deel 2 |
||
WENEN |
||
Vrijdag 30 november 2007We nemen tram en metro naar de
Stephansplatz en lopen de Graben en Kohlmarkt af naar Café
Demel. Die zijn nog dicht tot onze spijt. We doden
de tijd door naar Meinl am Graben
te lopen. Dit is een eetwarenhuis met de meest exquise producten uit allerlei
landen. Ze hebben gigantische keus aan hoogwaardige chocolade, vis, vlees,
groente, fruit, kaas, wijn, brood en tal van delicatessen. Een paradijs voor
lekkerbekjes en we moeten ons bedwingen. Om 10 uur togen we naar Demel,
waar ze moeite hebben met het
openen van de deur omdat het rolluik niet volledig om hoog wil. We nemen boven
plaats in de salon en laten ons verwennen met heerlijke taart en Weense koffie.
De geschiedenis van dit prestigieuze koffiehuis en banketbakkerij (K&K
Hofzuckerbäcker) gaat terug tot 1786. We
kunnen ook in de bakkerij kijken. Beneden is de banketbakkerswinkel, waar de
taarten, bonbons en ander lekkers ligt uitgestald. Na deze heerlijke start lopen
we door de Hofburg naar het Kunsthistorisches
Museum. De collectie is van oorsprong de keizerlijke huisverzameling van
de Habsburgs die is ondergebracht in een speciaal hiervoor gebouwd museum aan de
Ringstrasse tegenover het paleis. Het wordt door een parkje gescheiden van het
Naturhistorische Museum, gevestigd in een bijna identiek gebouw. Het museum
gebouw is een kunstwerk op zich. We lopen er
doorheen met ondersteuning van een audioguide (€3). Er is een speciale
tentoonstelling van de “late Titiaan”. Interessant, maar de vaste collectie
is imposant. Het beschikt over de grootste collectie Bruegels. Ze vullen
een hele zaal, met bekende werken als de “Boerenbruiloft”, “Jagers in de
sneeuw” en de “torenbouw te Babel”. Alles zeer indrukwekkend. We maken een
selectie uit de zalen met schilderijen, die op de twee etage rond twee hoven
zijn gelegen. Andere hoogte punten zijn schilderijen van Dürer,
waaronder een altaarstuk “Adoratie van de drieëenheid”.
Er is ook een zaal vol werken uit het atelier van Rubens,
waaronder een schilderij - Het Pelsje - met zijn tweede vrouw, Helene
Fourment met wie hij trouwde toen ze nog maar 16 jaar oud was. Het museum heeft
drie zelfprotretten van Rembrandt uit zijn latere perioden, waarin het
hem financieel minder ging. De schilder kijkt ons zeer levensecht en recht aan.
Er is één werk van Vermeer: "de allegorie van de schilderkunst".
Ook de Italianen en Spanjaarden zijn goed vertegenwoordigd door Carravaggio,
Titiaan en Velazquez. De begane grond is gereserveerd voor oude
kunst uit Egypte, het nabije oosten, het oude Griekenland en Rome. Dat laten we
voor wat het is. Na bijna 3 uur zitten we “vol”. We lopen naar het Museumsquartier
iets verderop. Hier zijn op de binnenplaats van de voormalige keizerlijke
stallen een aantal musea en tentoonstellingsruimten gebouwd, die in 2001 het MQ
zijn gaan vormen. Er zijn ook restaurants en bars en wij gaan naar Die Halle,
het restaurant van de Kunsthalle. We moeten erg lang wachten op ons eten (zo’n
