|
|
deel
3 |
Zaterdag 15 september 2018
Een belangrijke reden van onze verblijf in Lerma is de nabijheid van
Burgos met zijn prachtige kathedraal. Het is ongeveer een half uur
rijden
naar
Burgos over de A1. We kunnen de auto vlak voor de stadspoort in een
parkeergarage parkeren. Na een kopje koffie op een terras in de zon - in
de schaduw is het vroeg op de ochtend behoorlijk fris - is het tijd voor
de
Kathedraal.
Voor een toegangskaartje voor de kathedraal moeten we eerst het
bezoekerscentrum in, dat onder de kerk is gelegen. Daar zijn ook lockers,
waar we rugzakken in moeten doen. Vervolgens weer naar buiten, en linksom
de trap op naar de ingang. De kathedraal was de eerste gothische kerk in
Spanje en een voorbeeld van andere kerken in Spanje die gedurende de
herovering van Spanje op de Moren werden gebouwd. Het is een gigantisch
bouwwerk met talloze kapellen, sommigen, zoals de Capilla del Condestable,
lijken wel een kathedraal in de kathedraal. Deze kapel werd voor Felipe
Pedro Velasquez gebouwd als grafkapel voor hem en zijn vrouw. Hij was een
belangrijk adviseur en kamerheer van koning Enrique II van Castilië. Hij
overleed in 1492. De beeldhouwerken, waaronder
de
graftombe, zijn van de hand van de van origine Vlaamse kunstenaar Gil de
Siloë en zijn zoon Diego de Siloë. Bijzonder is ook de Goudentrap, die het
hoofdschip verbindt met de noordelijke toegangsdeuren, die - omdat de kerk
tegen een bergwand is gebouwd, 30 meter hoger ligt. De trap dateert uit
1523 en is eveneens werk van Diego de Siloë. Midden in de kerk ligt El Cid
(1044-1099) begraven, de Spaanse ridder die grote successen boekte tegen
de Moren, maar als het zo uit kwam ook zijn diensten aan Arabische vorsten
aanbood. Dat laatste aspect wordt in de verering van El Cid in Spanje
meestal vergeten. Behalve het graf van El Cid bezit de kerk ook nog een
koffer van hem. Deze wordt op de bovenverdieping van de prachtige
kloostergang bewaard. Er is een vaststaande route door de kerk, die
eindigt op de benedenverdieping van de kloostergang en vervolgens uit komt
in de souvenirwinkel.
Na ons
bezoek
aan de kathedraal wandelen we over de boomrijke boulevard Paseo del
Espelon langs de oevers van de rivier de Arlazón. Vervolgens komen we op
de ruime Plaza Mayor, die helaas nu grondig wordt verbouwd. We lunchen in
Cerveceria
Morito. Kennelijk een begrip in Burgos. Als om 13 uur de zaak open
gaat zit die in enkele seconden helemaal vol. Bestellingen worden alleen
aan de bar opgenomen. Het lekkerst zijn de gecombineerde gerechten van
vlees, groenten, ei en friet. Het is een levendige zaak. In no time staan
de gerechten op de bar. Je moet wel zelf in de gaten houden wanneer je
bestelling klaar is. De gerechten zijn simpel, maar wel smakelijk.
Afrekenen gaat ook heel soepel. Ondanks de enorme drukte weet het
personeel precies wie wat besteld heeft.
We willen na de lunch nog naar het klooster de las Huelgas, maar dat is
dicht voor de siesta. Daarom keren we terug naar Lerma. We kijken op onze
kamer naar de Vuelta.
’s Avonds eten we heerlijk in de Parador.
