Patagonia |
deel 8 |
|
Vrijdag 17 maart 2005 Het is vandaag niet alleen grijs, maar het regent ook gestaag. Vandaag worden we opgehaald door Alfredo, onze gids van BueGay, die ons gaat rondleiden door de wijken San Telmo en La Boca. Hij neemt ons eerst per taxi naar La Boca. We starten (op mijn verzoek) bij het stadion van Boca Juniors, La Bombonera ofwel de bonbontrommel. We kopen een T-shirt (original merchandise) in de shop en gaan het stadion zelf in. Een beetje armoedig stadion met een rare vorm. Het is eigenlijk een half stadion aan een zijde omzoomd door een flatgebouw, waar de business boxes in gehuisvest zijn. Veel staanplaatsen. Het past wel bij de arbeidersclub en de arbeiderswijk La Boca. De aanhang van La Boca is hondstrouw en erg fanatiek. Het is de club van superster van weleer Diego Maradona, die nu vice-president van de club is. Hij wordt nog steeds op handen gedragen vanwege zijn voetbalkwaliteiten. Zijn levensstijl wordt minder gewaardeerd. Vanaf het stadion lopen we de wijk in, één van de oudste van de stad. Hier streken de arme Italiaanse immigranten neer die werk vonden in de haven en de scheepsbouw. Ze bouwden hun huizen met wat ze achterover konden drukken op het werk. De oorspronkelijke bouw bestaat uit veel staalplaten huisjes, bont geschilderd in verschillende kleuren. De traditie van het bonte pallet komt voort uit het feit dat mijn vroeger de huizen met verfresten schilderde die men van het werk mee nam. Was de verf op, ging men verder met een ander blik in een andere kleur. Nu zit er meer patroon in het verfwerk. Niet weinig mensen hebben hun huis in de clubkleuren van Boca Juniors geschilderd. We wandelen langs een paart typische La Boca straatjes, waaronder El Caminito. Het is een beetje te typisch en heeft een wat hoog Volendam-gehalte. Er wonen weinig mensen meer in dit gedeelte en er zitten veel souvenirwinkels in de in schreeuwende kleuren geschilderde huizen. De trottoirs zijn erg hoog, omdat de wijk in het verleden vaak overstroomde. We drinken koffie in een typisch cafeetje bij de haven met zicht op de beroemde brug de Puente Transbordador over de rivier Riachuelo aan wiens monding (La Boca) de wijk ligt. De rivier is sterk vervuilt en Porteños uit andere wijken knijpen vaak bij het horen van de naam La Boca plagerig hun neus dicht. We
nemen een taxi en rijden naar San Telmo, een wijk met een voornamer verleden.
Het was een wijk van rijke families, die de wijk in 1871 verlieten na een
epidemie van Gele Koorts. De familiepaleizen werden opgedeeld in kleine
huurflatjes, die werden verhuurd aan arme immigranten. Veel van de oude gebouwen
hebben hun een oorspronkelijke uiterlijk en charme behouden, omdat de nieuwe
huisbazen geen geld in de panden hebben gestoken. Het is nog wel een
arbeiders buurt, maar er zitten ook veel kunstenaars en heel veel antiquairs,
waardoor de wijk weer aantrekkelijk wordt. We
beginnen in de Pasaje de la Defesa, een oud patriciershuis van de familie Ezeiza,
dat nu dienst doet als winkelgallerij met veel antiek en souvenirs. Verderop aan
de plaza Dorego nemen we een kijkje in het oude café Plaza Dorrego Bar. Het
plein is op zondagochtend het middelpunt van de vlooienmarkt. De kerk van San
Pedro Telmo is een van de weinige gebouwen in koloniale stijl in de stad. Vooral
de gevel is heel aardig. We lopen verder naar de Mercado Municipal, de markthal,
waar naast antiek ook gewoon vers voedsel te koop is. Het regent nog steeds
gestaag door en we nemen een
taxi naar de Plaza de Mayo, om het presidentieel paleis te bewonderen, het Casa
Rosada, het roze huis. Het Plaza de Mayo was al sinds de koloniale tijd het
politieke hart van Argentinië. Het huidige presidentiële paleis is gebouwd in
1873 op de plaats van het oude Spaanse fort. Het linker deel was oorspronkelijk
een hoofdpostkantoor, terwijl het rechter deel als presidentieel paleis is
gebouwd. In 1886 zijn beide gebouwen verenigd door de bouw van de poort in het
midden. Vanaf het balkon van het paleis sprak Evita
Peron het volk toe en zong Madonna in de film
Evita “Don’t Cry For Me Argentina”. De film is hier en in Budapest
opgenomen. De Plaza de Mayo was en is nog steeds ook het terrein van de dwaze moeders, die hier elke
donderdag demonstreren om opheldering te eisen over het lot van hun verdwenen
kinderen tijdens de militaire dicatuur van 1976 tot 1983. 20 duizend mensen zijn
in die tijd verdwenen. Velen, omdat ze verdacht werden van oppositionele gedachten. We
lopen nog even door naar de Puerto
