DEEL 1 |
Na 10 uur en 15 minuten vliegen vanaf Schiphol komen we aan op Kansai Airport, dat in 1994 voltooid is op een kunstmatig eiland in de baai van Osaka. We melden ons met onze ingevulde immigratie en douaneformulieren bij de immigratie-balie, waar vingerafdrukken en een foto worden genomen. Een deel van het formulier wordt in het paspoort geniet met de nodige stempels eromheen. De koffer komt al snel van de bagageband en dan moeten we nog door de douane. We krijgen een paar vragen over ons verblijf en dan lopen we door naar het treinstation van JR West, de spoorwegmaatschappij in het Westen van Japan. Voorafgaand aan onze reis hebben we via de website een treinticket voor de Haruka-trein (enkeltje Kyoto) in combinatie met de ICOCA chipkaart op voor het openbaar vervoer besteld. Dit kost ¥3.000. Op de Chipkaart staat ¥1.500 reistegoed en als je de kaart voor vetrek uit Japan inlevert krijg je ¥500 borg terug. De kaart is oplaadbaar. Hoewel de ICOCA OV-chipkaart wordt uitgegeven door JR West kun je er in de meeste regio's en steden mee reizen. Er gingen ten tijde van onze reis 130 yen in een Euro.
We hebben de trein van 9.16. Voor we in mogen stappen wordt de trein schoongemaakt door een medewerker met een stofzuiger en de stoelen worden automatisch in de rijrichting gedraaid. Dan rijden we in 75 minuten naar station Kyoto. Meteen worden we met de Japanse omgangsvormen geconfronteed. De conducteur, die witte handschoenen draagt, maakt een diepe buiging voor hij de wagon betreedt. Als hij er aan de andere kant weer uit gaat, draait hij zich naar ons om en buigt nog eens voor hij naar de volgende wagon loopt. In Kyoto pakken we de metro voor één halte naar Gojo. Onze ICOCA-kaart werkt vlekkeloos en op dezelfde manier als in Nederland. Opvallend is dat de poortjes open staan en alleen venijnig hard dichtgaan als je iets fout doet (zoals doorlopen zonder in te checken).
De metro stopt vrijwel voor de deur van het Citadines ApartHotel. Het is inmiddels zaterdag 11 uur ’s ochtends. Hier in Kyoto verblijven we 5 nachten. De kamer is klaar en we kunnen meteen plat. Voor dit voorrecht hebben we een halve hotelovernachting bij moeten betalen. Normaal gesproken kun je in Japan nergens voor 14 uur inchecken in een hotel. Bij de receptie ligt een SIM-kaart voor ons klaar van eConnect Japan voor mobiel internet. Deze stop ik mijn mobiele Wifi apparaatje (je kunt hem ook in een Dongel stoppen) en zo hebben we dus ook mobiel internet in Japan. Een tegoed van 1GB dat 1 maand geldig is voor €40 euro. De kaart is al geactiveerd. Dit aanbod is alleen van buiten Japan te bestellen. Het scheelt hoge roaming kosten en we kunnen er allebei gelijktijdig gebruik van maken. In Japan is Wifi nog niet zo alom beschikbaar. Ook in hotels niet. In dit hotel is het er gelukkig wel op de kamer en gratis bovendien. SIM-kaarten voor telefonie (spraak) zijn alleen verkrijgbaar voor mensen die permanent in Japan wonen.
Na twee uur slapen gaan we wat eten bij een restaurantje verderop. Bij binnenkomst krijgen we meteen een glas ijswater en een warm vochtig doekje. De maaltijd bestaat een vijftal kommetjes met noedels, rijst, groeten, soep en vlees. Allemaal in één keer op een dienblad geserveerd. De prijs valt reuze mee: ¥1.200. Na de lunch drinken we een kopje koffie (600 yen) in een café.
