Brugge |
deel 2 |
|
Zondag 28 november 2004
De
hoop op een fietstoer vandaag, wordt bij het wakker worden al de kop in gedrukt
door het gekletter van de regen. Het blijft regenen, zodat we moeten afzien van
fietsen. In plaats daarvan verkennen we het noordoostelijk deel van de stad te
voet en gewapend met paraplu. De regen drukt de pret, maar dit rustige deel van de stad - zonder de
horden toeristen - is wel interessant. We wandelen langs de Spiegelrei, waar
ooit de buitenlandse kooplieden woonden. We komen langs de Jeruzalemkerk, in de
15e eeuw gebouwd als familiekapel, als een kopie van de kerk van het heilig graf
in Jeruzalem. Ernaast staat het Kantcentrum.
Helaas zijn beiden op zondag gesloten. Zoniet het Brugse museum
voor volkskunde, een reeks arbeidershuisjes waarin een tentoonstelling over
ambachten en nijverheid. We lopen naar de rand van de oude stad en komen bij de
windmolens, waarvan de St Janhuismolen
te bezoeken is. Vervolgens lopen we langs de stadrand en keren via het Engels
Klooster (zondag gesloten!) en de Spiegelrei weer terug naar het Jan van
Eykplein, waar een standbeeld staat van de beroemde Vlaamse schilder die 11 jaar
in Brugge woonde tot zijn dood in 1411. Hier staat ook het tolhuis waar de hertogen van Luxemburg
eeuwenlang een tol mochten heffen.
Het regent gestaag door als we dan maar naar het Memling
museum lopen. Dit is gevestigd in het St Janhospitaal. In deze gebouwen was
800 jaar lang een hospitaal was gevestigd (tot 1976). Het is nu een museum.
Enerzijds wordt aan de hand van kunstwerken en voorwerpen de geschiedenis van
het hospitaal weergegeven, anderzijds staan hier de werken van de 15e eeuwse
schilder Hans Memling (1433-93) en zijn tijdgenoten. Memling was in dienst van het
hospitaal en schilderde in opdracht van de raad van toezicht. Topstuk is het
altaarstuk van de hospitaalkapel (Het mystieke huwelijk van St Catherina), dat de zieken verlichting moest schenken en
verzoenen met een bestemming in het hiernamaals. We lunchen in het Dagelijks
Brood, een wholefood bakkerij en lunchroom, waar we aan een grote tafel kunnen
aanschuiven voor een lekkere sandwich of quiche. 's
middags bezoeken we het Stadhuis
waarin de gotische zaal de pronk is van Brugge. De zaal is in de 19e eeuw sterk
gerenoveerd en de wandschilderingen beelden de Brugse geschiedenis uit zoals de
notabelen dat in de 19e eeuw wensten te herinneren. De renaissance zaal is veel
oorspronkelijker en ligt een deur verderop in het Brugse
Vrije. Het is de oude raadszaal van Brugge met een zeer interessante
schoorsteen die de glorie van keizer Karel V verbeeldt. De naam Brugse Vrije
verwijst naar de Brugse privileges die Brugge eeuwenlang genoot op het gebied
van zelfbestuur. Beide zalen zijn met hetzelfde kaartje te bezoeken. Overigens
kunnen alle Brugse musea met een combiticket worden bezocht (5 musea naar keuze
voor €15). Het
stamineeke de Garre ligt hier vlakbij in een smal steegje aan Breidelstraat
(makkelijk te missen) en biedt een zeer breed bier aanbod. Wij kiezen voor een
zoet Kriek en een Tripel van de Garre. 's
avonds eten we bij de Vlaamsche
Pot. Een klein restaurantje met roodgeruite tafelkleedjes en Vlaamse
gerechten. Ik neem een waterzooi met kip, Erik Vlaams stoofpotje. Vriendelijke
bediening. Weer:
regen, 10 graden. |