Donderdag 11 juni 2009

Leksand -  Mora - Fulufjället - Tännäs: 357km

Na het ontbijt rijden we door de stromende regen naar Mora. We drinken hier koffie bij de kaffestugan, net als gisteren. Na de koffie met chokladboll, een typisch Zweedse lekkernij van chocolade en kokos,  rijden we verder over de autoweg 70 richting Särna. Voorbij Särna ligt het Fulufjället nationaal park met als grote attractie de Njupeskär waterval, de hoogste van Zweden. Deze is 93 meter hoog. Het regent al de hele dag, maar als we bij de ingang van het Nationaal Park komen miezert het nog slechts. We kleden ons in regen en wandelkledij en beginnen de twee km lange en wandeling naar de waterval. De wandeling is relatief makkelijk, over plankieren en trappen en een paar klimmetjes. De waterval is mooi om te zien. Met veel kracht stort het water naar beneden. Hier zien we ook nog de nodige Nederlanders. We eten na de wandeling bij de Serveringen (buffetrestaurant) bij de parkeerplaats van Njupeskär. Het wordt een hamburgertje met pommes. Dan zetten we onze autorit voort over weg 70  en later 311. Weg 311 leidt ons over een hoogvlakte. Hier komen we bijna niemand meer tegen en er zijn geen dorpjes meer van enige betekenis. Zo nu en dan een huisje en dat is het dan. De bomen worden kleiner en minder talrijk. In de verte zien we met sneeuw bedekte bergtoppen. 

Uiteindelijk komen we in Tännäs aan. Een klein gehucht met een kiosk, een kerk en een jeugdherberg. We zijn de enige gasten. De kamer is heel simpel en klein, maar we hebben het hele gebouw voor ons zelf.. Er is ook geen geldautomaat, maar gelukkig is dat er allemaal wel in Funäsdalen, zo’n 18 km verderop. Daar rijden we heen om geld te pinnen en wat te eten. Er zijn vier of vijf restaurants, maar er is er maar één open. Wel een hele goede, Skoogs. Het eten is heel goed. Vriendelijke bediening en een mooi uitzicht over het meer. Na het eten rijden we terug naar de Jeugdherberg, het Vandrarhem. Tot mijn verrassing kan ik een onbeveiligde Wifi-zender opvangen en wat internetten en berichtje naar huis sturen. Het weer is inmiddels enorm opgeklaard. Het is droog en er komt wat blauw door de wolken heen.

Het uitzicht vanuit de Jeugdherberg op het berglandschap is betoverend.

Weer: regen 8 graden. Aan het eind van de dag droog en 11 graden

 

Vrijdag 12 juni 2009

Tännäs - Røros - Tännäs: 187km

Het ontbijt staat voor ons klaar in de koelkast van ons gebouw. Omdat we de enige gasten zijn, is er vandaag geen ontbijtbuffet. De beheerder heeft de ontbijtspulletjes voor ons klaargezet. Het is aardig compleet: brood, jam, smeerkaas, kaas, ham, broodjes, knäckebrod, koffie, thee, komkommer en tomaat.

Na het ontbijt rijden we naar Noorwegen. We steken de grens over en rijden richting Røros. We stoppen onderweg om Noors geld te pinnen. Röros is ongeveer anderhalf uur rijden vanaf Tännäs. Het stadje is in de 17^e eeuw gebouwd ten behoeve van de winning van kopererts. De mijn is in 1977 gesloten. Het werd toen te duur ten opzichte van makkelijker toegankelijke mijnen elders in de wereld. Inmiddels was er al wel alternatieve werkgelegenheid ontstaan en de sluiting van de mijn ging niet gepaard met massale werkloosheid. Het verval van de mijn ging geleidelijk. Het stadje is goed bewaard gebleven uit de 18^e en 19^e eeuw en staat terecht op de werelderfgoedlijst van Unesco. Het centrum bestaat uit twee lange parallelle straten. De hoofdstraat is breed, maar loopt taps toe, waardoor het effect bereikt wordt dat de straat langer lijkt dan hij is. De huizen zijn hier groter en rijker. De kleine straat is smaller, de panden kleiner. Die straat is nu de belangrijkere winkelstraat. Er om heen liggen grote slagbergen, het afvalproduct bij het kopersmelten. Er om heen staan nog veel houten huisjes, die ooit de mijnwerkersgezinnen huisvesten, maar nu deel uitmaken van een openluchtmuseum. Nu zijn die nog gesloten. Na midzomer ziet het er anders uit.  De kerk is dicht vanwege renovatiewerkzaamheden. 

Bij het Toeristenbureau melden we ons aan voor een wandeling met gids. Een oudere heer neemt ons een kleine drie kwartier mee langs de belangrijke plekken van het kleine stadje. Er wonen hier maar 3000 mensen. Er zijn wel voldoende voorzieningen voor de hele streek. Na de wandeling lunchen we bij de Coop supermarkt en gaan we het museum bekijken, dat in de voormalige smelthytt (smelterij) is gevestigd. De hytt brandde een paar keer af, voor het laatst in 1975. In 1988 is het weer opgebouwd als museum. De omgeving van Røros is tengevolge van de koperwinning vrijwel geheel ontbost. Het hout was nodig in de mijnen om het gesteente zachter te maken en makkelijker uit te hakken. Pas in de 19^e eeuw ging men explosieven gebruiken.

