Patagonia |
deel 5 |
|
Zondag 5 maart 2006 We
staan vroeg op, want vandaag nemen we de bus naar El Calafate in Argentinie. De
bus vertrekt om 8.30 en we moeten een half uur van te voren bij het kantoor van
de busmaatschappij aanwezig zijn. We gaan met Cootra, die dagelijks een busdienst onderhoudt
met El Calafate. Voor vertrek verschijnt er een mannetje met een handkar bij de
bus, die versnaperingen voor onderweg wil verkopen. De buschauffeur is een oudere man, die constant in gesprek is
via zijn boordradio met andere chauffeurs en god mag weten wie. Verder claxonneert
hij bij elk kapelletje langs de weg. Bovendien rijdt hij meestal aan de
linkerkant van de weg. In het zeldzame geval van een tegenligger gaat hij op,
naar wat lijkt, het allerlaatste moment naar
rechts. Na 30 km zijn we bij de grens met Argentinië. Bij de grens moeten we allemaal uit de bus langs de Chileense
grenspolitie. We krijgen hier een uitreisstempel. De zoveelste (en de laatste)
op deze reis. Dan rijden we drie kilometer verder naar de Argentijnse grenspost voor nog een
stempel. Een dame in onze bus had van de Chilenen geen uitreisstempel gekregen en dat geeft
problemen. Ze moet met de chauffeur terug om dat te regelen.
Aan de grens worden we nog even aan de Falklandoorlog van 1982 herinnerd.
Prominent staat aan de kant van de weg een groot bord met de tekst: "Las
Malvinas son Argentinas" (De Falklands zijn van Argentinië). Vervolgens rijden
non-stop we via goede en slechte wegen door de eindeloze
Patagonische pampa's. Heel weinig verkeer en hier en daar wat schapen.
De verlatenheid en de ruimte zijn indrukwekkend. Het weer was in Chili slecht, maar aan de
Argentijnse kant wordt het steeds beter, totdat zelfs de zon fel gaat schijnen. In
El Calafate komen we om 14 uur aan. Met een taxi rijden we in een paar minuten
voor AR$ 3 (€0,80) naar het hotel Frai
Toluca. Het hotel ligt mooi op een heuvel en alle kamers hebben uitzicht
over het stadje en het Lago Argentino, het grootste meer van het land. Calafate
is een merkwaardig plaatsje. Het is gecentreerd rond een lange boulevard, de
Libertador, waarvandaan kleine zijstraten ongepland naar beneden naar het Lago
Argentino lopen of bergopwaarts de andere kant op. El Calafate bestaat bij de
gratie van de toeristen. Alle middenstand is daarop gericht: hotels,
restaurants, souvenirs, buitensport artikelen en tour operators. Die toeristen
komen voornamelijk voor het Nationaal
Park Los Glaciares, met zijn vele gletsjers. El Calafate ligt op een uur
rijden van de zuidelijke sector van dit Park met de bekende gletsjers Perito
Moreno en Upsala. 's
middags boeken we een gletsjer mini-trekking op de Perito Moreno voor morgen (bij
Hielo y Aventura)
en informeren we bij Fernandez
Campbell over de boottocht naar Upsala gletsjer. Die tocht duurt een hele
dag en kan vreemd genoeg slechts een dag van tevoren worden geboekt. Later halen we de auto op bij Hertz
