deel 1

PANAMA

Zaterdag 26 april 2008

San José - Panama City: ± 1 uur vliegen

We staan om 7 uur op en ontbijten in ons hotel "1915" in Alajuela. Alajuela ligt niet ver van het internationale vliegveld van San José, de hoofdstad van Costa Rica. Het ontbijt is uitstekend en voor het eerst niet in de vorm van een buffet. Na het ontbijt halen we de auto uit de afgesloten parking en gaan op weg naar Budget Car Rental om de auto in te leveren. Die zit, samen met alle andere autoverhuurders, bij de afslag Alajuela aan de snelweg. We leveren de auto in, rekenen af en worden met een shuttlebusje van Budget naar het vliegveld gebracht. Voor het inchecken voor onze vlucht met TACA naar Panama City moeten we vertrekbelasting betalen, $26 pp. De vlucht duurt minder dan een uur. In Panama City huren we bij Hertz een Nissan Sentra, een degelijk, wat ouderwets ogende familie-auto. We rijden de stad in via een wat chaotische weg. De Panamezen rijden nog veel ongedisciplineerder als de Costaricanen. Na ruim een halfuur zijn we in het hotel Torre de Alba. We hebben een ruim appartement in de Cangrejowijk. De stad is zeer druk en warm.

We rusten uit, doen een wasje en gaan rond 6 uur een cocktail drinken in Habibi's aan Calle Uruguay, de uitgaansstraat van Panama City. We nemen een taxi voor $2 (afdingen van $3). Daarna eten in de Greenhouse. Trendy zaak, maar wel erg rustig.

Weer: in Panama zeer warm 35 graden. Zonnig

Zondag 27 april 2008

We ontbijten in het restaurant van het hotel. Niet bijzonder, wel zijn er warme roereieren. We rijden met de auto de stad uit richting Colon. Het is rustig op de weg. We doen er toch een anderhalf uur over voor we bij Colon zijn. Daar moeten we niet zijn, maar we willen naar de Gatunsluizen in het Panamakanaal aan de Caribische kant. Dat is nog een klus. Er zijn helemaal geen borden, die die kant op wijzen.  Een paar keer vragen brengt ons bij de juiste afslag in het dorp Marguerita, richting Gatun. In Gatun aangekomen rijden we verkeerd. Gatun is een oude Amerikaanse nederzetting, die duidelijk is verwaarloosd na de overdracht van het kanaal aan de Panamezen in 1999. We moeten weer een stuk terug en nog eens vragen bij een tankstation. Dan bij de T-kruising links en dan blijven rijden tot het bord Gatun Locks. Rechtsaf naar het kanaal. Niet aansluiten bij de mensen die het kanaal willen oversteken, maar linksaf naar het parkeerterrein bij de controle toren. De hele route is niet bewegwijzerd! In de giftshop kopen we kaartjes van $5 voor toegang naar het toeschouwersplatform. Dat biedt een perfect uitzicht op de sluizen. Een omroeper heet ons welkom en geeft in rap Spaans en Engels toelichting op het spektakel, dat aan ons voorbijtrekt. Het ene na het andere schip wordt door de sluizen geloodst. Per schip duurt de passage van de sluizen 1,5 uur en het hele kanaal duurt ongeveer 10 uur. Een prachtig gezicht. Na een uur kijken gaan we naar een buitenwijk van Colon voor lunch in een Burger King. Colon zelf laten we links liggen. Het is daar niet zo veilig. We rijden dan naar Sabanita, voor de afslag naar Portobelo. Ook die is niet aangegeven, dus vragen we het voor de zekerheid nog na. We rijden in 45 minuten naar dit voormalig kloppend hart van de Spaanse aanwezigheid in centraal Amerika. Hier haalde de Spaanse vloot vanaf 1597 jaarlijks de goud en zilveropbrengsten op om naar de Spaanse koning te brengen. Vele Britse en Nederlandse kapers legden het stadje in de as of kaapten de vloot. Toen de Spanjaarden de plaats beter hadden gefortificeerd, Portobelo, Santiago fort nam het belang van Portobelo af en werden de maatregelen nooit op de proef gesteld. Columbus bracht overigens in 1502 een bezoek aan deze baai tijdens zijn vierde reis naar de Nieuwe Wereld en gaf het haar naam.

