![]()  | 
      
	     | 
      DEEL 2 | 
	 we de benodigde Groene Kaart 
	mee.  Bij de Kroatische grenspolitie krijgen we een stempel in de pas, 
	bij de Slovenen niet. Net voorbij de grens kopen we voor €30 bij een 
	tankstation een 
	snelwegvignet dat een maand geldig is. In tegenstelling tot Kroatië heft 
	Slovenië geen tol bij tolpoorten, maar controleert men met camera's of er 
	een geldig vignette achter de ruit geplakt zit. We rijden door tot Ptuj. We 
	nemen onze intrek in de b&b van 
	Vladimir Šilak in het oude centrum. De B&B is gevestigd 
	in een monumentaal pand uit de 16e eeuw. Vervolgens gaan we eten in 
	restaurant Ribič aan de rivier Drava. Prima gegeten (forel, steak). 
	
	
	langs de Watertoren, die opmerkelijk laag en breed 
	is. Het is echt een watertoren ten behoeve van de watervoorziening, maar een 
	verdedigingstoren, die aan het water van de Drava is gelegen.  Daarna 
	drinken we koffie aan de Minoritski trg. Tegenover het koffiezaakje is het
	Minorietenklooster en de Paulus en Petruskerk. Deze zijn in 
	de oorlog zwaar getroffen en daarna herbouwd. Het complex had het 
	anti-klooster beleid van de Oostenrijkse keizer Josef II doorstaan, maar in 
	de tweede wereldoorlog namen de Duitsers het in beslag als lokaal 
	hoofdkwartier, waarop de geallieerden het bombardeerden. Na de oorlog is het 
	weer opgebouwd. De aangrenzende kerk heeft een modern interieur gekregen. We 
	lopen we langs het postkantoor en komen langs het stadhuis dat aan het 
	centrale plein ligt. Het is in 1907 in neogotische stijl gebouwd. Midden o 
	het plein staat een pestzuil, St Forian erop uit voorstelt. Het is een kopie 
	uit 1993. 
	onderdak aan een souvenirwinkeltje, maar de toren zelf is 
	niet te beklimmen. We lopen ietsje verder naar de St Joriskerk. We kunnen 
	ook hier alleen in het voorportaal komen en vervolgens door het hekwerk de 
	kerk in kijken. Via de hoofdstraat lopen we tot het Dominicanerklooster dat 
	tegenwoordig een archeologisch museum is. De gevel is roze met witte 
	bewerkingen. Vandaar beginnen we de klim naar het Kasteel. 
	De klim is niet bijzonder inspannend. Vanaf het kasteel is er een prachtig 
	uitzicht op Ptuj. We bezoeken het stedelijk museum dat in het kasteel is 
	gevestigd. Het museum omvat tentoonstelling van wapens, muziekinstrumenten, 
	en het interieur van het oude kasteel. Het kasteel bezit een muziekzaal en 
	een kapel. We mogen niets missen, daar zorgt de mevrouw van de kaartcontrole 
	wel voor. Ze wijst na elke gang en etage die we hebben afgewerkt, waar we 
	ons bezoek moeten voortzetten. 
	Na het kasteelbezoek gaan we lunchen in het centrum. In de namiddag 
	gaan we met de auto naar Ormoz, vanwaar het wijngebied van 
	Ljutomer inrijden. Via heel smalle wegen rijden we langs de wijnranken en de 
	vele wijnboerderijen en kerkdorpjes. Midden in de wijnstreek ligt het 
	gehucht Jeruzalem. We stoppen daar bij een taveerne op een 
	bergtop, waar we wat drinken. Daarna rijden we door tot Ljutomer, waar de 
	wijnstreek ophoudt. Vandaar rijden we weer terug naar Ptuj. Terug in Ptuj 
	drinken we aan de rivier een wijntje. 
	