Weer: in de middag tot 30 graden
zondag 16 september 2018
Lerma - Logroño: 184km / 3:04 uur
We drinken eerst nog koffie in Lerma en rijden dan
door naar Logroño, de hoofdstad van de Rioja streek. Daar is het groot
feest. Het feest van San Mateo, dat het begin van
de
wijnoogst markeert. Eigenlijk te vroeg, want de oogst begint pas over een
paar weken. De hele stad en streek zijn uitgelopen. Fanfares lopen door de
straten, overal zijn drank en eetkraampjes op elk plein staat een podium
voor optredens. De belangrijke straten zijn een grote optocht van
bezoekers en de terrassen zitten vol. Het is ook erg rumoerig. We
overnachten in het hippe boutique hotel
Marques
de Vallejo, midden in de oude stad. We kunnen even voorrijden om de
koffers uit te laden. Vervolgens kunnen we met korting parkeren in een
parkeergarage in het nieuwere deel van het centrum aan de andere kant van
Paseo del Espelon.
We bezoeken de concatedral, waar nog een mis gaande is. Mooie kerk, maar
geen vergelijk met die in Burgos. Tijdens de dienst dringt het
feestgedruis door in de kerk en overstemt de pastoor volledig als de deur
even opengaat. We gaan terug naar het hotel. Daarna eten we wat tapas.
In de middag lopen we naar de resten van de stadsmuren. Klein deel daarvan
is te bezichtigen. Een artillerietoren uit de 16e eeuw. Om 18.30 gaan we
tapas eten bij
Pasion
por ti in de drukke uitgaansstraat
Calle
Laurel. Een klein hip tentje waar ze heerlijke en prachtig
opgemaakte tapas of pinchos serveren. We kiezen een aantal heerlijke tapas
uit en drinken er een lekker wijntje bij.
Weer: 30 graden met zon
maandag 17 september 2018
We
rijden
na het ontbijt naar Haro, zo’n 50 km ten noorden van Logroño en het
centrum van de wijnproductie van de Rioja streek. We gaan een bezoek
brengen aan het wijnhuis
Muga.
We krijgen een 1,5 durende rondleiding door dit traditionele
familiebedrijf, dat een uitgebreide collectie kwaliteitswijnen produceert.
Van de
crianza worden 900.000 flessen per jaar gemaakt. Van de
Torre
Muga, een signature wijn, maar 4000 in een jaar dat de oogst goed
genoeg is. De laatste die op de markt kwam was van 2010. De volgende is
van 2015. De
Crianza - de instapwijn - mag hier 3 jaar rijpen,
waar de meeste wijnhuizen 2 jaar hanteren. Eigenlijk is het dus een
Reserva.
We worden door alle fasen van het productieproces geleid, waarbij
onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende wijnen, die ze hier
maken. Van jonge witte wijnen,
tot
Cava en de topwijnen, die 5 jaar op vat moeten rijpen. Muga werkt alleen
met eikenhouten vaten, die ze zelf maken van Frans eikenhout. Ze gebruiken
alleen nieuwe vaten. De gebruikte vaten worden verkocht. Hun meesterkuiper
is al op leeftijd een leidt nu zijn zoon op als opvolger, net als hijzelf
ook indertijd zijn vader is opgevolgd. Allemaal traditie dus...
Na afloop van de tour krijgen we een proeve van de witte wijn en van de
crianza, die hier 3 jaar moet rijpen, waar slechts 2 jaar is
voorgeschreven.
Terug in Logroño wassen we de auto in een wasstraat . Daarna lunchen we in
een tapas bar. Rond vijf uur gaan we naar buiten voor een koffie en een
cocktail. Rond 9 uur gaan we eten in
La
Iruña. Een goed restaurant met streekgerechten. Ik neem de
tonijnsalade, gevolgd door een runder entrecote.
