|
|
DEEL
2 |
Dinsdag 24 mei 2011
We rijden van Varaždin in Kroatië naar de Sloveense grens. Bij de huur
van onze auto hebben we aangegeven dat we met de
auto door Slovenië zouden
rijden. Door bijbetaling van 25 euro krijgen we de benodigde Groene Kaart
mee. Bij de Kroatische grenspolitie krijgen we een stempel in de pas,
bij de Slovenen niet. Net voorbij de grens kopen we voor €30 bij een
tankstation een
snelwegvignet dat een maand geldig is. In tegenstelling tot Kroatië heft
Slovenië geen tol bij tolpoorten, maar controleert men met camera's of er
een geldig vignette achter de ruit geplakt zit. We rijden door tot Ptuj. We
nemen onze intrek in de b&b van
Vladimir Šilak in het oude centrum. De B&B is gevestigd
in een monumentaal pand uit de 16e eeuw. Vervolgens gaan we eten in
restaurant Ribič aan de rivier Drava. Prima gegeten (forel, steak).
’s Middags wandelen we langs de Drava naar het Terme complex. De
termale bronnen voeden zowel een groot buitenzwembad als het saunacomplex
van Primus hotel. In het hotel nemen we een rondje sauna en zwemmen daarna
nog wat in het zwembad. Geheel verfrist en gereinigd keren we terug naar
onze B&B. ’s Avonds eten we bij restaurant Amadeus. De kwaliteit is
niet onaardig, ondanks dat wij bijna de enige gasten zijn vandaag. Later op
de avond nemen we een drankje bij een van de vele terrasjes in het centrum.
Weer: 25 graden en zonnig
Woensdag 25 mei 2011
We ontbijten in Hotel Mitra, een paar straten verderop. We hebben van
ons b&b een voucher meegekregen. Na het ontbijt gaan we het stadje Ptuj
verkennen. We lopen eerst
langs de Watertoren, die opmerkelijk laag en breed
is. Het is echt een watertoren ten behoeve van de watervoorziening, maar een
verdedigingstoren, die aan het water van de Drava is gelegen. Daarna
drinken we koffie aan de Minoritski trg. Tegenover het koffiezaakje is het
Minorietenklooster en de Paulus en Petruskerk. Deze zijn in
de oorlog zwaar getroffen en daarna herbouwd. Het complex had het
anti-klooster beleid van de Oostenrijkse keizer Josef II doorstaan, maar in
de tweede wereldoorlog namen de Duitsers het in beslag als lokaal
hoofdkwartier, waarop de geallieerden het bombardeerden. Na de oorlog is het
weer opgebouwd. De aangrenzende kerk heeft een modern interieur gekregen. We
lopen we langs het postkantoor en komen langs het stadhuis dat aan het
centrale plein ligt. Het is in 1907 in neogotische stijl gebouwd. Midden o
het plein staat een pestzuil, St Forian erop uit voorstelt. Het is een kopie
uit 1993.
Vervolgens lopen we naar een hoger gelegen driehoekigplein bij het
VVV-kantoor. Hier staat ook de stadstoren. De 16e eeuwse toren begon zijn
bestaan als klokketoren en deed later dienst als wachttoren. Nu biedt ze op
de begane grond
onderdak aan een souvenirwinkeltje, maar de toren zelf is
niet te beklimmen. We lopen ietsje verder naar de St Joriskerk. We kunnen
ook hier alleen in het voorportaal komen en vervolgens door het hekwerk de
kerk in kijken. Via de hoofdstraat lopen we tot het Dominicanerklooster dat
tegenwoordig een archeologisch museum is. De gevel is roze met witte
bewerkingen. Vandaar beginnen we de klim naar het Kasteel.
De klim is niet bijzonder inspannend. Vanaf het kasteel is er een prachtig
uitzicht op Ptuj. We bezoeken het stedelijk museum dat in het kasteel is
gevestigd. Het museum omvat tentoonstelling van wapens, muziekinstrumenten,
en het interieur van het oude kasteel. Het kasteel bezit een muziekzaal en
een kapel. We mogen niets missen, daar zorgt de mevrouw van de kaartcontrole
wel voor. Ze wijst na elke gang en etage die we hebben afgewerkt, waar we
ons bezoek moeten voortzetten.