We bezoeken de forten Santiago en Jeronimo. De Amerikanen gebruikten stenen van de forten voor de bouw van het Panamakanaal, vandaar de ruines. Jeronimo is er het beste aan toe. Verder is het Douanekantoor een bezoekje waard. Hier werd het goud geteld en opgeslagen tot de jaarlijkse afvoer naar Spanje. 233 soldaten bewaakten het gebouw. Het museum bestaat uit twee kamers met een goede videopresentatie over de geschiedenis van de plaats. De tweede kamer laat wat wapens en instrumenten zien. De bovenetage met de kleden voor de zwarte Christus, die in oktober wordt vereerd is niet toegankelijk. In oktober is dat een groot feest met een gigantische processie.

Vandaag is het zondag en  hangt de voornamelijk zwarte bevolking rond op het dorpsplein en zorgt de verkiezingscampagne van een vrouwelijke kandidaat voor het presidentschap voor de muzikale omlijsting.

Om 3 uur gaan we terug naar Panama, waar we rond  5 uur in het hotel aankomen. We eten 's avonds in restaurant Machu Pichu. Prima, en helemaal niet duur. Twee gangen, wijn voor 49 dollar.

 Weer: zonnig en warm. 32 graden. 's middags bewolkt.

 

Maandag 28 april 2009

We staan weer vroeg op. Na het ontbijt loop ik even langs het postkantoor om postzegels te kopen. Dan rijden we de stad uit richting Gamboa. Pipeline road Even zoeken naar de juiste afslag vanaf de noordelijke ringweg. We rijden naar Gamboa, een voormalige nederzetting van de Amerikanen. Nu zit hier voornamelijk het Smithsonian Institute dat veel onderzoek doet in de regenwouden hier. We moeten dan nog een stukje verder naar het begin van de Sendero de Oleoducto, the Pipeline Road, 16km lang wandelpad in het Nationaal Park Soberania.. Hier moeten we veel vogels gaan zien. In het begin zien we weinig vogels, maar we horen wel de brulapen. Na een half uur worden we overvallen door een fikse regenbui en kort daarop nog een. We zien wat kleine vogels. Na anderhalf uur keren we om. Als we bijna eruit zijn, zien we nog een agouti, wat andere vogels, een specht met een rode kop, een vogel met rode borst en als klap op de vuurpijl twee toekans.

We rijden naar de Miraflores sluizen in het Panamakanaal.  Dit zijn de sluizen aan de Stille Oceaanzijde. Halverwege het kanaal zijn nog de San Pedro sluizen. Hier bij Miraflores  is een filmvertoning over de geschiedenis van het kanaal, een tentoonstelling over de aanleg en deMiraflores sluizen omgeving en een uitzichtdek met een commentator. Het bezoek kost $8.  Het is rustig met schepen, maar gelukkig komt een Thais vrachtschip door de sluis.

We rijden daarna terug naar het hotel. Dat gaat vlot. We douchen en frissen op. Dan gaan we op weg naar de Causeway en de eilandjes. Deze eilandjes liggen bij de ingang van het kanaal en worden door een dam met elkaar en vasteland verbonden.  Hier hebben we een fantastisch uitzicht op de skyline van Panama city. Het winkelcentrum op Isla Flamenco is een sof. Alles staat leeg op een paar restaurants na. We rijden na een salade met wijn terug naar de stad. Onderweg zien we pelikanen die zich enthousiast in het water storten.

We leveren de auto in bij de Hertz vestiging tegenover het hotel. 's avonds eten we in de Wine bar tegen over ons hotel.

Weer: licht bewolkt met zonnige perioden. Twee regenbuien in de ochtend. 31 graden.

 

