleiding) op straat tegen. Daarna gaan we met de taxi terug naar het hotel.
Weer: zonnig 27 graden.
Na het ontbijt nemen we - met een dagkaart voor bus en
metro op zak (1200 yen) - de metro naar
station Kitaoji. Daar drinken we bij de
Starbucks een cappucino. Vervolgens nemen we de bus naar
Kinkaku-ji,
ofwel het gouden paviljoen. Het is er ontzettend druk met schoolgroepen,
maar de aanblik van het Gouden Paviljoen aan het spiegelende vijvertje
Kyoko-chi is
van een betoverende schoonheid. Het paviljoen was
oorspronkelijk een onderdeel van de villa van Ashikaga Yoshimitsu, een
voormalige shogun eind 14e eeuw. Bij zijn dood werd het een Zen-tempel.
Yoshimitsu verwerkt allerlei Chinese motieven in het paviljoen en in de
tuinen. Het paviljoen is met bladgoud bekleed. In 1950 is door
brandstichting verwoest. In 5 jaar tijd stond er een replica. In 1987 is het
paviljoen weer verguld. We lopen de prachtig aangelegde
landschapstuin rond. Bij de winkel worden we aangesproken door twee 14
jarige schoolmeisjes, die met ons hun Engels willen oefenen. Ze hebben een
aantal vragen meegekregen en ze overhandigen ons een informatiepakketje van
hun woonplaats Saga op Kyushu. Daarna willen ze met ons op de foto
als bewijs dat ze hun schoolopdracht hebben uitgevoerd. We nemen
vervolgens een taxi naar de Ryoan-ji
tempel, tien minuten verderop.
Hier is
vooral de minutieus aangelegde Zen-tuin bezienswaardig.
Zo uitbundig als het gouden paviljoen is, zo ingetogen is deze tuin en
tempel. In een strak
aangeharkte gravelbak zijn 15 stenen geplaatst. Het is onmogelijk om alle 15
stenen in een blik te vangen. De betekenis ervan is
onzeker en de meningen lopen uiteen. Ook hier verkennen we het park om de tempel en
lopen rond een grote vijver die ooit vol met Mandarijnse eenden heeft
gezeten. Nu zitten er maar een paar.
We nemen de bus #57 naar het metrostation Imadegawa (19 haltes) bij het keizerlijk paleis en stappen over op de metro terug naar het hotel.
In de middag gaan we er
weer op uit. Eerst naar het postkantoor om geld te pinnen en dan naar de
overdekte Nishiki-koji straatmarkt, waar al het
denkbare voedsel wordt verkocht.
Vlees, vis, groenten, snoep, thee, koffie, fruit en wat al
niet meer. Van
veel dingen vraag je af wat het is. Gelukkig mag je vaak proeven. Op de
markt drinken we in een theesalon Japanse groene thee met een
mierzoet koekje. De eigenaresse spreekt
alleen Japans en heeft geen Engels menu. Gelukkig zijn er twee Amerikaanse
gasten in de zaak die goed Japans spreken en ons helpen met de vertaling.
's avonds eten we bij een modern Kaiseiki restaurant in een
buitenwijk van Kyoto, A womb genaamd. De busrit
met lijn 5 er heen duur dik 40 minuten
en dan een nog een stukje lopen. We lopen er eerst voorbij, maar
met behulp
van een buurtbewoner en de eigenaar aan de telefoon worden naar het
restaurant geloodst. Het is een minimalistisch ingerichte zaak, die ook een
kleding- en tassenatelier heeft. We krijgen er een 7 gangen menu met prachtig
vormgegeven kleine gerechtjes. Bij Kaiseki worden
seizoensgebonden ingrediënten gebruikt. De gerechten worden zeer nauwgezet
vormgegeven en opgediend. De vorm en compositie is net zo belangrijk als de
zeer verfijnde smaak. De ober is wat onwennig en onzeker, maar de
kok verstaat z'n vak. Genieten. Kaiseki is nogal
prijzig (¥16.000 incl wijn), maar we zijn blij dat we het gedaan hebben. Dan weer terug met de bus, die, nu het
rustiger is op de weg, een stuk sneller gaat.
Weer: zonnig en warm. 27 graden.
