februari  2020

Maandag 2 maart 2020

Ik ga om half acht naar het hoofdpostkantoor voor een postzegel. We willen traditiegetrouw een kaartje naar het thuisfront sturen. Voor het kantoor is een kiosk waar ik een ansichtkaart koop. GroningenHet postkantoor gaat ruim twintig minuten te laat open en blijkt dan geen wisselgeld te hebben. De klanten mopperen luidkeels op zoveel onkunde. Ik loop snel naar de Republic Bank een paar deuren verderop om een briefje van 50 SRD (€6,20) te wisselen. Dan weer terug naar de post voor de zegel van 7.2 SRD (€0,89). Afgeven aan het loket gaat niet, hij moet in de bus. Ik hoop er maar het beste van.[De kaart kwam binnen 5 dagen aan. De verwachtingen werden ver overtroffen!!]

De huurauto wordt naar het hotel gebracht, zo blijkt na een telefoontje aan het verhuurbedrijf Ross. In onze bevestiging stond Van Sommelsdijkstraat 8, maar dat blijkt slecht een ontmoetingsplek te zijn, geen kantoor. Dus waarom niet bij het hotel? I Een half uur wachten wordt 50 minuten. Dan blijkt de bagageklep er niet in te zitten. Die kunnen we afhalen bij het verhuurkantoor aan de Kwattaweg. Gelukkig is dat in de richting van Nieuw Nickerie, waar we toch heen moeten. Aldaar blijkt de auto niet meer te willen starten. Er mTotnessoet een nieuwe accu in. Gelukkig kan dat meteen. Al met al gaan we pas om half elf richting Nieuw Nickerie. Onderweg stoppen we in Groningen, waar we dronebeelden van de Saramacca rivier maken. Groningen werd halverwege de 19e eeuw gesticht door een groep Groningse en Gelderse gereformeerde boeren, die hier het land zelf wilden gaan bewerken. Slavenhoudende plantagebezitters vonden dat niet zo'n goed idee: landarbeid was iets voor zwarte slaven, niet voor blanken. De Boeroe's, zoals ze genoemd werden hadden veel tegenslag. De helft bezweek aan de typhus. Veel anderen besloten naar Paramaribo te verhuizen. Er bleven 45 Boeroe's over. De nederzetting begon pas te groeien nadat er een weg werd aangelegd naar Paramaribo in de jaren '60 van de 20e eeuw. Tot dan toe was het alleen per boot bereikbaar. We eten er een broodje. Dan rijden we weer verder. We gaan de lange brug over de brede Coppenamerivier over. Deze brug verving in 1999 een veerverbinding. We maken een korte stop in Totness, de districts hoofdstad van district Coronie. Hier staat een mooie houten kerk (Maria Onbevlekte Ontvangenis; eind 19e eeuw). Vervolgens rijden we door naar Nieuw Nickerie. Het is nog een hele rit, met veel wegwerkzaamheden en ook veel slechte stukken in de weg.

Nieuw NickerieWe komen om kwart voor vier aan. Het hotel Residence Inn staat midden in het dorp, is een beetje ouderwets, maar heeft verder alles wat we wensen. Ik laat de drone nog eens op en maak beelden van het stadje en de Nickerie en de Corantijn rivier. Deze rivieren komen bij Nieuw Nickerie samen en stromen uit in de Oceaan. De Corantijn is ook de grensrivier met buurland Guyana. We drinken een biertje op het terras van het hotel. ’s Avonds eten we Chinees bij Hong Kong 2 restaurant.
We kijken nog wat tv op de laptop en drinken wat in de hotelbar.

Weer: wisselend bewolkt met zonnige perioden. 32 graden. 

