deel 1

WENEN

Dinsdag 27 november 2007

 

We nemen de trein van 17.29 vanaf Rotterdam Centraal naar Schiphol waar we drie kwartier later aankomen. We hebben al  via internet ingecheckt voor onze vlucht met Austrian, de Oostenrijkse luchtvaartmaatschappij,  en hoeven alleen de bagage in te leveren en de instapkaart in ontvangst te nemen. We eten wat in één van de restaurants voor we rond half acht aan boord gaan. De vlucht verloopt probleemloos en we komen rond half tien in Wenen aan. Het wachten op de koffers duur wel even. Daarna nemen we de City Airport Train (CAT), die ons in 18 minuten (non-stop) naar het station Wien-Mitte (Landstraße) brengt. Kaartjes voor die trein hebben we ook al via internet besteld en afgedrukt. Dat is goedkoper dan op het station of in de trein een kaartje kopen. Vanaf het station nemen we een taxi naar het hotel Urania. Een ritje van nog geen 5 minuten. Het is inmiddels 11 uur ’s avonds, maar we willen toch nog een biertje drinken voor we gaan slapen. Het hotel heeft geen bar, maar in de buurt vinden we wandelend in de ijskoude avondlucht al gauw een café. Na een paar biertjes gaan we weer terug en genieten van onze welverdiende nachtrust.

 

Woensdag 28 november 2007

 

Onze kamer is aan de kleine kant, maar wel mooi en individueel ingericht (modern hemelbed). Het ontbijt en met name de presentatie ervan stelt niet zo Staatsoper heel veel voor, maar het vult wel. De eigenaar en personeel zijn wel een beetje eigenaardig, maar verder is het hotel wel in orde.

We lopen naar het metrostation Landstraße (bij treinstation Mitte), waar we een Wien Card kopen. Dit is een kaart die recht geeft op onbeperkt reizen met het openbaar vervoer in groot-Wenen gedurende 72 uur en bovendien korting geeft op tal van musea en attracties. De kaart kost €18,50 en is geldig vanaf de eerste OV-rit. We nemen de metro naar Karlsplatz om in de Operngasse bij het kaartkantoor van de Bundestheatern, de kaartjes op te halen voor de operavoorstelling in de Wiener Staatsoper van morgen. De kaartjes hebben we al ver van te voren in juni besteld via de website van de Staatsoper en zelfs toen kwamen we al op een wachtlijst. Het is overigens ook mogelijk om op de dag van de voorstelling voor negen euro kaartjes voor staanplaatsen (!) te kopen.

Na het afhalen van de kaartjes gaan we koffiedrinken bij café Sacher , achter het operagebouw. Sacher is een instituut in Wenen, waar al 175 jaar volgens hetzelfde recept de originele, maar inmiddels wereldwijd geïmiteerde, Sachertorte wordt geserveerd. Het decor van dit chique hotel en café is geweldig en de bediening zeer voorkomend. Uit het uitgebreide Weense koffiemenu kiezen we een Wiener Melange (hier kortweg een melange genoemd), een soort Weense cappuccino.