We rijden nog naar een dorpje ten noorden van Röros om een nieuwerwetse stavkerk te bekijken. Hij is helaas gesloten. Daarna rijden we terug naar de jeugdherberg in Tännäs. 

’s Avonds eten we weer in Funäsdalen, dit keer bij de pizzeria van Ilhan. Niet slecht en heel goedkoop. 

Weer: meest droog en soms een beetje zon. In de middag een enkele bui. Temperaturen 8-11 graden.

 

Zaterdag 13 juni 2009

Tännäs - Östersund: 197km

We rijden richting Östersund. Het regent voortdurend. Bij Vemdalskalet drinken we koffie. Kort daarna rijden we door Klövsjö, naar verluidt het mooiste dorp van Zweden. Het ligt er wel aardig bij aan de oevers van een meer, maar niet veel mooier dan veel dorpen die we al hebben gezien. De rood/wit geverfde huisjes staan er goed verzorgd en lieflijk bij. Overal wapperen Zweedse vlaggen en vaantjes. Rond half een zijn we in Östersund, gelegen aan het grote meer Storsjön. We checken in bij het Clarion Hotel Grand. Mooi en modern hotel, midden in de stad. Het regent nog steeds stevig en we gaan lunchen bij een pub aan de Prästgatan.

’s Middags bezoeken we Jämtli, het streek en openlucht museum. Het is een aardige tentoonstelling over de geschiedenis van de streek, met name de samische cultuur krijgt veel aandacht. Er is ook een tentoonstelling over klederdracht, volksfeesten, muziek en weefkunst. Het openlucht deel is eigenlijk nog niet in bedrijf. Dat gebeurt pas met midzomer. Je kunt het terrein wel op, maar alle gebouwen zijn dicht en er is geen “historisch personeel” om je in de stemming te brengen. We drinken een biertje in een pub en ’s avonds eten we bij Brunkullans Krog. Een goed restaurant met goed bereide Zweedse gerechten en vriendelijke bediening.

Na het eten gaan we terug naar onze kamer in de hoop dat het weer morgen beter is, al belooft het weerbericht niet veel goeds tot maandag.

Weer: regen 8-11 graden

 

Zondag 14 juni 2009

 

Als we opstaan is het buiten droog. We ontbijten in de grote ontbijtzaal, waar het behoorlijk druk is. Het ontbijt is zeer uitgebreid en aan alle behoeften is gedacht: ecologisch, glutenvrij en wat al niet. We willen gaan fietsen met de huurfiets van het hotel. Een echte Kronan. Maar zodra we de deur uitstappen begint het te regenen. We zetten toch door. We fietsen eerst naar de VVV voor een fietskaart met route-suggesties. We  fietsen de voet/fietsbrug over naar Frösön, het eiland dat in het Storsjön ligt. Daar gaat het al snel bergopwaarts en de Kronan is een zware fiets, dus dat gaat niet zo makkelijk. De regen maakt het fietsplezier ook niet veel groter. We hebben wel een mooi uitzicht op Östersund. We fietsen naar boven en komen langs de dierentuin van Frösön, die vandaag voor het eerst in het seizoen open is. We fietsen door en komen tot de ontdekking dat ,de rest van de route gelukkig helemaal bergaf blijkt te zijn. 

In het hotel nemen we een warme douche en dan is het wel weer tijd voor lunch. Er is niet veel open en de keus valt op McDonald's. Na de lunch gaan we een stuk rijden met de auto. Eerst naar de runensteen op Frösön. Dan verder naar het kerkje van Frösön. Het is een mooi Rococokerkje, dat al een lange voorgeschiedenis heeft. De kerk werd oorspronkelijk in de 12e eeuw gebouwd. De beschermheilige is St Olof die in de kerk wordt vereerd met een groot beeld. In de kerk is ook, zoals vaak in Zweden ook een balkon, waarvan de panelen op de voorzijde zijn beschilderd met bijbelfiguren. De rococoelementen als het altaar en preekstoel dateren uit de 18e eeuw. Het 19e eeuwse orgel is in 1951 nog gerenoveerd door het Nederlandse bedrijf Marcusson & Zn. De typische beltoren staat naast de kerk en heeft een 14e eeuwse bel. 

Vervolgens zetten we koers naar de uitkijktoren. Die wordt gedreven door twee oude dames, die er ook een cafetaria (kaffeservering) bij hebben. Het uitzicht is boven beperkt vanwege de voortdurende regen, maar we kunnen Östersund en het Storsjön toch goed zien liggen. De eerste toren op deze plek dateert uit 1888. In 1929 werd deze vervangen door een nieuwe, maar die brandde in 1979 af. Deze toren werd kort na de brand herbouwd. 

We rijden verder het eiland over en gaan de brug naar Rödön (rode eiland) over. Dat rijden we ook door en via Dvarsrätt rijden we weer terug naar Östersund. Even later gaan we naar de pub Simon & Victor voor een lekkere cocktail. Ze zijn niet zo alkoholisch sterk. ’s Avonds eten we bij het Thaise restaurant Paviljong. Heerlijk Thais eten, in een bescheiden ambiance. Na een stug begin komt de bediening toch wat los en wordt vriendelijk. We lopen terug naar het hotel, door de regen.

Weer: zware regen en harde wind. 5 graden.

	Andere reisverhalen
terug		verder