![]() |
![]() |
deel 3 |
COSTA RICA |
||
We
ontbijten vanochtend voor de verandering niet zo vroeg: pas om 7 uur. We vertrekken in westelijke richting via
hobbelige wegen naar Juntas. We rijden 35 km in ruim een anderhalf uur. Onderweg
hebben we prachtige uitzichten op de stille oceaan. We dalen langzaam af van
1200 meter naar zeeniveau. Bij Las Juntas de Abangares, een voormalig
goudzoekersdorpje, komen we op de Interamericana, de hoofdweg 1, die deel
uitmaakt van de doorgaande hoofdweg tussen Alaska en midden Chili. We tanken bij een groot
tankstation, waar we ook een kopje koffie kunnen drinken. We vervolgen onze reis
over de Interamericana in Noordelijke richting. We zijn nu in de provincie Guanacaste.
Het is niet erg druk op de weg en we kunnen goed opschieten. We moeten wel goed
opletten, want de weg gaat door allerlei dorpen, waar ander verkeer zich met de
doorgaande auto's mengt. Soms houden de enorme vrachtwagens - Amerikaans model -
het verkeer op. In de dorpen is rond scholen (zona escuelar) verboden harder te
rijden dan 20 km/u. Met radar uitgeruste verkeerspolitie controleert op
onverwachte plekken. Rond half twaalf komen we in Liberia. Liberia is
één van de oudere steden van Costa Rica en heeft een zekere koloniale charme
bewaard, die elders in het land al lang is verdwenen. Het wordt ook de Ciudad
Blanca genoemd, de witte stad, vanwege de witgeverfde koloniale huizen, die nog
in het centrum staan. De stad is niet groot en gebouwd volgens eenvoudig
rechthoekig stratenplan met genummerde avenida's en calles die dwars op elkaar
aansluiten. We zoeken naar de Calle Real, of Calle Central, waar de meeste
van die gerestaureerde
koloniale huizen staan. We maken er wat foto's. Via het centrale plein en
kathedraal rijden weer het stadje uit en via de Interamericana rijden we nog 6km
noordwaarts. Hier gaan we de hoofdweg af en meteen een smalle hobbelweg op. Een
maal buiten de bewoonde wereld wordt de weg stoffig en het landschap wat
onherbergzaam. In de verte zien we de hoge bergrug. We rijden 17km richting
Nationaal Park Ricon de la Vieja, genoemd naar de gelijknamige vulkaan. Na twintig minuten komen we bij de
poort van het hotel Hacienda
Guachipilin, waar gecontroleerd wordt of we op de gastenlijst staan. We moeten dan nog 3 km
doorrijden voor
we bij de Hacienda - soort ranch - en het hotel komen. De incheck gaat snel, maar de kamer is nog lang niet
klaar. We krijgen een welkomstcocktail en wachten. Na een uur kunnen we de kamer
op. De kamer is lekker ruim en comfortabel. Het hotel maakt deel uit van een
werkende boerderij met koeien en cowboys. Er is een zwembad en er worden
allerlei avontuurlijke en ontspannende activiteiten aangeboden. We nemen de buffetlunch en na een rustpauze
wandelen we naar de waterval in de buurt van het hotel. Onderweg zien we een groene
boomslang wegkruipen. De kleine waterval is een half uur lopen vanaf het hotel, maar wel aardig.
We lopen terug en drinken een lekkere cocktail aan de bar. 's avonds
is er weer een (diner)buffet.
Weer: zonnig en zeer warm 31 graden. Er staat wel een stevige aangename wind van uit de bergen
We staan
vroeg op en zitten om half zeven al aan het ontbijt. Na het ontbijt rijden we naar
de ingang Las Pailes van het nationaal park Rincon de la
Vieja. We
krijgen van de parkwacht wat voorlichting en een schematische kaart) (in
het Spaans) over de wandelmogelijkheden We kiezen voor de rondwandeling van 6km,
die in 2,5 uur te lopen is. Alternatief is de beklimming van de vulkaan (8 uur
bergopwaarts), maar dat klinkt ons wat te heftig in de oren. We zijn om half
acht de eerste wandelaars. We lopen per ongeluk de route in de omgekeerde
richting. We zien eerst allerlei borrelende modderpoelen (pilas de barro) met zwaveldampen.
