deel 4

Dinsdag 4 september 2007

 Durness - Ullapool 104km

Na het ontbijt gaan we op weg naar het zuiden. Bij Kinlochbervie slaan we af een smalle éénbaansweg in naar Blairmore, waar we een wandeling beginnen naar Sandwood Beach. Het is een gemakkelijk parcours door een prachtige omgeving van bergen, meertjes en veel heide.  Het uitzicht op de bergtoppen is prachtig. Het gebied hier kwam in 1993 in handen van de John Muir Trust, die als doel heeft ecologisch waardevolle gebieden in stand te houden. Vooral voor vogels, zoals vele ruiters en de goudplevier is dit gebied van groot belang als broedgebied. Net als veel plaatsen in de Schotse Hooglanden was dit gebied ooit bevolkt door kleine boeren. Na de grote misoogsten in 1847 werden de boeren door de landeigenaren verdreven, die het land voor schaapsteelt wilden gebruiken. Velen emigreerden naar de steden, Engeland en Amerika. De route loopt uiteindelijk naar Sandwood Beach, een anderhalve kilometer lang strand (bij vloed). Bij eb is het twee keer zo groot. Het strand wordt aan weerszijden omgeven door kliffen, in de verte ligt Cape Wrath, met de noordelijkste vuurtoren van Schotland. Het miezert een beetje. Via dezelfde weg loopt de wandeling weer 7km terug naar de parkeerplaats. We eten onze boterhammen op. Dan rijden we verder in zuidelijke richting nar Ullapool . Mooie route langs zeearmen, bergen, en lochs. Om 14.30 uur komen we in Ullapool aan. We nemen onze intrek in de Ceilidh Place, een bijzonder hotel, met  boekwinkel, pub en galerie. Boven is een grote lounge waar je in alle rust kunt lezen, onder genot van een drankje. Ullapool is een aardig, maar klein havenstadje. We lopen wat rond en drinken een pint in de Ferry Boat Inn (onder locals ook bekend als de FBI) aan de kade met  uitzicht op de baai.  's avonds eten we in het hotel. Het eten is goed en de sfeer prettig informeel. Later drinken we nog wat in de Arch Inn een andere pub aan het havenfront.

 

Weer: wisselend 14 graden.

 

Woensdag 5 september 2007

 Ullapool - Stornoway 2:45 u. varen

Bij het ontbijt neemt Erik zijn eerste bordje Schotse pap. Volgens hem smaakt het naar de onder Groningers beroemde  delicatesse "Klont". Na het ontbijt gaan we het stadje in om bij de VVV te vragen naar een aardige auto tour in de omgeving. Het regent voortdurend en buitenactiviteiten lijken daarom niet erg aanlokkelijk. Ze sturen ons op een tour rond het schiereiland Coigach met mooie bergen en smalle éénbaansweggetjes. Om de honderd meter is wel een uitwijkplaats. Onderweg is bij Achiltibuie een visrokerij te zien. Die stelt als schouwspel niet zo veel voor. Door de ramen kun je een glimp op vangen van de rookruimte en de inpakafdeling. De winkel die er bij is verkoopt wel heerlijke gerookte zalm. We zouden ook uitzicht moeten hebben op de Summer Isles, maar door het ontzettend slechte weer en zicht komt daar niets van. De baai is helemaal in een regengordijn gehuld. Ook het Hydroponicum laten we voor wat het is. Het is een "Garden of the Future" waar bloemen, planten en groenten worden gekweekt zonder aarde, alleen met zonnestralen. Ze verbouwen aardbeien, sla, vijgen en zelfs bananen. We rijden terug naar Ullapool en vervelen ons een beetje want het weer staat niet toe om iets buiten te ondernemen. 

