Patagonia |
deel 7 |
|
Maandag 13 maart 2006 We
rijden richting Puerto Piramides op het Peninsula
(Schiereiland) Valdes. Bij de toegang van het
Nationaal Park betalen we 35 (€10) pesos
entrée. 25km na de ingang is er een museum en informatiecentrum, maar dat stelt
weinig voor. Is er wel een uitzichttoren, waar vanaf je het schiereiland kunt
overzien. We rijden naar Piramides en drinken koffie op een terras met uitzicht
over de baai en in het zonnetje. Het is al warm, zeker 23 graden. Dan gaan we
verder naar Punta Norte. Via een onverharde weg duurt de 76km bijna anderhalf
uur. We komen er rond 11 uur aan. We zullen hier overnachten in de Estancia La
Ernestina. Een Estancia is een soort ranch of boerderij. Het kamerpersoneel
vindt het maar raar dat we niet twee aparte bedden willen. Ze blijven
aandringen, maar ik hou vol dat het zo perfect is met een tweepersoonsbed.
Daarna hebben we het kennelijk verbruid bij de dame, die de huishoudelijke zaken
regelt, want zij kijkt
ons vervolgens heel nors en strak aan en zegt alleen het hoognodige. We zijn op
tijd voor de lunch, die om 13 uur begint. We ontmoeten ook Juan, de man die hier
de excursies doet. Hij is heel vriendelijk en schappelijk en spreekt uitstekend
Engels. Na de lunch gaan we even bij Punta Norte kijken. Hier leven grote
groepen zeeleeuwen op het strand. We kunnen ze zien liggen vanaf de duintoppen.
Het strand zelf is niet toegankelijk. Bij hoogwater worden de jonge zeeleeuwen aangevallen door Orcas
die het op de jongen hebben voorzien. Het hoogtij is al lang voorbij en er is
geen Orca gezien. De laatste sighting was op 8 maart (5 dagen geleden), echter toen zonder
aanval op de zeeleeuwen. We babbelen nog wat met een Amerikaanse jongen uit
Maine,
die vandaag vergeefs vanuit Puerto Madryn is gereden voor het spektakel.
Vervolgens rijden we weer 5km terug naar de Estancia. Om 17 uur gaan we met Juan en de andere gasten in een
Landrover naar een strand dat bij de landerijen van de Estancia hoort. We gaan
van de weg af en rijden door het duingebied tot nabij het strand. We stappen uit en lopen het strand op.
Een groep zeeleeuwen ligt verderop. We
moeten kruipend de groep benaderen. Steeds schuiven we een stukje naderbij, om
zo de dieren aan ons te laten wennen en te voorkomen dat de hele club het water
in schiet. We komen tot ongeveer 20 meter. Op een gegeven moment komt een
nieuwsgierig exemplaar op ons af. Wij worden wat nerveus, maar Juan zegt dat het
goed is. Gewoon stil zitten. Dan komt een oudere zeeleeuw aangestormd en jaagt
zijn stamgenoot weer terug naar de groep. We maken veel foto's ,
maar nog niet zoveel als onze groepsgenoten, die natuurfotografen en
biologen zijn. Dan gaat Juan over tot het serveren van de Gin & Tonic vanuit
een meegebrachte koelbox en nippen we in gezelgschap van zeeleeuwen. Af en toe zwemmen groepjes zeeleeuwen nieuwsgierig
langs. Een pinguďn komt doodmoe het strand op gestrompeld, maar bij gebrek aan
soortgenoten keert hij na een tijdje toch maar weer om. 's
avonds eten we simpel toch eenvoudig op de estancia. Dan naar bed, want om 22.30
gaat de stroom eraf. Er is hier slechts van 20 tot 2230 stroom, geen telefoon en
beperkt water. We zitten hier echt aan het eind van de wereld. Weer:
zon 25 graden Dinsdag 14 maart 2006 Na
het ontbijt ontruimen we de kamer. Het is prachtig weer, zon, rustige zee en een
zeer hoog tij.
