Vlag Turkije

Turkije

deel 2
Vrijdag, 12 september 1997

’s ochtends bij het ontbijt is het behoorlijk fris buiten. We gaan op weg voor een toertje door Capadocië. Via Mustafapasa komen we bij Celin. Hier is een rotskerkLandschap Capadocië met klooster te zien. Het geheel staat in de steigers, maar een bezoek is mogelijk. Een kleine jongen, Osman, leidt ons in hoog tempo rond. Met armen en benen legt hij uit wat we zien. Verder naar het in een vallei gelegen Soganli. Hier moet entree betaald worden. In de heuvels rond Soganli liggen een aantal kerken. Ik kan er maar één vinden. Daarna gaan we naar Derinkuyu. Hier ligt een een ondergrondse stad. Op het hoogtepunt woonden hier meer dan 30.000 mensen ondergronds. De afdaling is stijl, laag en smal. Ik raak bijna vast in een smalle gang als ik een dikke Duitser moet passeren. Na wat manoevreren kunnen we langs elkaar verder. De grotten zijn wel goed verlicht. Heel bijzonder. Vervolgens komen we in Avanos. Hier wordt veel keramiek gemaakt en verkocht. We sluiten de toer af in de Pasabagi vallei, waar eens monniken hun toevlucht zochten in schoorsteenvormig rotsen. Het was een  enerverend dagje.

Na het eten proberen we het nachtleven uit, maar in de aantrekkelijke disco "Barium" is nog geen kip te bekennen. De muziek is goed, want oud, maar we vinden het welletjes en gaan om 10 naar bed.

Weer: zonnig 25°, ‘s avonds koelt het sterk af

 

 

Zaterdag 13 september 1997

De afstand naar Ankara is niet zo groot. We komen er rond 13 uur aan. Het is verkeer is er enorm hectisch en we zijn opgelucht als we het hotel heelhuids hebben bereikt. We nemen een taxi naar het Atatürk mausoleum. Een groots aangelegd complex. We zien o.a. een wachtaflossing, die met veel tam tam gepaard gaat.

Wacht bij Ataturk mausoleum

Bij het mausoleum is ook een aan de held gewijd museum, waarin allerlei prullen van de man staan uitgestald. Alles van scheerkwast tot winterjas. Van roeimachine tot limousine. Dan gaan we met de taxi naar het centrum. Op een dakterras van een warenhuis nemen we een drankje en genieten van de verkeerschaos beneden op straat. Erik krijgt een platgeslagen biertje, ik neem een Raki, de Turkse versie van de uit Griekenland bekende anijsdrankje Ouzo. We shoppen nog wat. Ankara heeft een zeer westers winkelcentrum waar van alles te koop is. ’s Avonds eten we in een restaurant in de citadel. We worden overstelpt met allerlei (voor)gerechtjes. Ook gerechten die we alleminst besteld hebben. Een ober is zo vriendelijk om onze wijn bij de buren in te schenken. De rekening is wat onduidelijk, maar toch correct.

 

Zondag, 14 september 1997

De weg van Ankara naar Bursa is druk en gevaarlijk. Veel te smal eigenlijk voor zoveel verkeer. De verbreding is in voorbereiding, maar komt voor ons te laat, helaas. In Bursa is het een behoorlijke crime om bij het hotel te komen. De kaart in onze reisgids in niet erg duidelijk, de stad is vergeven van éénrichtingsstraten, waardoor je nooit kunt komen waar je heen wilt. Bovendien zijn de straatnamen zeer spaarzaam aangegeven. We proberen het een paar keer te vragen, maar de mensen kunnen niet echt met onze kaart omgaan. Eén jongen probeert hem zelfs ondersteboven te "lezen". Na veel ergernis bereiken we onze bestemming. Nog een paar van deze steden en we kunnen in relatietherapie. Na even te zijn bijgekomen gaan we met de kabelbaan de berg op. Onderweg is het uitzicht op de stad prachtig. Eenmaal boven valt het behoorlijk tegen. ’s Avonds eten we in een eenvoudig restaurantje.