We nemen de metro naar het Kyoto station. Daar moeten we nog flink zoeken en vragen naar de particuliere Kintetsu-lijn die ons naar Nara moet brengen. We checken in met onze ICOCA chipkaart, maar in de trein blijkt dat niet genoeg voor de limited express trein, die we willen nemen. We moeten nog een toeslagkaartje kopen. Een conducteur helpt ons met het bedienen van de automaat dat alleen in het Japans werkt. Dan blijken we in deze trein een gereserveerde plaats te hebben en zijn we op de verkeerde stoelen gaan zitten. Het stond duidelijk op het kaartje, maar we letten niet goed op. Beleefd worden door de behulpzame conducteur hierop gewezen. De rit naar Nara duurt 40 minuten. In Nara vergeten we uit te checken met onze chipkaart en daar gaan we nog last van krijgen.
Nara is ouder dan Kyoto en was hoofdstad
van Japan in de 8e eeuw
tot 794. Toen verhuisde de keizer zijn hof naar
Kyoto, omdat
hij het gekonkel en de inmenging van de Boedhistische geestelijken in
staatszaken zat was. We bezoeken eerst het
Kofuku-ji
tempelcomplex. De hoofdtempel is helaas in de restauratie, maar de
oostelijke gallerij is wel open. Hier staan een aantal prachtige Budha
beelden, die we niet mogen fotograferen. Ons gecombineerde kaartje is ook
geldig voor de tentoonstellingshal, waar een prachtige colllectie beelden
tentoon is gesteld, die zijn gered in een anti-boedhistische beeldenstorm in
de 19e eeuw. Ook hier is foto's maken uit den boze. We lopen door de
prachtige tentoonstelling, maar de uitleg in het Engels is zeer summier,
terwijl er hele verhalen in het Japans op de bordjes staan. Vervolgens lopen
we in de verzengende hitte naar het
Todai-ji complex. Dit is het hoogtepunt van Nara. Het is het
grootste houten gebouw ter wereld en de huidige 18e eeuwse reconstructie is
maar 2/3 van de omvang van het origineel. De tempel is
gesticht in 745 door keizer Shomu om een aantal epidemiën die toen het land
teisterden het hoofd te bieden. Het land ging er bijna failliet aan. De bouw
nam 15 jaar in beslag.
Binnen staat of zit liever een 15m hoge Budha
op een lotus troon. Er omheen nog een aantal andere grote boedhistische
beelden. De Boedha stelt de kosmische Budha voor, die
heerst over alle niveaus in het Boedhistische universum. Het beeld heeft
sinds zijn voltooiing in 752 een zwaar leven achter de rug: tijdens een
aardbeving in de 9e eeuw viel het hoofd eraf. De handen smolten in een brand
in 1180 en nog eens in 1567. In een van de pilaren van de tempel zit
een gat, waar kinderen, maar ook slanke volwassenen zich doorheen wurmen en
zich zo een plekje in de hemel bezorgen. Rond de tempels wemelt het van de
herten, die volkomen tam zijn en gespitst zijn op voederende toeristen. Ze
houden zich vooral op rond de koekjesverkopers. We lopen weer naar het
station en eten daar wat in een restaurantje.
We nemen de trein terug naar Kyoto. Hiervoor kopen we
een papieren kaartje bij het loket. Op het station
Kyoto wisselen we bij de reserveringsbalie
onze vouchers voor een Railpass in voor de JR
Railpass zelf, die ons onbeperkt treinreizen geeft gedurende 14
dagen vanaf een datum die we zelf mogen bepalen. We laten onze Railpass op
zondag 19 mei ingaan. De vouchers hebben we in Nederland besteld via de
website van HIS-travel in
Amsterdam. Binnen twee dagen lagen de vouchers bij ons in de bus. Deze
vouchers zijn alleen beschikbaar voor buitenlandse bezoekers en alleen
buiten Japan te koop. Voor de 14 dagen pas betaalden wij €367. Er zijn ook
passen voor 1 of 3 weken en ook regionale passen, die slechts in een deel
van Japan geldig zijn. De passen zijn op bijna alle
nationale, regionale en
lokale treinen van JR geldig. Alleen de Nozumi - een hogesnelheidstrein met
weinig stops - konden we niet nemen en voor ook een enkele particuliere
spoorlijn moesten we een kaartje kopen . Met de pas kunnen we alvast
voor een aantal treinreizen
de zitplaatsen reserveren. Dit kost niets extra.