Dinsdag 3 maart 2020

We ontbijten vroeg en om 8 uur. We worden om 9 uur opgehaald door Albatros Tours voor een tour naar Bigi Pan, het grote meer in de mangroven bij Nieuw Nickerie. De eigenaar zelf haalt ons op. Hij is een Javaanse rijstboer. Hij brengt ons naar de steiger waar de boot klaarligt. Zijn kleinzoon Miguel gaat ons rondvaren in het gebied. Bij de steiger zijn werkzaamheden. Er wordt een ontvangst- en toiletgebouw gebouwd. Met Miguel varen we een stukje over de Nickerierivier naar een sleephelling. Daar moeten we even de boot uit. Met een lier, gemaakt van een brommermotor, wordt de boot over de helling gesleept naar het kanaal dat richting het Bigi Pan loopt. De twee watersystemen zijn gescheiden om te voorkomen dat zout of brak water uit de Nickerie in de Bigi Pan gaat stromen. Omgekeerd kan Bigipan bij hoogwater wel afwateren op de Nikcerie. We varen het kanaal af en zien tal van bijzondere vogels. Vooral veel zilverreigers, maar ook de moerasbuizerd en de Amerikaanse Oehoe. Heel mooi zijn de rode ibissen met hun fel rode veren. Verder ook een grijze reiger en sternen. Na een uur komen we op het Bigi Pan. Aan de zuidkant van het meer zijn een viertal verblijven op het water gebouwd voor evenzo veel operators. We gaan van de boot af en drinkenBigi Pan even koffie op het verblijf van Albatros. Miguel vertelt veel over de vogels en het gebied. Na de koffie varen we het meer op en kunnen op redelijke afstand de flamingo’s en de pelikanen bekijken. Het meer is door de droogte erg ondiep geworden. We moeten nauwkeurig de vaargeulen volgen om te voorkomen dat we vastlopen. Miguel houdt goed afstand van de vogels zodat ze niet opschrikken en wegvliegen. Op het meer zien we harders, kleine visjes die uit het water opspringen. Soms komen ze per ongeluk op de boot terecht en dat is dan ook meteen fataal voor ze. Ze raken dan onder de vlonder, waar je er niet bij kunt en daar stikken ze dan. Het gebeurt wel een keer of vier. We zien ook nog een visarend. We varen weer terug naar het huis op palen, waar we de door oma Gerda bereide lunch gaan gebruiken. Het is rijst met kouseband en kippebouten. Het smaakt heerlijk. Na de lunch varen we weer terug naar de steiger, waar opa staat te wachten. Hij brengt ons naar het hotel, waar weAmerikaanse Oehoe om 13 uur de koffers ophalen.
Vervolgens  vertrekken we meteen richting Paramaribo. We tanken nog in Nieuw Nickerie en dan rijden we de lange weg naar Paramaribo terug. Vooral in het begin heeft de weg slechte stukken en wordt er aan de weg gewerkt. Na Wageningen wordt de weg beter en kunnen we aardig door rijden. In Paramaribo is het druk op de weg en komen we in een file. We zijn rond 17.10 in Kekemba resort. We worden welkom geheten door gastheer Lloyd Vrij. We krijgen appartement nr 1. Het is groot en goed ingericht. Het ligt niet meteen aan het zwembad, wat wel zo rustig is.


Weer: zonnig 32 graden.

Woensdag 4 maart 2020

Als we wakker worden blijkt er een stroomstoring te zijn. Geen licht, geen waterdruk. We ontbijten met onze gisteravond aangekochteNieuw Amsterdam boodschappen en gaan dan maar richting de Jules Wijdenboschbrug over de Surinamerivier. We rijden naar Fort Nieuw-Amsterdam. Dit fort is in de 16e eeuw opgezet als verdediging van de monding van de Suriname en de Commewijnerivieren en de plantages die stroomopwaarts waren gelegen. De bouw zat niet mee. De grond bleek ongeschikt voor het bakken van stenen en de bodem te zacht om een zware vesting te bouwen. Vandaar dat slechts een aarden wal werd opgeworpen met kanonnen erop. Desondanks konden de Engelsen de vesting in 1799 en 1804 eenvoudig innemen, zonder een schot te lossen. Na het herstel van het Nederlands gezag in 1814 werd het een gevangenis. De militairen vertrokken. Daarna werd het het centrum van het districtsbestuur in 1905. De aarden wal, de gracht en de kanonnen zijn er nog, net als de gevangenis en het kruithuis. In de gevangenis is een tentoonstelling over de verschillende bevolkingsgroepen van Suriname en de geschiedenis van de vesting. Er is een armzalig museumcafé, waar we een bekertje oploskoffie Frederiksdorpdrinken.

