deel 1 |
||
Woensdag 4 april 2007
We gaan om half negen
van huis en nemen de tram naar het centraal station. Daar pakken we de intercity
van 8.59 naar Schiphol. Daar aangekomen moeten we nog de half gelukte online
check-in voltooien. We vliegen met British
Airways via London
Heathrow naar Casablanca. Voor het tweede deel van onze reis kon ik niet
on-line de boarding
card printen. De plaatsreserveringen zijn wel goed gegaan. We
zitten bij de nooduitgang, wat gezien Erik's lengte van 2.02m geen overbodige
luxe is. We
vliegen om 11.40 naar Londen. De vlucht verloopt goed en in Londen komen we in
een ellenlange rij voor de veiligheidscontrole op terminal 4. Als we daar door
heen zijn nemen we de bus naar terminal 1. Daar hebben we nog ongeveer 2 uur om
"te verpozen". Het duurt lang voor we een indicatie krijgen welke gate we
moeten hebben. Zodra we het gate nummer op de monitorschermen zien verschijnen, gaan we er heen en belanden weer in een lange
rij voor een veiligheidscontrole. Uiteindelijk vertrekt de vlucht ruim 40 minuten
te laat. We lopen wel wat in op het schema en landen om 18.20 op Aéroport
Mohammed V van Casablanca.
Het is hier twee uur vroeger dan in Nederland (Marokko kent geen zomertijd). We
komen redelijk vlot door de immigratie en ook de bagage laat niet lang op zich
wachten. We nemen geld op bij een geldautomaat in de aankomsthal (marokkaans geld is in het
buitenland niet verkrijgbaar, omdat het niet mag worden uitgevoerd) en we kopen
een kaartje in het ondergrondse treinstation. De trein vertrekt rond 19
uur met 10 minuten vertraging. Een half uur later zijn we op station Casablanca
Voyogeurs aangekomen. Hier blijken de taxichauffeurs in staking te zijn gegaan
(juist vandaag) en wil niemand rijden. Althans officieel, want een chauffeur
wil ons wel oppikken aan de overkant van de straat uit het zicht van zijn
collega's. We doen het maar, want
we hebben geen keus. We worden snel naar ons hotel gebracht en vervolgens flink
afgezet (200 dirham, ofwel €18 in plaats van ± 10dh). We logeren in
het Best
Western Le Toubkal. Nadat we de weinig opzienbarende kamer hebben betrokken gaan
we naar buiten om op een terrasje te
zitten bij Café de France. Ik neem munthee (mierzoet), Erik koffie. Aan het
terras komt een niet aflatende mensenstroom voorbij. Leuk om dat allemaal te aanschouwen. Dan wordt het fris en
verkassen we naar het restaurant des Fleurs. Een soort café annex restaurant.
Hier neem ik weer thee en Erik een Marokkaans biertje. De thee kost 9 dh (~
€0,82), maar het bier 32dh (€2,90). Vermoeid van de reis
en de indrukken gaan we naar bed. Donderdag 5 april 2007
We staan vroeg op, om
7 uur. Het ontbijt wordt zeer vlot geserveerd, maar is wel eenvoudig:
thee/koffie, broodjes, jam en smeerkaas.