Als we geld willen pinnen blijkt dat onze bankpas (met Maestro-logo) tijdelijk (sinds april) niet meer bij de geldautomaten in de 7eleven winkels geaccepteerd wordt. Als we het nazoeken op internet blijkt dat alleen Citibank en de postkantoren ons van geld kunnen voorzien. Het heeft te maken met de overschakeling op de bankpas met chip, waar Japan dus een beetje mee achterloopt. Bij een filiaal van de Citibank lukt het dus wel. Een beetje jammer is het wel, want 7eleven zit bijna overal en is tot laat open. Citibank heeft weinig filialen en bij de postkantoren (waarvan er in Japan nog relatief veel zijn) staat de geldautomaat vaak binnen en buiten openingstijden niet in alle gevallen bereikbaar.
's avonds lopen we een stukje de stad in voor een restaurantje. We vinden een soort eetcafé, waar we simpel en voordelig kunnen eten. Ze hebben een Engelstalige vertaling van de menukaart. We gaan vroeg naar bed: 20 uur!
Weer: regen 24 graden. Zeer vochtig.
Na het ontbijt in de kelder van het hotel, worden we in de lobby opgehaald door onze gids Kenzo Sato, een vrolijke en uiterst vriendelijke jongeman. We hebben Kenzo geboekt door tussenkomst van Chris Rowthorn, auteur van de Lonely Planet Japan. We nemen eerst de metro naar Higashiyama, vanwaar we een stukje lopen naar de Shoren-in tempel. Deze Budhistische tempel is van de Tendai-sekte en heeft ook eens dienstgedaan als onderkomen van de keizerlijke familie toen het keizerlijk paleis in Kyoto door brand was verwoest. De tempel is simpel, maar de tuin is zeer smaakvol ingericht en het pad erdoorheen biedt veel mooie uitzichten. Het is hier heel rustig en vredig. De gong kan worden geluid om de aandacht te krijgen van de goden. Kenzo doet het voor en dan volgt Erik, na het gooien van een muntje in de collectebus. Bij het verlaten zijn we nog net getuige van een gedenkdienst ter ere van een monnik die hier is opgeleid, maar later zijn eigen sekte heeft gesticht. Heel bijzonder. Daarna lopen we naar de Chion-in, een ander tempelcomplex waarvan we alleen de gigantische toegangspoort bekijken. Naar zeggen is het de grootste in Japan.
Een
stukje geschiedenis
Kyoto was vanaf 794, totdat het hof in de 19e eeuw naar
het huidige Tokyo verhuisde, eeuwenlang de residentie van de Japanse keizers.
Keizers waren vooral spirituele leiders en werden gezien als afstammelingen
van de zonnegodin Ise. De wereldlijke macht werd namens de keizer
uitgeoefend door regenten en Shoguns. In 1590 nam Ieyasu Tokugawa het
shogunaat over en vestigde zich in Edo, het huidige Tokyo. De keizer bleef
in Kyoto. Onder de Tokugawa's ging Japan een periode van ruim twee eeuwen
isolement in. Buitenlandse invloeden als het Christendom werden als
ondermijnend gezien. Alleen met de Nederlanders was er contact. Vanaf 1609
kon de Nederlandse VOC exclusief handel drijven met Japan. Via Nederlanders
vernamen de Japanners van buitenlandese wetenschappelijke ontwikkelingen. In
1853 dwong een Amerikaanse vloot Japan zijn havens te openen voor
buitenlandse schepen en handelaren. Het Tokugawa regime bleek niet bestand
tegen de buitenlandse druk en raakte binnenlands in diskrediet. De keizer
Mutsoshito (postuum Meiji genoemd) stelde zich aan leiding van de stroming
die vond dat Japan alleen zelfstandig kon blijven door te moderniseren en te
leren van de buitenlanders. Hij verdreef in 1867 de Shogun en trok de macht
aan zich en verplaatste zijn hof naar Edo, dat vervolgens Tokyo werd
genoemd. Dit proces en de erop volgende modernisering wordt de Meiji
restauratie genoemd.