Na het kasteelbezoek gaan we lunchen in het centrum. In de namiddag
gaan we met de auto naar Ormoz, vanwaar het wijngebied van
Ljutomer inrijden. Via heel smalle wegen rijden we langs de wijnranken en de
vele wijnboerderijen en kerkdorpjes. Midden in de wijnstreek ligt het
gehucht Jeruzalem. We stoppen daar bij een taveerne op een
bergtop, waar we wat drinken. Daarna rijden we door tot Ljutomer, waar de
wijnstreek ophoudt. Vandaar rijden we weer terug naar Ptuj. Terug in Ptuj
drinken we aan de rivier een wijntje.
’s Avonds eten we een pizza voor bijna niets bij Pizzeria Sloncek.
Weer: zonnig 23 graden.
donderdag 26 mei 2011
Na het ontbijt in hotel Mitra gaan we meteen op weg naar Ljubljana.
Erik heeft gisteravond al afgerekend met de eigenaar Silak, omdat
hij ’s
ochtends met zijn andere baan bezig is. We nemen de snelweg richting Maribor
en dan naar Ljubljana. Onderweg passeren we een aantal controlepunten, die
we via het poortje met het bord "vignette" moeten passeren. Het duurt ruim
een uur en twintig minuten voor we bij
Slamic b&b in de hoofdstad zijn. Het is dan nog maar net over tienen en
de kamer is nog niet klaar. Slamic heeft een konditorei met een zonneterras,
waar we graag gebruik van maken. Na de koffie gaan we de stad in. De stad is
compact en levendig en mooi bewaard gebleven. We lopen over het centrale
Preserenplein, waar een aantal straten samen komen. Er is juist nu een
kinderfestival gaande. We steken de triple brug over. Deze is in 1929 door
de architect Plečnik ontworpen. Plečnik is ook verantwoordelijk voor het
ontwerp van de marktkolonaden langs de Ljubljanca rivier, waar we een
aaneenschakeling van marktkraampjes en levensmiddelenwinkeltjes zien.
Vervolgens brengen we een bezoek aan de St Nicolaaskathedraal. De
ingangsdeur uit 1996 herinnert aan het pausbezoek aan Slovenië in dat jaar
en herdenkt het duizendjarig bestaan van het Christendom in Slovenië. Binnen
is de kerk versierd met prachtige frescoes van de Italiaan Qualio. Deze
frecoes maakte hij tussen 1703 en 1706 en ze verbeelden diverse taferelen
uit het leven van de heilige St Nicolaas. Het altaar en de preekstoel zijn
ook erg mooi. We gaan verder en lopen naar de Drakenbrug. Deze brug in
Sezessionstijl is uit 1901 en wordt geflankeerd door vier draken. We lopen
vervolgens over de groente- en fruitmarkt. Een levendig tafereel. Via de
Mestni Trg komen we in de oude stad en lopen achtereenvolgens langs het
Bischopspaleis en het stadhuis uit 1719. Het is een van de meest herkenbare
barokke gebouwen in de stad. Voor het stadhuis staat de barokke fontein van
de drie Caniolaanse rivieren. Het is een kopie. Het origineel staat in de
toeganshal van de Nationale Gallerij. Mestni trg gaat over in Stari trg, het
oudste middeleeuwse plein van de stad. Het is meer een slingerende straat
dan een plein. We komen dan bij de Schoenmakersbrug. Die steken we even over
voor een lichte lunch bij Zlata Ladjica.
We vervolgen onze weg langs de Stari trg en
blikken links en rechts op de barokke panden als het Schweiger huis. We
komen dan uit op het Levstikov trg en de Herculesfontein. Dit gebied was na
de contrareformatie in handen van de Jezuitenpaters. Hun nalatenschap
bestaat met name uit de Jacobuskerk. Het is vast een hele mooie kerk, maar
omdat we hier niet verder dan het voorportaal mogen komen, zien we er niet
veel van. We steken de rivier weer over en komen langs de Križanke, ooit een
klooster van de Teutoonse ridders, maar in 1950 door Plečnik veranderd in
een cultureel centrum. We lopen verder langs het plein van de Franse
revolutie, waar een gedenkobelisk herinnert aan de periode dat Ljubljana de
hoofdstad was van de Franse provincie Ilyrië onder bewind van Napoleon. Het
plein voor de Ursulinenkerk en de Philharmonie (1892) gaat flink op de schop
en we zien weinig van de charme van dit gebied.