Na de taart, die nogal machtig is (valt als een baksteen in je maag), lopen we via de Ringstraße richting de Hofburg , het grote paleis van deHofburg (Neue Burg) Habsburgse keizerlijke familie in het centrum van Wenen. De eerste burcht op deze plek dateert uit 1275 toen de Boheemse koning Otakar hier een vesting bouwde. Hij werd verslagen door de eerste Habsburg Rudolf I. Pas in de 16e eeuw onder Ferdinand I, werd Wenen de basis voor de Habsburgs en ontstond de Hofburg. De Hofburg is een complex van vleugels, hoven en poorten, zonder duidelijk centrum of hoofdingang. Een klein deel van de burcht is nog in gebruik door de Oostenrijkse president. Verder huisvest het complex nu diverse musea en instellingen. De bekendste is de Schatzkammer met de kroonjuwelen van de Habsburgers. De Wiener Sängerknaben  treden wekelijks op in de Hofburgkapelle en hier is ook de Spaanse Rijschool, waar de klassieke hippische shows met de Lippizaner paarden worden opgevoerd. Beide gezelschappen hebben een complex speelschema en het is nogal ingewikkeld om er kaartjes voor te krijgen. We lopen het complex in via de Burgtor uit ±1820 ter herinnering aan de Volkerenslag bij Leipzig in 1813, waar Napoleon werd verslagen. We komen dan op de Heldenplatz voor de Neue Burg. Deze vleugel werd voltooid in 1913. Eigenlijk zou er een spiegelbeeldige tweede vleugel moeten zijn waardoor een Kaiserforum zou ontstaan, dat zelfs door Triomfbogen over de Ringstraße met de Hofmusea zou worden verbonden. Dat ging allemaal niet door. Het voltooide deel was pas helemaal klaar in 1926 toen de Habsburgs al lang het veld hadden geruimd. In dit deel zitten nu een aantal musea en de leeszaal van de Nationalbibliothek. De Heldenplatz is vooral bekend geworden door de toespraak die Hitler hier hield in 1938 ter bezegeling van de “Anschluß” van zijn vaderland Oostenrijk bij het Duitse Rijk. Voor de Neue Burg staat een ruiterstandbeeld van Prins Eugen van Savoye, de legeraanvoerder die in 1628 de Turken bij het beleg van Wenen versloeg. De prins was eerder afgewezen als militair leider door het Franse hof, misschien wel voor zijn voorliefde voor relaties met mannen. We lopen langs de Hofburgkapel en komen In der Burg, het 18e eeuwse deel van het complex. Rechts zien we de Schweizer Tor, die leidt naar de Alte Burg het hart van het complex. Op de poort, gewijd aan Ferdinand I staan de talrijke landen (Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Bohemen, Spanje en Burgondië) vermeld, waarover de Habsburgers regeerden, afgesloten met een “ZC” dat et cetera betekent. Aan In der Burg liggen de Schatzkammer en de Kaiserappartments. Wat volgt is tenslotte de Michaelertor, een gigantische poort, bekroond met een koperbedekte koepel. In de poort is de ingang voor het Sisi-museum, gewijd aan keizerin Elizabeth, de beroemde echtgenote van Franz-Josef I, die een soort cult-status geniet. 

Als we de Hofburg verlaten komen we op de Michaelerplatz en kijken recht tegen het Loos Haus aan. Een groter kontrast is moeilijk denkbaar. Tegenover de (neo)barokke praal van het paleis, creëerde de architect Adolf Loos in 1909-11 een strak modern pand, zonder ornamentering rond de ramen. Een storm van protest brak uit en de keizer betreurde het uitzicht op het huis zonder wenkbrauwen. Als compomis bracht Loos bloembakken aan onder de vensters. Op de begane grond zijn wel klassieke elementen als kolommen aanwezig. 

We lopen de Herrengasse in tot de Freyungspassage, die de  Herrengasse met de Freyung verbindt. Het is een elegante winkelpassage uit Freyungspassage 1866, die mooi is gerestaureerd. De Freyung is een groot plein rond de Austria-fontein. De vier nymfen stellen de vier belangrijke rivieren van het rijk voor in die tijd: Donau, Po, Elbe en Vistula (Weichsel). Aan het plein is ook de Schottenkirche, die deel uitmaakte van het voormalige Schottenstift. Het klooster werd in de 11e eeuw gesticht en bewoond door Ierse (en niet Schotse) monniken. Het klooster is niet meer, maar de gymnasiumschool voor jongens (Schottengymnasium) is nog steeds een prestigieuze middelbare school. Op het plein vind nu één van de talrijke  jaarlijkse kerstmarkten (Christkindlmarkt) plaats. Via de Minoritenplatz en de Schauflergasse komen we weer op de Michaelerplatz. We nemen een kijkje in de Michaeler Kirche . Het is oorspronkelijk een 13e eeuwse gotische kerk. Binnen zijn vooral de Vallende engelen boven het hoogaltaar de moeite waar en ook het vergulde orgel – het grootste barokorgel in Wenen – is mooi om te zien.

