![]() |
Andalucië | |
Zondag, 5 september 1999 Vandaag
gaan we naar Arcos 's Avonds eten we in de Parador. Ik bestel Rabo de Toro, ofwel Ossenstaart. Dat kan ik niet aanbevelen. Heel veel bot en weinig smakelijk vlees. We sluiten af met koffie en Spaanse brandy, Lepanto uit Jerez. Maandag, 6 september 1999 We
rijden naar Jérez de la Frontera. We
bezoeken eerst de Alcazar. Dit is het voormalige Moorse
vestingcomplex en paleis van Aan het begin van de avond nemen we, terug in Arcos, deel aan een wandeling langs de patios van Arcos. Onder leiding van een gids van de VVV, bezoeken we een groot aantal patios, waaronder ook een aantal van woonhuizen. De bewoners zijn trots op een mooie patio en tonen die maar al te graag aan toeristen. Ons groepje bestaat overigens maar uit vier mensen. 's Avonds eten we in het restaurant El Convento. Heerlijk eten. De tomatensoep blijkt niet vloeibaar te zijn en wordt met mes en vork gegeten. Dinsdag, 7 september 1999 Dinsdag
bereiken we na een speurtocht door de smalle
eenrichtingsstraten van de binnenstad van Sevilla
het hotel Casas
de la Judería, mi Na ons geïnstalleerd te hebben in onze kamer (hemelbed en jacuzzi!) gaan we op pad naar de kathedraal. Via de smalle straten van de Santa Cruz wijk, waarin ook ons hotel ligt komen bij de kathedraal. Dit is één van de grootste trekpleisters van Sevilla. Het is de grootste kerk ter wereld (naar inhoud) en is indrukwekkend. Met name de hoofdkapel is prachtig. De kerk is na de herovering van de stad gebouwd op de plaats waar de moskee stond. De voorhof van de moskee, Patio de Naranjas is behouden gebleven. De kerk bevat ook het graf van Columbus, althans dat zou kunnen, want over de herkomst van de beenderen in de sarcofaag bestaat geen zekerheid. Ik beklim ook de Giralda, de kerktoren. Het was eens de minaret van de moskee. De weg naar boven is ook bijzonder. 35 hellingen, breed genoeg voor twee ruiters te paard. Het uitzicht is magnifiek. De stad en de streek liggen aan je voeten. 's middags gaan we naar de Plaza de España en het Parque de María Louisa. De gebouwen rond de Plaza de España zijn gebouwd voor de Ibero-amerikaanse tentoonstelling van 1929, die door de economische crisis van dat jaar enigszins in het water viel. Langs de gevel van het gebouw zijn de Spaanse provincie hoofdsteden in tegels uitgebeeld. Het Parque Maria Louise is een aantrekkelijk schaduwrijk park, waar de toeristenkoetsjes af en aan rijden. Op weg naar het Plaza, komen we eerst lang het Hotel Alfonso XIII, Sevilla's tophotel. Het is gebouwd voor de VIP's de tentoonstelling van 1929 zouden bijwonen. Het heeft een schitterende patio. Naast het hotel ligt de Tabaksfabriek. Hier werkte Carmen, de hoofdpersoon uit de gelijknamige opera van Bizet als sigarenmaakster. Het gebouw uit ±1750 is het op één na grootste gebouw van Spanje en behoort nu tot de universiteit. Ondanks dat het al halfzeven 's avonds is, is het nog steeds loeiheet. De thermometer wijst nog 38° C aan en Sevilla doet zijn bijnaam van "braadoven" eer aan. 's Avonds verkennen we de
gay
scene
van Sevilla die omvangrijk is. Vanavond blijven we rond
de Paseo
Maritimo en Calle Reyes Catolicos.
|
![]() |
Andere Reisverslagen | ![]() |
terug | verder |