Dinsdag 29 april 2008 

We worden op tijd opgehaald en snel naar het vliegveld Allbrook vervoerd door René Guardiola van yourmaninpanama.com. Op deze voormalige Amerikaanse luchtmachtbasis vertrekken alleen binnenlandse vluchten. We checken in bij Aankomst met bootje bi Dollphin Lodge Air  Panama na een zeer globale inspectie van onze bagage. We moeten even wachten tot half acht. Dan duikt een jonge indiaans uitziende jongen op die vraagt of ik Eddy ben die naar San Blas moet. Hij zal op ons passen. Als we ons moeten melden voor boarding wijst hij ons daarop en verdwijnt vervolgens. We stappen in het piepkleine toestel, dat met 18 mensen vol zit. We vliegen 40 minuten als we gaan landen. We stappen uit, maar we zien onze bagage niet meekomen. Dan blijkt dat we te vroeg zijn uitgestapt en nog twee haltes meemoeten. Na nog eens een kwartier zijn we dan op het kleine airstripje van Achutupo. Achutupo maakt deel uit van de eilanden groep San Blas, die weer deel uitmaakt van de autonome provincie Comarca de Kuna Yala. Er zijn ruim 360 eiland, waarvan er zo'n 50 bewoond zijn. Ook de kuststrook behoort tot de provincie, maar daar woont niemand. Daar zijn alleen de vliegvelden. De Panamese regering bemoeit zich sinds 1925 niet met de interne aangelegenheden van de eilanden.  De Kuna komen oorspronkelijk in Colombia en Panama voor, maar zijn na de komst van de Spanjaarden in de 16e eeuw en oorlogen met andere indianenvolkeren teruggedrongen naar deze eilanden groep. We worden opgevangen door onze gastheren en gidsen Ariel en Lonny. Zij nemen ons op een bootje mee naar de Dolphin Lodge. We zijn de enige gasten op dit bounty eiland. We ontbijten met de zee om ons heen. Na een rustpauze gaan we met de boot naar Achutupo en het eiland tegenover het onze. Hier wonen 1800 Kuna in zeer eenvoudige omstandigheden. We wandelen door het dorp met onze gidsen en worden voortdurend benaderd door vrouwen die Mola's wilen verkopen. Dat zijn handwerk kleedjes met traditionele voorstellingen in felle kleuren. We zien het hele dorp, de ceremoniële hut, de school en de politiepost. Er is geen electricteit, wel telefoon. Sommige mensen hebben een generator. Een paar winkels verkopen basale levensbehoeften. De mannen zijn afwezig in het dorp, omdat ze aan het vissen zijn of boeren op het vasteland.Op het vasteland  kun je niet wonen vanwege de muggen, die daar 's nachts het leven zuur maken. De meeste mensen hebben hier geen inkomen, maar leven van de vis die ze vangen en de vruchten en groenten, die ze verbouwen. Vissen doet men met uitgeholde boomstammen, die men betrekt via ruilhandel met indianenstammen in Columbia. Regelmatig komen er Colombiaanse schepen aan op de eilanden, die goederen verkopen of ruilen (tegen bijvoorbeeld kokosnoten) met de Kuna. Niet-Kuna's mogen zich hier niet vestigen. Moderne vistechnieken zijn verboden en ook duiken met zuurstofflessen is verboden.

We gaan weer terug naar het hotel voor de lunch. 's Middags gaan we naar een nog kleiner eilandje om te gaan snorkelen op een koraalrif. Eriks masker past niet zo best, het mijne wel. Je kunt er vanaf het strand zo heen zwemmen.

Terug in het hotel dineren we met zijn tweeën. De barman heeft inmiddels club soda ingeslagen, nadat hij vanmiddag nee moest verkopen. Wij nemen een wijntje bij het eten. Een vis natuurlijk, die vandaag uit de zee is gehaald.

Weer: licht bewolkt met zonnige perioden. 30 gr.

Woensdag 30 april 2008

We hebben vandaag, terwijl Nederland Koninginnedag viert,  een nieuwe buurvrouw gekregen, een oudere vrouw uit de VS. We ontbijten en lerares handwerkendaarna begint het enorm te regenen en te onweren. Dat duurt de hele ochtend voort. We lunchen en na de lunch wordt het droog. We varen uit naar een groter eiland, Ailigandi. Onderweg krijgen we toch wat noodweer te verwerken, maar we laten ons niet ut het veld slaan. In het dorpje gaan we naar een cultureel centrum, waar kinderen les krijgen in traditioneel handwerken en muziek. Om de traditie in stand te houden. We zien ook het opperhoofd, de Sahila, die languit in een hangmat rechtspreekt en adviezen uitdeelt in de Onmaket Nega, de congreshal. De Sahila heeft grote kennis van de tradities van het volk en kent de traditioneleVisser liederen uit zijn hoofd. We mogen hem niet fotograferen. De andere inwoners in principe wel, in tegenstelling tot op Achutupo, waar dat $1 kost per keer kost. Op dit eiland betalen we een soort toeristen belasting van $3 per persoon en dat is het dan.  We zien verder nog een hospitaal, een school en een museum van een kunstenaar die traditionele voorstellingen schildert en hout bewerkt. We keren na twee uur weer terug nar het hotel.

In de lodge dineren we en krijgen we na het eten een show opgevoerd door het personeel. Eerst een representatie van de legende over een man die de Kuna indianen leerde vissen, jagen, landbouwen en handwerken. Daarna een traditionele dans. Het is een beetje onbeholpen, maar toch sympathiek.

We gaan vroeg naar bed onder de klamboe, want morgen staan we om half zes op.

Weer: regen en zwaarbewolkt. 25 graden

 

Andere Reisverslagen
terug verder