Dan gaan we naar het uitzichtplatform boven het gigantische
en hypermoderne Kyoto Station,
dat is ontworpen door de Japanse architect Hiroshi Hara. De reis naar
boven met de roltrap is al een belevenis. Het uitzicht vanaf
het 70 meter hoge gebouw is niet erg bijzonder. Kyoto is mooier aan
de grond. Het stationsgebouw uit 1997 is een van de
grootste van het land en omvat een winkelcentrum, een 5-sterrenhotel, een
bioscoop, een warenhuis en diverse overheidskantoren. Dan
willen we weer met de metro
terug naar het hotel, maar vanwege onze vergeten checkout van
vanochtend werkt de chipkaart niet meer. We vragen het bij de
metro-inlichtingenbalie, bij JR die de kaart heeft uitgegeven
en tenslotte moeten we terug naar
het kantoor van de Kintetsu-lijn
- waar we de onvoltooide check-in gemaakt
hebben - om de check-in te laten verwijderen. Dan kunnen we weer
reizen. Dat is in Nederland toch handiger geregeld.
Weer: 30 graden en zon.
Vandaag halen we de auto op bij Times Car Rental. De vestiging zit net
ten zuiden van het station. We hebben de auto via
internet gereserveerd.
Nederlanders
moeten in Japan bij het huren van een auto een internationaal rijbewijs
kunnen tonen. Dat is verkrijgbaar bij de ANWB. De receptioniste
van Times spreekt
zeer basaal Engels, maar weet ons wel adequaat te helpen. We laten door
één
van de monteurs het navigatie-systeem uitleggen en dat is niet overbodig, want de
stem en de kaart zijn wel in het Engels, maar de schermdialoog niet.
Voor buitenlandse losse navigatieapparaten (TomTom, Garmin, Mio etc) zijn
geen Japanse kaarten te koop, ook niet voor smartphones. We moeten dus het
ingebouwde systeem van de auto zelf gebruiken. De
jongeman doet het twee keer voor en ik schrijf op wat we moeten doen.
Om
de bestemming te vinden is het handig het vaste telefoonnummer
van de bestemming in te
toetsen, want het Japanse adressysteem is nogal ondoorgrondelijk.
Dit werkt alleen voor zakelijke adressen, niet voor privé-woningen. We gaan op
weg naar het Miho museum,
zo'n 50km
buiten Kyoto. Het is in de bergen ingebouwd volgens een ontwerp
van de vermaarde architect I.M. Pei, die ook de piramide van het Louvre
ontwierp. Vanaf de parkeerplaats worden we met een
electrisch karretje door een tunnel door een berg gereden,
om bij het museum te komen.
De collectie bestaat uit kunst en gebruiksvoorwerpen uit de oudheid.
Een speciale tentoonstelling is aan glaskunst gewijd. De voorwerpen gaan
terug tot de hoogtijdagen van Mesopotamië en Persië, het oude Egypte,
het Griekse en Romeinse
rijk en het begin van het Chinese rijk. Het uitzicht vanuit het
museum op de bergen er omheen is ook erg mooi.
We lunchen in het museum. Ongebruikelijkerwijs voor Japan
is dat een selectie sandwiches.
Na het museumbezoek rijden we weer terug naar
Kyoto, en rijden naar het Ginkaku-ji
tempelcomplex met het vermaarde zilveren paviljoen. Het is gebouwd
in opdracht van de kleinzoon van de shogun die het Gouden paviljoen liet
bouwen, maar toen deze junior Shogun in 1470 overleed was het geld
door oorlogen opgeraakt en van verzilveren is het
niet meer gekomen. Het is hier weer heel erg druk
met schoolgroepen. We volgen een uitgezet parcours door de zorgvuldig
aangelegde Zen tuin, maar dan zonder de Zen-rust
die erbij zou moeten horen. Het is toch wel erg
mooi. Na de rondwandeling rijden we met de auto
naar het hotel terug. We kunnen parkeren in de automatische autostalling
van het hotel. We moeten de auto op een draaischijf zetten, die de
auto recht voor het laadplatform draait. We rijden de laadbak op en klaar is
kees.