 

Maadag, 15 september 1997

De dag begint fris en bewolkt. We nemen een taxi naar het stadsdeel Yesil. Hier staat een mooie moskee uit de 15e eeuw. Ernaast staat een graftombe van sultan Mehmet I. De tombes zijn met mooie turquoise tegels versierd. We drinken een nescafé voor de voor Turkse begrippen belachelijke prijs van 5 gulden (voor twee). Dan weer een taxi naar Muradiye. Hier staan 10 graftombes van evenzovele sultans. Elke dag zijn er drie te bezichtigen. Vandaag zijn Murat II, Sezahde Mustafa en Cem Sultan aan de beurt. De moskee naast het tombe complex is ook de moeite waard. De Muezzin probeert ons een beetje te gidsen. Hij heeft een Engels taalgidsje waarin hij zo nu en dan wat woorden aanwijst. Voor de lunch nemen we de locale specialiteit Iskender Kebab. Het restaurantje heeft alleen maar Iskender Kebab dus de keus is snel gemaakt. Het is een Kebab met room. Daarna gaan we naar de Yeni Kaplica. Het oude badhuis van Bursa. Het is een bijzonder badhuis. Een van de weinigen, zo niet de enige, met een zwembad in het midden van de centrale ruimte. Normaal staat daar de warme marmeren plaat die het badhuis verwarmd en waarop je gemasseerd wordt. Na alfoop worden we afgedroogd en ingepakt in doeken, waarna we in een slaapzaal een soort Chill Out kunnen doen! We wandelen door het Kultur Parki en gaan op een terasje wat drinken. De mensen aan de andere tafels, meest jongens, zijn fanatiek aan het backgammon spelen. De backgammon spellen worden gratis ter beschikking gesteld. Bij het voetbalstadion (waar Oranje een paar maanden eerder smadelijk van Turkije verloor) nemen we een taxi naar het hotel.

Het weer was een beetje wisselvallig van daag. Tot nu toe was het elke dag zonnig, maar vandaag begon de dag bewolkt, hoewel het goed opentrok in de middag. Warm 25 graden.

 

Dinsdag, 16 september 1997

Vandaag rijden we naar Istanbul. Het is druk op de weg, maar we schieten aardig op omdat de wegen veelal vierbaans zijn. We nemen een veerboot, zodat een we een flink stuk kunnen afsnijden. Om 12 uur zijn we al in hotel Antique vlakbij de Sultanahmet moskee. De kamer is piepklein, maar het is centraal gelegen in een rustige buurt.

In de Sultanahmet moskee is een dienst aan de gang en we moeten wachten. Eénmaal binnen valt vooral de omvang van de moskee op. Tweederde van de moskee is niet toegankelijk voor ongelovigen als wij.

Sultanahmet Moskee, Istanbul

Dan naar de Aya Sofia. In het park dat tussen de twee gebouwen in ligt, worden we herhaaldelijk aangesproken door handelaars, "gidsen" en andere figuren. Velen zijn nog geen 12 jaar oud. De Aya Sofia is ook imponerend. Op de bovengalerij zijn enkele mooie mozaïeken te bewonderen.

Daarna bellen we Turkish Maritime Lines op om te vragen naar de mogelijkheid van een bootreis naar Izmir. Telefonisch lukt dat maar half. We moeten naar het kantoor. Daar is alles snel geregeld. Terug naar het hotel treffen we het niet met de taxichauffeur. Hij veinst de weg niet te weten en neemt ons mee op een tour door Istanbul. We komen overal, maar niet bij het hotel. We stappen uit en lopen verder.

’s Avonds eten we aan het Hippodrome plein en gaan nog op zoek naar een homobar. Maar behalve wij zelf zijn er geen gasten.

Weer: bewolkt 18-22 gr.

 

Woensdag, 17 september 1997

Het kost veel moeite om de ingang van het Topkapi paleis te vinden. Aldaar aangekomen kost het moeite om door de ingang te geraken. Je moet je tas in een röntgenapparaat stoppen voordat je door de kaartcontrole kan. Terwijl je in de rij staat voor die controle liggen je bezittingen aan de andere kant van het apparaat voor iedereen voor het oprapen. Er heerst dan ook een paniekerige stemming onder bezoekers die zoTopkapi paleis gauw mogelijk weer verenigd willen worden met hun dierbare bezittingen. In het paleis is veel te zien. Veel sierraden en gebruiksvoorwerpen van de sultans. Ook de beroemde Topkapi dolk (uit de film) is aanwezig èn de op vijf na zwaarste diamant ter wereld. We lunchen in het paleis en bezoeken ’s middags de harem. Daarvoor moeten we bijna een uur in de rij staan. De rondleiding gaat pijlsnel.

’s Avonds gaan we met de tram, de kabelbaan en weer een tram (dit keer een heel oude) naar het Taksim plein. Daar eten we in een Chinees restaurant. Het eten is prima. De zoektocht naar gay bars levert niet veel op. Slechts één restaurant annex bar. De rest van het adressenlijstje is onvindbaar, gesloten of ziet er te louche uit. Dan maar terug naar het hotel.

Weer: bewolkt 19 gr.