Madero, achter het Casa Rosada. We zien nu dat
alleen de voorgevel roze is geschilderd. Alfredo moet bekennen dat men uit
geldgebrek niet meer toekomt aan de rest van het gebouw. We lopen dus door naar de Puerto. De havens hier
zijn 50
jaar lang ongebruikt gelaten, toen ze in de jaren 30 ongeschikt werden voor de
groter wordende schepen. In 1989 besloot de gemeente het gebied te
herontwikkelen, á la de Kop van Zuid in Rotterdam en de Londense Docklands. In de pakhuizen
van weleer zitten nu kantoren, hotels en chique restaurants. De havenbekkens
doen dienst als jachthaven. Wij strijken neer
in Cabañas
las Lilas en hebben de lunch van ons leven. Overheerlijk mals
Argentijns rundvlees. Heerlijke voorgerechtjes en zalige Cabernet Sauvignon. Het
restaurant maakt deel uit van een agrarisch bedrijf, dat gespecialiseerd is het
fokken van runderen. We
willen een taxi nemen naar het hotel, maar vanwege de aanhoudende hoosregen zijn
die moeilijk te krijgen. Als we er dan een hebben loopt die hopeloos vast in het
verkeer. We stappen uit en nemen de metro. Pas
rond 16 uur wordt het droog. Ik ga nog even naar buiten om nog wat typische
Porteño fenomenen te scoren voor de foto. Eerst een papierverzamelaar, die met
een grote kar het huisvuil uitkamt op bruikbaar oud papier. Er lopen ook mensen
die uit het afval iets eetbaars trekken en dit alles in de voorname wijk Palermo.
De schaduwzijde van de economische crisis van 2001, die Argentinië maar
moeilijk kan afschudden. Ook een jongleur, die bij rood licht voor de auto’s
springt en zijn ballen in de lucht houdt. Tenslotte het meest bijzondere: de
paseperros. De honden uitlater. In de parken zie je geregeld vooral op weekdagen
jongemannen met 5, 6 soms wel 12 honden aan de lijn. Hun rijke veelverdienende
baasjes hebben het te druk om ze uit laten en daarom besteden ze het uit. Een
heel verschil met de honderden honden die we in het zuiden in de dorpen hebben gezien
en die zich zelf op straat moeten zien te redden. ’s
Avonds drinken we eerst een drankje in de buurt voor we om negen uur naar het
restaurant Inside Restobar gaan. De sfeer is leuk, de bediening
allervriendelijkst, maar het eten allerbelabberdst en overgoten met kaas. We
gaan terug naar het hotel om een paar uurtjes te slapen. Om één uur 's nachts
staan we weer op om
uit te gaan. Het uitgaansleven komt hier pas tussen 1 en 2 uur 's nachts op
gang. We nemen een taxi naar de bar Bulnes
Class. Een trendy lounge bar,
met vele vrolijke, knappe en goedgeklede Porteños. Zaterdag 18 maart 2006 We slapen uit en genieten nog één keer van het overheerlijke ontbijt, wederom geserveerd door die onweerstaanbare obers van BoBo hotel. Na het ontbijt nemen we de metro naar station Retiro. Volgens Alfredo, onze gids van gisteren is dat een mooi staaltje Britse stationsarchitectuur. En inderdaad, hij heeft niet overdreven. Helaas is de stationshal wel volgeplempt met winkeltjes en auto’s voor reclamedoeleinden. Dan nemen we een taxi naar het park 3 de Febrero, een soort Central Park in Buenos Aires. Het is zaterdag en de zon schijnt lekker en de Porteños zijn lekker aan het ontspannen, of juist inspannen. We zien veel joggers, in-line skaters en fietsers rond het meer. Maar er zijn ook velen die rustig wandelen of op het gras gaan picknicken in de zon. We bekijken de Porteños at play vanaf een bankje. Helaas zijn er geen terrasjes. Er is wel een mooie rozentuin, met behalve rozen ook een collectiebeelden van schrijvers en dichters uit de diverse windstreken. Na een paar uurtjes gaan we terug naar Palermo om wat te lunchen en te drinken. We gaan weer zitten bij El Taller aan het Plaza Serrano. We genieten van het uitzicht en de mensen die voorbij komen. We wandelen daarna door de straten rond het plein, die vergeven zijn van ultratrendy woninginrichtingzaken, modewinkels en wat dies meer zij. Een heel trendy wijkje. Ook veel leuke restaurantjes en cafés. We gaan nogmaals op een terras zitten, voor een biertje. Dan struinen we langzaam aan naar het hotel. We nemen om 19 uur de taxi naar het internationale vliegveld bij Ezeiza. Vanuit Palermo is het ongeveer 45 minuten rijden. We checken in, eten wat in een snackbar en wachten op onze vlucht. We vliegen om 22.35 u met Iberia naar Madrid. De vlucht duurt weer lang. 12 uur naar Madrid. Daar kunnen we in alle rust overstappen en twee uur later om 15.50 naar Amsterdam vliegen. Uiteindelijk zijn we om 20.15 thuis in koud en winters Rotterdam. Weer: zonnig en warm. 26 graden. In Nederland 4 graden.
|