Volgens Juan perfecte omstandigheden voor de komst
van de Orca's. Om 11.30 is
het vloed. We zijn om 10 uur bij het uitkijkpunt en dan begint het wachten. Het
wordt allengs drukker, maar de Orca's laten het afweten. We blijven tot 13 uur
in de zon bakken en turen tevergeefs over de zee op zoek naar de karakteristieke
rugvinnen van de Orca's. Uiteindelijk geven we het op. We rijden langs de kust
van het schiereiland 50km zuidwaarts naar Caldera
Valdes, waar een kolonie zeeolifanten moet zitten. Dat valt tegen: de
meesten zijn weg. Slechts een handvol zit op te grote afstand. Dan maar verder naar
Punta Delgada, weer 25km verder. Dit moet ook een goede plek zijn om
zeeolifanten te zien. Maar ook hier zijn we te laat. De groep is al vertrokken. Een
teleurstellende expeditie vandaag. We
zetten dan maar koers op Puerto Piramides (75km), om vervolgens via Puerto Madryn
(nog eens 93km) naar Trelew (weer 58km) te rijden.
Alles bij elkaar een flinke rit. We komen rond 18 u. Bij het hotel Galicia in
Trelew. Hetzelfde als afgelopen vrijdag. 's avonds eten we weer
La Eloisa. Ik bestel een Cordero Patagonica, Patagonisch Lam, direct van de asador. Weer:
zeer zonnig en warm. 27 graden. Woensdag 15 maart 2006 Na het ontbijt rijden we in de vroegte naar het vliegveld. De man van Hertz is al op zijn post en we kunnen de auto snel inleveren. Het check-in personeel is wat minder vlot en we moeten nog een tien minuten wachten voor ze met de werkzaamheden beginnen. We krijgen wederom exit row stoelen. Na de check-in komt de mededeling, dat het personeel van het oliebedrijf in Trelew in staking is en dat het vliegtuig in Bahia Blanca een tussenlanding moet maken om bij te tanken. Het gaat niet allemaal gemakkelijk dat vliegen in Argentinië. De vlucht verloopt verder, behoudens veel turbulentie, zonder bijzonderheden en we landen 15 minuten later dan gepland. De chauffeur die ons op zou halen is te laat, maar hij komt wel. We rijden in een kwartier naar het hotel, want de luchthaven voor binnenlands verkeer ligt praktisch midden in de stad aan de Rio del Plata. We verblijven in Hotel BoBo. Een luxe trendy hotel in de modieuze wijk Palermo. Het is een klein hotel met zeven kamers en we krijgen alle aandacht van het aantrekkelijke personeel. We lunchen in het hotel en nemen dan de Metro of de Subte naar de wijk Retiro. Hier beginnen we aan een wandeling die start bij het monument voor de gevallenen in de Falkland oorlog (Malvinas). Op het monument zijn de namen van de gesneuvelden ingebeiteld en er staan twee soldaten op wacht. Het plein dat ooit Plaza Britannica heette, is omgedoopt tot Plaza des Fuerzas Armadas en ligt ironisch genoeg tegenover de Engelse uitkijktoren. Die is een geschenk van de Brits-Argentijnse gemeenschap ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de republiek. Men had na de Falklandoorlog plannen om de toren te slopen, maar dat is niet gebeurd. Hij is omgedoopt tot Torre Monumental en lijkt sprekend op de Big Ben in Londen (maar dan lager). Hij is helaas gesloten voor het publiek. We moeten wel
even wennen aan de drukte van een wereldstad, na ruim 3 weken op het platteland.