Met Kenzo nemen we een taxi naar de hooggelegen Kiyomizu-dera, de meeste iconische Boedhistische tempel van Kyoto, beroemd vanwege zijn overhangende veranda's met uitzicht op de stad. Het is de "tempel van het heldere water". Bij de ingang kun je je geluk beproeven met het tillen van een groot gewicht. Erik doet natuurlijk mee en helpt wat andere mensen met de zwaarste gewichten. In de hoofdhal is een budhabeeld, maar dat wordt slechts eens in de 33 jaar getoond. Wij moeten het doen met een replica. Erik reinigt na instructie door Kenzo zijn handen op traditionele wijze en koopt een geluksbriefje, dat hem het hoogste geluk brengt. Ook brandt hij een stukje wierook, dat - als adem van de goden - volgens Japans geloof ook moet bijdragen aan geluk en goede gezondheid. Kenzo vertelt enthousiast over de tradities en de gebruiken, die spelen rond een tempel bezoek.
Godsdienst
Japanners zijn niet exclusief Boedhistisch of Shintoïstisch. Men combineert heel makkelijk de godenverering van het 2000 jaar oude
Shintoïsme met het filosofische waardensysteem van het Boedhisme dat in de
zesde eeuw vanuit China en Korea naar Japan is gekomen. Het Shintoïsme, "de
weg der goden", is niet alleen een verering van goden (kami) die zich in
natuurverschijnselen zoals bergen, rivieren of rotsen manifesteren, maar ook een verzameling van houdingen,
handelswijzen en ideeën die
bepalend zijn voor het Japanse zelfbeeld. Het
Boedhisme is in Japan aangepast aan de Japanse behoeften. Zo werd Boedha
voor de Japanners een kami en werden beelden van kami bij Boedhistische
tempels geïntroduceerd, die Budha als hoofdkami moeten beschermen. In Japan
ontstonden in de loop der tijd verschillende sekten binnen het Boedhisme. De
meeste simpele van hen zoals de Jodo maakten het geloof toegankelijk voor de
grote massa, terwijl de Zen nadruk op rituelen en vorm legden en populair
werd onder de militaire klasse, de Samoerai.
Het Christendom kwam in de 16e eeuw naar Japan via Portugese missionarissen. Vooral op het Zuidelijke eiland Kyushu kreeg het veel aanhang. De Portugezen kregen via het geloof ook politieke en commerciële invloed, wat de machthebbers als bedreigend ervoeren. Eind 16e eeuw werd het geloof verboden en de aanhangers fel vervolgd. Toen in de 19e eeuw het Christendom weer werd toegestaan bleek het al die eeuwen ondergronds overleefd te hebben - dit tot de verbazing van de 19e eeuwse missionarissen en zendelingen. Slechts 1 procent van de Japanners noemt zich Christen.
Daarna dalen we af door een zeer drukke winkelstraat met veel souvenirwinkeltjes, met name met handgemaakt keramiek. Wij kopen een handgemaakt theekopje, dat professioneel wordt ingepakt. We drinken in de rustige tuin van een cafe een kopje koffie. We lopen verder door de Sannen-zaka (de 3 jaars helling) en de Ninen-zaka (2 jaars helling), in een deel van de stad waar je nog van de laatste overblijfselen van het traditionele Kyoto straatbeeld kunt zien. We moeten wel oppassen op deze hellingen. Een val kan 3 respectievelijk 2 jaar ongeluk betekenen!
We nemen de taxi terug naar het hotel en nemen afscheid van Kenzo. We rusten even uit en gaan dan lunchen vlakbij het hotel. We kiezen vanaf een Engels menu met fotootjes van de gerechten.
's avonds eten we bij Sushi-restaurant Musashi. Via een lopende band komen sushi, nari, sashimi en andere gerechtjes langs, die je er af kunt pakken. Na afloop betaal je naar het aantal schoteltjes. De kleur van de schotel bepaalt de prijs. Aan het patroon van de schotel kun je zien of er wel of geen Wasabi (mierikwortel) pasta in is verwerkt. Daarna steken we de rivier over en wandelen door de schilderachtige Gion buurt. Hier zijn de clubs waar de Geisha's werken en worden opgeleid. Geisha's zijn gezelschapsdames, die tegen betaling converseren, musiceren, zingen en gezelschapsspelen met hun gasten doen. We komen helaas geen Geiko's (de Kyoto-benaming voor een Geisha) of Maiko's (Geisha in opleiding) op straat tegen. Daarna gaan we met de taxi terug naar het hotel.
