deel 6 |
||
Woensdag 12 september 2007 Vandaag maken we een wandeling met een gids door de stad. We worden opgewacht door Lucie, de directeur Pure Dead Brilliant Tours, die ons geld in ontvangst neemt en ons introduceert aan de gids. Michael, onze gids voor vandaag, komt stipt op tijd en gidst ons volgens een afgesproken route door Glasgow. We beginnen in Merchant City, het 18e eeuwse zakendistrict, dat recent weer tot leven is gekomen. We bezoeken Ramshorn Churchyard met als curiositeit met tralies beschermde graven, die in de 18e eeuw de grafschenners moesten tegenhouden, die lijken verzamelden voor de anatomische lessen aan de universiteit. Iets verderop lopen we door Candleriggs, een straat met daaraan de voormalige overdekte fruitmarkt, die nu allerlei eettentjes en café's herbergt. Glasgow Cross was ooit het centrum van Glasgow, tot de aanleg van een treinstation bij George Square het centrum van de stad deed verschuiven. We zien de Tolbooth Steeple staan, een kerktoren zonder kerk uit de 17e eeuw. We volgen de High Street richting de kathedraal, die staat op de plek van oorspronkelijke middeleeuwse nederzetting. Van die middeleeuwse kern is nog weinig over. Alleen de kathedraal en een voormalig hospitaal. Dat hospitaal, the Provand's Lordship is nu het oudste gebouw van Glasgow. De bouw van de kathedraal werd begonnen in het begin van de 13e eeuw en werd pas voltooid aan het einde van de 15 eeuw. Dankzij de gilden ontsnapte de kerk aan een beeldenstorm van de kerkhervormers in de 16e eeuw, een lot dat zovele andere kerken beschoren was. Daarom is het interieur van de kerk nog goed in tact. De kerk is gewijd aan St Mungo de schutspatroon en vermeende stichter van de stad. Symbolen van zijn legendarisch levensverhaal keren terug in het stadswapen: een vogel (die hij tot leven wekte), een bel (waarmee hij gelovigen tot gebed opriep) een boom (die hij spontaan liet ontvlammen) en een vis (die hij ving met de ring van een tot inkeer gekomen overspelig koningin in de bek). Naast de kathedraal is de Necropolis, het Pere Lachaise van Glasgow. Het is een heuvel met een grote verzameling grafmonumenten voor de welgestelde Glaswegians uit de 19e eeuw. We lopen de stad weer in naar het 19e eeuwse centrum rond George Square en Enoch Square. Aan George Square liggen de Victoriaanse City Chambers uit 1888, waar het stadsbestuur en de gemeenteraad zetelen. Op het plein zelf staan beelden van belangrijke Britten, maar vooral Schotten als Sir Walter Scott, die over de stad kijkt vanaf een hoge zuil. Rond om hen heen staan er nog velen als koningin Victoria, James Watt en Robert Burns. Onze gids staat wat langer stil bij het beeld van John Moore, een generaal die tegen Napoleon streed in Spanje en Portugal, omdat hij een van de weinigen is op het plein met een echte band met Glasgow. We komen vervolgens langs de Gallery of Modern Art in Queen Street. De façade is volkomen classicistisch, maar is eigenlijk een nieuw front voor wat ooit een landhuis voor de tabakshandelaar William Cunninghame uit 1775 was en dat buiten de stad lag. Eenmaal opgeslokt door de stad veranderde het een aantal malen van functie (beurs en bibliotheek) en kreeg het de klassiek façade. In het fronton is in 1996 een moderne mozaïek voorstelling van de symbolen van St Mungo aangebracht, toen het gebouw museum werd. We komen nu meer in het kloppend winkelhart van Glasgow met grote winkelstraten als Argyle Street, Buchanan Street en St Enoch Square. Princess Square, een klein pleintje leent haar naam aan een groot overdekt winkelcentrum, waarin men geprobeerd heeft de oude elementen te integreren in het nieuwe winkelcentrum. Michael onze gids wijst ons op een paar aardige kleine steegjes en binnenplaatsjes, die je anders makkelijk voorbij zou lopen. Via Mandela Place en West George Street komen we in het voormalige financiële centrum van de stad. Hier vinden we ook twee gebouwen ontworpen door de architect Charles Rennie Mackintosh (1868-1928), die een geheel eigen stijl ontwikkelde, waarin hij Art Nouveau, Classicisme en Modernisme aan elkaar koppelde. Hij kreeg veel navolging en legde de basis voor de Glasgow Style in de architectuur, vormgeving en toegepaste kunst. In zijn eigen tijd vond hij weinig waardering buiten de kring van zijn trouwe opdrachtgevers, maar later en zeker nu heeft Mackintosh en zijn stijl een soort icoonwaarde voor de stad gekregen. Hij wordt nu ook veel geïmmiteerd (meestal door winkelbedrijven) en je ziet ook veel Mockintosh op straat. We kijken naar het verborgen gebouw in Renfield Lane, dat hij ontwierp voor een krant (redactie, directie en drukkerij) en eindigen bij de Lighthouse, de eerste grote opdracht voor Mackintosh. Hier trok in 1895 de Glasgow Herald in. In 1999 is het schitterend gerenoveerd en omgebouwd voor Scotland's Centre for Architecture. Het heeft ook een speciale Mackintosh Interpretation Centre. We lunchen in een restaurant dat in de plint van de Lighthouse is gevestigd. 