deel 5 |
||
Zaterdag 8 September 2007 We rijden naar Portree het hoofdplaatsje van Skye. Eerst stoppen we bij de Kilt Rock Falls. Een prachtige waterval die tientallen meters naar beneden van van een rots de zee in stort. De rotsen zijn hier kaarsrecht en de kust spectaculair. Aan de overkant van het water ligt het eiland Raasay. Voor bij de waterval versmalt de weg versmalt naar één baan en om de 50 meter is er wel een passeerplaats. De mensen wachten beleefd op elkaar en zwaaien als dank voor het getoonde respect. Portree is Met 2000 inwoners ook geen grote plaats. Toch is het een aantrekkelijk vissersdorp met een kleurrijke haven, die droogvalt bij laag tij. We drinken koffie in Arriba café met uitzicht op de haven. Na Portree een beetje te hebben verkend, rijden we verder richting Glen Brittle, waar we gaan wandelen. Eerst lunchen nog we nog in The Old Inn in het gehucht Carbost. De Inn ligt prachtig aan het Loch Harport en kijkt uit op de Cuillin Mountains, het bekendste gebergte op het eiland en geliefd onder bergwandelaars. Helaas zijn de bergen grotendeels gehuld in een sluier van mist waar geregeld wat regen uit neerdaalt. De wegen naar Glen Brittle zijn smal eenbaans en schilderachtig. De vallei Glen Brittle is erg verlaten. Geen dorpje te bekennen. We komen nog wel langs een trainingscentrum voor schaapshonden. Uiteindelijk aan het einde van de Glen komen we bij het strand en bij een kleine camping. Daar beginnen we onze wandeling. We houden de bergrand van de Cuillins aan de ene hand en de zee aan de andere hand. We moeten een paar snelstromende riviertjes oversteken, éénmaal met behulp van een brug. Hier en daar komen we schapen tegen die hier de hele zomer lang mogen grazen. Na anderhalf uur keert de wandeling via een lus om en wandelen we terug via een parallelle route op een iets hoger niveau. Na de wandeling gaan we weer op weg en rijden nu langs de westkant van het eiland noordwaarts. Hier klaart de bewolking op en kunnen we eindelijk de hoge toppen, de Munroes, van de bergen zien. Munro is een typisch Schots begrip. Net als Eskimo's vele woorden voor sneeuw hebben, is voor de Schotten een berg nooit zomaar een berg. Afhankelijk van waar je bent, hoe het eruit ziet en hoe hoog het is kan een berg een Hill, een Ben, een Mount, een Law, een Pen, een Brae of zelfs een Pap zijn. Munroes zijn bergen in Schotland van 3000 voet of hoger. Deze bergen zijn voor eerst door Sir Hugh Munro in 1891 op een lijst gezet. Het zijn er 284 in totaal. Munro bagging is een term voor het verzamelen van Munroes door bergwandelaars. Behalve Munroes zijn er ook nog Corbetts (2500-2999 voet) en zelfs Donalds (laagland heuvels boven de 2000 voet). Bij Dunvegan slaan we rechtsaf weer richting Portree. Via Portree rijden we dan naar het noorden het Trotternish schiereiland op waar Staffin ligt. Ook hier klaart het weer op en schijnt zelfs de zon. We zien de Old man of Storr een merkwaardige rotspunt, die nu eindelijk aan de mist is onttrokken. 's Avonds eten we in het Glenview hotel in Culnacnoc, bijna 7 km ten zuiden van Staffin. De eigenaren doen hun uiterste best en het eten smaakt prima. Weer: zwaar bewolkt. Af en toe regen. Laat in de middag klaart het op en schijnt de zon. 14 graden Zondag 9 september 2007 Staffin - Fort William 200 km Na het ontbijt rijden we via Portree naar het zuiden van het eiland, dat we via de Skye brug verlaten. De brug is in 1995 voltooid en kostte vele miljoenen. De veerdienst tussen Kyle of Localsh en Kyleakin werd opgeheven. Eilandbewoners meden de dure tolbrug en de Schotse regering kocht uiteindelijk de tol af. De brug is nu tolvrij en de meest gebruikte manier om het eiland te bereiken. Net over de tolbrug ligt Schotland's meest gefotografeerde bezienswaardigheid: Eilean Donan Castle. Een sprookjesachtig Schots kasteel, strategisch gelegen aan de samenvloeiing van drie Lochs. Het in 1230 gestichte kasteel was de vesting van de McCrae familie tot het in 1719 betrokken raakte in de Jacobitische opstand. Het bood onderdak aan een Spaans