Weer: 30 graden en zon, afgewisseld met wat sluierbewolking.
We rijden met de auto op weg naar Koyasan. Via de
snelweg rijden we zuidwaarts via Osaka en Iwade.
We moeten wel veel geld uitgeven aan tol, nog meer dan aan de benzine. Onze
navigator helpt ons
goed op weg en geeft voor iedere
tolpoort ook keurig aan wat de tol gaat kosten. De laatste 50 km gaat
over kleine wegen. Onderweg eten bij een McDonalds en ook daar worden we
superbeleefd geholpen. Aangekomen in Koyasan worden we exact naar het
klooster
Shojoshin-in gegidst.
Koya-san is een klein dorp in de bergen ten zuiden van Osaka. Het is bekend
vanwege de vele Boedhistische kloosters (shukubō), die behoren tot de Shingon sekte.
Het eerste klooster werd hier gesticht in het begin van de 9e eeuw door de
monnik Kukai (774-835) - posthuum bekend als Kōbō Daishi. Hij reisde door
China en terug in Japan begon hij met zijn eigen Boedhistische school
gebaseerd op Centraal Aziatische tradities. Na zijn dood in 835 zette zijn
leerling Shinzen zijn werk voort en ontwikkelde vele kloosters in Koya-san.
Veel van die tempels hebben de mogelijkheid om gasten onder te brengen. De
Shojoshin-in is één daarvan. Het is een traditioneel gebouw. Ik wordt
welkom geheten door een monnik, die met
een penseel de aanwijzingen en
tijden op een briefje schildert. Bij de ingang moeten we
onze schoenen verwisselen voor slippers die keurig klaar staan. Voor onze
Europese voeten zijn ze wel erg klein. De kamer is
veel minder spartaans dan we hadden verwacht. De vloer is bedekt met matten
(tatami) en in de kamer mag je ook geen slippers dragen. De futons,
de matrassen, zijn al opgemaakt en liggen op
de vloer. We hebben een apart zitkamertje met balkon met uitzicht op
de tuin. We kunnen op kussens op de grond zitten aan een
laag tafeltje. In een doos zit een theeset. Er is ook een aparte ruimte met
een wastafel. De toiletten zijn op de gang. Voor het toilet gebruik je weer
andere slippers die in de juiste richting klaar staan. Het toilet is
ultramodern: verwarmde bril en ingebouwde sproeiers met afstandbediening.
Koyasan is een langgerekt
dorp. We bezoeken de oude tempel uit de 16e eeuw
de Kongobu-ji. Het is het spirituele centrum van de
Shingon ('Het ware woord') sekte. Hier zijn prachtige
schermschilderingen te bewonderen. Het zijn kopieën maar desalniettemin uit
de 16e eeuw. Daarna lopen we naar de Garan, een heilige plek. Midden in staat
Konpon Gaito een pagode achtig gebouw met daarin een groot
Budha beeld.
We lopen weer terug naar ons klooster. Het is hier zo'n 800 meter boven zeeniveau en het wordt flink fris door de koude bergwind. Vanaf 16 uur kan het gemeenschappelijke bad gebruikt worden. Mannen en vrouwen zijn gescheiden. Als je een douche en bad wil nemen moet dat nu, want 's ochtends is het bad dicht. We gaan er in onze Yakata, de japanse kamerjas heen. In die jas kun je vrij door het klooster lopen, maar niet buiten. Dat zou ook veel te koud zijn. De gangen en deuren zijn hier en daar erg laag en we stoten een paar keer ons hoofd. Op een krukje gezeten kun je je inzepen en afspoelen met behulp van een teiltje. Als je helemaal schoon en zeepvrij bent kun je weken in de gemeenschappelijke bad. Die is om half vijf uur nog gloeiend heet. We houden het niet erg lang vol.
Om half zes worden we gebeld. Verrassing, want je verwacht geen telefoon in een kloosterkamer. De telefoon is verborgen onder een doekje. We worden verzocht naar de eetkamer te komen. We gaan naar beneden en krijgen in een privé kamertje een uitgebreide vegetarische maaltijd geserveerd, Shojin Ryori. De monniken eten geen vlees, vis, uien noch knoflook. Het zijn allemaal kleine hapjes met groente en tofu, maar het vult enorm. Dan weer naar boven naar onze kamer.