Vervolgens lopen we terug naar het hotel. Na een rustpauze gaan we weer
op pad. We lopen door Miklosiceva cesta in Noordelijke richting. Hier zijn
na de aardbeving van 1895 met name Art Nouveau panden neergezet, voor onder
andere het Union Hotel uit 1905 en de Cooperatieve bank uit 1922. De
echtgenote van de Sloveense architect Vurnik beschilderde de gevel van het
bankgebouw in nationale motieven. Tweehonderd meter verderop aan het
Miklosic park staat het Bamberg huis van Fabiani versierd met gevelbeelden
van bekende drukkers. Eveneens van Fabiani is het Krisperhuis uit 1901 met
guirlande achtige versieringen en een torentje op de hoek. We lopen dan
richting Metelkova, een voormalige kazerne. Na het vertrek van het
Joegoslavische leger in 1991 werd de kazerne hier overgenomen door de
alternatieve kunstscene. Verscheidene pogingen van het stadsbestuur om de
panden terug te krijgen liepen spaak. Er ontstond een soort culturele
vrijstaat. Die komt blijkbaar laat tot leven, want ’s middags is het een
dooie boel.
Dan maar naar het kasteel van Ljubljana. We nemen de Funicular (met
all-in kaartje van 6 euro) naar boven. We bezoeken de uitkijktoren, die een
magnifiek uitzicht biedt op de stad en de Julische Alpen in de verte. Verder
is de enige echte andere atractie in het kasteel het virtueel museum. Dit is
een 3d videopresentatie van 20 minuten, die het verhaal van het ontstaan en
ontwikkeling van de stad vertelt. Elk half uur is er een voorstelling tot 21
uur.
Weer terug naar beneden lopen we naar het hotel. Later gaan we sushi
eten in de oude stad bij een sushitrein eethuis. Volgens Japans idee komen
op een lopende band schoteltjes met hapjes langs. De kleur van de schotel
geeft de prijs aan. Lekker gegeten voor relatief weinig geld. Later op
de avond genieten we van de zomeravondsfeer op het terras van de Dvorni bar
aan de oevers van Ljubljanca, waar een zeer levendige sfeer heerst op de
talloze terrassen.
Weer: in de middag zeer warm, tot 29 graden. Zon en onbewolkt.
Vrijdag 27 mei 2011
Ljubljana - Bled v.v.: 110 km
Na het ontbijt rijden we met de auto naar Bled, dat bijna een uur rijden
ten noorden van Ljubljana ligt tegen de Julische Alpen aan. Het ligt
prachtig aan het Bled meer met een schilderachtig kasteel op een bergtop en
een prachtig idyllisch kerkje op een eiland in het meer. Het dorpje zelf
stelt niet zo veel voor, maar het uitzicht op het meer en de bergen eromheen
is schitterend. We drinken koffie aan de oevers van het meer en nemen dan
een van de roeiboten, pletna's genaamd, die ons naar het eiland in het meer
brengt. De boten vertrekken pas als ze naar de zin van de schipper voldoende
gevuld zijn. We moeten dus even wachten terwijl de schipper passagiers
probeert te werven. De tocht kost 12 euro per persoon. Op het eiland hebben
we dan een half uur om het kleine kerkje te bekijken. Onze schipper is al op
leeftijd, maar roeit nog met de beste mee. Eenmaal op het eiland gaan we
meteen naar het kerkje. In de kerk kun je de klok driemaal doen luiden en
een wens doen.