We lopen de Kohlmarkt op, een van de chiqueste winkelstraten van de stad, met prachtige winkels, vooral op modegebied. Een flink aantal voert nog immer het predikaat K&K (Königlich und Kaiserlich) als ware de republiek nooit uitgeroepen. Vanuit de Kohlmarkt heb je een prachtig doorkijkje op de Michaelertor van de Hofburg. De Kohlmarkt komt uit op deKohlmarkt en Michaelertor Graben. Dit is een veel bredere winkelstraat, maar niet veel minder chique. Wij slaan op de Graben rechtsaf de Dorotheergasse in om binnen te stappen bij weer een Weens instituut, Tresniewski. In deze lunch zaak worden kleine sneetjes brood verkocht bemeerd met ei, vlees of vis spreads, die door de lokale klanten worden weggespoeld met een Pfiff, een minuscuul glaasje bier. Van buiten valt de zaak nauwelijks op. Je zou er zo voorbij lopen.

Via de Graben lopen we langs de Pestsäule uit 1679. De zuil werd opgericht om de overwinning op de pestepidemie uit dat jaar luister bij te zetten. We zien ook de Peterskirche uit 1708 van de architect Hildebrandt, een van de mooiste barokkerken van de binnnenstad. We komen nu op de Stock-im-Eisenplatz. Op de hoek van het Palais Equitable staat een stuk van een lariksboom waarin volgens traditie alle smidsleerlingen van Wenen een spijker in moeten slaan, vandaar de naam van het pleintje. We zijn nu meteen op de Stephansplatz, onmiskenbaar het centrum van de stad. De grote Stephansdom beheerst hier de omgeving. We gaan naar binnen, maar kunnen niet verder dan het voorportaal, omdat er een mis gaande is. We lopen een rondje langs het Figarohuis, waar Mozart een paar jaar heeft gewoond en La Nozze di Figaro componeerde. We eten in Bizi een soort zelfbedieningsitaliaan, die zeer populair is. Na de lunch keren we  terug naar de domkerk. We bezichtigen de kerk, met de prachtige preekstoel en nemen de lift naar de top van de Pumerin, de noordelijke beltoren. De zuidelijke toren is ook te beklimmen, maar dan via een trap. Het uitzicht is mooi, vooral het kleurrijk bedekte dak van de kerk is bijzonder. In het dak zijn o.a. het stadswapen in tegels  uitgelegd met het jaartal van de wederopbouw van de kerk na de verwoesting in de 2e wereldoorlog. 

Terug beneden nemen we de metro naar Schönbrunn, het zomerpaleis van keizering  Maria Theresia (1740-80). Dit paleis is Oostenrijks Palais Schönbrunn antwoord op Versailles. We kiezen in het paleis Imperial Tour. Dit is een doe-het-zelf rondleiding met audioguide door de belangrijkste kamers van het paleis. De zalen zijn schitterend. Er wordt met name stil gestaan bij de ruimten die door Franz Josef I en Elizabeth (SiSi) werden gebruikt, maar ook Maria Theresia komt uitgebreid aan bod. In de grote Galerij ontmoetten Kennedy en Chroestjov elkaar in 1962. De tour duurt ongeveer 35 minuten en voert langs 22 kamers in de westvleugel en het middendeel. De Grand Tour duurt 50 minuten en laat alle 40 kamers zien, dus ook die in de oostvleugel. Na het paleis bekijken we ook de formele tuinen. Een flinke klim naar de Glorietta, een pronkpaviljoen op een heuvel, wordt beloond met een prachtig uitzicht over de tuinen, het paleis en een deel van de stad. Het weer werkt ook mee. Het is zonnig en helder en winters koud

We nemen de metro en tram terug naar het hotel voor een korte pauze. Daarna weer op pad naar de Sezession bij de Karlsplatz. Hier ontmoeten we Wolfgang, een Weense vriend van een vriend uit Düsseldorf. Hij neemt ons mee naar de Naschmarkt, de delicatessenmarkt van Wenen. Behalve marktkramen zijn er vooral veel kleine restaurantjes van allerlei aard. We drinken een glas in een Vinotek en eten daarna Aziatisch in Li’s Kitchen. Goed eten en snel geserveerd. Wolfgang neemt ons dan mee naar de Karlsplatz voor een Punch (warm Weens kerstdrankje) op de kerstmarkt. Het is ontzettend druk op de kerstmarkt, waar mensen zich te goed doen aan de kerstdrank. Wolfgang neemt afscheid en wij gaan naar Café Savoy (traditioneel) en Felixx bar (trendy), twee gay bars in de omgeving.