Weer: zonnig 27 graden.
Na het ontbijt nemen we - met een dagkaart voor bus en metro op zak (1200 yen) - de metro naar station Kitaoji. Daar drinken we bij de Starbucks een cappucino. Vervolgens nemen we de bus naar Kinkaku-ji, ofwel het gouden paviljoen. Het is er ontzettend druk met schoolgroepen, maar de aanblik van het Gouden Paviljoen aan het spiegelende vijvertje Kyoko-chi is van een betoverende schoonheid. Het paviljoen was oorspronkelijk een onderdeel van de villa van Ashikaga Yoshimitsu, een voormalige shogun eind 14e eeuw. Bij zijn dood werd het een Zen-tempel. Yoshimitsu verwerkt allerlei Chinese motieven in het paviljoen en in de tuinen. Het paviljoen is met bladgoud bekleed. In 1950 is door brandstichting verwoest. In 5 jaar tijd stond er een replica. In 1987 is het paviljoen weer verguld. We lopen de prachtig aangelegde landschapstuin rond. Bij de winkel worden we aangesproken door twee 14 jarige schoolmeisjes, die met ons hun Engels willen oefenen. Ze hebben een aantal vragen meegekregen en ze overhandigen ons een informatiepakketje van hun woonplaats Saga op Kyushu. Daarna willen ze met ons op de foto als bewijs dat ze hun schoolopdracht hebben uitgevoerd. We nemen vervolgens een taxi naar de Ryoan-ji tempel, tien minuten verderop. Hier is vooral de minutieus aangelegde Zen-tuin bezienswaardig. Zo uitbundig als het gouden paviljoen is, zo ingetogen is deze tuin en tempel. In een strak aangeharkte gravelbak zijn 15 stenen geplaatst. Het is onmogelijk om alle 15 stenen in een blik te vangen. De betekenis ervan is onzeker en de meningen lopen uiteen. Ook hier verkennen we het park om de tempel en lopen rond een grote vijver die ooit vol met Mandarijnse eenden heeft gezeten. Nu zitten er maar een paar.
We nemen de bus #57 naar het metrostation Imadegawa (19 haltes) bij het keizerlijk paleis en stappen over op de metro terug naar het hotel.
In de middag gaan we er weer op uit. Eerst naar het postkantoor om geld te pinnen en dan naar de overdekte Nishiki-koji straatmarkt, waar al het denkbare voedsel wordt verkocht. Vlees, vis, groenten, snoep, thee, koffie, fruit en wat al niet meer. Van veel dingen vraag je af wat het is. Gelukkig mag je vaak proeven. Op de markt drinken we in een theesalon Japanse groene thee met een mierzoet koekje. De eigenaresse spreekt alleen Japans en heeft geen Engels menu. Gelukkig zijn er twee Amerikaanse gasten in de zaak die goed Japans spreken en ons helpen met de vertaling.
's avonds eten we bij een modern Kaiseiki restaurant in een buitenwijk van Kyoto, A womb genaamd. De busrit met lijn 5 er heen duur dik 40 minuten en dan een nog een stukje lopen. We lopen er eerst voorbij, maar met behulp van een buurtbewoner en de eigenaar aan de telefoon worden naar het restaurant geloodst. Het is een minimalistisch ingerichte zaak, die ook een kleding- en tassenatelier heeft. We krijgen er een 7 gangen menu met prachtig vormgegeven kleine gerechtjes. Bij Kaiseki worden seizoensgebonden ingrediënten gebruikt. De gerechten worden zeer nauwgezet vormgegeven en opgediend. De vorm en compositie is net zo belangrijk als de zeer verfijnde smaak. De ober is wat onwennig en onzeker, maar de kok verstaat z'n vak. Genieten. Kaiseki is nogal prijzig (¥16.000 incl wijn), maar we zijn blij dat we het gedaan hebben. Dan weer terug met de bus, die, nu het rustiger is op de weg, een stuk sneller gaat.
Weer: zonnig en warm. 27 graden.
