DEEL 5 |
We rijden verder richting de Kroatische grens. Daar zijn we binnen tien minuten. De paspoortcontrole is zeer summier. We rijden verder de Kroatische tolweg op . Die kunnen we maar voor de helft gebruiken, want de linkerrijhelft is afgezet vanwegen wat werkzaamheden. We slaan af bij de weg naar Rovinj (Rovigno). Dan is het nog 6 km naar het havenplaatsje. In het plaatsje aangekomen lopen we vast op een slagboom. Ik loop naar het hotel, waar ik het advies krijg bij het parkeerloket als hotelgast een inrijkaart te vragen. We kunnen zo doorrijden naar het hotel Adriatic aan de haven. We laden de bagage uit en mogen de auto - tegen betaling van 40kn per dag - op een particuliere parkeerplaats zetten net buiten de oude stadskern. We krijgen daarvoor een afstandbediening mee. Na het parkeren lopen we terug naar het hotel, waar we een sandwich eten. We hebben een zeer ruime kamer met een apart slaapgedeelte en uitzicht op de haven en de zee. Enige nadeel is dat het hotel geen lift heeft en wij op de 2e etage zitten.
's Middags bezoeken we de Sint Euphemia kerk die in de oude stad op een heuveltop staat. De kerk is vernoemt naar een martelares uit Klein Azië, die in 304 in Chalcedon overleed aan haar verwondingen tijdens het bewind van keizer Diocletianus. In de kerk heeft een sarcofaag met haar stoffelijke resten, die in het jaar 800 naar Rovinj zijn overgebracht. Er hangen ook wat mooie schilderijen, onder andere van de aankomst van de sarcophaag. Ik beklim hier ook de Venetiaans uitziende Campanile met grandioos uitzicht als beloning. Vanaf de toren is goed te zien, waarom Rovinj zo beroemd is vanwege zijn grote aantallen schoorstenen in de oude stad. De verklaring hiervoor is dat Rovinj eeuwenlang niet kon uitbreiden buiten de stadsmuren. Daardoor ontstond grote woningnood en waren jonge stellen genoodzaakt bij hun ouders in te trekken. Het huis werd dan verdeeld en elk deel kreeg zijn eigen haard en schoorsteen.
Na de beklimming slenteren we door de smalle straatjes van Rovinj. De Grisia, die de Euphemiakerk met de haven verbindt zit vol met souvenir- en kunstwinkeltjes. Er is echter ook genoeg gelegenheid om de drukte te ontlopen in stillere, maar veel schilderactige straatjes. We gaan een cocktail drinken bij bar Valentino, die direct aan het water ligt en reserveren daarna bij een mooi tafeltje bij restaurant Puntulina, dat mooi aan het water ligt.
Om 7 uur gaan we dineren op het terras van Puntulina met een schitterend uitzicht op een ondergaande zon op de Adriatische zee. We eten visfilet (zeebrasem) en runderfilet in truffelsaus als hoofdgerecht. Heerlijk. Later op de avond drinken we nog een cocktail op het terras van het Banana café aan de haven.
Weer: zon, tot 29 graden.
We rijden vandaag naar Pula (Pola). Dat is een goed half uur rijden in zuidelijke richting naar het uiterste puntje van het schiereiland Istrië. In Pula is het wel even zoeken naar een parkeerplaats. We vinden er een bij een appartementencomplex. Dan lopen we naar het Amfitheater. Het stamt uit de eerste eeuw na Christus en is onder keizer Vespasianus gebouwd. Het is het op zes na grootste amfitheater in het Romeinse rijk. Het kon 22.000 toeschouwers bevatten, wat erg veel is gelet op het inwonertal van Pula, dat niet boven de 5.000 kwam! Wat zo'n kleine stad met zo'n groot theater moest is nooit goed verklaard. In het theater staan m.n. de buitenmuren nog goed overeind en een deel van de tribunes. In de catacomben is nu een tentoonstelling over de olijfolie industrie in de Romeinse tijd.
Vanaf het amfitheater lopen we naar de Sergiaanse poort, in de 1e eeuw neergezet ter meerdere glorie van een vooraanstaande familie. Vandaar lopen we door de winkelstraat naar het Forum. Hier staat een tempel gewijd aan keizer Augustus. De tempel is goed bewaard en in de kleine binnenruimte staan een paar beelden tentoongesteld, die in het amfitheater zijn gevonden, zoals die van een centurion en een slaaf. Naast de tempel staat het stadhuis, dat ooit een Dianatempel was.
We gaan terug naar de auto en rijden terug naar Rovinj. We lunchen bij Trattoria Dream. In de namiddag gaan we naar het rotsachtige strand ten noorden van Rovinj om aan onze teint te werken.
’s Avonds eten we weer bij Puntilano aan het water. Het eten en de wijn zijn weer prima. Later op de avond drinken we nog wat bij de Havanabar aan de zuidzijde van de haven Onder de rieten parasols worden heerlijke cocktails bereid.