	
	hij ’s 
	ochtends met zijn andere baan bezig is. We nemen de snelweg richting Maribor 
	en dan naar Ljubljana. Onderweg passeren we een aantal controlepunten, die 
	we via het poortje met het bord "vignette" moeten passeren. Het duurt ruim 
	een uur en twintig minuten voor we bij 
	Slamic b&b in de hoofdstad zijn. Het is dan nog maar net over tienen en 
	de kamer is nog niet klaar. Slamic heeft een konditorei met een zonneterras, 
	waar we graag gebruik van maken. Na de koffie gaan we de stad in. De stad is 
	compact en levendig en mooi bewaard gebleven. We lopen over het centrale 
	Preserenplein, waar een aantal straten samen komen. Er is juist nu een 
	kinderfestival gaande. We steken de triple brug over. Deze is in 1929 door 
	de architect Plečnik ontworpen. Plečnik is ook verantwoordelijk voor het 
	ontwerp van de marktkolonaden langs de Ljubljanca rivier, waar we een 
	aaneenschakeling van marktkraampjes en levensmiddelenwinkeltjes zien. 
	Vervolgens brengen we een bezoek aan de St Nicolaaskathedraal. De 
	ingangsdeur uit 1996 herinnert aan het pausbezoek aan Slovenië in dat jaar 
	en herdenkt het duizendjarig bestaan van het Christendom in Slovenië. Binnen 
	is de kerk versierd met prachtige frescoes van de Italiaan Qualio. Deze 
	frecoes maakte hij tussen 1703 en 1706 en ze verbeelden diverse taferelen 
	uit het leven van de heilige St Nicolaas. Het altaar en de preekstoel zijn 
	ook erg mooi. We gaan verder en lopen naar de
 Drakenbrug. Deze brug in 
	Sezessionstijl is uit 1901 en wordt geflankeerd door vier draken. We lopen 
	vervolgens over de groente- en fruitmarkt. Een levendig tafereel. Via de 
	Mestni Trg komen we in de oude stad en lopen achtereenvolgens langs het 
	Bischopspaleis en het stadhuis uit 1719. Het is een van de meest herkenbare 
	barokke gebouwen in de stad. Voor het stadhuis staat de barokke fontein van 
	de drie Caniolaanse rivieren. Het is een kopie. Het origineel staat in de 
	toeganshal van de Nationale Gallerij. Mestni trg gaat over in Stari trg, het 
	oudste middeleeuwse plein van de stad. Het is meer een slingerende straat 
	dan een plein. We komen dan bij de Schoenmakersbrug. Die steken we even over 
	voor een lichte lunch bij Zlata Ladjica. 
We vervolgen onze weg
	 we terug naar het hotel. Na een rustpauze gaan we weer 
	op pad. We lopen door Miklosiceva cesta in Noordelijke richting. Hier zijn 
	na de aardbeving van 1895 met name Art Nouveau panden neergezet, voor onder 
	andere het Union Hotel uit 1905 en de Cooperatieve bank uit 1922. De 
	echtgenote van de Sloveense architect Vurnik beschilderde de gevel van het 
	bankgebouw in nationale motieven. Tweehonderd meter verderop aan het 
	Miklosic park staat het Bamberg huis van Fabiani versierd met gevelbeelden 
	van bekende drukkers. Eveneens van Fabiani is het Krisperhuis uit 1901 met 
	guirlande achtige versieringen en een torentje op de hoek.  We lopen dan 
	richting Metelkova, een voormalige kazerne. Na het vertrek van het 
	Joegoslavische leger in 1991 werd de kazerne hier overgenomen door de 
	alternatieve kunstscene. Verscheidene pogingen van het stadsbestuur om de 
	panden terug te krijgen liepen spaak. Er ontstond een soort culturele 
	vrijstaat. Die komt blijkbaar laat tot leven, want ’s middags is het een 
	dooie boel. 
	
	
	