(Chevrolet Corsa). We kopen een mate potje. Mate is een soort theeprutteltje, dat wordt getrokken van gedroogde Yerba-bladeren afkomstig van de altijd groene Ilex Paraguayensis-boom. Argentijnen lijken hier - vrijwel altijd en overal - eindeloos aan te lurken. Het is een heel ritueel, waar Argentijnen serieus mee omgaan. De potjes, matecitos genoemd, zijn gemaakt van een uitgeholde kalebas van de Lagenaria Vulgaris met een stalen rietje (bombilla) zijn een echt souvenir. In de supermarkt kopen we ook een pak Mate. Benieuwd hoe dat gaat smaken. De matecito moet voor de helft gevuld worden met mate. Vervolgens giet je heet (maar niet kokend) water langs het rietje in de Matecito, zodat de mate van onderaf nat wordt. Voor de zekerheid moeten er ook een paar lepels suiker bij - ook als je zoals wij geen zoetekauw bent. Vervolgens moet je voorzichtig aan het rietje lurken (niet te hard, het is geen milkshake!) en de matecito doorgeven. Van tijd tot tijd moet het water aangevuld worden. Dit gaat zo door tot de mate is uitgeput. In café's en winkels kunnen de Mate-drinkers (Materos) hun thermosfles met heet water voor een klein bedrag bijvullen. Wij vinden het erg bitter. Je zult het wel moeten leren drinken. We gaan terug naar het hotel en zappen wat met de TV. Verbazingwekkend hoeveel voetbalkanalen er zijn. Er zijn zelfs zenders - kennelijk niet in het bezit van de uitzendrechten voor een direct wedstrijdverslag - die alleen beelden uitzenden van het publiek, begeleid door een radioverslag van de wedstrijd. Later laten ze wel de doelpunten of een samenvatting zien. Er is ook veel buitenlands voetbal op tv, met name uit Europa. Niet alleen Spanje, Engeland en Italië wordt gevolgd, maar ook Nederland. In Chili hadden we al de doelpunten van Feyenoord tegen Sparta gezien! 's avonds eten we in het
Michelangelo hotel. Prima eten voor relatief weinig geld (AR$93 of €25 voor 3
gangen voor twee personen en een fles wijn ). Daarna lopen we terug naar het hotel. Maandag 6 maart 2006 We
rijden met onze auto in westelijke richting de stad uit. Het is zonnig en de
temperatuur loopt op van 7 naar 15 graden. Als we in de buurt van het Nationaal
Park Los Glaciares komen wordt het bewolkt en daalt de temperatuur weer. We
rijden naar de pier van Hielo y
Aventura. Om tien uur gaan we aan boord van een
klein bootje dat ons naar het beginpunt van onze mini-trekking over de gletsjer
Perito Moreno vaart. Tot ons verdriet zien we het clubje luidruchtige
Nederlanders terug, die we 10 dagen eerder in Ushaia op Vuurland in ons hotel
hebben meegemaakt. We gaan aan de overkant van de
Brazo Rico, een zijarm van het Lago Argentino aan land. Hier krijgen we een instructie en een inleiding over hoe en
wat van de gletsjer Perito Moreno. De gletsjer is stabiel, in balans, zo heet
het. Hij groeit niet maar komt wel naar voren, met zo'n paar meter per dag. De
snuit van de gletsjer heeft nu de overkant van het meer bereikt en sluit de
Brazo Rico af van de rest van het Lago Argentino. Het peil van de Brazo is nu al
7 meter hoger dan dat van het meer en men verwacht dat de gletsjerdam binnenkort
zal breken, zodat het proces weer overnieuw start. [Uiteindelijk gebeurt dat op
13 maart. Het wordt
rechtstreeks op TV uitgezonden]. De Perito Moreno wordt gevoed
vanuit het Zuidelijk Patagonisch IJsveld, een ijsgebied van wel 22.000 km². Tijdens de verhandeling op het strand
aan het meer horen we ineens een ontzettend geraas. Het lijkt wel een
donderslag. Het is een grote brok ijs die afbreekt en een grote golf
veroorzaakt. We wandelen naar de voet van de gletsjer en krijgen onze crampons aangebonden.
