Patagonia |
deel 6 |
|
Donderdag 9 maart 2006 We
krijgen een zeer simpel ontbijt in de jeugdherberg. We zitten tussen mensen, die
allemaal grootse wandelplannen hebben voor vandaag. Het weer ziet er ook veel
belovend uit. Het is zonnig en helder. De bergtoppen zijn goed te zien. Daarna doen we wat kleine
boodschapjes in het dorp voor de wandeling. Ook El
Chaltén is helemaal op toerisme ingesteld. In nog sterkere mate dan El
Calafate. Het bestaat pas sinds 1984. Door de wat geďsoleerde ligging en omdat
je hier alleen aan bergactiviteiten (wandelen, klimmen, paardrijden) kunt doen,
is het toerisme minder massaal en wat avontuurlijker. En dat merk je aan het
publiek: veel backpackers met trekkinguitrusting. Chaltén heeft geen banken,
geen postkantoor en ook geen geldautomaten. Credit Cards worden slecht
mondjesmaat geaccepteerd. Er is wel een internetcafé. We rijden over een
onverharde hobbelweg naar de Hosteria del Pilar, die zo'n 15km buiten El
Chaltén ligt aan de Rio Blanco. Hier parkeren we en nemen het wandelpad langs de Rio Blanco. Het pad gaat
eerst vlak door het rivier dal en dan geleidelijk omhoog door een Lengabos. We
hebben van begin af aan prachtige uitzichten op de gletsjer Piedras Blancas en de bergtoppen
Cerro Fitzroy en Poincenot. De FitzRoy is een van de hoogste toppen in de
omgeving (Cerro Torre is hoger). Het is echt onbeschrijfelijk mooi. We lopen tot we bij een uitzichtpunt
komen met een zicht op een ijsmeertje waar de gletsjer in uitkomt. We zien op
eens een groot stuk ijs afbreken en een lawine veroorzaken. We zijn dan
anderhalf uur onderweg. Dan steekt de wind op en komen er wolken rond de
bergtoppen en raken we het zicht op de toppen kwijt. Dat gebeurt hier elke dag:
mooi uitzicht tot ongeveer een uur of half
twaalf. We eten onze proviand op en keren terug. Bij de auto komen we twee
andere wandelaars tegen. Een Amerikaan en een Finse jongen. We bieden ze een
lift aan naar El Chalten. We eten een pizza in
de micro-brouwerij El Bodegon. 's Middags doen we niet al te veel. We
drinken aan het eind van de dag weer een eigen brouwsel van de microbrouwerij. 's
avonds eten bij Bistro Fuegi. Heerlijk eten en de tent zit vol. Dat kunnen niet
alle restaurants zeggen. Ook hier is het seizoen duidelijk aflopend. Sommige zaken
gaan al helemaal niet open. Weer:
zonnig. Na 11 uur wind en meer wolken. Temp. 8 tot 12 graden. Vrijdag 10 maart 2006 Na
het basale onbijt gaan we op weg naar El Calafate. De reis verloopt voorspoedig.
Eerst langs Lago Viedma met het prachtige zicht op de besneeuwde bergen Cerro
Torre, Poincenot en Fitzroy in de achteruitkijkspiegel. Daarna over Ruta 40 door
het dorre lege landschap met hier en daar een boerderijtje. We drinken weer wat
in het confiteriaatje in the middle of nowhere met de stier en de lama. Daarna
is het nog anderhalf uur hobbelen naar El Calafate. Een klein stukje mogen we al
over de nieuwe geasfalteerde weg. In El Calafate lunchen we bij Casimiro Bigual
café op het terras in de zon. Heerlijke temperatuur. We sturen een e-mail naar
huis en drinken nog wat op een terras. Dan gaan we naar het vliegveld om de auto
in te leveren. We hebben immers nog wat te regelen vanwege de beschadiging aan
de auto van 3 dagen geleden. We zijn er drie uur voor
vertrek. We willen eerst inchecken, maar dat gaat niet. Het vliegveld is een
chaos. Er zijn vluchten geannuleerd, vanwege - wat we later via een ander
Nederlands mannenstel horen - een 24 uurs staking van de piloten van Aerolíneas
Argentinas. De staking is om 12 uur vanmiddag beëindigd en men probeert de
achterstallige vluchten toch nog uit te voeren. Het grondpersoneel weet echter
niets over de vertrektijden en de passagiers van een geannuleerde vlucht zijn
ziedend omdat er geen plaats is op de vluchten, die wel door gaan - zoals de
onze. We leveren dan eerst maar de auto in. De schade wordt geschat op zo'n 584
dollar en die moeten we echt betalen boven op de huur. We hadden een eigen
risico van 3200 pesos (± US$1100) en dat is hier niet vooraf afkoopbaar (en
achteraf natuurlijk helemaal niet). Een zure appel, waar we
doorheen moeten bijten. We proberen dan toch in te checken, waar het
baliepersoneel niet veel heil in ziet. Na een babbel met de
supervisor kan dat toch, zonder garantie over of en wanneer we kunnen vliegen.