Weer: licht bewolkt, 24 graden. In Koyasan 18 graden.
We staan vroeg op om de
ochtendceremonie van de monniken van ons klooster bij te
kunnen wonen. Om 5.50 uur zitten we klaar in de tempel. Om 6 uur
begint het ceremonieëel met brommend gezang van eindeloze
sutra's en
het branden van wierook. Om de zoveel strofen wordt er op een bel geslagen
of worden er bekkens gebruikt. Het is een interessant schouwspel.
Wie dat wil, kan tegen het einde van de ceremonie achter een van de monniken
aan ook langs het altaar lopen. Na een half uur is het voorbij en
worden we naar ons eetkamertje geleid voor een uitgebreid ontbijt met
groenten, fruit, rijst en miso-soep. Als we dat hebben verorberd maken we
een wandeling van 2 km over de enorm grote begraafplaats waar over de eeuwen
heen vele monniken en andere gelovigen zijn bijgezet. Totaal 20.000 graven
zijn hier. Op dit vroege en koele uur hebben we
deze plek praktisch voor ons zelf. Aan het eind van de begraafplaats gaan we
over een bruggetje en komen bij een tempelcomplex. Eerst zien we de hal met
de lantaarns. Hier branden honderden lantarens. Gezegd wordt dat sommige
ervan al sinds de 11e eeuw branden. Er is nog plaats voor vele meer. Er
lopen monniken rond, maar we mogen niet fotograferen of
filmen. Achter de lantarenhal is het mausoleum van de Kobai Daishi
of Kukai, de oprichter van de
Shingon
sekte in het Boedhisme. We lopen weer de
hele weg terug. We pakken onze koffers en gaan met de auto naar het centrum.
We willen koffie drinken, maar vinden niet zo gauw een café dat open is en
daarom kopen we een blikje hete koffie uit een verkoopautomaat. Je gelooft
je ogen niet, maar uit de alomtegenwoordige
verkoopautomaten kun je ook warme dranken in blik kopen.
We lopen door naar de oude stadspoort aan het eind
van het dorp. Een groots bouwwerk met twee wachterfiguren links en rechts:
één met de mond open (eerste letter van japanse
alfabet spreek je uit als ké) en de tweede met de
mond dicht (laatste letter spreek je uit als uhm).
We rijden daarna naar
Osaka. Om 12.30 staan we voor de deur van het
appartement van Nate Powell dat we via
Airbnb.com hebben gehuurd voor
twee dagen. Het appartement ligt in de
centraal gelegen wijk Umeda met veel restaurants en winkels
in de buurt. Nate is nog aan het schoonmaken. We stallen de bagage
alvast
en gaan de auto inleveren bij
Times Car Rental. Het is
niet ver, aan de overkant van de rivier
Yodo. We nemen de metro (1 halte) terug. We rusten uit en gaan dan
met de metro naar het Osaka kasteel, Osaka-jo. Het
is een reis van ongeveer 20 minuten met één overstap.
Het kasteel is een 16e eeuws bouwwerk. Het is eigenlijk een donjon met een
dubbele ommuring. De hoofdtoren is rijk gedecoreerd en bestaat uit 5 lagen.
Op de bovenste laag is een uitzichtbalkon. Het uitzicht over de stad is de
moeite waard. Het interieur van de toren is volledig modern en de
tentoonstelling over de geschiedenis van het kasteel en van Japan zijn niet
bijster interessant en grotendeels in het Japans. We zijn
er snel uitgekeken. We nemen de metro weer terug naar het appartement.
's Avonds eten we in een eettentje van de Yayoiken-keten waar je uit een automaat een kaartje moet kopen waarop je bestelling staat. Van alle gerechten staat er een foto op de automaat met een knop er naast. Het kost weinig, maar smaakt prima. Na het eten drinken we koffie bij Starbucks. We kijken nog wat tv op de kamer voor we gaan slapen.
Weer: in Koyasan wordt het 's nachts erg koud. In de ochtend was het zo'n 10 graden. 's middags in Osaka was het rond de 23 graden. De zon liet zich regelmatig zien.
![]() |
Andere Reisverslagen |
![]() |
terug | Foto-album Japan | verder |