40 minuten), maar het is wel erg lekker. De rekening kost ook heel veel tijd. Hierna nemen we de metro en tram naar het Zentralfriedhof. De grote begraafplaats van Wenen, ten zuiden van de binnenstad. Het is een gigantisch kerkhof, zo groot als de hele binnenstad (2,4 ha) met zo’n 2,5 miljoen ‘”inwoners”. Er is zelfs een busdienst op het kerkhof en veel bezoekers rijden met de auto naar het graf van hun dierbaren. Het kerkhof is in 1874 als eerste interconfessionele (open voor alle religies) begraafplaats geopend en daarom lange tijd omstreden. Er zijn naast katholieke ook seculiere, protestantse, orthodoxe, evangelische en joodse secties. De Ehrengräber van beroemde Weners liggen gelukkig niet ver van de ingang nummer 2. Tramlijnen 6 en 71 stoppen bij de ingangen 1 t/m 3. Bij elkaar liggen de componisten Beethoven en Brahms (hierheen verplaatst in 1899). Tijdens de herbegrafenis moest men de componist Anton Bruckner tegenhouden, omdat hij de lichamen wilde aanraken. Iets verderop zien we graven van de muzikale leden van de familie Strauss en die van Franz Schubert (1797–1828), die in 1828 stierf aan de gevolgen van Syfilis. Hij liep die ziekte kennelijk op tijdens zijn enige sexuele contact met een vrouw. De componist was verder vooral de mannen genegen. Hij woonde twee jaar lang samen met zijn, als homo bekende, libretto schrijver Johann Baptist Mayerhofer op kamers, waar ze ook het bed deelden. Hun geaardheid klonk in verscheidene liedteksten door, die Mayerhofer voor Schuberts composities schreef, alsmede een onafgemaakte opera met de titel „Adrast“. We lopen verder en zien ook
graven van andere kunstenaars, zoals de Weense beeldhouwer Fritz Wotruba,
die zijn eigen monument maakte, maar ook die voor de componist Schönberg,
die in 1951 in Los Angeles overleed. Bruno Kreisky, de sociaal-democratische
Bondskanslier (1970-83) ligt hier ook met zijn echtgenote. Op een nieuwer deel
van de begraafplaats, voor bij de Karl Luegerkerk
vinden we het graf van Hans Hölzel (1959-98), beter bekend als Falco. In
1986 werd hij wereldberoemd met de hits "Rock me Amadeus" en "Jeanny".
Het grafmonument is zeker in zijn stijl. We gaan met tram, metro en tram
naar Grinzing, aan de andere kant van de stad in de heuvels richting
Wienerwald. Het wijndorpje is inmiddels opgeslokt door de grote stad. Hier zijn
de zogenoemde Heurigen, wijnschenkerijen, waar de nieuwe wijn wordt geschonken (Heuer
betekent dit jaar). Wij gaan naar Reinprecht.
Wel wat toeristisch, maar best leuk. Je kunt een bodempje leggen door wat van
het delicatessenbuffet te bestellen. De heurige wijn komt in een kroes van 0,3
liter en drinkt lekker weg. Na het drankje en hapje nemen we tram en metro terug
naar het hotel. We verkleden ons en gaan met de metro naar de Herrengasse
vlakbij de Hofburg. We lopen naar restaurant RieGi
(1 ster) waar we heerlijk dineren. Ik neem ganselever en duivenborst. Erik doet
zich te goed aan een taartje van koolraap en een kalfssteak. Nagerecht een
heerlijke crepe met passievrucht. We nemen er een Oostenrijkse rode wijn (Vöslauer)
bij. Na het eten lopen we door het mooi verlichte centrum naar de Felixx
bar voor een drankje. Het is er bomvol. Zaterdag 1 december 2007We checken uit uit het hotel en
nemen met onze koffers de tram naar station Wien Mitte, twee haltes verderop.
Hier is de City Airport Train
terminal, waar we kunnen inchecken voor onze vlucht met Austrian
van vanavond. We kunnen ook onze bagage al inchecken. Dat is heel comfortabel,
want nu hebben we al onze boarding card en zijn we ook van de bagage af.