Na het ontbijt rijden we met de auto naar Bled, dat bijna een uur rijden 
	ten noorden van Ljubljana ligt tegen de Julische Alpen aan. Het ligt 
	prachtig aan het Bled meer met een schilderachtig kasteel op een bergtop en 
	een prachtig idyllisch kerkje op een eiland in het meer. Het dorpje zelf 
	stelt niet zo veel voor, maar het uitzicht op het meer en de bergen eromheen 
	is schitterend. We drinken koffie aan de oevers van het meer en nemen dan 
	een van de roeiboten, pletna's genaamd, die ons naar het eiland in het meer 
	brengt. De boten vertrekken pas als ze naar de zin van de schipper voldoende 
	gevuld zijn. We moeten dus even wachten terwijl de schipper passagiers 
	probeert te werven. De tocht kost 12 euro per persoon. Op het eiland hebben 
	we dan een half uur om het kleine kerkje te bekijken. Onze schipper is al op 
	leeftijd, maar roeit nog met de beste mee. Eenmaal op het eiland gaan we 
	meteen naar het kerkje. In de kerk kun je de klok driemaal doen luiden en 
	een wens doen. 
Terug in het dorp lunchen we op een mooi modern terras van de Villa 
	Preseren, uiteraard met zicht op het meer. Na de lunch rijden we met de auto 
	naar de Pokljuka kloof. Het is ongeveer 7 km naar het westen bij het 
	plaatsje Krnica. Vanaf de ingang van het nationaal park is het dan nog 20 
	minuten lopen over een hobbelig en stijgend bergpad naar de rand van de 
	kloof. Het meest bezienswaardig is de Pokljuka Luknja, het "Raam van 
	Pokljuka": een onderaardse kamer met drie gaten in het plafond. We lopen 
	weer terug naar de auto en rijden naar Kranj, dat volgens onze reisgids een 
	mooi middeleeuws stadje moet zijn. Het valt nogal tegen. Het maakt een 
	verwaarloosde indruk. Vervolgens rijden we terug naar Ljubljana. In de stad 
	gaan we een drankje drinken op een terras aan de rivier. Later op de avond 
	gaan we luxe eten bij Pri Vetezu. Op een rustig terras krijgen we 
	respectievelijk lamskoteletjes en eendenborst voorgeschoteld onder 
	begeleiding van een heerlijk Sloveense wijn. 
Na het eten lopen we naar het Caffé Open, het enige gay café van de stad. Het is er nog erg rustig. Het is een klein cafeetje in rustig zijstraatje met wat stoelen en tafels op straat. We lopen langs de rivier terug, waar een poëziefestival wordt gehouden. Jonge mensen lezen gedichten voor. We strijken nog eens neer bij de Dvorni Bar, waar de lucht na een tijdje begint te betrekken. Voordat het onweer losbarst gaan we terug naar het B&B. ’s nachts breekt een hevig onweer los.
Weer: koele start met 12 graden. In de middag 28 graden. Later onweer.
Het regent nog steeds en het is een stuk kouder vandaag: slechts 9,5 
	graad. We ontbijten, checken uit en rijden daarna via de snelweg
 
	richting Koper. We slaan af bij Divača en rijden naar de Skočjan grotten. De 
	grotten zijn in totaal 5800 meter lang en zijn gevormd door de Reka rivier. 
	Ze worden gezien als de belangrijkste natuurlijke bezienswaardigheid in het 
	land. In de buurt van het dorpje Skočjan gaat de rivier ondergronds. Ze komt 
	even boven bij een ingestorte grot en verdwijnt dan de ingang van de grot 
	in. De grotten zijn alleen onder leiding van een gids te bezoeken. In deze 
	tijd van het jaar vertrekken er drie per dag. 's zomers is dat elk uur. We 
	kopen een kaartje voor de tour van 10 uur. Er is erg veel belangstelling en 
	we vertrekken van het ontvangstgebouw met wel 200 man richting de ingang van 
	de grotten. Daar wordt de groep in vieren gesplitst en gaan we met een gids 
	het grottenstelsel in dat in 300.000 jaar is gevormd door de rivier die 
	ondergronds door het gebied stroomt. Via een kunstmatige tunnel komen we bij 
	de grot. Het is een immense ruimte met veel stalactieten en stalagmieten. We 
	lopen eerst door de stille grot, die door aardbevingen is beschadigd, maar 
	toch vele interessante formaties heeft. We gaan steeds verder naar beneden 
	(zo’n 150m)
	
en komen dan in de grote hal met een 30 meter hoge stalacmiet, 
	de reus van wel 250.000 jaar oud. Verderop komen we in de Mompelende grot, 
	waar we de Rekarivier horen stromen. Langs galerijen en trappen komen we bij 
	een 45 meter hoge brug. Het parcours loopt honderden meters door de 
	gigantisch hoge grot langs enkele kamers en komt uiteindelijk uit bij de 
	Schmidt-hal en de grote vallei. Hier komen we buiten. Degenen die de grote 
	tour hebben geboekt gaan dan nog verder de grotten in. Wij lopen een paar 
	honderd meter langs een bergwand omhoog naar een kabellift die ons weer bij 
	het vertrekpunt brengt. Weer boven lopen we nog naar een uitkijkpunt met 
	zicht over de vallei en de ingestorte grot. 
We rijden naar het dorpje Devica voor een lunch, maar de keus is niet indrukwekkend. We komen bij een hotel uit, waar we een matig maal voorgechoteld krijgen. We rijden door wijnregio van het Karstgebied naar Stanjel, waar we van plan zijn te overnachten op een hotelboerderij, maar die blijkt vol te zitten. Het is ook gaan regenen wat de mogelijkheden om de omgeving te verkennen beperkt. We besluiten dan maar naar de stad te gaan, naar Triëst. Een dag eerder dan gepland.
| 
			
			 | 
			Andere Reisverslagen | 
			
			 | 
		
| terug | verder |