We rijden daarna verder naar Marienburg, waar we met een taxiboot de Commewijne over varen naar Frederiksdorp, een voormalige plantage. Het is nu een hotel met kamers in de voormalige woningen van de plantage-eigenaar en zijn voormannen. Er is ook een aardig restaurant, waar we lunchen. In de buurt van het hotel zijn ook veel mooie vogels te zien. Tijdens de lunch krijgen twee zware regenbuien, maar gelukkig zitten we droog.

Na de lunch varen we terug naar Marienburg en rijden verder via Alkmaar naar de plantage Katwijk. Het is de enige nog werkende koffieplantage in Suriname. De plantage is in 1746 gesticht. Hoewel de officiële rondleidingen om 10 en 12 uur zijn krijgen we toch een rondleiding over de plantage. De koffieproductie is van bescheiden omvang. Vandaar dat men ook sinaasappels en limoenen verbouwt. We rijden zowel het koffieveld als het citrusveld in. Na afloop van de tour krijgen we een kopje koffie Koffieplantage Katwijkvan eigen bodem te drinken.

Daarna rijden we weer terug naar Paramaribo. Er staat een lange file voor de brug. Dit is deels aan het spitsuur te wijten, maar ook aan de stijle helling van de brug, waardoor vrachtwagens slechts stapvoets naar boven kunnen rijden.
’s Avonds eten we in de wijk Blauwgrond bij een Javaans eethuisje Lola. We eten heerlijk Indonesische gerechten voor heel weinig geld. Voor 115 SRD (€14,30) hebben we gegeten en gedronken.
Daarna drinken we nog koffie bij Torarica en vervolgens terug naar het resort.

Weer: bewolkt, regenbuien. 26 graden


Donderdag 5 maart 2020

We rijden via de Martin Luther Kingweg richting het zuiden naar Berg en Dal. In de stad is het erg druk op de weg, maar eenmaalBerg en Dal buiten de stad wordt het rustiger en kunnen we goed doorrijden. De weg is in uitstekende staat. Rond 11 uur zijn we bij Berg en Dal en gaan we de hoofdweg af. We rijden over een onverhard, bochtig weggetje naar het resort. We geven onze bagage af en checken in, maar kunnen nog niet op de kamer. Dat kan pas vanaf 14 uur. Berg en Dal is een van de grootste plantages in Suriname. De plantage werd gestart door gouverneur Temming in 1722, als een particuliere ondernemening, los van de Societeit van Suriname, die de kolonie als geheel bestuurde. In 1744 verhuisde zijn dochter en erfgenaam naar Amsterdam. Kort na de afschaffing van de slavernij in 1863 - de plantage had 315 slaven - werd de plantage verkocht aan Kersten & Co een firma van een vooraanstaand lid van de Hernhuter Broedergemeente. De Hernhuters besloten er een zendingspost van te maken. De zending had veel te leiden van malaria en werd opgegeven. De plantage bleef in handen van  Kersten en werd in 1968 bereikbaar over de weg. Toen begon de leegloop van het dorp naar de grote stad. Tijdens de binnenlandse oorlog van 1986 tot 1992 was het dorp geheel onbewoond. Vanaf 2003 begon Kersten met de ontwikkeling van een eco resort. In 2008 Berg en Dalwerd het officieel geopend.