Terug in het dorp lunchen we op een mooi modern terras van de Villa
Preseren, uiteraard met zicht op het meer. Na de lunch rijden we met de auto
naar de Pokljuka kloof. Het is ongeveer 7 km naar het westen bij het
plaatsje Krnica. Vanaf de ingang van het nationaal park is het dan nog 20
minuten lopen over een hobbelig en stijgend bergpad naar de rand van de
kloof. Het meest bezienswaardig is de Pokljuka Luknja, het "Raam van
Pokljuka": een onderaardse kamer met drie gaten in het plafond. We lopen
weer terug naar de auto en rijden naar Kranj, dat volgens onze reisgids een
mooi middeleeuws stadje moet zijn. Het valt nogal tegen. Het maakt een
verwaarloosde indruk. Vervolgens rijden we terug naar Ljubljana. In de stad
gaan we een drankje drinken op een terras aan de rivier. Later op de avond
gaan we luxe eten bij Pri Vetezu. Op een rustig terras krijgen we
respectievelijk lamskoteletjes en eendenborst voorgeschoteld onder
begeleiding van een heerlijk Sloveense wijn.
Na het eten lopen we naar het Caffé Open, het enige gay café van de stad.
Het is er nog erg rustig. Het is een klein cafeetje in rustig zijstraatje
met wat stoelen en tafels op straat. We lopen langs de rivier terug, waar
een poëziefestival wordt gehouden. Jonge mensen lezen gedichten voor. We
strijken nog eens neer bij de Dvorni Bar, waar de lucht na een tijdje begint
te betrekken. Voordat het onweer losbarst gaan we terug naar het B&B. ’s
nachts breekt een hevig onweer los.
Weer: koele start met 12 graden. In de middag 28 graden. Later onweer.
Zaterdag 28 mei 2011
Ljubljana - Skočjan - Stanjel - Triëst: 143km
Het regent nog steeds en het is een stuk kouder vandaag: slechts 9,5
graad. We ontbijten, checken uit en rijden daarna via de snelweg
richting Koper. We slaan af bij Divača en rijden naar de Skočjan grotten. De
grotten zijn in totaal 5800 meter lang en zijn gevormd door de Reka rivier.
Ze worden gezien als de belangrijkste natuurlijke bezienswaardigheid in het
land. In de buurt van het dorpje Skočjan gaat de rivier ondergronds. Ze komt
even boven bij een ingestorte grot en verdwijnt dan de ingang van de grot
in. De grotten zijn alleen onder leiding van een gids te bezoeken. In deze
tijd van het jaar vertrekken er drie per dag. 's zomers is dat elk uur. We
kopen een kaartje voor de tour van 10 uur. Er is erg veel belangstelling en
we vertrekken van het ontvangstgebouw met wel 200 man richting de ingang van
de grotten. Daar wordt de groep in vieren gesplitst en gaan we met een gids
het grottenstelsel in dat in 300.000 jaar is gevormd door de rivier die
ondergronds door het gebied stroomt. Via een kunstmatige tunnel komen we bij
de grot. Het is een immense ruimte met veel stalactieten en stalagmieten. We
lopen eerst door de stille grot, die door aardbevingen is beschadigd, maar
toch vele interessante formaties heeft. We gaan steeds verder naar beneden
(zo’n 150m)
en komen dan in de grote hal met een 30 meter hoge stalacmiet,
de reus van wel 250.000 jaar oud. Verderop komen we in de Mompelende grot,
waar we de Rekarivier horen stromen. Langs galerijen en trappen komen we bij
een 45 meter hoge brug. Het parcours loopt honderden meters door de
gigantisch hoge grot langs enkele kamers en komt uiteindelijk uit bij de
Schmidt-hal en de grote vallei. Hier komen we buiten. Degenen die de grote
tour hebben geboekt gaan dan nog verder de grotten in. Wij lopen een paar
honderd meter langs een bergwand omhoog naar een kabellift die ons weer bij
het vertrekpunt brengt. Weer boven lopen we nog naar een uitkijkpunt met
zicht over de vallei en de ingestorte grot.
We rijden naar het dorpje Devica voor een lunch, maar de keus is niet
indrukwekkend. We komen bij een hotel uit, waar we een matig maal
voorgechoteld krijgen. We rijden door wijnregio van het Karstgebied naar
Stanjel, waar we van plan zijn te overnachten op een hotelboerderij, maar
die blijkt vol te zitten. Het is ook gaan regenen wat de mogelijkheden om de
omgeving te verkennen beperkt. We besluiten dan maar naar de stad te gaan,
naar Triëst. Een dag eerder dan gepland.