De taxi's staken nog steeds en we
kunnen dus niet met de taxi naar de Hassan II moskee, die we willen
bezoeken of
het autoverhuurbedrijf. We
besluiten te lopen naar de moskee, die ongeveer 20 minuten gaans van
het hotel
blijkt te liggen . Om 9 uur begint daar een toer door het
gebouw. De Hassan II moskee is in 1993 na zes jaar hard werken voltooid
in opdracht van de
koning zelf. Het is de op twee na grootste ter wereld (na Mekka en
Medina) en
heeft de hoogste minaret (200m). Er kunnen 25.000 mensen in en het dak
kan elektrisch
worden geopend. Verder heeft de moskee nog meer technische snufjes. De
moskee
ligt prachtig op een, op de Atlantische Oceean veroverd, stuk land. Al
het materiaal komt uit Marokko, op kroonluchters na, die van Venitiaans
glas
zijn gemaakt, alsmede twee pilaren van Carara marmer. Onder de moskee
zijn de
wasgelegenheden, voor mannen en vrouwen apart. Er is ook een
Hamam, die prachtig
is vormgegeven, ook in tweevoud. De hamam is nog steeds niet voltooid en wordt
nog steeds niet gebruikt. Na de tour lopen we langs de kust en de haven terug
naar het hotel. De hotelreceptie heeft Sixt car
rental gebeld. Ze
komen ons ophalen, omdat we zonder taxi er niet kunnen komen. Het blijkt
inderdaad een flinke rit te zijn naar de welvarende wijk Maarif. Na het regelen
van de formaliteiten en het vullen van de tank, worden we op weg geholpen
richting Rabat. We zitten al snel op de snelweg naar het noorden. Rabat is zo'n
90 km rijden naar het noorden. Ruim anderhalf uur later zijn we bij het Royal
Hotel
aangekomen. Het hotel is prima en we krijgen een kamer op de daketage
met een balkon met een leuk uitzicht op een plein. We gaan eten in de
buurt bij La Mamma, een
min of meer Italiaans restaurant. Na de lunch rusten we even uit,
waarna we lopend naar het mausoleum van Mohammed V gaan. Het mausoleum ligt
naast de restanten van de Hassan moskee uit de 12e eeuw. Dit moet een
gigantische moskee zijn geweest, getuige de half afgemaakte tour Hassan, de
minaret en de contouren van de gebedsruimte , die 25 duizend gelovigen kon
bergen. In die tijd had Rabat niet meer dan 100 duizend inwoners. Als de moskee
echt was voltooid was de de één na grootste ter wereld geweest. We bekijken
het mausoleum, waar de koning is bijgezet in een onyx sarcofaag. Hassan II, zijn
zoon en opvolger en diens broer liggen er ook. Mohammed V was de eerste koning
van Marokko na de onafhankelijkheid in 1956, toen Marokko ophield een Frans (en
deels Spaans) protectoraat te zijn. Hij overleed in 1962. De schrijn wordt bewaakt door knappe en spectaculair
geklede soldaten. We wandelen naar
de Medina, de oude stad. Hier struinen we over de drukke souks, langs de
marktkramen en winkels, waar van alles wordt aangeboden. Vooral veel
levensmiddelen en huisraad, maar ook tapijten en schoenen. Er zijn talloze
piepkleine winkeltjes van nog geen twee meter breed. Vaak zitten hetzelfde type
winkels allemaal in hetzelfde straatje. Leuk zijn vooral de
kleine eenmansateliers van kleermakers, schoenmakers en andere handelslieden.
Het doet soms zelfs middeleeuws aan, al die zeer kleinschalige nijverheid. Voorbij de oude stad
ligt de Kasba Ouïda. Via een prachtige poort kom je in een wirwar van kleine
straatjes, die ons leiden naar het
plateforme, een voormalig verdedigingswerk,
dat de monding van de rivier controleerde. Salé, dat aan de overkant van de
rivier ligt, was tot in de 18e eeuw een nest van zeerovers. Nu is het plateforme
een
favoriete uitzichtplek voor zowel Marokkanen als toeristen. Via de wirwar van straten
komen we op de Rue Bazo, die leidt naar het Café Maure, waar we, bij een mooi
uitzicht op de rivier, genieten van mintthee en amandelgebakjes, geserveerd door
personeel in nep-moorse kostuums. Ook hier een mix van Marokkaanse en
buitenlandse klandizie. Erg leuk. We lopen daarna terug naar het
hotel. 's avonds eten we bij het La Bamba restaurant. Prima tent met internationale en Marokaanse keuken. Na de maaltijd flaneren we over de Boulevard Mohamed V in de Ville Nouvelle. We drinken koffie en thee op het populaire terras van hotel Balima. Rond half tien zijn we
weer terug op de kamer. Weer: zonnig, max. 22
graden. Vrijdag 6 april 2007
Als we om 7 uur wakker
worden is het somber buiten. Het heeft geregend en het is zwaar bewolkt. We
ontbijten en gaan op weg naar Fes. We rijden via de tolweg naar Meknes, waar we
de snelweg verlaten. Via Meknes rijden we naar Volubilis. Dat is op zich niet
moeilijk te bereiken vanaf de afslag Meknes Est (alsmaar rechtdoor), maar er
staan slechts zeer sporadisch bordjes naar Tanger, Volubilis of Mulay Idriss.