Dat kenden we al van Nieuw Zeeland (2002) en IJsland (2005), maar het is toch
altijd weer boeiend om te zien. We lopen door de Sabana en
zien tal van stoomgaten (hornillas) in de bodem. We mogen er niet te dichtbij komen, want de temperaturen
lopen op tot 106 graden Celsius. Daarna kruisen we een riviertje en geraken in
het oerwoud. De moeten over de dikke wortels van de bomen klauteren en stijgen
we naar grote hoogten. We zien een paar Toekans en een Centraalamerikaanse Agouti of goudhaas.
Als toegift krijgen we een heuse boa constrictor te zien, die zich in een boom
langs
het wandelpad verschanst heeft. Gaandeweg komen we steeds meer wandelaars
tegen en als we terug zijn bij de boswachters, staat een grote groep Amerikaanse
scholieren klaar om te gaan lopen.
We rijden na de wandeling terug naar het hotel. Ik ga op paardrijtoer naar de waterval Oropendula. Twee uur te paard met een (uitsluitend Spaans sprekende) begeleider, die David heet. Het paard is tamelijk mak en weet de weg. Bovendien hoeft hij alleen maar David en zijn paard te volgen. Dat is maar goed ook, want mijn paardrijvaardigheden zijn niet bijzonder groot. Zo nu en dan versnelt hij en hobbel ik alle kanten op. Het is och wel leuk. Het laatste stukje naar de waterval gaat te voet. Dat is nog een hele klauterpartij, die de nodige lenigheid vergt. Wel een mooi gezicht . David vraagt of ik wil zwemmen, maar daar bedank ik even voor. We gaan weer terug en het paard heeft nu echt meer haast en galoppeert een steeds vaker. Ik moet hem wel een paar keer corrigeren als hij de verkeerde kant op wil.
's middags gaan we nog naar de Spa van het hotel voor een full body massage. Heerlijk, we komen helemaal los. Daarna een lekkere cocktail aan de bar. 's avonds eten we eens een keer niet buffet, maar a la carte. De logistiek van de keuken wordt daarmee wel wat op de proef gesteld, want we kriijgen voor- en hoofdgerecht tegelijkertijd.
Weer: zonnig en warm. 31 graden. We’ll veel wind.
We
ontbijten vroeg en gaan op weg naar Liberia. Daar nemen we geld op bij de ATM -
zowel dollars als Colones - voordat we naar het postkantoor rijden om de kaatjes
te posten en postzegels te kopen. Vervolgens gaan we de stad uit richting Nicoya op het gelijknamige schiereiland. De
wegen zijn goed en niet al te druk. Na ruim 2 uur zijn we dan in Playa Samara
aan de kust. Samara is een klein en rustig badplaatsje aan een rustige
schilderachtige baai. We
hebben een casita bij pension LazDivas gereserveerd, dat wordt gerund door
een Duits/Zwitsers vrouwenstel. Berit is wat excentriek en communiceert wat moeilijk. De
casitas zijn schitterend gelegen aan het goudgele strand. De hangmatten zijn
gespannen tussen de palmbomen en er zit niemand voor ons op het strand. Het is
een heerlijk
bounty-achtige ambiance. We lunchen in het dorp en brengen de rest van
de dag luierend door in de hangmatten, afgewisseld met een plons in de
zee. 's aovnds drinken we een cocktail bij de standbar La Vela Latina en eten
later heerlijke
vis en zeevruchten bij La Anclia een deur verderop. We sluiten de avond af met een afzakkertje op het strand bij
La Vela Latina.