Dan gaan we de gletsjer op, achter de gidsen aan. We moeten een enkele rij
vormen en hem volgen. Zo voorkom je dat je in een scheur of gat valt. We zien diverse crevassen, gaten en wat dies meer
zij. Het is een leuke klim de gletsjer op en niet echt moeilijk. Op het eind van
de twee uur durende tocht krijgen we midden op de gletsjer een whisky on the rocks met
eeuwenoud gletsjer ijs aangeboden. We
lopen terug de gletsjer af naar een refugio of trekkershut. Daar eten we ons lunchpakket op en
wachten op de boot die ons op gaat halen. Intussen kijken we naar de gletsjer
die af en toe onder groot geraas afkalft. Om drie uur zijn we weer aan de
overkant. Dan rijden we nog naar de uitzichtbalkons om de gletsjer ook van
boven te zien en vanaf de Lago Argentino kant. Het is er druk. We
rijden terug naar Calafate en brengen onze was bij de wasserij. We moeten de was
verdelen over kratten. De prijs wordt per krat berekend. Morgen is het klaar. We drinken een
biertje op een terras van Casimiro Bigua voordat we teruggaan naar het hotel. 's avonds eten we
bij La Pura
Vida. Een relaxt wat alternatief eettentje, loungebar en restaurant, dat een
flink eind uit het centrum aan de Avenida Libertador ligt . Lekker
eten, maar wel machtig en de porties zijn weer genereus. Weer:
in Calafate zonnig 20 graden. Bij de gletsjer 12 graden en zo nu en dan wat regen. Dinsdag 7 maart 2006 We
staan vroeg op en gaan om kwart over zeven de deur uit om naar de haven Puerto
Banderas aan het Lago Argentino te rijden. Het is ongeveer drie kwartier rijden
vanaf El Calafate. Vandaar zullen we een boottocht naar
de Upsala gletsjer maken. We zijn er veel te vroeg en moeten een half uur
wachten voordat we op de boot van Fernandez Campbell kunnen inschepen. We varen
met een catamaran de zijarmen van het meer op. Eerst varen we naar de Spegazinni
gletsjer. Die zestig meter boven het ijs uitsteekt. De gletsjer trekt zich niet
terug, hetgeen veel gletsjers al eeuwen doen. In tegendeel, de snuit van de
gletsjer lijkt te groeien. De gletsjers is 25km lang en heeft een oppervlak van
66km². Door de omgeving ziet deze gletsjer er prachtig uit. Er naast ligt
de Seco gletsjer, die duidelijk wel een terugtrekkende beweging maakt. Boven op het buitendek is het
behoorlijk fris en er staat een strakke ijzige wind. Het zicht op het blauwe ijs
is prachtig. De blauwe kleur ontstaat doordat de zuurstof door de enorme
eeuwenlange druk, uit het ijs is geperst en het ijs daarom enorm compact is
geworden. Er zijn ook bruine gedeelten. Die kleur is afkomstig van gruis, dat de
gletsjer van het gesteente heeft afgesleten. Na een paar keer langs de snuit van de gletsjer te zijn gevaren
zetten we koers op de Upsala gletsjer, de grootste gletsjer van het Glaciares
Nationaal Park. Deze is echter niet zo hoog als de anderen, maar wel veel
breder. Hij heeft een oppervlak van 1000km². Er breekt zo nu en dan wat af. We varen tussen allerlei gigantische
ijsbergen door die door de stroming en de wind van de gletsjers afdrijven. Na
een tijdje bij de Upsala gedobberd te hebben varen we door naar Onelli baai.
Hier mogen we van boord en onder leiding van een gids worden we door een
beschermd bos (op het pad blijven, verboden te roken) naar het Onelli meer
geleid, dat middels een rivier met Lago Argentino is verbonden. In het Onelli
meer komen drie gletsjers uit (Onelli, Bolado, Agassiz) die een grote hoeveelheid ijsbegen produceren, die
zich in een hoek van het meer ophopen en daar dan smelten. Het is een
fascinerend gezicht. Er staat hier wel een ontzettend harde en
koude wind. Het blijkt hoe moeilijk het is om in dit soort omgeving afstanden te
schatten. Onze gids vertelt dat de Onelli gletsjer 11km van ons is verwijderd.
Het lijkt veel en veel minder. Hier mogen we een
uurtje vertoeven om o.a. foto's te nemen. Dat doen ook de officiële fotografen van
Fernandez Campbell. Deze foto's worden later aan boord vertoond en zijn uiteraard te koop.