Weer: zonnig, ’s middags rond de 28 graden. ’s Avonds hevige onweersbuien,
maar later toch weer droog
dinsdag 18 september 2018
Na het ontbijt en koffie in een café aan de Paseo del
Espolón gaan
we op weg naar San Sebastian. We nemen de snelweg naar Pamplona. In de
buitenwijken van Pamplona is er een merkwaardige aansluiting op de snelweg
naar San Sebastián, zoals dat alleen in Spanje wordt aangelegd. We komen
rond 12.30 in de stad aan en de Garmin leidt ons nietsvermoedend de oude
stad in, op weg naar ons
Pension
Ur Alde. Op het Plaza de Constitucion komen we niet verder en blijkt
dat we diep in de voetgangerszone zijn doorgedrongen. Alleen
bevoorradingsauto’s mogen hier komen. Net voordat de politie ingrijpt haal
ik de koffers uit de auto en breng ze naar het pension. Erik rijdt op last
van de politie door. Via de telefoon vinden we elkaar weer en rijden naar
de parkeergarage net buiten de oude stad. San Sebastian is een nogal dure
stad om te verblijven en een eenvoudig pension zoals het onze (zonder
ontbijt) kost 145 euro per nacht. Het is wel splinternieuw, de kamer is
modern ingericht en ruim. We hebben de Amsterdam-kamer en het decoratie
thema is Holland, compleet met tulpen en windmolens.
We rusten wat uit en lunchen in de vorm van wat pintxos in de Puerto
straat bij
Meson Portales.
Het is een soort zelfbediening. Je pakt een bord en zet daar zoveel
pintxos op als je wilt. Dan reken je af. Ze smaken redelijk. ’s Middags
gaan we even naar het strand, het Playa de Concha, dat midden in de stad
ligt. Het strand ligt in de baai van San Sebastian en is heel vlak. Midden
in de baai ligt een ponton, waarvan jongens hun duikkunsten vertonen. Na
het zwemmen drinken we een biertje op een terras.
Om zes uur worden we opgehaald door
Iker
Bardaji, onze gids voor de pintxos tour door de oude stad van San
Sebastian. Iker vertelt honderduit over de geschiedenis van de stad sinds
de Romeinen, via het koninkrijk Navarra, naar de Napoleontische bezetting.
De Engelsen verjagen de Fransen in 1813, maar verwoesten de stad door ze
in brand te steken. Op één straat na, waar ze hun soldaten wilden
huisvesten. Die straat heet nu de Callle 31 agosto, naar de datum van de
plundering. De rest van de oude stad is van na 1813. In het belle epoque
is San Sebastian een gewilde badplaats voor de elite uit zowel Madrid als
Frankrijk. Er verrijzen veel Art Nouveau gebouwen, een casino, hotels, een
theater en een badhuis. Alles om de gegoede toerist te amuseren. We
bezoeken de versmarkt, die ondergronds ligt, vanwege de
voedselveiligheidsvoorschriften. Iker koopt hier brood, kaas en worst (van
Pata Negra vakens). We lopen met Iker de oude stad in en leggen aan in de
eerste tapas bar, Goiz Argi
in
de Fermin Albeton straat. Hier eten we een Mari Juli, een Pintxo van zalm
en garnalen (op geroosterd brood) vergezeld van Txakoli, de traditionele
Baskische witte wijn met een lichte sprankeling. Ze wordt ingeschonken als
de Cider in Asturias. We lopen door naar de Plaza de Constitucion. Hier
vonden in de belle epoque stierengevechten plaats. De ramen van de
gebouwen rond het plein zijn genummerd. Dat waren in die tijden de loges
voor de rijke burgers. Het toenmalige stadhuis bood plaats aan de
koninklijke loge. We bezoeken ons tweede pintxos adres,
Astelena
148 en krijgen hier en portie met risotto met witte paddenstoelen en
een tapas met varkenswang. Iker is lid van een kookclub (Sociedad
Gastronomica) voor heren. Hij is er erg trots op om lid te zijn van dit
exclusieve, traditierijke gezelschap. Hij neemt ons mee en laat ons de
ruimten zien. We mogen gaan zitten in de keuken terwijl hij de aangekochte
kaas en worst met brood serveert en een Txakoli ontkurkt. De bedoeling van
de club
is
om met clubleden onderling voor elkaar te koken, recepten uit te wisselen
en genieten van het gezelschap. Er zijn een aantal van deze clubs in San
Sebastian en lid worden kan alleen als je door anderen wordt voorgedragen.