We nemen de metro naar het Kyoto station. Daar moeten we nog flink zoeken en vragen naar de particuliere Kintetsu-lijn die ons naar Nara moet brengen. We checken in met onze ICOCA chipkaart, maar in de trein blijkt dat niet genoeg voor de limited express trein, die we willen nemen. We moeten nog een toeslagkaartje kopen. Een conducteur helpt ons met het bedienen van de automaat dat alleen in het Japans werkt. Dan blijken we in deze trein een gereserveerde plaats te hebben en zijn we op de verkeerde stoelen gaan zitten. Het stond duidelijk op het kaartje, maar we letten niet goed op. Beleefd worden door de behulpzame conducteur hierop gewezen. De rit naar Nara duurt 40 minuten. In Nara vergeten we uit te checken met onze chipkaart en daar gaan we nog last van krijgen.
Nara is ouder dan Kyoto en was hoofdstad van Japan in de 8e eeuw tot 794. Toen verhuisde de keizer zijn hof naar Kyoto, omdat hij het gekonkel en de inmenging van de Boedhistische geestelijken in staatszaken zat was. We bezoeken eerst het Kofuku-ji tempelcomplex. De hoofdtempel is helaas in de restauratie, maar de oostelijke gallerij is wel open. Hier staan een aantal prachtige Budha beelden, die we niet mogen fotograferen. Ons gecombineerde kaartje is ook geldig voor de tentoonstellingshal, waar een prachtige colllectie beelden tentoon is gesteld, die zijn gered in een anti-boedhistische beeldenstorm in de 19e eeuw. Ook hier is foto's maken uit den boze. We lopen door de prachtige tentoonstelling, maar de uitleg in het Engels is zeer summier, terwijl er hele verhalen in het Japans op de bordjes staan. Vervolgens lopen we in de verzengende hitte naar het Todai-ji complex. Dit is het hoogtepunt van Nara. Het is het grootste houten gebouw ter wereld en de huidige 18e eeuwse reconstructie is maar 2/3 van de omvang van het origineel. De tempel is gesticht in 745 door keizer Shomu om een aantal epidemiën die toen het land teisterden het hoofd te bieden. Het land ging er bijna failliet aan. De bouw nam 15 jaar in beslag. Binnen staat of zit liever een 15m hoge Budha op een lotus troon. Er omheen nog een aantal andere grote boedhistische beelden. De Boedha stelt de kosmische Budha voor, die heerst over alle niveaus in het Boedhistische universum. Het beeld heeft sinds zijn voltooiing in 752 een zwaar leven achter de rug: tijdens een aardbeving in de 9e eeuw viel het hoofd eraf. De handen smolten in een brand in 1180 en nog eens in 1567. In een van de pilaren van de tempel zit een gat, waar kinderen, maar ook slanke volwassenen zich doorheen wurmen en zich zo een plekje in de hemel bezorgen. Rond de tempels wemelt het van de herten, die volkomen tam zijn en gespitst zijn op voederende toeristen. Ze houden zich vooral op rond de koekjesverkopers. We lopen weer naar het station en eten daar wat in een restaurantje.
