deel 1

Zaterdag 25 augustus 2007

Rotterdam - Amsterdam - Edinburgh: ruim 5 uur onderweg 

We nemen de trein van 8.29 vanaf Rotterdam Centraal naar Schiphol, waar we 45 minuten later alweer aankomen. Onze vlucht van EasyJet naar Edinburgh vertrekt om 12.30 en de check-in begint twee uur van te voren. Onze koffers zijn zwaarder dan de toegestane 20kg, maar gelukkig wordt er niets over gezegd. Officieel moeten we 9 euro per extra kilo betalen en we zaten 6 kilo boven het gezamenlijke maximum van 40. Om 12 uur kunnen we naar gate H1 op de speciale pier voor goedkope vluchten. De wachtende passagiers worden in groepen ingedeeld, naar tijdstip van check-in. Wij hebben betaald voor speed boarding en komen met nog 4 anderen in een aparte groep. We moeten vanaf de gate een klein stukje lopen naar het toestel. We mogen als eerste het vliegtuig in en gaan meteen op de eerste rij zitten. Ruim en comfortabel, wat met Erik's lengte (2.02m) geen overbodige luxe is. De vlucht gaat zonder problemen. Een flesje water kost 2 euro. Een kwartier voor op het schema landen we om 12.45 in Edinburgh. Na het ophalen van de koffer halen lopen we naar de balie van Hertz. De auto staat op een parkeerterrein, waar we met een gratis shuttle bus heen worden gereden. Er is een schade aan het linker voorwiel, maar die was al bekend bij Hertz. We rijden naar Ravensdown Guest House, waar we een - naar blijkt een wel zeer kleine -  kamer hebben gereserveerd. De eigenaar spreekt Nederlands, omdat zij vrouw Nederlandse is. We gaan met de bus de stad in. Met de auto kom je in Edinburgh niet ver. Het is ontzettend druk op straat vanwege het Edinburgh International Festival. Dit is een groot cultureel festival met duizenden voorstellingen gedurende drie weken in Augustus. Naast het officiële festival (klassieke muziek, opera, toneel, ballet etc) is er ook de Edinburgh Fringe, een meer alternatief festival, dat inmiddels net zo groot is qua omvang. Op straat werven artiesten en folderaars toeschouwers voor hun shows. Er zijn ook heel veel straatartiesten actief. Het is zonnig en lekker warm. We kopen kaartjes voor een show in de Assembly Rooms, die deel uit maakt van het Fringe festival.. Het is een komische dansshow door een Koreaanse groep en heet Break out. De groep staat al voor de derde keer op het festivalprogramma. Het is een vrolijk en komische break dance voorstelling. Heel leuk gedaan. We willen daarna wat gaan eten, maar veel restaurants zijn afgeladen vol. We vinden een plek in de beneden etage van een Mexicaan.  Daarna wandelen we wat door de oude stad en langs het Edinburgh Castle, waar de Edinburgh Military Tattoo (Taptoe) wordt gehouden. Na afloop is er vuurwerk. We lopen door naar de New Town, waar in de Gay Triangle een drankje drinken in de trendy bar Street. We nemen de bus weer terug naar het Guest House. 

Weer: zonnig 21 graden

Zondag 26 augustus 2007

Edinburgh - St Andrews - Kingussie: 245km

Het is weer een zonnige dag, maar iets koeler dan gisteren. Na het Schotse ontbijt rijden we de stad uit. We gaan over de Forth Bridge, de grote tolbrug over de Firth of Forth. Een firth is een zeearm. Naast de tolbrug ligt een bijzondere spoorbrug. De spoorbrug is tussen 1883 en 1890 gebouwd en geldt als een van grootste prestaties op constructiegebied uit het Victoriaanse tijdperk. Er zit 50.000 ton staal in het onderhoud vergt een spreekwoordelijke inspanning - "it's like painting the Forth Bridge" is een Schotse uitdrukking geworden.  De tolbrug is een hangbrug naar Amerikaans voorbeeld en maakte in 1964 een einde aan een 900 jaar oude veerverbinding. We rijden verder richting de East Neuk (echt waar!) streek, ten noordoosten van Edinburgh in het graafschap Fife. We rijden langs de Fife Coastal Tourist route en komen rond het middaguur in St Andrews. Dit middeleeuwse universiteitsstadje is een kort bezoek waard. We eten in de Glass House en bezoeken daarna de ruïne van de middeleeuwse kathedraal (1160). Tijdens de kerkreformatie werd de kerk in 1559 bestormt en verwoest. Tot 1820 werden nog stenen van de ruïne voor andere bouwwerken gebruikt. Nu is de ruïne een monument. Ik beklim de Rudell toren, vanwaar het uitzicht over het stadje en omgeving prachtig is. Vervolgens rijden we naar de Royal & Ancient Golf Club en de beroemde golfbaan bij het strand. St Andrews heeft een enorme reputatie in de golfwereld. Hier wordt in de club, die in 1754 werd opgericht, nog altijd over de regels van de sport beslist. 