 

Donderdag, 18 september 1997  

Vandaag gaan we naar de overdekte bazaar. Door de nu al 10 dagen durende darmproblemen raak is zo langzamerhand een beetje verzwakt. De bazaar is een drukke toestand. Er is van alles te koop: kleding, sierraden, huisraad, en andere prullen. We kopen theeglazen, een trui en wat voor de moeders. Er moet veel afgedongen worden en Erik beheerst dat veel beter dan ik. Het is er wel aardig. De verkopers doen heel erg hun best. We gaan terug naar het hotel om wat uit te rusten. Dan gaan we naar de Cagaloglu Hamam. We nemen de volledige behandeling. Op de warme marmeren plaat worden we gewassen en gemasseerd. Dat gaat er soms wel ruig aan toe. Erik’s masseur gaat zelfs op hem staan en loopt van z’n billen naar de schouders. De mijne (formaat Erika Terpstra) is zo verstandig dat niet te doen. Dan volgt de Keze (scrub) en nog meer wassen. Daarna kunnen we wat nagloeien. De masseurs bedelen om een tip. Tot vervelens toe. Om half vijf staan we weer op straat. Een beetje loom maar verfrist. We nemen een biertje op een terrasje. ’s Avonds eten we in de Borsa Locanta. Fast food à la Turc.

 

Vrijdag, 19 september 1997

Vrijdag is onze laatste dag in Istanbul. We gaan weer naar Taksim met tram, kabel en tram. Hoewel…. Het oude trammetje rijdt even niet. Dus lopen we maar door een hele lange winkelstraat tot aan het Taksim plein. Gouden Hoorn Hier zijn ook een aantal consullaten gevestigd, waaronder het Nederlandse. Op het Taksim plein drinken we koffie / thee. Met het trammetje (dat weer rijdt) gaan we naar de Galata toren. Een oude uitzichttoren, die een mooi uitzicht biedt op de Gouden Hoorn en de Bosporus. We halen onze koffers op en rijden met de auto naar de haven. We zijn ruim op tijd (zo’n twee uur te vroeg). Om kwart voor zes vertrekt het schip naar Izmir. Voor het diner worden we ingedeeld met andere mensen, die helaas alleen Turks spreken. ’s Avonds zingt en speelt een pianist in de lounge. Rond 10 uur gaan we naar bed.

 

Zaterdag, 20 september 1997 

We zijn te laat voor het ontbijt maar Erik krijgt het toch voor elkaar om een ontbijtje te krijgen. Om half twaalf leggen we aan in Izmir. Dan volgt een autorit naar Kusadasi. Ons appartement, dat we voor onze laatste week in Turkije hebben gehuurd is makkelijk te vinden. We gaan de auto inleveren. Dat wordt nog even spannend. De auto is immers op de vierde dag in Turkije behoorlijk smerig geworden door vers asfalt. Maar de auto wordt niet eens bekeken en opgelucht gaan we er vandoor.

Kusadasi is het Benidorm van Turkije. Veel engelse en "Ierse" pubs. Zelfs Nederlandse eethuisjes en Duitse filterkaffee. Maar er is ook een Gay bar, vol blije jongens. Ruim na twaalven gaan we weer op huis aan.

 

Zondag 21 september tot en met vrijdag 26 september 1997

De week brengen we in relatieve rust door. Hetzij aan het zwembad of op het strand. Op dinsdag gaan we naar Efese, de oude Romeinse stad. We beginnen aan de noord ingang, die aanzienlijk hoger ligt dan de zuidingang en dalen zo af. De stad heeft nog mooie ruïnes nagelaten.

Efese
Amfitheater Efese

 

Vooral de senaat en het amfitheater zijn indrukwekkend. We komen er zelfs twee Amerikaanse jongens tegen, die in Istanbul in hetzelfde hotel verbleven. Het is wel erg druk in Efese, maar naar verluidt is het hoogseizoen nog veel erger.

 

De avonden beginnen we op een terras onder het genot van een lekkere cocktail. Dan lopen we wat rond en zoeken een restaurantje op. De keuze lijkt gevarieerder dan het in werkelijkheid is. Veel kwaliteit en oorspronkelijkheid is er niet en moet met een kaarsje gezocht worden. Aan alle kanten wordt je winkels en restaurants ingelokt.

Toch is Kusadasi voor ons wel OK. We kunnen lekker uitrusten van onze rondreis en een beetje op adem komen voor we weer de harde Nederlandse werkelijkheid ingaan.

 

Zaterdag, 27 september 1997

We worden aan het begin van de middag opgehaald door een busje dat ons naar het vliegveld brengt. Aan het eind van de middag vliegen we dan weer met de ontzettend bij de handte vliegjuffen van Air Holland weer naar Schiphol en zit de vakantie er op.

 

 
Andere Reisverslagen
terug