We nemen de trein terug naar Kyoto. Hiervoor kopen we een papieren kaartje bij het loket. Op het station Kyoto wisselen we bij de reserveringsbalie onze vouchers voor een Railpass in voor de JR Railpass zelf, die ons onbeperkt treinreizen geeft gedurende 14 dagen vanaf een datum die we zelf mogen bepalen. We laten onze Railpass op zondag 19 mei ingaan. De vouchers hebben we in Nederland besteld via de website van HIS-travel in Amsterdam. Binnen twee dagen lagen de vouchers bij ons in de bus. Deze vouchers zijn alleen beschikbaar voor buitenlandse bezoekers en alleen buiten Japan te koop. Voor de 14 dagen pas betaalden wij €367. Er zijn ook passen voor 1 of 3 weken en ook regionale passen, die slechts in een deel van Japan geldig zijn. De passen zijn op bijna alle nationale, regionale en lokale treinen van JR geldig. Alleen de Nozumi - een hogesnelheidstrein met weinig stops - konden we niet nemen en voor ook een enkele particuliere spoorlijn moesten we een kaartje kopen . Met de pas kunnen we alvast voor een aantal treinreizen de zitplaatsen reserveren. Dit kost niets extra. Dan gaan we naar het uitzichtplatform boven het gigantische en hypermoderne Kyoto Station, dat is ontworpen door de Japanse architect Hiroshi Hara. De reis naar boven met de roltrap is al een belevenis. Het uitzicht vanaf het 70 meter hoge gebouw is niet erg bijzonder. Kyoto is mooier aan de grond. Het stationsgebouw uit 1997 is een van de grootste van het land en omvat een winkelcentrum, een 5-sterrenhotel, een bioscoop, een warenhuis en diverse overheidskantoren. Dan willen we weer met de metro terug naar het hotel, maar vanwege onze vergeten checkout van vanochtend werkt de chipkaart niet meer. We vragen het bij de metro-inlichtingenbalie, bij JR die de kaart heeft uitgegeven en tenslotte moeten we terug naar het kantoor van de Kintetsu-lijn - waar we de onvoltooide check-in gemaakt hebben - om de check-in te laten verwijderen. Dan kunnen we weer reizen. Dat is in Nederland toch handiger geregeld.
Weer: 30 graden en zon.
Vandaag halen we de auto op bij Times Car Rental. De vestiging zit net ten zuiden van het station. We hebben de auto via internet gereserveerd. Nederlanders moeten in Japan bij het huren van een auto een internationaal rijbewijs kunnen tonen. Dat is verkrijgbaar bij de ANWB. De receptioniste van Times spreekt zeer basaal Engels, maar weet ons wel adequaat te helpen. We laten door één van de monteurs het navigatie-systeem uitleggen en dat is niet overbodig, want de stem en de kaart zijn wel in het Engels, maar de schermdialoog niet. Voor buitenlandse losse navigatieapparaten (TomTom, Garmin, Mio etc) zijn geen Japanse kaarten te koop, ook niet voor smartphones. We moeten dus het ingebouwde systeem van de auto zelf gebruiken. De jongeman doet het twee keer voor en ik schrijf op wat we moeten doen. Om de bestemming te vinden is het handig het vaste telefoonnummer van de bestemming in te toetsen, want het Japanse adressysteem is nogal ondoorgrondelijk. Dit werkt alleen voor zakelijke adressen, niet voor privé-woningen. We gaan op weg naar het Miho museum, zo'n 50km buiten Kyoto. Het is in de bergen ingebouwd volgens een ontwerp van de vermaarde architect I.M. Pei, die ook de piramide van het Louvre ontwierp. Vanaf de parkeerplaats worden we met een electrisch karretje door een tunnel door een berg gereden, om bij het museum te komen. De collectie bestaat uit kunst en gebruiksvoorwerpen uit de oudheid. Een speciale tentoonstelling is aan glaskunst gewijd. De voorwerpen gaan terug tot de hoogtijdagen van Mesopotamië en Persië, het oude Egypte, het Griekse en Romeinse rijk en het begin van het Chinese rijk. Het uitzicht vanuit het museum op de bergen er omheen is ook erg mooi. We lunchen in het museum. Ongebruikelijkerwijs voor Japan is dat een selectie sandwiches.
Na het museumbezoek rijden we weer terug naar Kyoto, en rijden naar het Ginkaku-ji tempelcomplex met het vermaarde zilveren paviljoen. Het is gebouwd in opdracht van de kleinzoon van de shogun die het Gouden paviljoen liet bouwen, maar toen deze junior Shogun in 1470 overleed was het geld door oorlogen opgeraakt en van verzilveren is het niet meer gekomen. Het is hier weer heel erg druk met schoolgroepen. We volgen een uitgezet parcours door de zorgvuldig aangelegde Zen tuin, maar dan zonder de Zen-rust die erbij zou moeten horen. Het is toch wel erg mooi. Na de rondwandeling rijden we met de auto naar het hotel terug. We kunnen parkeren in de automatische autostalling van het hotel. We moeten de auto op een draaischijf zetten, die de auto recht voor het laadplatform draait. We rijden de laadbak op en klaar is kees.