's Middags bezoeken we de Glasgow School of Art, Mackintosh' meesterwerk. We worden er rondgeleid door een student. Het gebouw is helemaal doordacht en zeer stijlvast, hoewel in twee fasen opgeleverd. Kunstzinnig, functioneel en niet te duur was zijn opdracht en die is geslaagd, ondanks frivoliteiten als ovale ramen. De GSoA geldt als een topinstituut en de studenten zijn ook zeer trots hier te mogen studeren. Het is een werkende academie, we mogen niet fotograferen. Hoogtepunten op de tour zijn zonder twijfel de prachtige bibliotheek, die alleen door docenten mag worden gebruikt en de tentoonstelling van door Mackintosh en tijdgenoten ontworpen meubels. Bekend van Mackintosh zijn vooral de hoge eettafel stoelen met de ladderrugleuning. We lopen terug door Sauchiehall Street. Ook een winkelstraat, maar iets rustiger en gaan voor een kopje thee naar de Willow Tea Rooms, Dit is een van de door Mackintosh ontworpen Tea Rooms in de stad. De Tea Room ligt boven een juwelierszaak en is prachtig, sierlijk, maar toch ingetogen vormgegeven in de Glasgow Style. Wat we nu zien is een getrouwe reconstructie van het origineel uit 1904, dat Mackintosh voor Kate Cranston ontwierp, één van de weinige supporters onder zijn tijdgenoten. De Tea Room ging in 1980 weer open na 50 jaar gesloten te zijn geweest. De naam ontleent de zaak aan de straat, Sauchiehall, hetgeen Gaelic is voor Laan der Wilgen. 's avonds eten we bij Mao bar en café (orientaals) en gaan na het voetbal op tv (Engeland-Rusland en Frankrijk-Schotland) naar Revolver Bar een traditionele pub in een kelder met een sympathiek publiek. Later in de nacht - als we al in bed liggen - horen we veel gejuich op straat van vrolijke voetbalfans, die luidkeels de overwinning vieren van het Schotse elftal op Frankrijk in Parijs, eerder die avond. Weer: droog, lichtbewolkt en wat zon. 19 graden Donderdag 13 September 2007 Glasgow - Trossachs - Edinburgh 149km Na het ontbijt rijden we met de auto de stad uit richting de Trossachs. Dit is een nationaal park op ongeveer 50 km rijden ten noorden van Glasgow. We rijden eerst naar Aberfoyle, waar we koffiedrinken. Het plaatsje roemt zichzelf als gateway to the Trossachs. Daarna rijden we het National Park in. Het gaat al snel stijl omhoog, de Duke's Pass op. Zo komen we in het Queen Elizabeth Forest. We gaan de verharde weg af en volgen de Three Lochs Forest Drive. Dit is een (eenrichtings)bos weg, die door een prachtig deel van het woud voert langs drie Lochs (meren). Het is net een flinke boswandeling, maar dan met de auto. Aan het begin van de Drive staat een collectebus, waarin je 2 pond moet doen voor het onderhoud van de route. Na een half uur komt de Drive weer uit op de doorgaande weg. We rijden door en nemen na een tijdje de afslag naar Lake Katrine. Hier is het vertrekpunt voor het stoomschip Sir Walter Scott. De boot blijkt helaas al een half uur eerder te zijn vertrokken. Een populaire tour is om met een huurfiets en al naar Stronachlachar te varen en vandaar weer terug te fietsen. We rijden verder en gaan min of meer linea recta naar Edinburgh. In Edinburgh vinden we snel Ardmor House, ons B&B voor de komende twee dagen. Colin en Robin heten ons hartelijk welkom. We gaan met de bus (dagkaart £2,50, geen wisselgeld) naar het centrum en lunchen in het prestigieuze Londense warenhuis Harvey Nichols, dat hier een filiaal heeft. Het is een splinternieuw en prachtig pand aan St Andrew Square. De portier houdt de deur voor je open en op de bovenste etage lunchen we met een prachtig uitzicht over de stad en de wijde omgeving. Na de lunch gaan we met bus 36 naar het Scottish Parliament. Sinds 1999 heeft Schotland, voor het eerst sinds 1707 toen de Unie met Engeland werd getekend, zijn eigen parlement. Sinds 2004 vergadert het parlement in een nieuw gebouw ontworpen door de Catalaanse architect Enric Mirales. We willen het bezichtigen, maar omdat er een plenaire vergadering is, zijn er geen tours. We kunnen wel de vergadering bijwonen en dat doen we dan ook. De vergaderzaal is erg licht en modern, met allerlei verwijzingen naar Schotse iconen. Na het bezoek aan het parlement gaan we terug naar het centrum en drinken een biertje in de Café Royal Circle Bar. Een klassieke bar met een indrukwekkend Victoriaans decor. Vooral de gigantische elliptische eilandbar en de getegelde schilderijen van beroemde Schotse uitvinders zijn indrukwekkend. Het bier smaakt trouwens ook prima. 