Er zijn allerlei regels over schoonmaken en voorraden aanvullen en het
meebrengen van introducees als wij.
We lopen verder de nieuwere stad in en zien de moderne Kursaal - een
concertgebouw uit 1999 - , het neo-klassieke
Victoria
Eugenia Antzioka theater (1912) en het chique
Maria Christina 5-sterrenhotel (1912). Alle drie gebouwen spelen
een belangrijke rol in het Internationale filmfestival, dat a.s. vrijdag
begint. Topgast is Danny de Vito. We lopen verder langs het bestuursgebouw
van het provinciebestuur van de provincie Guipuzkoako. Dan zijn we weer
terug aan de baai en het strand en eindigt de tour. We nemen afscheid van
Iker en gaan terug richting ons pension. We nemen voor de zekerheid nog
wat een paar pintxos voor we gaan slapen.
Weer: ochtend bewolkt en koel. ’s Middags wordt het warmer tot 24°
woensdag 19 september 2018
We ontbijten heerlijk bij Maiatza, een klein koffie zaakje op de Kale
Enbeltran. Daarna huren we een fiets van het Dbizi systeem.
We
kopen vanuit de automaat een dagkaart en trekken een fiets uit het rek.
Dat gaan niet zo heel makkelijk. We moeten veel gegevens invoeren en de
e-bike komt maar moeilijk los uit de stalling. We fietsen langs de baai en
het strand richting de Funicular, waarmee de top van Mont Igeldo, een
uitzichtpunt kunnen bereiken. Daarbij passeren we het voormalig
zomerverblijf van de Spaanse koninklijke familie, dat nu dienstdoet als
cultureel centrum. De voor de funicular dichtstbijzijnde stalling is een
flink eind daarvandaan. We moeten weer een bus nemen om in de buurt van de
kabelbaan te komen. Met de kabelbaan gaan we naar boven voor een prachtig
uitzicht op de baai en de stad. We nemen wat te drinken op het terras van
het Mercure hotel, dat boven op de berg is gevestigd. We zien uit over de
Golf van Biskaje en de baai. Na een tijdje gaan we weer terug naar
beneden. We nemen bus 16 voor een halte en lopen weer naar het uitgifte
punt van de fietsen. We fietse
n
nog wat rond in het nieuwere deel van San Sebastian, waarna we eenvoudig
lunchen.
Om 16 uur bezoeken we de Basilica de Santa Maria. De kerk is gespaard
gebleven in de verwoesting van 1813, maar werd pas in 1973 een basiliek na
een pauselijk bezoek in 1966. Van binnen is de kerk wel aardig met een
altaarstuk met een schilderij uit de 19e eeuw dat Sint Sebastiaan
voorstelt (jonge man die met pijlen wordt doorboort). Sebastiaan was een
legerofficier onder keizer Diocletianus, die terecht werd gesteld vanwege
zijn Christelijke geloof. Achterin de kerk is nog een museum met
kerkelijke kunst.
We pakken weer een Dbizzi fiets voor een tocht rond het Urgull Mendia, het
rotsvormige schiereiland, waarop ooit een vesting stond. Nu torent een
groot Mariabeeld over de stad. We fietsen langs de basis van de rots een
rondje en rijden dan over de rivier de Urumea naar de Kursaal in het
stadsdeel Gros. Deze gehoorzaal werd in 1999 voltooid op de plek waar tot
1924 een casion stond, tot gokken onder het
bewind van dictator Prima de Rivera werd verboden. De oude Kursaal werd in
1972 afgebroken en de kavel stond meer dan 20 jaar leeg. De architect
Rafael Monea won de prijsvraag met zijn ontwerp, dat doet denken aan twee
grote basaltblokken die hier in de riviermonding gebruikt worden als
golfbrekers.