Weer: 30 graden en zon, afgewisseld met wat sluierbewolking.
We rijden met de auto op weg naar Koyasan. Via de snelweg rijden we zuidwaarts via Osaka en Iwade. We moeten wel veel geld uitgeven aan tol, nog meer dan aan de benzine. Onze navigator helpt ons goed op weg en geeft voor iedere tolpoort ook keurig aan wat de tol gaat kosten. De laatste 50 km gaat over kleine wegen. Onderweg eten bij een McDonalds en ook daar worden we superbeleefd geholpen. Aangekomen in Koyasan worden we exact naar het klooster Shojoshin-in gegidst. Koya-san is een klein dorp in de bergen ten zuiden van Osaka. Het is bekend vanwege de vele Boedhistische kloosters (shukubō), die behoren tot de Shingon sekte. Het eerste klooster werd hier gesticht in het begin van de 9e eeuw door de monnik Kukai (774-835) - posthuum bekend als Kōbō Daishi. Hij reisde door China en terug in Japan begon hij met zijn eigen Boedhistische school gebaseerd op Centraal Aziatische tradities. Na zijn dood in 835 zette zijn leerling Shinzen zijn werk voort en ontwikkelde vele kloosters in Koya-san. Veel van die tempels hebben de mogelijkheid om gasten onder te brengen. De Shojoshin-in is één daarvan. Het is een traditioneel gebouw. Ik wordt welkom geheten door een monnik, die met een penseel de aanwijzingen en tijden op een briefje schildert. Bij de ingang moeten we onze schoenen verwisselen voor slippers die keurig klaar staan. Voor onze Europese voeten zijn ze wel erg klein. De kamer is veel minder spartaans dan we hadden verwacht. De vloer is bedekt met matten (tatami) en in de kamer mag je ook geen slippers dragen. De futons, de matrassen, zijn al opgemaakt en liggen op de vloer. We hebben een apart zitkamertje met balkon met uitzicht op de tuin. We kunnen op kussens op de grond zitten aan een laag tafeltje. In een doos zit een theeset. Er is ook een aparte ruimte met een wastafel. De toiletten zijn op de gang. Voor het toilet gebruik je weer andere slippers die in de juiste richting klaar staan. Het toilet is ultramodern: verwarmde bril en ingebouwde sproeiers met afstandbediening.
Koyasan is een langgerekt dorp. We bezoeken de oude tempel uit de 16e eeuw de Kongobu-ji. Het is het spirituele centrum van de Shingon ('Het ware woord') sekte. Hier zijn prachtige schermschilderingen te bewonderen. Het zijn kopieën maar desalniettemin uit de 16e eeuw. Daarna lopen we naar de Garan, een heilige plek. Midden in staat Konpon Gaito een pagode achtig gebouw met daarin een groot Budha beeld.
We lopen weer terug naar ons klooster. Het is hier zo'n 800 meter boven zeeniveau en het wordt flink fris door de koude bergwind. Vanaf 16 uur kan het gemeenschappelijke bad gebruikt worden. Mannen en vrouwen zijn gescheiden. Als je een douche en bad wil nemen moet dat nu, want 's ochtends is het bad dicht. We gaan er in onze Yakata, de japanse kamerjas heen. In die jas kun je vrij door het klooster lopen, maar niet buiten. Dat zou ook veel te koud zijn. De gangen en deuren zijn hier en daar erg laag en we stoten een paar keer ons hoofd. Op een krukje gezeten kun je je inzepen en afspoelen met behulp van een teiltje. Als je helemaal schoon en zeepvrij bent kun je weken in de gemeenschappelijke bad. Die is om half vijf uur nog gloeiend heet. We houden het niet erg lang vol.
Om half zes worden we gebeld. Verrassing, want je verwacht geen telefoon in een kloosterkamer. De telefoon is verborgen onder een doekje. We worden verzocht naar de eetkamer te komen. We gaan naar beneden en krijgen in een privé kamertje een uitgebreide vegetarische maaltijd geserveerd, Shojin Ryori. De monniken eten geen vlees, vis, uien noch knoflook. Het zijn allemaal kleine hapjes met groente en tofu, maar het vult enorm. Dan weer naar boven naar onze kamer.