Rond half vier gaan we inchecken voor de overtocht naar het eiland Lewis (Leodhas). De boot komt rond half vijf binnen en binnen 3 kwartier varen we alweer uit. De boot van de rederij Caledonian MacBrayne (ook wel CalMac genoemd) is een beetje afgetrapt en sleets. De rederij onderhoud heel veel veerverbindingen tussen de Schotse eilanden en het vasteland. Na 2 uur en 45 minuten zijn we aan de overkant. Dan is het nog een 20 minuten rijden naar Broadbay House Guest House bij het gehucht Back. Dat blijkt een luxueus onderkomen te zijn. De kamer is prachtig en smaakvol ingericht. We hebben een balkon met zicht op zee en zijn van alle gemakken voorzien . Ik val voor de gadgets als een flatscreen tv, hifi stereo en dvd installatie en om het compleet te maken een docking station voor mijn iPod, zodat we mijn muziek via de hifi kunnen beluisteren. We drinken nog wat in de lounge voor dat we naar bed gaan en tv kijken.

 Weer: heel de dag regen 16 graden

 

Donderdag 6 september 2007

 Het is ontbijt is heerlijk. Kippers, toast, roerei en zomeer met een geweldig uitzicht op het strand en de Broad Bay.  Er ligt zelfs een heel goede verrekijker klaar om de vogels in de gaten te houden.

We beginnen de ochtend met koffie in Stornoway (of Steornabhagh), het hoofdstadje dat niet erg memorabel is. Het valt ons op dat Keltische teksten op verkeersborden en dergelijke veel prominenter aanwezig zijn dan op het vasteland. In de Highlands zie je het ook wel veel, maar altijd secundair aan het Engels. Hier is het andersom. Regelmatig ontbreken zelfs de Engelse vertalingen, waardoor je bij verkeersborden soms even in verwarring komt en snel moet schakelen. Op de radio kunnen we luisteren naar de BBC Radio Scotland's Gaelic zender. We nemen geld op bij een geld automaat. Schotland heeft zijn eigen bankbiljetten. Ze hebben dezelfde waarde als het Engelse pond sterling en zijn wettig betaalmiddel in het gehele Verenigd Koninkrijk. Maar het is niet makkelijk ze uit te geven als wat verder Engeland in rijdt. In buitenland zijn ze niet om te wisselen. Elke commerciële bank geeft overigens zijn eigen bankbiljetten uit, zodat je soms vier of vijf verschillende briefjes van 10 in je portemonnee hebt. We rijden naar het uiterste noorden van Lewis, naar Port Nis (Port of Ness) een havenstadje met strand. In de buurt is een oud 12e eeuws van oorsprong Noors kerkje, Teampull Mholuaidh of St Moluag's Church, dat nadat het als schaapskooi dienst heeft gedaan sinds 1912 weer als kapel functioneert. We rijden door naar Rubba Robhanais (Butt of Lewis) een uitzichtpunt met kliffen en een vuurtoren. De plek wordt altijd genoemd bij het weerbericht voor de scheepvaart op BBC Radio 4.

Vanuit Port Nis rijden we naar Arnol, waar we een Black house (of Taigh Dubh) bezoeken. Dit is een traditionele woning met een turf dak en een haard midden in de kamer zonder schoorsteen. Zo kan de rook de midges verdrijven. Ook de dieren verbleven in het huis, terwijl de aardappels en het graan in een naastgelegen schuur werden opgeslagen. De laatste bewoonster werd pas in 1964 tegen haar zin naar een normale woning verhuisd, maar pas nadat de gemeente ook een onderkomen voor haar dieren had gebouwd. Aan de overkant van de weg staat een vervallen Black House met ernaast een woning (White House of Taigh Geal) waar de bewoners in 1920 zijn ingetrokken. De woning is te bezichtigen, ingericht met de meubels uit de jaren 60. 

Verder rijden we naar Gearrannan (Garenin), een openlucht museum dat bestaat uit een dorpje van Black houses. Er is een café in het eerste huisje, de andere zijn te bezichtigen en je kunt er zelfs in overnachten. Wij lunchen hier, waarna we doorrijden naar Dun Charlabhaigh Broch (Carloway Broch) een goed bewaarde verstevigde woontoren uit de tijd rond het begin van onze jaartelling. De Broch staat op een heuvel en overziet de zee. De Schotse Atlantische kust is bezaaid met zo'n 500 brochs, maar dit is de best bewaarde. Het gebouw bestaat uit twee concentrische ronde muren en heeft maar één lage ingang. Het gebouw bood waarschijnlijk bescherming tegen de Romeinse slavenhandelaren.   