's Avonds eten we in de havenwijk Leith in het het restaurant Fisher's. The Shore in Leith is trouwens een culinaire hotspot met voornamelijk veel visrestaurants. De oesters, zwaardvis en hert smaakten heerlijk. 's Avonds verkennen we ook de gay scène van Edinburgh, die geconcentreerd is in de zogenaamde Gay Triangle aan het begin van Leith Walk. weer: droog en zonnig. 18 graden Vrijdag 14 september 2007 Na het ontbijt gaan we meteen naar het Scottish Parliament, waar we voor vandaag gereserveerd hebben voor de tour van 10.20 uur. We krijgen een rondleiding van een uur, waarbij veel wordt uitgelegd over het gebouw, de ontstaansgeschiedenis, de architectuur en de architect Enric Mirales. We zien de ruimten voor de leden, de commissiekamers en mogen de vloer van de vergaderzaal betreden. Mirales heeft veel moeite gedaan om allerlei Schotse iconen, zoals het Andreaskruis in de inrichting te verwerken. Bovendien was hij een groot bewonderaar van Charles Rennie Mackintosh en de Glasgow Style en dat is goed te zien in de gedetailleerde afwerking. Het is een complex gebouw, dat bestaat uit een cluster van met elkaar verbonden gebouwen voor verschillende functies als ondersteuning, kantoren voor leden, vergaderzaal en commissieruimtes. In het complex is ook het 17e eeuwse Queensberry House geïntegreerd. Bovendien ligt het gebouw op bergachtig terrein en moesten hoogteverschillen worden verwerkt. Na het bezoek aan het gebouw lopen we de Royal Mile op vanaf Holyrood Palace (residentie van de Koningin in de Schotse hoofdstad) richting Edinburgh Castle. De straat is de grote toeristentrekker en dat is te merken aan de hoeveelheid souvenirwinkels en soms wat gezochte attracties. Halverwege de Mile lunchen we bij Always Sunday een lunchroom met lekkere sandwiches en salades. Allemaal organisch en fair trade en dus heel verantwoord. We lopen tot de poorten van het kasteel, dat we - net als Holyrood - al eerder hebben bezocht. We slaan daarom af richting National Museum of Scotland. Dit speciaal voor deze functie gebouwde museum is ongeveer tien jaar oud en moet een breed beeld geven van de ontwikkeling van Schotland op cultureel, economisch, politiek, technologisch en zelfs sportief terrein. Het is nogal een doolhof, die thematisch en niet chronologisch is ingericht. Het gebouw zelf is imponerend met de geweldige atrium en de hoge toren. De tentoonstelling is mooi, maar je moet wel je weg zoeken en enige voorkennis over de Schotse geschiedenis is wel handig wil je de verschillende onderwerpen snel kunnen plaatsen. Na het museum gaan we terug naar het B&B. Aan het eind van de (prachtige) middag gaan nog met de auto Calton Hill op om van het uitzicht te genieten. De heuvel staat vol met quasi klassieke bouwsels als een onafgemaakt "Parthenon", dat als nationaal monument moest dienen, maar ook wel als national disgrace wordt betiteld. Verderop ook het Burns Monument, een ronde Korinthische tempel en het Nelson Monument. 's Avonds eten we bij La Favorita, in de buurt van het B&B. Een prijswinnende populaire Italiaanse tent, die loopt als een trein. We gaan vroeg naar bed, want morgen moeten we weer vroeg op voor de vlucht naar Nederland weer: zonnig, 18 graden Zaterdag 15 september 2007 We staan om 5.15 op en gaan ontbijten. Onze gastheren zijn nog niet wakker, maar hebben in een koelbox het ontbijt klaar gezet. Toast, thee en koffie maken we zelf. We pakken onze spullen en laten ons zelf uit. We rijden door het koude Edinburgh (6 graden) naar het vliegveld Turnhouse. We leveren de auto in bij Hertz, doen ons verhaal over de band, maar krijgen niet erg veel begrip [Een paar weken later krijgen we na een e-mail van onze kant excuses en wordt alles prima opgelost]. We wachten tot de check-in balie opengaat en checken in. We hebben overvracht, totaal zo'n 11 kilo. Het komt ons duur te staan: £6 per kilo. Zo zijn we duurder uit dan vliegen met KLM! De vlucht verloopt verder prima. We zitten vooraan in het vliegtuig en we landen een kwartier te vroeg op Schiphol. De bagage komt meteen de band op en dan willen we met de trein naar huis. Er is echter een versperring op het baanvak en we moeten omrijden via Utrecht. We zijn uiteindelijk rond 14.15 weer thuis.
|