Er wonen 13 miljoen mensen in de hoofdstad van Argentinië. We wennen snel en
bovendien is de drukte niet onaangenaam. De mensen laten elkaar de ruimte en
zijn beleefd. We lopen verder en komen langs een aantal
familiepaleizen, die begin 20e eeuw zijn gebouwd voor puissant rijke families in
Buenos Aires. Zoals het Palacio San Martin van de familie Ancheno, dat nu in
gebruik is als ontvangstgebouw van de staat. De familie Ancheno, die ooit de oorsprong was van de
uitdrukking " zo rijk al een Ancheno" raakte in de grote crisis van de jaren '30 aan de grond. We lopen verder de
zeer chique Calle Alvear in en komen zo in de wijk Recoleta. We lopen langs de nuntiatuur (waar de paus sliep
tijdens zijn bezoeken hier), de Residencia Duhau en het Palacio Hume beiden
ooit familiepaleizen in de wijk Recoleta. Hoogtepunt van deze straat is het
Grand Hotel Palacio Alvear, het chiqueste hotel van de stad en favoriet bij
politici, staatshoofden en rijken. Iets verderop op de Plaza San Martín de
Tours staat de Nuestra Senora
del Pilar kerk. De parochiekerk van de elite van Recoleta. Een prachtig
gerestaureerde kerk uit de 18e eeuw. Daarnaast is de ingang naar de
begraafplaats van Recoleta. Een zeer voorname plaats om begraven te worden. Net
als in Punta Arenas eerder deze reis, is het kerkhof een wijk op zich, vol met
imposante familiemausolea. Voor een plekje hier zijn relaties met de topfamilies of heldenstatus in een
oorlog essentieel. Het is
daarom zeer bijzonder dat Evita
Duarte de Peron (1919-1952) hier ook begraven ligt. Eva Duarte was van
eenvoudige komaf en werd nooit echt geaccepteerd door de elite. Haar man,
president Juan Peron (1895-1974), kon hier geen graf krijgen. Het mausoleum van
de familie Duarte is een niet zo
opvallend, maar het is wel behangen met plaquettes van diverse
organisaties, zoals de vakbond van taxichauffeurs, met huldeblijken en citaten
uit redevoeringen. Ook staat er een grote (verwelkte) bloemenhulde. Het graf
ligt in een klein straatje van het erkhof. Meer ruimte is ingeruimd voor een
aantal presidenten en de gevallenen in de oorlog tegen Paraguay (bewaakt door
twee bronzen soldaten) of de leiders van de revolutie van 1890. Grappig is
het graf van de boxer Firpe, die Joe Dempsey in 1923 uitdaagde. Hij staat erbij in zijn badjas en boxhandschoenen.
We
nemen een taxi terug naar het hotel. In
de vooravond drinken we een cocktail bij café El Taller aan de Calle J. Luis Borges.
Een traditionele jazzbar met terras aan een druk pleintje, midden in de buurt
Palermo Viejo. We eten een paar deuren verwijderd van ons hotel in restaurant
Pilares. Een trendy restaurant met zeer goed eten. Weer:
grijze dag, 24 graden, vochtig. Later opklaringen met zon. Donderdag 16 maart 2006 Vanochtend
regent het. Na het ontbijt nemen de metro de stad in. In de metro is het
drukkend warm. We maken een wandeling door het cenrum en beginnen op de Via de
Mayo, de grote boulevard die loopt van de Plaza de Mayo en het presidentieel
paleis naar het Plaza de Congresso en het parlementsgebouw. We maken een
koffiestop bij Café Tortoni, een echte klassieker. Het bestaat al sinds 1859 en heeft
vele beroemdheden verwelkomd, waaronder veel schrijvers en andere kunstenaars,
maar ook de koning van Spanje, Hillary Clinton en Gabriella Sabatini, om maar
een paar te noemen. Na koffie en een gebakje lopen we verder door de regen en komen bij het
Congresgebouw of wel het parlement. Het is een groots gebouw aan de groen plein. Op het plein staat
een tent met een tentoonstelling over de gruwelen van de juntadictatuur
