Zuid - Afrika |
Deel 4 |
|
Drakensberg - Durban: 208kmWoensdag 3 maart 2004
Na het strak
geregisseerde ontbijt, waarbij we met een Canadees meisje praten die op een
soort sabatical is, rijden we naar Durban. We komen rond half twaalf aan bij
Gardens Guest House (now closed). We worden verwelkomd door Donna. Het is een mooie B&B
in Berea, een prima buurt. Alex één van de eigenaren van het Guesthouse geeft
ons tips voor het verkennen van de stad, met name voor het Indiaase karakter van
een belangrijk deel van het centrum. Indiërs zijn in de 19e eeuw in grote
getalen naar Natal aan de Oostkust van Zuid-Afrika gekomen om te werken in de
suikerrietvelden. We rijden
naar Grey Street en parkeren in een parkeergarage bij Commercial Road. Het is
een drukke buurt met heel veel kleine winkels en nog meer straathandelaren.
Opvallend zijn de straatbelwinkels. Een tafeltje, een paar (zeer oude) telefoons, een accu,
een antenne en een teller is alles wat nodig is om de klant te laten bellen.
We
eten een currie bij Little Gujarat.
Een supergoedkoop en heel druk eethuisje met uitsluitend vegetarische
gerechten. We zitten onder TL-licht aan lange tafels met de locals, maar het smaakt prima.
Daarna lopen we richting het stadhuis. In de buurt ligt ook de Tourist
Junction, de VVV van Durban. In
dat gebouw is ook de African Art Centre, een gallerie voor Afrikaanse kunst,
waar ook de kunstenaars zelf aanwezig zijn om hun werk toe te lichten. Het stadhuis
uit 1910 biedt nu ruimte aan het Natural Science Museum en de Durban
Art Gallery. Deze kunsthal was in de jaren '70 bekend als de eerste gallerie
van het land die zwarte Afrikaanse kunst tentoonstelde. Via Smith Street lopen
we terug richting de auto. Deze straat voert ons door een welvarender deel van
het centrum. We nemen de auto naar het strand. Het stadstrand ook wel de Golden
Mile genoemd is een breed zandstrand met een een boulevard en een aantal pieren,
waarop sportvissers staan te vissen. In het water zijn, ondanks het bewolkte
weer, vele surfers bezig te golven te trotseren. De Golden Mile heeft een
tijdlang een reputatie opgebouwd als "Muggers Mile", waar berovingen
o.a. door straatkinderen aan de orde van de dag waren. De stad heeft echter
actie ondernomen. Er wordt druk gepatrouilleerd door politie en
beveiligingsbedrijven. De parkeerterreinen worden bewaakt door parkeerwachters
die van fooien bestaan. Het helpt, want het strand en boulevard worden druk
bezocht en de straatkinderen zijn op enkele na verdreven. Echter 's avonds, zo
wordt ons verteld, schijnt het strand en de boulevard nog steeds niet echt een
veilige plek te zijn. We drinken wat bij Kool
restaurant, waar we een mooi uitzicht hebben op het strand en de surfers.
We
genieten de namiddag op het terras van het Guesthouse en drinken koffie en thee met
Alex en Murray, de eigenaren van deze comfortabel ingerichte B&B.
's Avonds drinken
we een cocktail in de bar van het trendy en levendige Bean Bag
Bohemia in het nabijgelegen Greyville. Na het drankje gaan we de de trap op om boven
te dineren. Zeer smakelijke, verzorgde en orginele gerechten
(struisvogel carpacio, kip en bananen currie) en een leuke ober.
Dan
rijden we naar de Roman Lounge op Florida Road. Dit is een populaire gay lounge
bar, waar iedereen op af komt. Het is er behoorlijk druk op een woensdagavond. Het is
vanavond ook karaoke avond en Belinda, de presentatrice speelt zelf ook keyboard
en helpt de vrijwillige zangers door de moeilijke stukken heen. Heel gezellige
avond.
Weer:
bewolkt, maar warm en vochtig. 28 graden. Durban - Port Elizabeth: 75 minuten vliegenDonderdag 4 maart 2004
We
staan vroeg op want we moeten vanochtend vliegen. We krijgen ontbijt op het
terras en daarna gaan we op weg met de beste wensen van Murray. De rit naar het
vliegveld gaat prima en om 9.25 vliegen we met South
African Airways naar Port Elizabeth. De
catering is slecht, maar de vlucht met het kleine toestel is in 75 minuten
gepiept. In PE krijgen we, tot Erik's vreugde, een Toyota Corolla als
huurauto.
We
logeren in de Jutland Manor
Guesthouse, dat mooi gelegen is op een heuvel met
een uitzicht op zee. We krijgen een ruime kamer met uitzicht. De eigenaresse is
een beetje nieuwsgierig, maar we weten haar op afstand te houden. We gaan naar
het strand, waar we eerst wat eten in het Boardwalk centrum, een fantasieloos
kunstmatig eet-emporium bij het strand. Daarna doen we een poging om op het strand te liggen,
maar de (aflandige) wind is zo sterk dat we na een uurtje helemaal gezandstraald
zijn. Ik doe nog een duik in het water, dat lekker van temperatuur is, en trotseer de hoge golven. Na een uur
geven we het op en gaan het rustig aan doen bij het zwembad van het guesthouse.
's
avonds eten we bij Natti Thai's restaurant. Een klein tentje dat veel lijkt op
Blue Mekong in Rotterdam. Zelfs de eigenaar in zijn doen en laten
op als twee druppels water Paul van Blue Mekong. We eten er lekker (niet volgens het systeem van
Blue Mekong,
maar toch...)