We gaan verder met de auto naar het natuurpark Brownsberg, althans dat is de bedoeling. Maar de weg vanaf het dorp Brownsweg naar het natuurreservaat is zo slecht dat we het niet aandurven door te rijden. We keren om en gaan in plaats daarvan de stuwdam en het stuwmeer bekijken bij Afobakka. De dam is tussen 1958 en 1965 aangelegd om Suriname en vooral de Suralco, met zijn aluminumsmelter van energie te voorzien. Vele marrondorpen zijn daarvoor onderwater gezet door het ontstaan van het stuwmeer, het Dr Van Blommesteijnmeer. De bewoners werden verplaatst naar nieuwe dorpen, stroomafwaarts. Verder is er niet zoveel te beleven. We rijden terug naar Berg en Dal, waar we moeten wachten tot 14 uur precies, voor we de sleutel krijgen. We hebben een prachtig huisje op een verhoging met zicht op de Surinamerivier, helemaal aan het eind van het resort. Een rustige plek, met een prachtig uitzicht vanaf ons ruime balkon. Ook vanuit ons bed hebben we mooi zicht op de rivier.
’s Middags gaan we nog even zwemmen in het zwembad en drinken we een drankje aan de bar, eveneens aan de rivieroever. ’s Avond dineren we op het resort. We nemen het buffetdiner, dat redelijk goed smaakt. Na het eten luisteren we op ons balkon naar de geluiden van het oerwoud. Daarbij zijn vooral de kikkers goed hoorbaar. Na een paar uur kalmeren ze een beetje en horen we ook andere dieren, zoals krekels, cicaden en apen.

Weer: bewolkt met zo nu en dan een bui. 26 graden

vrijdag 6 maart 2020

We ontbijten rond 7 uur. Na het ontbijt hebben we ruim de tijd om onze koffer in te pakken en te wachten op het vertrek van de Boottocht Berg en Dalboottocht om 9 uur. Met een gids maken we een tochtje over de Surinamerivier, langs een eiland in de rivier en enkele marrondorpen. We zien niet veel dieren, maar wel veel soorten bomen en planten.
Terug in ons huisje bellen we de receptie, dat ze onze koffers kunnen ophalen. We lopen zelf naar de receptie en betalen de rekening. Dan nog even wachten tot de koffers ook arriveren. Vervolgens rijden we naar Paramaribo.

De rit verloopt vlot tot we in de stad komen en het verkeer vastloopt. Uiteindelijk bereiken we rond 12.30 het Krasnapolsky hotel aan de Domineestraat. We kunnen pas na 15 uur op de kamer, dus we moeten wat tijd zien te doden. We gaan eerst lunchen in het restaurant op de 3e etage. Het eten is prima, maar de service is wel heel erg traag. Hoewel we de enige gasten zijn duurt het drie kwartier voor we eten op tafel hebben. Daarna lopen we wat rond in het centrum en drinken wat op een terras. Dan kunnen we eindelijk de kamer op. Die is goed in orde. De deur sluit Waterkantwel een beetje raar.

Rond vijf uur gaan we naar een cocktailbar en aansluitend eten we bij E’tembe, een restaurant aan het water waar ze Marrongerechten serveren. Ik eet kaaiman aan een spies en Erik moksi alesi met kip. Erik neemt ook nog een bijzondere smoothie van Awarra.

We lopen weer terug naar het hotel, kijken voetbal op de computer en drinken dan nog wat aan de hotelbar.

Weer: wisselend bewolkt, 31 graden.


zaterdag 7 maart 2020

Na het ontbijt wachten we op mijn familieleden Rieke en Zahira. We gaan met hen koffiedrinken bij Coffee Box ergens in een buitenwijk van de stad. Het is gezellig en we wisselen allerlei familiewetenswaardigheden uit onder het genot van een koffie en een taart. De tijd vliegt om en rond half een gaan we weer terug naar het hotel.
We rusten nog wat uit op de kamer en rond 16 uur gaan we op weg naar het vliegveld. Onderweg tanken we. We nemen de “highway” richting Paranam – en dus niet de drukke en langzame weg door Lelydorp – en slaan dan rechtsaf naar Zanderij.
Op de luchthaven geven de auto af aan de vertegenwoordiger van Ross Car Rental en sluiten aan in de rij voor de check-in. Dat duurt even en dan verder naar de veiligheidscheck. Dan begint het wachten.

Het vliegtuig vertrekt toch redelijk op tijd om 19.15 uur naar Amsterdam. De vlucht verloopt zonder bijzonderheden en we zijn voor 8 uur in Amsterdam.
De Intercity Direct naar Rotterdam laat niet lang op zich wachten en ook de Uber taxi in Rotterdam is er binnen een minuut. Om 10 uur zijn we thuis.




 


  Andere Reisverslagen
 
terug