Terug aan boord valt iedereen in een diepe slaap, behalve de
fotografen, die hun foto's aan de man brengen. Na twee en half uur zijn we weer
terug in de haven. We rijden over lege wegen terug naar El Calafate en halen de was
op. Twee mandjes voor tien pesos per per stuk. Alles dus (keurig gevouwen, maar
niet gestreken) voor nog geen zes euro!! '
s avonds eten we Casimiro Bigua Parrilla. Een smaakvol ingericht restaurant,
modern met vlotte attente (en mooie) bediening en lekker eten en wijn. Iets wat je in een
grote stad zou verwachten. We lopen na afloop weer naar boven de heuvel op naar
ons hotel. Weer:
koud, 12 graden max. Zo nu en dan regen. Woensdag
8 maart 2006
Na
het ontbijt ontdekken we dat onze auto (links voor) is aangereden. Heel vervelend. We rijden
naar Hertz, waar men ons aanraadt om aangifte te doen bij de politie. Dan doen we dan
maar. We worden vlot geholpen en onze aangifte wordt opgenomen door een jonge,
vriendelijke, behulpzame en
knappe agent. Helaas nog niet zo ervaren, want twee collega's moeten de aangifte
verbeteren en ik haal er zelf ook nog twee fouten uit. Dan begint een
merkwaardig proces. Ik moet eerst naar een provinciaal kantoor voor een
stortingsformulier voor een soort zegelrecht. In het kantoor zit een man achter
een tafeltje mistroostig voor zich uit te staren. Ik laat een kladbriefje zien dat ik van de politie heb gekregen en
zonder wat te zeggen krijg ik het stortingsformulier toegeschoven. Dan moet ik
naar de Banco Santa Cruz om te betalen. Dat duurt een uur. Er is een zeer lange
rij voor maar een loket. Dit is te wijten aan een complex probleem, waaraan
gewerkt wordt - aldus een aanplakbiljet. Dan weer terug naar de politie om de
aangifte in ontvangst te nemen compleet met stempels. Dan
kunnen we eindelijk op weg naar El
Chalten. Als we van de provinciale weg RP-11 de
Nationale Ruta 40 opdraaien , denken we eerst dat we verkeerd zitten, zo slecht
is de weg. Er wordt aan gewerkt. Enkele meters naast de weg is het nieuwe
parcours te onderkennen. Na zo'n veertig kilometer kunnen we het nieuwe asfalt op. Dit
genoegen is van korte duur, want na zo'n twintig km begint de onverharde weg
ofwel de Ripio weer. Bij Hertz had men ons op het hart gedrukt op Ripios
niet harder dan 60km/u te rijden. Wij zijn al blij als we de 40 halen. De
kuilen, stenen en "wasbordjes" laten geen hoge snelheden toe. De weg
blijft slecht en we komen geen enkel dorp tegen. Na een dik uur komen we bij een
boerderijtje dat ook dienst doet als Confiteria. Helemaal in the middle of
nowhere krijgen we een paar pizza punten voorgezet. In de voortuin grazen een jonge stier
en een Guanaco vredig naast elkaar. Een oude opa zit er bij. We rijden weer
verder en na een tijdje komen we bij het Lago Viedma. Het is een prachtig gezicht
om het
blauwe meer tegen de achtergrond van de bruine met sneeuw bedekte bergen
te zien. Inmiddels zijn we op een onlangs keurig geasfalteerde weg gekomen. We slaan linksaf de RP23 op naar El
Chalten, die al een al even perfect wegdek heeft.
Dan is het nog 90 km langs het meer. In de verte doemen de met sneeuw bedekte
bergentoppen op: de Cerro Torre en de Cerro FitzRoy. Prachtige fotostopmomenten. Helaas houdt de goede weg zo'n
25 kilometer voor
El Chaltén op en moeten we weer over de keien en hobbels van de ripio verder. In
het kleine El Chaltén vinden we snel de jeugdherberg Condor de los
Andes, waar
we een tweepersoons kamer met eigen badkamer hebben gereserveerd. De eigenaar beveelt
nog een tochtje
aan naar de waterval hetgeen we ook doen. De Chorillo del Salto is klein maar
fijn en makkelijk te bereiken. In El Chalten is het behoorlijk fris, zo'n 12 graden. Later koelt het af
tot 5. We drinken een huisgebrouwen biertje in de microbrouwerij en eethuisje El
Bodegón en 's avonds
eten we bij Patagonic. Wel aardig eten, maar service door een oudere jongere man
is nogal traag. Zijn ouders staan in de keuken. We verlaten de tent na het
hoofdgerecht en
gaan koffiedrinken in een ander restaurantje, dat gerund wordt door twee jongens,
waarvan er een Nederlands spreekt. Hij heeft gewoond in Alkmaar en gewerkt in
Heiloo en Haarlem. Al gauw gaat het gesprek, zoals zo vaak hier over de
aanstaande WK voetbal, waarin Argentinië en Nederland elkaar gaan treffen. Onze
gesprekspartner volgt de prestaties van AZ nog regelmatig en weet dat ze het
goed doen. De Argentijnse hoop is nu op Messi gevestigd, die we vorig jaar op de
WK onder 20 jaar zagen spelen. Verder is ook Riquelme een gevaarlijke speler.
Deze jongens zijn fan van Boca Juniors en Independiente. We
lopen terug naar het hostel en gaan naar bed. Morgen wacht er weer een wandeling. Weer:
onderweg regent het . Koude harde wind. Max 13 graden. In Chalten nog iets
kouder.
|