Het is zeker nog 30 km rijden na Meknes. Onderweg is het gaan regenen. Als we
bij Volubilis
uitstappen is het echter droog. Volubilis is een oude Romeinse
stad, waarvan we nu de ruines en opgravingen kunnen bekijken. Het is
aan het begin van de jaartelling gesticht en was de meest verafgelegen
post van de
Romeinen. De Romeinen joegen hier met name op wilde dieren (leeuwen en
beren),
die in het Colloseum in Rome werden gebruikt voor de spelen. De beren
werden
zelfs volledig uitgeroeid. Er zijn prachtige mozaïeken te zien, maar
van veel
huizen is niet veel over. Na het vertrek van de Romeinen in 285 AD
bleef de stad
in stand en bleven veel inwoners (joden, Berbers en later ook
Arabieren) Latijn
spreken. In de 18e eeuw werd veel bouwmateriaal (met name marmer)
geroofd om Meknes mee op te bouwen. Na een uitgebreid
bezoek gaan we naar het dorp Mulay Idriss. Dit is een bedevaartsoord
voor mensen, die
een tocht naar Mekka niet kunnen betalen. Hier is het mausoleum van
Mulay Idriss,
in 788 de stichter van de eerste Arabische dynastie in Marokko. Hij was
een
achterkleinzoon van de profeet Mohammed zelf. Een jonge man wacht ons
op bij de
parkeerplaats en biedt ons aan ons rond te leiden. We stemmen toe voor
50dh. Hij
laat ons in een half uur het dorp zien, inclusief een prachtig uitzicht
op het
mausoleum. Daarna wil hij ons naar een restaurant
meenemen. Maar daar hebben we dan geen zin in. We rijden door naar Fes,
waar we
rond half drie aankomen. We hebben nogal moeite om het hotel te vinden.
Er zijn
bijna geen straatnaamborden en we hebben moeite om te bepalen waar we
op de
kaart zitten, Dan zien we een plattegrond met locatieaanduiding en vinden we
de juiste weg. We kunnen niet tot aan de deur van Riad Louna komen, maar moeten
het laatste stukje lopen. Het personeel helpt ons met de bagage en wijst ons een
veilige bewaakte parkeerplaats. Het hotel, Riad
Louna, is een Riad, een verbouwd familiehuis
in de oude stad. Gebouwd rond een atrium met sinaasappelbomen en een fontein is
het een oase van rust in de zeer drukke medina. Van buiten ziet het er niet uit,
maar binnen is het smaakvol verbouwd. We eten wat in de
buurt in de oude stad. De Medina van Fes bestaat uit twee delen: Fes el Bali
(oud Fes) in de Sebou valei en Fes el Djedid uit de 13e eeuw op de rand van de
valei. Na de lunch verkennen we Fes el Djedid, het nieuwe Fes. Hier is het konkinklijk
paleis en de Mellah, de joodse buurt. De joden zijn inmiddels na de
onafhankelijkheid van Marokko en de oorlog van 1956 tussen Israël en Egypte
vertrokken. Tot dan toe genoten ze de bescherming van de sultan, maar waren toch
zeer beperkt in hun bewegingsvrijheid. We lopen naar de Petit Mechouar, een
pleintje, waar zich
een poort naar het koninklijk paleis bevindt. Die poort mag je kennelijk niet fotograferen. Een
politieman is ervan overtuigd dat ik een foto heb gemaakt. Ik kan hem laten zien
dat het niet zo is. We lopen door een souk en drinken thee op een terras. Later vinden we de voorkant van het paleis, die
wel op de foto mag. Rond 18 uur zijn we
weer terug in de Riad, waar we om 19.30 aan tafel kunnen voor het diner. Weer: regen en fris,
12 graden. 's middags opklaringen en warmer 18 graden.
|