Vanavond nemen we vanaf hier de City Airport Train naar Schwechat, de luchthaven
van Wenen. Vandaag hebben we afgesproken
met Wolfgang. We gaan naar metrostation Josefstädterstraße,
waar hij ons om 10 uur komt ophalen. We zijn veel te vroeg en gaan op zoek naar
een koffietentje. Niet zo makkelijk in deze volksbuurt. We vinden wat bij de
markt. Men zit hier al aan het bier en de wijn, maar wij nemen een melange. Er
wordt hier geweldig veel gerookt (dat doet men toch veel meer dan bij ons) en we
gaan na de koffie meteen weer naar het rendez-vous punt. Met Wolfgang lopen we over de
markt in de Brunnengasse in de wijk Josefstadt. Het is een
volkswijk, met veel immigranten, maar er wordt ook veel opgeknapt. De wijk is
redelijk gemengd. Wolfgang doet wat boodschappen op de markt. Met Wolfgang
drinken we koffie bij een Italiaanse deli zaak op het Yppenplatz, waarna we een
taxi nemen naar de Baumgartner Höhe. Hier staat bij het psychiatrisch
ziekenhuis Steinhof een prachtige Jugendstilkerk van architect Otto
Wagner uit 1907. Helaas is de kerk niet open, maar in het zonnetje is de
kerk van buiten ook prachtig om te zien. Het is
een kruisbasiliek met een prachtige koepel. Typisch Jugendstil zijn de
glas-in-lood ramen van Kolo Moser. De kerk heeft in vorm veel weg van de
Karlskirche. We lopen door het recreatiegebied rond de kerk, dat ooit bij het
psychiatrisch ziekenhuis hoorde. We komen na een tijdje bij Schloß
Wilhelminenberg een klassiek hotel met prachtig uitzicht over de stad.
Er ligt nu ook een klein ijsbaantje. We lopen verder en komen bij Villa
Aurora, een 19e eeuwse villa, waarin klassiek Oostenrijkse
maaltijden worden geserveerd. Wij nemen de Wienerschnitzel. Ze zijn enorm, maar
gelukkig heel dun en het vlees is van goede kwaliteit. We nemen de bus weer terug de stad in en nemen afscheid van Wolfgang. We gaan verder met de tram en komen op de Ringstraße waar we uitstappen. We lopen langs het parlement en het raadhuis en komen weer bij de Hofburg. Na koffie bij Starbucks lopen we naar de Neuer Markt. Midden op het, door de vele geparkeerde auto's wat onoverzichtelijke, plein staat de Providentia-fontein van de beeldhouwer Georg Raphael Donner (1693-1741). Ze is ook bekend als de Donnerfontein. De centrale figuur is de Voorzienigheid (Providentia) met eromheen personificaties van de zijrivieren van de Donau in Nederoostenrijk. Maria Theresia vond de naakte figuren te sensueel en liet ze in 1770 verwijderen om te laten omsmelten tot kanonnen. Ze kwamen in 1801 onbeschadigd terug. In 1873 werden ze door bronzen kopieën vervangen. De Traun wordt verbeeld door een goedgevormde jongeman, die met zijn drietand over het water hangt om een vis te spiesen. De billen van dit beeld kwamen kennelijk iets te prominent in beeld voor de smaak van die tijd, vandaar het discreet aangebrachte vijgenblaadje! We zijn hier om te gaan kijken in de Kaisergruft. Een eenvoudig kerkje staat boven een enorme grafkelder waar 143 Habsburgers een praalgraaf hebben. De meeste sarcofagen zijn van tin. Met name de tombe van Maria Theresia en haar echtgenoot Franz Stephan is indrukwekkend. Hij is meer dan drie meter hoog en breed en zes meter lang. Het paar zit er boven op en kijkt elkander verliefd aan. Aan hun voeten ligt hun zoon Josef II, die wars was van zoveel pompeus vertoon. Verderop ligt ook keizer Maximiliaan van Mexico. Zijn oudere broer, Franz Josef heeft samen met zijn zoon Rudolf (die zelfmoord pleegde in 1889) en zijn veel bewonderde vrouw Elizabeth (Sisi) een aparte ruimte. Franz Josef's graf is versierd met verse bloemen, terwijl Sisi is voorzien van linten in de Hongaarse kleuren. We lopen naar het Stadtpark
aan de oostkant van de binnenstad. Hier staan wat beelden van componisten,
waaronder een goudkleurig beeld van Johan Strauss jr. Weners en toeristen
slenteren door het relatief rustige stuk groen, midden in de stad. Daarna lopen
we naar Café Engländer een
typisch Weens café, waar we nog een glas drinken, voor we naar het vliegveld
gaan met de metro en de City Airport Train. We
zitten nog behoorlijk vol van de schnitzels en nemen daarom wat kleins te eten
op het vliegveld. Onze vlucht vertrekt iets te laat vanaf Schwechat naar
Schiphol. We komen rond half tien aan op Schiphol. Met trein en taxi komen we
rond 23 uur weer thuis aan in Rotterdam
|