(1976-83). Dit jaar is het dertig jaar geleden dat de militairen de macht
grepen. Herinneringen komen weer terug aan een zwarte tijd, die veel mensen het
leven heeft gekost en dat van vele anderen heeft verwoest. We lopen ook door
een klein straatje, Pasaje de la Piedad, aan de Bartolome Mitre, tussen Parrana
en Montevideo. Een grappig oud straatje met oude lantaarns en palmbomen. Het
straatje is met een hek afgesloten, dus we moeten er in piepen door met iemand
mee te lopen, hetgeen zonder problemen lukt. We
lopen verder, slaan rechtsaf de Avenida de Calao op. Het begint nu echt te
stortregenen en we moeten even schuilen. Als de regen minder wordt lopen we door
en slaan na een tijdje rechtsaf de Avenida Corrientes in. Dit is ook een van de
drukke boulevards in het centrum. Na een tijdje komen we bij café La Paz, waar ooit linkse
intelectuelen samen kwamen. Het café ademt nog steeds een rustige belezen sfeer
en we drinken er koffie. Even later gaan we linksaf naar het Plaza Lavalle en
zien we het Teatro Colon, als er net een
noodweer losbarst. We kunnen ons nog net onder de luifel van het theater redden. De ingang voor
bezoek en kaartverkoop is echter in een passage die door het gebouw loopt van de
Tucuman naar de Viamonte. Als we hier achter komen gaan we daar een plekje
boeken voor een van de vele
rondleidingen (Engels of Spaans)
door het gebouw.
We kunnen met de tour mee die om 14.45 vertrekt. We moeten nog 45min. Wachten.
Niet erg, het regent buiten toch. De tour is mooi, en laat het hele gebouw zien,
inclusief repetitieruimten, decorafdeling, rekwisieten, etc. Een groot bedrijf, dat
gewoon in volle gang is. In de grote zaal zijn repetities gaande voor La Bohčme. Helaas
mogen we alleen in de foyer fotograferen. Na
de tour
lopen we verder en steken de enorme brede boulevard 9 de Julio over (meer dan 12
banen breed). In het midden staat de obelisk (67 meter hoog). In 1931 is deze opgericht
ter gelegenheid van vier herdenkingen: de twee stichtingspogingen van de stad,
de dag van de vlag en de aanwijzing van de stad als federale hoofdstad. Het is
meestal het middelpunt van toeterende auto's na een voetbaloverwinning. Onze
wandeling eindigt bij de Kathedraal Metropolitana aan de Plaza de Mayo. Een kerk met een
19e eeuws empirestijl
uiterlijk, maar met een geschiedenis die begint in de 18e eeuw. In de kerk is
het praalgraf van Generaal San Martin, de held van de bevrijding van Argentinië,
Chili en Peru. Er staan twee soldaten op wacht. Net als we de kerk uit willen
gaan, komt er een groepje soldaten binnen gemarcheerd om de wacht af te lossen. We nemen een taxi terug naar het hotel. Begin van de avond drinken we een lekkere cocktail in de bar gevolgd door een heerlijk diner. Na
het eten nemen we een taxi naar de wijk Constitución. We gaan naar een Milonga.
Dat is een tango-avond waar de Porteńos zich helemaal kunnen uitleven in hun
favoriete dans. Onze taxi-chauffeur rijdt nog harder en roekelozer dan de meeste
die we dusver gehad hebben. Hij haalt links en rechts in schampt bijna andere
auto’s het doet ons hart een paar keer overslaan. De Milonga is populair bij
jong en oud. De milonga, Nińo Bien, genaamd, vindt plaats in de grote zaal van
een buurtcentrum. Een diskjockey draait de tango-klassiekers en alle heren doen
hun best met de dame van hun keuze. Heel gemoedelijk, iedereen heeft het reuze
naar zijn zin. Sommigen doen een paar dansjes en gaan weer weg. Anderen zijn
niet van de dansvloer te slaan. We blijven een paar uurtjes en kijken onze ogen
uit. Weer:
grijze dag met pittige buien. Ook opklaringen en droge perioden. 19 graden
|