Rond zeven uur vertelt een Amerikaanse medepassagier dat de aankomsttijd van ons
toestel om 2.30 uur is voorzien en het vertrek een half uur later. Even later
krijg ik dat bevestigd door het baliepersoneel. Dat betekent nog
8 uur wachten. Als de passagiers voor een vlucht naar Ushaia en de
passagiers voor een andere vlucht naar Buenos Aires (met het zestal luidruchtige
Nederlanders die we nu voor de derde keer tegenkomen - in Ushaia, Perito Moreno
en nu weer ) wordt het stil op het vliegveld. We brengen de tijd door met twee Amerikanen
en een Duitser. En proberen ons een beetje te vermaken, maar na een paar uur
weet je ook niet meer wat je elkaar nog te vertellen hebt. We hebben wel
bewondering voor het personeel achter de balie en van de cafetaria. Die blijven
ook en worden niet afgelost. Aerolíneas houdt haar woord: om 2 uur mogen we
door de veiligheidscheck en om 2.30 uur landt er een heus vliegtuig. Binnen een half uur
zitten we erin en vliegen we naar Trelew, waar we om 4.30 aankomen. We nemen een
taxi, die ons in recordtijd naar het hotel rijdt en om 5 uur liggen we dan
eindelijk in bed. Weer:
21 graden zonnig Zaterdag 11 maart 2006 We
worden om 10 uur wakker in Hotel Galicia en kunnen nog net gebruik maken van het
karige ontbijt. Half slaapdronken bellen we Hertz - dat vannacht niet meer open
was op het vliegveld - en binnen vijf minuten staat de man van Hertz bij de
receptie. Hij rijdt ons naar het vliegveld waar onze auto staat. Het opmaken
van het contract gaat snel - te snel naar mijn smaak. We rijden terug naar
de stad. We zijn een stuk Noordelijker, dan de afgelopen weken en dat merk je
aan het weer. Het is zonnig en veel warmer dan in het zuiden. De jas kan uit en
de korte broek kan weer uit de koffer. We drinken koffie en bekijken het centrale
plein. Meer is er in Trelew
niet te bekijken. Trelew betekent in het Welsh "dorp van Lewis". Deze
streek is eind 19e eeuw gekoloniseerd door immigranten uit Wales en dat is nog
wel te merken. Het cultureel erfgoed wordt door de "Galeses"
gekoesterd. We lunchen bij La Eloisa en rijden naar Gaiman, zo'n 16 km
verderop, Dit is het
meest Welshe dorp van deze streek. In Gaiman wordt het culturele erfgoed gecultiveerd en
zijn oude gebouwen en gebruiken bewaard gebleven. Er wordt nog hier en daar
Cymric (de keltische taal van Wales) gesproken en er zijn veel Welshe theehuizen. We doen eerst de
sights: een
ongebruikte spoorwegtunnel waar we doorheen kunnen rijden, de eerste middelbare
school van Patagonië, het oude postkantoor en het eerste huis van Gaiman uit
1874. Daarna nog de kapel uit 1913, een protestantse sobere kerk. Dan gaan we
naar het meest bizarre attractiepunt: El Desafio (de Uitdaging). Een openlucht tentoonstelling
van afvalkunst, voornamelijk van PET-flessen en blikjes, gemaakt door de
kunstenaar Joaquin Alonso. Een bizarre ervaring om door dit toch aanzienlijke
parkje aan de oever van de Rio Chubut te lopen waar Alonso ontelbare flessen en blikjes heeft verwerkt,
gelardeerd met allerlei tegeltjeswijsheden. De kunstenaar heet ons welkom en
wijst ons de weg. Daarna is het tijd voor afternoon tea in een van de theehuizen. We
kiezen voor Ty
Nain. Een zeer smaakvol ingericht museumachtig etablissement. Echt