Voor de Kursaal ligt het Zurriola strand. In tegenstelling tot het Playa
de Concha, niet beschut door een landtong en daarom met hoge golven
geliefd onder de surfers.
We drinken een cocktail bij gay bar Dioni’s en later op de avond bezoeken
we een aantal pintxos bar:
Txepetxa
(gespecialiseerd in diverse variaties op Achovis),
Zeruko
(ietwat pretentieuze moderne tapas),
A
fuego Negro (modern en innovatief en fusion, maar wel gemoedelijk)
en tenslotte
La
Viña (beroemd vanwege de kwarktaart). Tenslotte nog een slaapmutsje
bij
Bar
Martinez.
Weer: licht tot zwaar bewolkt met zonnige perioden. 24 graden
donderdag 20 september 2018
San Sebastian - Gernika - Bilbao: 216km 2:06 uur
We ontbijten weer bij Maiatza en gaan dan weer terug naar het pension om
te pakken en te vertrekken. Receptionist Aitor is ook
weer
op zijn post (gisteren waren we zonder receptie) en geeft ons de rekening.
Op weg naar de auto drinken we nog koffie aan de boulevard. Dan rijden we
de stad uit de snelweg op richting Bilbao. Bij
Gernika gaan we de
snelweg af en rijden naar dit stadje met zijn bewogen verleden. In 1937
werd de stad door Duitse en Italiaanse bommenwerpers verwoest als steun
voor de opstand van generaal Franco tegen de republikeinse regering. Een
militair doel diende het niet. Het was ook vooral een oefening voor de
Duitse Luftwaffe, die onder Hitler was opgebouwd als voorbereiding voor de
tweede wereldoorlog. In die zin was Gernika een repetitie voor Rotterdam.
In Gernika bezoeken we het
Vredesmuseum.
Indrukwekkend is de huiskamer, waar ons het verhaal van alle dag vanuit
het perspectief van een huisvrouw, wordt verteld in de dagen voor het
bombardement. De dreiging was er, maar toch kwam de aanval zelf als een
verassing en zeker de verwoesting die het teweeg bracht. Aan het eind van
het verhaal horen we het luchtalarm, de vliegtuigen en de explosies. Dan
wordt ook de verwoesting zichtbaar achter wat eerst een spiegelwand was.
Verder veel aandacht voor het concept vrede en het bereiken ervan op vele
plekken op de wereld, zoals in Noord-Ierland, Zuid-Afrika en Guatemala.
Na het museum lopen we Batzarretxea. In dit gebouw kwam tot 1879 de
vertegenwoordiging
van
de dorpen van Baskenland sinds eeuwen bijeen. Eerst onder een boom, later
in een parlementsgebouw. De stronk van de boom staat er nog, onder
afdakje. Koningen die over Baskenland heersten bevestigden onder die boom
de autonomie van Baskenland. Sinds 1979 komt hier de provincieraad van
Bizkaia bijeen. Alles wordt streng bewaakt door de Baskische politie. We
drinken wat en eten een pintxo voor we doorrijden naar de kust. De monding
van de Mundakako Itsasadarra vormt hier een prachtig estuarium. We rijden
door langs de kust langs Bermio en Bakio.
Dan door naar
Bilbao. Ons appartement is in de oude stad, achter
de San Nicolaskerk. Het appartement is klein, schoon, netjes en de keuken
en badkamer zijn goed in orde. Het bed is erg smal (1.40m) en het is nogal
gehorig. Een verbindingsdeur met het naastgelegen appartement is
gecamoufleerd, maar we horen de buren lunchen. Waarschijnlijk is onze
kamer van het buurappartement afgescheiden voor de verhuur.
In de middag gaan we met de
funicular
omhoog om van het uitzicht op de stad te genieten. We nemen de tram
erheen. Een zeer moderne en nieuwe lijn. De tramstellen ruiken nog nieuw.