Weer: licht bewolkt, 24 graden. In Koyasan 18 graden.
We staan vroeg op om de ochtendceremonie van de monniken van ons klooster bij te kunnen wonen. Om 5.50 uur zitten we klaar in de tempel. Om 6 uur begint het ceremonieëel met brommend gezang van eindeloze sutra's en het branden van wierook. Om de zoveel strofen wordt er op een bel geslagen of worden er bekkens gebruikt. Het is een interessant schouwspel. Wie dat wil, kan tegen het einde van de ceremonie achter een van de monniken aan ook langs het altaar lopen. Na een half uur is het voorbij en worden we naar ons eetkamertje geleid voor een uitgebreid ontbijt met groenten, fruit, rijst en miso-soep. Als we dat hebben verorberd maken we een wandeling van 2 km over de enorm grote begraafplaats waar over de eeuwen heen vele monniken en andere gelovigen zijn bijgezet. Totaal 20.000 graven zijn hier. Op dit vroege en koele uur hebben we deze plek praktisch voor ons zelf. Aan het eind van de begraafplaats gaan we over een bruggetje en komen bij een tempelcomplex. Eerst zien we de hal met de lantaarns. Hier branden honderden lantarens. Gezegd wordt dat sommige ervan al sinds de 11e eeuw branden. Er is nog plaats voor vele meer. Er lopen monniken rond, maar we mogen niet fotograferen of filmen. Achter de lantarenhal is het mausoleum van de Kobai Daishi of Kukai, de oprichter van de Shingon sekte in het Boedhisme. We lopen weer de hele weg terug. We pakken onze koffers en gaan met de auto naar het centrum. We willen koffie drinken, maar vinden niet zo gauw een café dat open is en daarom kopen we een blikje hete koffie uit een verkoopautomaat. Je gelooft je ogen niet, maar uit de alomtegenwoordige verkoopautomaten kun je ook warme dranken in blik kopen. We lopen door naar de oude stadspoort aan het eind van het dorp. Een groots bouwwerk met twee wachterfiguren links en rechts: één met de mond open (eerste letter van japanse alfabet spreek je uit als ké) en de tweede met de mond dicht (laatste letter spreek je uit als uhm).
We rijden daarna naar Osaka. Om 12.30 staan we voor de deur van het appartement van Nate Powell dat we via Airbnb.com hebben gehuurd voor twee dagen. Het appartement ligt in de centraal gelegen wijk Umeda met veel restaurants en winkels in de buurt. Nate is nog aan het schoonmaken. We stallen de bagage alvast en gaan de auto inleveren bij Times Car Rental. Het is niet ver, aan de overkant van de rivier Yodo. We nemen de metro (1 halte) terug. We rusten uit en gaan dan met de metro naar het Osaka kasteel, Osaka-jo. Het is een reis van ongeveer 20 minuten met één overstap. Het kasteel is een 16e eeuws bouwwerk. Het is eigenlijk een donjon met een dubbele ommuring. De hoofdtoren is rijk gedecoreerd en bestaat uit 5 lagen. Op de bovenste laag is een uitzichtbalkon. Het uitzicht over de stad is de moeite waard. Het interieur van de toren is volledig modern en de tentoonstelling over de geschiedenis van het kasteel en van Japan zijn niet bijster interessant en grotendeels in het Japans. We zijn er snel uitgekeken. We nemen de metro weer terug naar het appartement.
's Avonds eten we in een eettentje van de Yayoiken-keten waar je uit een automaat een kaartje moet kopen waarop je bestelling staat. Van alle gerechten staat er een foto op de automaat met een knop er naast. Het kost weinig, maar smaakt prima. Na het eten drinken we koffie bij Starbucks. We kijken nog wat tv op de kamer voor we gaan slapen.
Weer: in Koyasan wordt het 's nachts erg koud. In de ochtend was het zo'n 10 graden. 's middags in Osaka was het rond de 23 graden. De zon liet zich regelmatig zien.
Andere Reisverslagen | ||
terug | Foto-album Japan | verder |