Weer: 4 graden en zonnig

Donderdag 29 november

 

Na het ontbijt gaan we op zoek naar een café in de buurt voor een Weense koffie. We nemen de tram N naar café Zartl. We bestellen allebei Einspänner een Einspänner. Weense koffie in een glas met een flinke dosis Schlagobers (slagroom; zeg geen Schlagsahne, we zijn niet in Duitsland!) erop. Zomaar koffie bestellen stuit in Wenen op opgetrokken wenkbrauwen. Weense, zichzelf respecterende café's, hebben een uitgebreid menu met diverse koffievarianten (groot, klein, sterk, slap met melk of slagroom, met of zonder likeur en combinaties van voorgaande). Koffie deed in Wenen zijn intrede na de overwinning op de Turken na het beleg van de stad in 1683. Na het verslaan van de Turken vielen grote voorraden koffie van Turken in de handen van de keizerlijke troepen. Na de koffie lopen we naar het Hundertwasserhaus. In de jaren 80 kreeg de Oostenrijkse kunstenaar Friendensreich Hundertwasser de opdracht van de gemeente om een saai woningblok in de wijk Landstraße wat op te vrolijken. Het werd een kleurrijke mengelmoes van pilasters, balkonnetjes en een overdaad aan kromme lijnen en kleurtjes. De architectuurwereld viel over hem heen, maar de toeristen bleven toestromen zeer tot verdriet van de bewoners, die de bezoekers die hun woningen wilden bekijken zat werden. Daarom ontwierp Hundertwasser tegenover het woningblok een winkelpassage met de naam Hundertwasser village, waar hij zich  helemaal uit kon leven in zijn vormentaal. De winkels verkopen voornamelijk weense souvenirs. Er is één winkel die reproducties van werken van Hundertwasser verkoopt. Verder valt de voorkeur voor ongelijke vloeren op, dus het is oppassen geblazen om niet te vallen. We nemen tram en nog een tram naar het Belvedere  Dit is het paleis dat speciaal voor Prins Eugen van Savoye is gebouwd. Deze prins maakte zich verdienstelijk in het Oostenrijkse leger in de strijd tegen de Turken, die in de 1683 Wenen hadden belegerd. Dankzij zijn overwinningen kon Wenen zich buiten de stadsmuren uitbreiden. Het complex bestaat uit twee paleizen. Het Untere Belvedere, dat eigenlijk een wat groot uitgevallen tuinhuis is en het eigenlijke paleis, het Oberes Belvedere, ligt wat hoger aan de andere kant van de prachtig aangelegde tuin. In het Unteres Belvedere, dat Eugene voor zijn persoonlijk gebruik bewoonde (deTuinen Belvedere feesten en ontvangsten organiseerde hij in het Oberes Belvedere), is nu een museum gevestigd met voornamelijk 17e en 18e eeuwse Oostenrijkse kunst. Maar nu is er de tentoonstelling Wien-Paris met een tentoonstelling die een verbinding wil leggen tussen Franse en Oostenrijkse schilders tussen 1880 en 1950, met name impressionisten, pointilisten en een beetje fauvisten en kubisten. Het paleis is zelf ook een bezienswaardigheid. Vooral de Marmorsaal met een schitterend fresco met prins Eugen erin als Apollo, is mooi. De Groteskensaal met een grotesk decor van vogels en andere dieren is ook bijzonder. De stijl is geïnspireerd door Romeinse schilderkunst die men bij opgravingen was tegengekomen. Die ruimten zag men als “grottos” en de stijl dus als grotesk. Iets verderop is het Goldkabinett, een spiegelzaal uit de tijd van Maria Theresia.

In het Obere Belvedere hangt een grote collectie van Oostenrijkse moderne schilders. Met name Klimt en zijn leerling Schiele zijn goed vertegenwoordigd. Klimt lijkt wel de lievelingsschilder van Wenen in die tijd. Er hangen reeksen portretten die hij maakte van society vrouwen uit Wenen. Bekendst zijn “Judith I” en “De Kus”, waarop Klimt zelf staat in omhelzing met zijn muze. Beide schilderijen stammen uit zijn gouden periode. Ook in dit paleis is een Marmorsaal. Deze is wat lichter van aard en er is rood marmer gebruikt. In deze zaal werd in 1955 het Staatsverdrag getekend, dat een einde maakte aan de geallieerde bezetting en Oostenrijk zijn autonomie teruggaf onder voorwaarde van neutraliteit. In het westelijk deel is veel traditioneler werk tentoongesteld, waaronder veel historische en realistisch werk uit de 19e eeuw. Beroemd is het doek met Napoleon in de St Bernhard pas van Jacques-Louis David, dat eigenlijk in het Untere Belvedere thuishoort.