Weer: zonnig, 25 graden.
Het is een wat bewolkte ochtend in Rovinj. We ontbijten en ik haal daarna de auto op. Na het afrekenen gaan we op weg. We slaan eerst even af naar het Limfjord, de grote inham die de Istrische kust in twee delen verdeeld en ooit de grens (Limes) was tussen de Romeinse provincies Noord- en Zuid-Istria. In de fjord zitten veel mossel en oesterkwekers. Na een korte stop rijden we weer verder richting Rakovica bij het Nationaal park Plitvitze. We nemen de snelweg en rijden door meer dan 5km lange Ucka-tunnel. Na anderhalf uur komen we bij Rijeka, de grote industrie en havenstad, ook wel Fiume genaamd in het Italiaans. Dan verder oostwaarts over de A1. Die verlaten we bij Josipdol. Na een poosje komen we op een smalle slingerweg, die ons naar Slunj brengt.
Het gebied waar we doorheen rijden het Kordun (afgeleid van het Franse Cordon). Dit was eeuwenlang het grensgebied tussen de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie en het Ottomaanse rijk. In dit Kroatische gebied hadden zich in de loop der eeuwen - gestimuleerd door de Oostenrijkers - Serviërs gevestigd, die voor de Turken waren gevlucht. Zij speelden een rol in de verdediging van Oostenrijk tegen de Turken. Tijdens Joegoslavische oorlog (1991-95), waarin Kroatië zich afscheidde van Joegoslavië, riepen de Serviërs hier een zelfstandige Servische republiek Krajina (vertaald: randgebieden) uit. Voorafgaand daaraan werden op grote schaal Kroaten uit het gebied verdreven, vermoord of gevangen gezet. In 1995 keerden de oorlogskansen en zag het Kroatische leger kans om in een paar weken het gebied te heroveren. Tijdens deze Operatie Storm werden honderdduizenden Serviërs verdreven naar Servische gebieden. In het landschap zijn nog steeds her en der de stille getuigen te zien van deze tragedies: uitgebrande, verlaten en verwoeste huizen en kerken, naast splinternieuwe boederijen. Tot nu toe hadden we nog helemaal niets gezien dat aan de oorlog herinnert.
Vanuit Slunj is het nog 10 minuten naar Rakovica, waar ons pension van Marijana Zupan is gelegen. Marijana is niet thuis, maar een vriendin van haar helpt ons bij het vinden van een kamer. Het is een grote kamer, maar we erg laag. Erik stoot prompt zijn hoofd. We gaan eten bij Bistro Marko een drietal kilometer terug langs dezelfde weg. We hebben het vermoeden dat er geen ontbijt bij de kamer is inbegrepen, dus we slaan wat in bij de locale supermarkt.
Daarna gaan we op pad naar de Barac grotten. Deze liggen ongeveer 7 km ten noorden van Rakovica. We hebben pech, want ze verwachten om 16 uur een schoolgroep. We kunnen aansluiten, maar de uitleg is dan alleen in Kroatisch. We krijgen dan wel 50% korting. We besluiten om het te doen. Maar de groep laat lang op zich wachten. Intussen begint het hevig te onweren. Als de groep na 45 minuten er nog niet is en het inmiddels hoost van de regen, besluiten we weg te gaan en krijgen we ons geld terug. Eenmaal in de auto begint het te hagelen en zien we niets meer. Na een paar minuten wordt het iets beter en kunnen we rijden. In een café in Rakovica drinken we wat. Door het noodweer valt de stroom uit. Als het weer wat opklaart verkennen we de omgeving met de auto en ontdekken nog een restaurant. We rijden terug naar het pension, waar Marijana klaar staat om ons te ontvangen. Aardige vrouw. Het blijkt bovendien dat er wel ontbijt bij de kamer is inbegrepen.
We gaan eten in het restaurant bij de camping van Grabovac. Het is niet bijzonder, maar wel te eten. Dan terug naar onze kamer.
Weer: bewolkt. Tot 22 graden. ’s Middag hevig onweer en 14 graden.