garnizoen dat de katholieke James Stuart kwam helpen tegen Koning George om de Schotse troon te heroveren. De koning liet het kasteel verwoesten. In 1912 liet John McCrae-Gilstrap het kasteel in oude luister herbouwen. Het is nu te bezichtigen en is best mooi herbouwd. Helaas is het wel een beetje druk bezocht. Fotograferen is binnen verboden en in de grote zalen zijn in kilt gehulde gidsen aanwezig die de verhalen van het kasteel vertellen. Het kasteel figureerde in veel speelfilms als Highlander, Entrapment (beide met Sean Connery) en The World is Not Enough (met Pierce Brosnan als James Bond). We rijden door prachtige Glens via Invergarry naar Fort William en stoppen even bij het Commandos memorial. Een imponerend monument voor de commandotroepen die in de 2e Wereldoorlog sneuvelden en hier hun oefengebied hadden. Het monument staat boven op een heuveltop, maar het geroemde uitzicht wordt ons door slecht weer onthouden. In Fort William is het echter droog en logeren we in het Alexandra hotel, een oude wereld hotel, dat redelijk is bijgehouden. Er is nu een WK Mountain bike gaande in de buurt van Fort William, waardoor het stadje en ons hotel vol zit met mountainbikers. De gang op onze etage lijkt zo nu en dan net een fietswerkplaats. We eten 's avonds bij No4 restaurant. Best wel redelijk eten en redelijk geprijsd. Weer: periodes met regen later opklaringen. 14 graden Maandag 10 september 2007 We ontbijten in de grote ontbijtzaal van het hotel. Voor de wielerploegen zijn aparte tafels gedekt met de nationale vlaggetjes van hun land, maar de renners liggen allemaal - op een enkeling na - nog op één oor. Wij moeten verkassen naar een B&B. Het is een zeer luxe B&B, The Grange, aan de andere kant van het centrum met een schitterend uitzicht op Loch Linnhe. We geven daar onze koffers af. Het is prachtig weer. De lucht kleurt blauw en de wolken trekken op. We gaan naar het station en kopen daar kaartjes voor de trein naar Mallaig, één van de mooiste treintrajecten in Schotland. De trein zal om half één vertrekken, dus wij hebben nog tijd voor andere zaken. We rijden naar Neptune's staircase, een serie sluizen in het Caledonian Canal tussen Fort William en Inverness. Het kanaal is in 1822 geopend en verbindt de Atlantische Oceaan met de Noordzee. Het kanaal telt 29 sluizen, 10 bruggen en vier aquaducten en was het eerste door de overheid gefinancierde vervoersysteem in Groot-Brittannië. Hier in de buitenwijk Banavie liggen vijf sluizen die 20 meter hoogte overwinnen in een halve mijl. Helaas zijn er op dit moment geen schepen die er doorheen moeten. De jonge sluiswachter vertelt ons dat we meer kans op actie hebben bij Fort Augustus, maar dat is zeker 30 mijl naar het oosten. Wij rijden dan maar naar Glen Nevis, de valei langs Ben Nevis, de hoogste top van Groot-Brittannië. Hier begint het pad naar de top. Het is zonder twijfel de meest populaire beklimming in Schotland en meer dan 100.000 mensen per jaar beklimmen de berg. Enige voorzichtigheid is toch wel geboden, aangezien het weer snel kan omslaan en het zelfs 's zomers kan sneeuwen. In 8 uur ben je heen en weer. We doen het niet. We drinken koffie bij Café 115 in de High Street. Dan gaan we naar het station voor onze trein naar Mallaig via de West Highland Railway Line. De route is prachtig. Langs meren en bergen, over prachtige spoorbruggen en uiteindelijk langs de kust naar het havenplaatsje Mallaig. We genieten volop van de prachtige treinrit over bergranden en hoge bruggen door de dalen. Na anderhalf uur zijn we in Mallaig. Naast de drie gewone treinen van First Scotrail die elke dag dit traject rijden is er ook de Jacobite Steam Train, die eens per dag het traject met historische wagons aflegt. De locomotief werd ook in de Harry Potter films gebruikt. De historische trein kost £28 retour, meer dan drie keer de prijs van de gewone trein. Het traject is hetzelfde. Mallaig is een klein havenplaatsje waar we snel uitgekeken zijn. We eten in de Tea Garden en slenteren wat rond. In Mallaig vertrekken de veerboten naar Skye. Om tien over vier gaat de trein weer terug en om half zes zijn we weer in Fort William. Onze B&B is prachtig. Mooie kamer met bad en eigen terras met uitzicht op het Loch Linnhe. 