 

Na het Belvedere lopen we via het Russische oorlogsmonument naar de Karlsplatz om de Karlskirche  te bekijken. Het is een barokke Karlskirche praalkerk, voor keizer Karl VI gebouwd door Johan Bernhard Fischer von Erlach en voltooid in 1737. De kerk heeft een Italiaans aandoende koepel en de siertorens tonen vooral keizerlijke macht. Helaas is de kerk wegens restauratiewerk gesloten. Op het plein staan ook twee paviljoens in Jugendstil die dienst hebben gedaan als metro ingang. Ze zijn ontworpen door de Weense architect Wagner. Eén ervan is nu een theepaviljoen. We lopen door naar de Wiener Sezession. Dit is een kunstinstelling opgericht door kunstenaars die zich aan het eind van de 19e afscheidden van de het Wiener Künstlerhaus. Het gebouw is het meest authentieke Jugendstil bouwwerk in Wenen en werd in 1899 door Joseph Maria Olbrich voltooid. Meest opvallend Sezession is de bol van vergulde boombladeren op het dak (“gouden kool”) en de marmeren muren met typische decoraties (uilen, een trio gorgons, een stel salamanders en weelderig verguld gebladerte) en teksten. In het gebouw worden hedendaagse kunsttentoonstellingen gehouden. De Beethoven Fries van Klimt is permanent tentoongesteld. We eten in de buurt van de Naschmarkt. Na de lunch nemen we de metro naar het Prater het grote recreatie gebied in de wijk Leopoldstadt. Wij gaan voor het beroemde reuzenrad of Riesenrad uit 1897, gebouwd voor de viering van het regeringsjubileum van keizer Franz Josef I. Een ritje is een must. Het rad heeft geen stoeltjes, maar kleine huisjes, waarin 12 mensen kunnen plaats nemen. Heel langzaam beweegt het huisje met horten en stoten (vanwege het in en uitstappen van bezoekers) naar boven. Bekend is het reuzenrad Riesenrad ook uit de film The Third Man. Voor het reuzenrad steekt Orson Welles, zijn “koekoeksklokspeech” af voor hij weer uit beeld verdwijnt. Na het rondje reuzenrad en het mooie uitzicht, gaan we met de tram naar het hotel.

We kleden ons om voor een bezoek aan de opera. Eerst gaan we nog eten in het Italiaanse restaurant Iragazzi aan de Burggasse in de wijk Josefstadt. Daarna wandelen we naar de opera. We gaan l’Elisir d’Amore van Donizetti zien en horen in de Wiener Staatsoper . Het operagebouw is schitterend. De foyer met zijn trappen, beelden en frescoes is heel stijlvol. De opera was het eerste openbare gebouw dat aan de Ringstraße werd voltooid en ging open in 1869. Het ontwerp is van het architectenpaar Eduard van der Null en August Sicard von Sicardsburg. Er kwam kritiek op het gebouw, omdat men geen rekening had gehouden met het verhoogde straatniveau van de Ringstrasse. Daarom ligt de opera een meter te diep. Van der Null trok de kritiek zo aan dat hij nog voor de opening in 1868 zelfmoord pleegde. Zijn partner volgde hem binnen 10 weken door een "gebroken hart" in het graf. In de zaal zitten wij in het parkett op rij 11. De wanden van het hoge gebouw worden ingenomen door talloze loges. Er zijn ook staanplaatsen beschikbaar, achter in de zaal en helemaal bovenin, boven de loges. De productie is zeer traditioneel, maar wel van hoge kwaliteit. Er is een klein schermpje voor iedere toeschouwer, waarop de vertaling verschijnt in Duits of Engels. Na de prachtige opvoering drinken we nog wat Prosecco en eten een "Gran Piatto" met lekkernijen in Wein+Co , een populaire wijnbar aan de Getreidemarkt, naast het Sezessionsgebouw.

Weer: 2°C en zonnig

 

Andere reisverslagen
terug verder