We ontbijten in de ontbijtruimte in ons pension. Onze tafel is aangeduid met een bordje met ons kamernummer erop. Alles wat gister aan ontbijtwensen aan Marijana hebben aangegeven is aanwezig. Na het ontbijt rijden we naar het meest spectaculaire natuurschoon van Kroatië: het Plitvitze nationaal park. Bij het park kopen we een dagkaart voor 110 Kuna. Het nationaal park is een prachtig gebied met 16 grote en kleine meren en talloze watervallen die deze meren met elkaar verbinden. De meren zien er van een afstand blauwgroen of turquois uit. We horen veel vogels en kikkers in het riet. Het water is kraakhelder en we zien de vissen in groepjes door het water zwemmen. Zelfs waterslangen zijn te zien. We zien eerst de grote waterval (Veli Slap), die van grote hoogte (78m) naar beneden klettert. We lopen vervolgens langs het Kozjakmeer, een van de lage meren. Via bruggen en dammen komen we bij het vetrekpunt van de een boot, die ons over het meer naar de zuidelijke bootterminal vaart. De boten varen elke 20 minuten en zijn inbegrepen in de toegangsprijs. Aangekomen bij pier P2 nemen we meteen de veerboot naar P1. Dit veer vaart voortdurend heen en weer. Aan de overkant lopen we een grote ronde rond het Gradinskomeer. We zien nog meer mooie watervallen en meren. Na een tijdje zitten we wel een beetje “vol” met watervallen. Rond twaalf uur zijn we weer bij pier P1. We steken terug over naar P2 en eten daar onze boterhammen op. We lopen naar de halte van het “trammetje”. We moeten zeker een kwartier wachten voor we vertrekken. Intussen is het gaan regenen. De bus neemt ons mee naar Station 1. Van hier is het nog 10 minuten lopen langs de rand van de canyon - met zicht op de meren en watervallen - naar de ingang waar onze auto geparkeerd is (ingang 1). Vandaar rijden we terug naar Rakovica naar ons pension.
Later in de middag rijden we voor de tweede maal naar de Barac-grotten. Dit keer hebben we meer geluk. We kunnen na 40 minuten mee met een engels/italiaanse tour. De gids vertelt enthousiast over de relatief kleine grot, die eind 19e eeuw werd herontdekt en daarna weer vergeten. Sinds 2003 is de grot weer open voor het publiek. We bezoeken de bovenste gang van de grot, die zo’n 500 meter lang is. 200 meter is toegankelijk voor bezoekers. Veel druipende stalactieten en stalagmieten en diepe kloven. Het indrukwekkend, zeker in de wetenschap dat de stalagmieten maar 3cm per eeuw groeien en sommige vele meters lang zijn. In de grot huizen ook een aantal kleine vleermuissoorten, waarvan een paar exemplaren kunnen ontwaren. Binnen 40 minuten zijn we weer buiten.
We drinken een biertje op een terras in Rakovica. Even terug naar de kamer en dan eten we 10 km naar het zuiden bij Restoran Degenija in het dorpje Seliste Dreznicko. Prima eten, goede bediening en niet duur.
Weer: zwaar bewolkt en regen in de middag. Later weer opklaringen. 15-19 graden
Na het ontbijt rijden we in de richting van Split op weg naar Zadar. Het is slecht weer totdat we een aantal tunnels passeren en we aan de kust terecht komen. We zetten de reis voort naar Zadar, waar we na twee uur rijden aankomen. We hebben gereserveerd in hotel Mediteran in een buitenwijk (Borik) van Zadar. We moeten even wachten op onze kamer, maar als die klaar is nemen we onze intrek in kamer 13. We besluiten om naar het eiland Murter te rijden. Het is een lange rit van 70 minuten. Een flink deel over de snelweg. Murter is een eiland dat met een korte brug verbonden is met het vaste land. In het dorp Murter gaan we eerst lunchen aan de haven. Leuk terras met goed uitzicht. Murter is de toegangspoort naar het Nationaal Park van de Kornati eilanden, die op 30 minuten varen liggen. De eilanden zijn nogal kaal nadat ze zijn ontbost om plaats te maken voor schapenteelt. De schapen vraten vervolgens de eiland nagenoeg kaal. De geïsoleerde ligging en het onderwaternatuurschoon maken de eilanden nu weer van belang voor zowel natuurbeschermers als het toerisme. Vanuit Murter worden boot- en duiktochten georganiseerd.
Terug in Zadar gaan we naar het centrum en drinken wat op een terras. Vervolgens lopen we nog wat rond in het ommuurde stadscentrum, dat een aantal interessante kerken bezit en tal van terrassen en restaurants. Tijdens de tweede wereldoorlog is Zadar 72 keer door de geallieerden gebombardeerd (het was in Italiaanse handen) en het is daarom niet zo'n perfect bewaard kustplaatsje als vele andere Kroatische kustplaatsen aan de Adriatische zee. Na de oorlog is het stadje hersteld wat resulteerde in een mengeling van moderne en oude gebouwen. Daarnaast had Zadar veel te lijden tijdens de Joegoslavische oorlog, maar de schade daarvan is inmiddels zo goed als volledig weggewerkt. Wij zien er ieder geval niets van.
’s Avonds eten we in de zeer populaire pizzeria Šime naast het hotel. Het eten is in orde en tamelijk goedkoop. Na het eten wandelen we nog wat in de omgeving langs het strand en drinken we een drankje op een terras.
Weer: in het binnenland regen en 14 graden. Aan de kust zonnig en 27 graden.
Andere Reisverslagen | ||
terug | verder |