We rijden naar Kingussie via Perth. Het is zo 'n 165 km en twee uur rijden over brede 2 baanswegen. In Kingussie logeren wij in the Auld Poor House bij Paulene and Gordon. We krijgen een ruime kamer met d/wc. We gaan na een korte pauze naar het dorp, doen wat inkopen en drinken en biertje in de pub. Meteen valt op de de pub geheel rookvrij is - een verademing. Sinds anderhalf jaar is roken verboden in openbare gelegenheden inclusief de horeca. 's avonds eten we in het Silverfjord restaurant. Goed eten, dat geserveerd wordt door een vriendelijke, knappe, maar enigszins onzekere en onervaren ober. Als we terug komen bij het Guest House zien we dat de rechtervoorband zacht is geworden. We besluiten naar een tank station te rijden om de band op te pompen, maar na een paar km wordt de band steeds zachter. We wisselen de band aan de kant van de weg en bellen Hertz. We worden doorverbonden met de AA (de Engelse wegenwacht). We krijgen te horen dat we morgen Hertz tijdens kantooruren moeten bellen zolang we geen echte breakdown hebben.

Weer: zonnig, 18 graden bij St Andrew's. In Kingussie 12 graden.

Maandag 27 augustus 2007

Na het ontbijt gaan we gewapend met een lunchpakket van Paulene naar het Glenmore Forest in het Cairngorms National Park. Bij het visitor centre krijgen we nog suggesties voor een route die ons naar de top van Meall' a Bhuachallie (2654ft/795m) gaat voeren. De klim gaat geleidelijk omhoog met hier en daar steile stukken. Na korte tijd zijn we boven de boomgrens en komen we op een heide, waar het helemaal stil is. Geen mensen, geen dieren, geen vogels. We klimmen naar de top waar het behoorlijk waait. We vinden beschutting achter een muur van gestapelde leistenen. Daar eten we onze sandwiches op. Dan zetten we door naar beneden langs de andere kant van de berg. Het begint te regenen, eerst licht, daarna heviger en het zicht wordt erg beperkt. Als we beneden in het dal zijn is het weer wat droger. We lopen dan nog een uur voor we weer terug zijn bij de auto. Daar worden we aangevallen door zwermen kleine mugjes, midges, die vervelend steken. In de winkel bij het bezoekerscentrum wordt ons skin moisteriser aangeprezen, die goed moet werken als anti-muggenmiddel. Als ik wat verbaasd kijk zegt de verkoper: "Zelfs het leger gebruikt het tegenwoordig". Dan zal het wel goed zijn. En het blijkt inderdaad uitstekend te helpen.  Moe maar voldaan rijden we terug naar ons Guest House. Na een douche en een pauze rijden we terug om een ritje met de Cairngorms Mountain railway te maken. Dit is een bergbaantje naar de top van de Cairngorm Mountain, waar op ruim 1000 meter hoogte een uitzichtpaviljoen staat. De aanleg van het bergbaantje was zeer omstreden bij de milieubeweging, omdat het het landschap zou aantasten. Tijdens de rit naar boven wordt er herhaaldelijk gewezen hoe milieubewust de baan geëxploiteerd wordt. Zo vaak zelfs dat je eraan gaat twijfelen. Je mag om milieu redenen het uitzichtpaviljoen niet uit. Het zicht is redelijk, maar er is op afstand veel bewolking. Het is erg koud boven: zo'n 5 of 6 graden. We nemen het treintje terug naar beneden en worden weer verwelkomd door de midges. We eten 's avonds in het guest house, waar Paulene haar best heeft gedaan op de maaltijd.

Weer: eerst bewolkt en droog, daarna periodes met regen, afgewisseld met opklaringen 12 graden.

Dinsdag 28 augustus 2007

Kingussie - Craigellachie: 80km

Na het ontbijt rijden we naar Aberlour. Hier drinken we (een zeer slechte) capucino in het Aberlour hotel. We bellen naar de plaatselijke Aberlour whisky distilleerderij om te reserveren voor een rondleiding. Die begint om 10.30 ('s middags is er nog een). De tour duurt twee uur en Julian, onze gids, vertelt ons op levendige wijze hoe Whisky is ontstaan, de verschillende gebeurtenissen, die van invloed zijn geweest op de bedrijfstak en geeft tijdens de rondleiding door het bedrijf uitleg over het distillatieproces. Aan het einde van de tour krijgen we een tutored nosing, ofwel een begeleide proeverij. We ruiken en proeven twee halffabrikaten (spirit en sherry cask) en daarna drie varieteiten van Aberlour producten. 10, 16 jaar oude single malt whisky en a'budhna, een speciale whisky volgens oud recept. We lunchen na dit drinkgelag in Mash Tun, een pub met restaurant.

We rijden dan naar Craigellachie, waar we verblijven in het Green Hall Gallery B&B. De alleraardigste gastheer Stewart verwelkomt ons, nadat we hem uit zijn middagslaapje hebben gewekt. 's Middags rijden we naar Banff aan de Grampian noordkust, om Duff House te gaan zien. Dit was ooit het stately home van de graven van Fife. Het gebouw is prachtig gerestaureerd in 1992 en opengesteld voor het publiek. Het oorspronkelijke interieur is verloren gegaan, maar met historische stukken en schilderijen in bruikleen van de National Gallery of Scotland probeert men de tijden van weleer (18 en 19e eeuw) weer levend te maken. Op de bovenetage is een tentoonstelling over het gebouw en de graven van Fife èn een gallerie met wisselende tentoonstellingen.  Na het bezoek aan het huis eten en drinken we wat in de tea room van Duff House, waarna we weer terugrijden naar het B&B. 's avonds drinken we een biertje in de Highlander Inn, waar we ook eten. De bar meals zijn helemaal niet zo slecht. We besluiten de avond heel passend met een paar single malt whisky's.

Weer : zonnige start, maar later bewolking. 's avonds een regenbui. Max 18 graden

 

Andere Reisverslagen
terug
verder