Dan verder naar Calanais (Callanish), waar de beroemde staande stenen staan in een kring met uitlopers in de noord en zuid richting. Het complex dateert van ongeveer 3000 voor Christus. Het zijn er in totaal zo'n 50 stenen. De site ligt prachtig aan een meer. Waar de stenen toe dienden is onderwerp van jarenlange debatten geweest. Men is het er nu wel over eens dat de aanleg van de  site door vele generaties is uitgevoerd en dat het een kalenderfunctie gehad moet hebben. Belangrijk voor de landbouw. De gelijkenis van de plattegrond met een Keltisch kruis en de aanwezigheid van een grafkelder hebben dus geen enkele betekenis, maar waren jarenlang voedingsbodem voor wilde speculaties over buitenaardse interventies en menselijke offering. Vele stenen staan in lijn met een zonne- of sterrenstand.   

Tenslotte rijden we naar Uig. Dat ligt nogal veraf aan de westkust, bereikbaar via een smalle éénbaansweg. De weg eindigt  in een lange canyon naar het strand. Daar werd in 1831 door een koe een historische vondst gedaan: 92 figuurtjes, waarvan 78 viking schaakstukken gesneden uit walrus ivoor. De stukken zijn nu  in het Museum of Scotland in Edinburgh en het British Museum in Londen te bewonderen. Hier in het gemeenschapshuis zien we replica's. We rijden terug naar het  Guest House voor een borrel met uitzicht. Op een rots in de baai zien we zeehonden van de zon genieten.'s Avonds eten we heerlijk. Onze gastheer Ian is een prima kok.

 Weer : droog met zonnige perioden 18 graden

 

Vrijdag 7 september 2007

Stornoway - Tarbert - Isle of Skye 72 km

We rijden naar het zuiden naar Tarbert, dat op het eiland Harris (Na Hearadh) ligt. Harris is fysiek verbonden met Lewis. Wij rijden het eiland rond, door een prachtig en ruig, maar door de laag hangende regenwolken verborgen landschap en komen uiteindelijk uit bij Rognadal (Rodel), waar de St Clemens Kerk staat. In de kerk zijn een aantal clanhoofden van de McCleod clan begraven. De kerk is in 1520 gebouwd. Ik beklim de toren. In de gevel van de toren zien we nog een afbeelding van een Sheila-na-gig, de de Oude Ierse Godin van Geboorte en Dood, zij wordt grijnzend afgebeeld terwijl ze met beide handen haar vagina opentrekt. Bij deze kerk heeft ze - heel ongebruikelijk - een broertje die zijn genitaliën laat zien. De kerk werd in de 19e eeuw van de ondergang gered en in 1873 gerestaureerd door de hertogin van Dunmore.

We eten in het Rodel hotel dat achter de kerk ligt. Het dorpje is erg klein en we zijn hier echt aan het eind van de wereld. We rijden weer terug naar Tarbert (An Tairbeart) en lopen daar wat rond, kopen en schrijven kaartjes en drinken thee in de First Fruits  tea room. Om 16 uur vaart de ferry van CalMac uit naar Uig op het Isle of Skye. 1 uur en 40 minuten later komen we daar op het eiland Skye aan. Vanuit Uig nemen we een smal bergweggetje door het Quirang woud naar Staffin, dat aan de andere kant van het eiland ligt. Het is ontzettend mistig en we zien geen hand voor ogen. Ons B&B, Old Mission House ligt in het kleine Staffin, een gaelic sprekende gemeenschap. Het was ooit de pastorie van de ernaast gelegen Free Church.  Het zoeken van een restaurant is nogal lastig. Er is een hotel, Glenview, 6 mijl naar het zuiden, maar dat blijkt vol te zitten. Dan weer 12 mijl naar het noorden, naar Flodigarry Country House Hotel. Die zijn gesloten wegens een privé feest. Onze laatste redding in deze streek zonder een enkele pub (!) is een opleidingscentrum met een cafetaria.. We nemen een hamburgertje, waarna we weer terug naar het B&B van Nick en Kevin gaan..

 

Andere Reisverslagen
terug
verder