Vanaf de tramhalte steken we de voetbrug Zubizuri, van architect Calatrava
over. Vanaf de berg Artxanda zien we natuurlijk het Guggenheimmuseum
liggen en ook het stadion van Atletic de Bilbao.
Terug in de oude stad drinken we wat op een terras. ’s Avonds eten we wat
op de Plaza Berri of Plaza Nueva (bij
La Olla) en nemen we een afzakkertje bij gay bar
Bizitza.
Weer: zonnig 28 graden
Vrijdag 21 september 2018
We ontbijten bij cafe Bizuete. Druk, maar wel snel een redelijk goed. We
nemen de tram naar het
Guggenheim
Museum Bilbao.
Het
gebouw, gelegen aan de oever van de rivier, van de Amerikaanse architect
Frank Gehry uit 1997 is spectaculair: de omvang, het spiegelende materiaal
en de fantastische vormen maken het een onvergetelijk en uniek gebouw. Het
was voor de stad Bilbao het startpunt van een revitalisatie van de
vervallen industrie stad, waardoor het uiteindelijk kon uitgroeien tot een
levendig cultuurcentrum in Baskenland. De vaste tentoonstelling is soms
spectaculair, maar ook vaak ook wat gezocht. Er is een tijdelijke
tentoonstelling met werk van Van Gogh en Picasso en dat is erg mooi. Het
gebouw mag wel gefotografeerd worden, maar de kunst binnen niet. Na het
bezoek aan het museum lopen we naar
Azkuna
Zentroa, een voormalig
wijnpakhuis, dat spectaculair is verbouwd tot cultureel centrum. De
centrale ruimte heeft een verlaagd plafond, dat wordt gestut door 43
pilaren, elk apart ontworpen door de Fransman Philippe Starck. In hal
staat net als op veel andere plekken in de stad een vleugel opgesteld met
de tekst "¿Quieres Tocarme?" erop, wat betekent: "Wil je me bespelen?".
Iedereen die kan en durft kan zijn pianovaardigheden laten horen en dat
gebeurt met verve.
We nemen de metro terug naar ons appartement. ’s Middags neem ik nog een
kijkje bij de overdekte markt. Deze is in 1983 sterk gerestaureerd en
verbouwd, na een gr
ote
overstroming. Helaas is de markt ’s middags gesloten.
’s Avonds eten we bij sterrenrestaurant
Etxanobe
in de wijk Esanche in het nieuwe centrum. We eten in het Atelier van chef
Fernando Canales een 14 gangen menu met bijpassende wijnen. Het is
heerlijk, spectaculair een heel goed verzorgd. Sommige gangen worden door
Canales aan onze tafel bereid. Bij een gerecht mag Erik zelfs wat
assisteren. Dit sterrenrestaurant staat niet op zich. Baskenland en Bilbao
en San Sebastian in het bijzonder tellen vele zeer goede restaurants met
sterren in de Michelin-gids. Het was een waardige afsluiting van onze reis
door Noordwest Spanje.
Weer: zonnig, 25 graden
Zaterdag 22 september 2018
We staan vroeg op rond 7 uur, na een wat lastige nacht. De kamer was
veel te warm, maar het raam kon niet open, omdat het buiten te lawaaiig
was vanwege het uitgaanspubliek. Ontbijt is lastig te vinden, omdat
alles nog gesloten is, behalve een café, dat nog vol zit met
nachtvlinders, die behoorlijk dronken zijn. Een koffie met een tosti, is
het maximaal haalbare hier. We rijden daarna naar het vliegveld van
Bilbao, vanwaar we om 11.50 uur met KLM vertrekken naar Amsterdam. We
komen daar op tijd aan om 14.00. We moeten nog een tijdje wachten op de
bagage. De Intercity Direct brengt ons in 27 minuten naar Rotterdam
Centraal, waar een Uber taxi voor ons staat te wachten. Het regent in
Rotterdam, maar het ook weer goed thuis te zijn.