surrealistisch. Je waant je in begin twintigste eeuws Wales, maar dan in
snikheet Patagonië. De thee en de taartjes (met name de zwartebessen taart)
smaken heerlijk en worden - zonder dat we een bestelling hoeven op te geven -
vriendelijk geserveerd door twee oude dames. We
worden nog - voor het eerst deze reis - geattendeerd op het feit dat Nederland een Argentijnse prinses heeft,
ons aller Maxima. We
rijden terug naar Trelew. 's Avonds gaan we uit eten bij La Vieja Molina. Een tent met potentie, in een
oude watermolen, maar het meubilair is totaal fout. In een glazen uitbouw staat de
asador,
de traditionele Argentijnse gril te
vlammen. De schapen of varkens worden hierbij aan een kruis opgespannen en
worden urenlang langzaam gegrild. Het eten is prima, net als de bediening. Na afloop drinken
we nog een cocktail op een terras. Zondag 12 maart 2006 Voor dat we naar het ontbijt gaan, zien we op de TV dat er een integraal verslag wordt uitgezonden van PSV-Ajax. De Argentijnen zijn voetbalgek, dat is weer eens bewezen! Na het ontbijt rijden we eerst in zuidelijke richting naar Punta Tombo. De afstand valt een beetje tegen, vooral ook omdat we meer dan 80km over onverharde weg moeten rijden. Daar aangekomen kunnen we een pinguďnkolonie bekijken. We moeten entree betalen en mogen dan langzaam naar het parkeerterrein rijden. De pinguďns zijn helemaal niet schuw: er staat één ons al op de parkeerplaats op te wachten. Er zitten op het strand honderden pinguďns en in de duinen ook. Het is een leuk de pinguďns te zien waggelen en het ruime sop kiezen. Het gaat hier net als bij Ushaia en Chiloé om Magellan pinguďns. Het strand en een groot deel van de duinen is afgeschermd voor mensen en de pinguďns kunnen onder een brug door vanuit de duinen het strand bereiken. De wandelpaden lopen door de duinen en over de rotsen, die uitzicht bieden op het strand. We lopen nog wat rond, zien nog en Guanaco en eten een burgertje in de cantina van het bezoekerscentrum. We zijn duidelijk niet de enigen hier op zondag morgen. Grote tourbussen hebben deze kolonie ook als stop op hun programma. Dan maar weer noordwaarts naar Puerto Madryn, via Trelew. Ook dat is weer een flinke rit. Eerst 80km onverhard en dan over de RN 3 naar Puerto Madryn. De bewegwijzering in Argentinië is op z'n best matig te noemen. De afstanden kloppen vaak niet en soms verdwijnen bestemmingen van de borden om later weer terug te komen. We komen rond half vier in Madryn aan vinden een kamer in hotel Aguas Mansas, vlak bij het strand. Het hotel heeft ook nog een eigen zwembad. Op het strand is een windsurfwedstrijd gaande, begeleid door muziek van jeugdbandjes. We lopen de boulevard af richting centrum. De boulevard is een beetje verlopen en verwaarloosd. Het centrum heeft wel een aantal aardige winkels, bars en restaurants. 's avonds doen we een cocktail in het
alleraardigste café Margherita op de hoek van Roque Sáenz Peńa en Av. Roca, waarna we heerlijk eten in een
Baskisch
restaurant, waar we ons een wijn van 30 pesos laten aanpraten. Dat is behoorlijk
prijzig voor Argentijnse begrippen, maar hij is wel lekker. Net als de tapas en
de langoustines overigens. We nemen een taxi terug naar het hotel.
|