's Avonds eten we in Crannog, aan de pier. Een prima visrestaurant, waar ik schelvis (haddock) en Erik zalm eten, voorafgegaan door heerlijke oesters! Weer: zonnig en droog. 18 graden. Dinsdag 11 september 2007 Fort William - Glasgow 268 km Na een uitgebreid ontbijt nemen we afscheid van the Grange en zetten koers naar Glasgow. We rijden door GlenCoe, de prachtige vallei ten zuidoosten van Fort William. Helaas is het laag en zwaar bewolkt, maar hier en daar wordt de grootsheid en schoonheid van de vallei onthuld als de wolken wegwaaien. De vallei heeft een bloedige historie, want hier vermoordden op 13 februari 1692 de Campbell clansmen 38 tot 45 leden van de MacDonald clan en verjoegen er meer dan 300, nadat ze 10 dagen van hun gastvrijheid gebruik of misbruik hadden gemaakt. En dit alles omdat de MacDonalds door een misverstand geen trouw hadden gezworen aan de Nederlands-Engelse koning-stadhouder Willem III, die ook koning van Schotland was. Het is nog een hele rit naar Glasgow, die ons langs de westoever van Loch Lomond voert. Tegen half één komen we in Glasgow aan. We hebben wat moeite met het eenrichtingssysteem in Merchant City het stadsdeel, waar ons hotel is. We komen er wel, maar het duurt even. Het is een prima hotel, de Brunswick. Niet groot, wel trendy met een hippe bar op straatniveau. We moeten in een Qpark garage een paar straten verderop parkeren. We krijgen een kortingskaart van het hotel. Na een rustpauze en lunch in het Brutti ma Buoni café van het hotel, gaan we met de Underground (ook wel Clockwork Orange genoemd) naar het Westend. Daar lopen we naar het Kelvingrove Art Gallery & Museum. Het is sinds vorig jaar heropend en heeft een veelzijdige collectie. Het gebouw is eind 19e eeuw door de kooplieden van de stad gesticht als cultureel prestige object om het grote publiek met cultuur in brede zin vertrouwd te maken. De collectie bestaat uit oudheden, opgezette dieren, Schotse geschiedenis, en enkele schilderijcollecties. Ze hebben een Rembrandt en een Dali. Er zijn ook zalen gewijd aan de Glasgow Boys en de Colourists, schilderscholen uit Glasgow verwant aan de impressionisten en modernisten uit Frankrijk. Pronkstuk van het museum is een echte Spitfire uit 1947 die in de oostvleugel aan het plafond hangt. De entreehal van het gebouw is indrukwekkend en beslaat de volle diepte van het gebouw. Er is zelfs een groot pijpenorgel. Na het museumbezoek lopen we naar Byre Road het kloppend hart van het Westend, een levendige studenten en uitgaanswijk en we drinken wat in Tennent's bar, een traditionele grote pub met wel 9 real ales onder de tap. Op de terugweg naar het hotel maken we een tussenstop in de Corinthian. Een typisch voorbeeld van de ontwikkeling van Merchant City. In de 19e eeuw ontstond deze wijk als stadsuitbreiding voor handel en bankwezen. Na de tweede wereldoorlog raakte de wijk, toen Glasgow zijn afzet markten in de koloniën kwijtraakte sterk in verval en stonden de ooit fiere handelshuizen en bankgebouwen meer dan twee decennia leeg. In de laatste tien jaar is Glasgow en Merchant City weer helemaal terug. Trendy horeca, appartementen en ICT en creatieve bedrijven brengen de oude neoklassieke gebouwen weer tot leven. De Corinthian omvat 3 bars, een restaurant en 2 clubs in een voormalig bankgebouw. De cocktailbar of Lite Bar bevindt zich in op de beneden etage in de schitterende hal waar ooit de loketten zaten. Ondanks de enorme omvang en monumentaliteit van de ruimte zorgt de zorgvuldige inrichting voor een relatief besloten sfeer. 's Avonds eten we bij Dhabba, een trendy modern Noord Indiaas restaurant. Niet een typische curry tent, maar classy en zorgvuldig bereid eten in een rustige atmosfeer. We kijken wat tv en gaan daarna de Gay scene verkennen, die geconcentreerd is in Merchant City vlakbij ons hotel. Weer: droog en bewolkt. 17 gr.
|