Weer:
het is zonnig en warm (25 graden) maar er staat een straffe wind. Port Elizabeth - Storms River Village: 168kmVrijdag 5 maart 2004
Na
het onbijt verlaten we de Jutland Manor guesthouse. We rijden eerst naar het
centrum van Port Elizabeth waar we geld pinnen. Dan gaan we de snelweg op
richting Cape Town. Na een paar kilometer begint de motor een ratelend geluid te
maken. Eerst dachten we nog even dat het bij de Zuidafrikaanse popmuziek hoorde
die uit onze autoradio schalde, maar even later blijkt dat het toch uit de motor komt.
Net als we besluiten om terug te rijden, wordt het geluid nog heviger en houdt de
motor er gewoon mee op. We staan stil langs de snelweg (zo'n 8 km buiten PE) en
er beginnen lampjes op het dashboard te branden die niet horen te branden. Uit
de gebruiksaanwijzing van de auto blijkt dat dit duidt op "engine failure".
Dat was ons ook al duidelijk, want de motor was met geen mogelijkheid meer aan
de praat te krijgen. En dat met een auto die nog maar ruim honderd km (!) op de
klok heeft. We bellen mobiel met Sixt, de verhuurder. Na
een korte beschrijving van onze situatie, krijgen we te horen dat er iemand aan komt met een nieuwe auto. Na een
50 minuten verschijnt er een sleepwagen ten tonele. De chauffeur zegt dat de
nieuwe auto er aan komt. Een paar minuten later komt er inderdaad een Nissan
Almera aangereden met iemand van Sixt. Na invullen van enkele formulieren kan de
bagage worden overgeladen en zijn we weer op weg. We rijden naar Storms Rivier.
Een dorpje nabij het Tsitsikamma National
Park. Hier nemen we onze intrek in The Armagh, een project van Johan en
Marion, die, na een IT carrière in Kaapstad, een nieuwe start in hun
leven hebben gemaakt. We krijgen, vanwege de boekingsituatie een kamer op de
zolder. Ruim, maar ingericht met meubilair dat aan een studentenkamer uit de
jaren zeventig doet denken. Johan de eigenaar heeft een boekwerkje samengesteld
met huisregels en suggesties voor een aangenaam verblijf dat wel drie dagen kan
duren. Johan heeft bijna het hele hotel volgehangen met briefjes met suggesties
en regeltjes - en dat alles doorspekt met zijn eigen gevoel voor lolligheid.
Johan heeft met name een sterk ecologische inslag, vandaar de suggestie om
tijdens het inzepen de douchekraan even dicht te draaien. Langer dan 10 minuten
douchen mag wel, maar hoort eigenlijk niet. Het hotel is gelegen is een mooie
tuin en de andere kamers lijken er prima uit te zien.
We
lunchen in het guesthouse en rijden daarna naar het Tsitsikamma National
Park. Het Tsitsikamma National Park bestaat uit twee delen:
De Vasselot in het westen en Storms River Mouth in het Oosten. Beide delen zijn
niet met elkaar verbonden, behalve via een wandelroute. Voor Storms River Mouth
moeten we een entree betalen. Het is een prachtige plek met een onstuimige zee
die tegen de rotsen botst. We doen de
wandeling naar de hangbrug over de riviermonding via een mooie boardwalk. Dan ga
ik zonder Erik verder naar het uitzichtpunt dat 220 meter hoger is gelegen. Een
stevige beklimming, maar het wordt beloond met een grandioos uitzicht over de
kust. Binnen vijftig minuten ben ik weer terug bij de hangbrug. We lopen terug
via de boardwalk en drinken nog wat in het restaurant van het nationale park. We
rijden terug naar Storms River Village. We rijden nog even door naar het mooist
gelegen tankstation van het land dat bij de
rivier kloof is gelegen om daar foto's te maken van de canyon. Dan is het tijd
om terug te gaan naar het hotel. We dineren later op de avond in het
restaurant (Rafters) van het guesthouse. Het is een uitstekend buffet-diner en
we bestellen een Viljoen Grandeur 2000. Een heerlijke Shiraz.
Weer:
zonnig, maar koel. Er is een koufront overgetrokken en de temp is gezakt tot
20-22 graden. Zaterdag 6 maart 2004
We rijden weer naar Storms River Mouth voor de
wandeling langs het Otter Trail. Dit is een wandelpad voor een vijfdaagse trek
naar Nature's Reserve. Dagbezoekers mogen echter tot de waterval drie kilometer
langs de kust (en terug). We beginnen vol goede moed langs de woeste kust. Het
eerste uur gaat prima over paden door het kustbos, maar dan komen we bij een stuk dat alleen uit grote rotsen bestaat. We gaan
nog een tijdje door, maar vinden het allengs minder leuk geven het uiteindelijk toch op. We
lopen een stuk terug en nemen dan het Blauduikerpad.
Dit gaat vanaf de kust gestaag omhoog door het regenwoud. Dichte begroeiing met
Tarzan achtige lianen en gigantische Yellowwood bomen. Na anderhalf uur zijn we
er mee klaar en keren terug naar de auto. We lunchen in het restaurant van het
Nationaal Park en gaan dan op weg naar Nature's
reserve in het De Vasselot deel van het National Park. We nemen de oude weg,
de R102 via de Bloukranspas, een mooie route. In Nature's reserve zien we een
prachtig zandstrand. Het waait er gigantisch hard, dus zonnebaden is zonder
zandstraling niet mogelijk. Er zijn slechts een paar die-hards die beschutting
in de duinen zoeken. We rijden weer terug naar Storms rivier village en komen
weer wat op adem. We hebben inmiddels gezelschap gekregen van een flinke muis op
de kamer, die zich evenwel niet laat vangen.
's
avonds eten we wederom heerlijk in het restaurant van het guesthouse.
|
Weer:
zonnig, 23 graden.