We slapen
onder een klamboe en toch worden we nog de hele nacht lastig gevallen door
muggen. Ik zit onder de jeukende bulten. We hebben duidelijk vergeten om voor
het slapen gaan de muggen die in de klamboe gevlogen zijn te verjagen op dood te
meppen. We hebben nog wat gasten in de casita,
zoals een flinke hagedis. Maar die doet verder niks. Rond het huisje dartelen
eekhoorntjes en vele leguanen. Het ontbijt duurt wat lang om bereid te worden,
maar we kunnen het opeten onder een afdakje met zicht op de blauwe golven van de
stille oceaan. Na
het ontbijt gaan we er weer lekker van genieten. Ik neem om 11 uur surfles bij
Jesse's Samara Surf School. Die belooft in een uur het surfen bij te
brengen. Dat valt nog vies tegen. Het is veel zwaarder dan ik
dacht en ik ben na een tijdje doodmoe van personal instructor Diego's goedbedoelde les. Frustrerend
te zien dat het deze jonge knul helemaal geen moeite lijkt te kosten. Gesloopt
ga ik weer naar het casita. We lunchen aan het strand bij Locanda en zakken
daarna weer in heilzame lethargie weg. We nemen uiteraard wel een dipje in het water. Om half vijf rijden we naar Carillo,
een dorp verderop voor een uitzicht vanaf restaurant Mirador, maar dat bestaat helaas niet meer. Bij hotel Guanamar is het uitzicht
op de zonsondergang ook heel mooi. Het is er opvallend stil, maar het
drinken en eten is niet slecht. De ambiance is erg luxe. Geen idee wat er
aan scheelt. Na het eten rijden we moe en voldaan naar Samara terug.
Weer: zon met zon nu en dan lichte bewolking. Warm, 30 graden.
Ik heb
vannacht wat beter geslapen dan gisteren. Gisternacht werd ik gek van de
muggen en de jeuk. Ik ben inmiddels behoorlijk lek gestoken, ondanks dat ik veel
met DEET smeer. Ze vinden altijd wel een plekje of een moment om toe te
slaan. Vannacht hebben we de klamboe eerst helemaal gecheckt op muggen aan de
binnenkant en de klamboe goed onder de matras ingestopt. Toen we opstonden namen
de kleine monsters ons toch in de badkamer te grazen. We rijden na het
ontbijt via Nicoya naar de Puente de la Amistad de
Taiwan richting Puntarenenas. Deze vriendschapsbrug over de rio Tempisque maakt
de reis een stuk korter. Vroeger moest je een heel stuk omrijden om de kustweg
naar het zuiden te bereiken. De brug is aangelegd met hulp van Taiwan, omdat
Costa Rica een van de laatste landen was, die Taiwan als het echte China
erkende. We rijden door naar Tarascol en hotel Villa
Lapas. Eerst wordt ons een all inclusive arrangement voorgesteld à $130 pp, maar
na enig aandringen kan $139 per kamer inclusief ontbijt ook! Het hotel
is ontzettend stil. Het heeft van alles (zwembad, oerwoud, winkels etc), maar is wel gedateerd. Rond 13 uur
begint het ontzettend te regenen. Het duurt ongeveer 20 minuten. Erik is te moe voor
een bezoek aan het Nationaal
Park Carara, dus ga ik alleen. Het voor het publiek toegankelijke deel
is erg klein en je loopt het snel door heen. Ik zie
weinig dieren, maar dat komt waarschijnlijk door het late tijdstip, de hitte en
de regen. Alleen een gordeldier en een agouti laten zich zien. Ik hoop er de
prachtige roodgele ara's te zien, maar dat zit er helaas niet in. Het is er extreem vochtig.
Na de wandeling van anderhalf uur door het park rijd ik door naar de brug over de Tarascol rivier. Hier liggen zo'n 30 krokodillen in en
naast het water te luieren. Het is een bijzonder gezicht. Een aantal roodgele ara's vliegen
krijsend over naar
hun overnachtingsplek. De brug was berucht wegens overvallen, maar nu is er een
politiepostje. Later ga ik met Erik terug naar de brug om het hem te laten zien.
De agent is weg, maar er
zijn nog wel toeristen en krokodillen. Als we terug
naar de auto lopen komt ons een Amerikaans echtpaar tegemoet dat roept,
dat hun bagage is gestolen uit de auto. Heel triest. Wij gaan eten
bij Steven and Lisa in een dorpje verderop. Het openlucht restaurant is prachtig gelegen aan de golf van
Nicoya met een mooi uitzicht op de ondergaande zon. We eten goed en en gaan weer terug naar het hotel.
Later
drinken we wat aan de bar terwijl we naar de kikkers in de vijver luisteren.
Weer: zonnig 32 graden. 's middags regenbui.
We ontbijten vroeg en gaan om tien voor acht op pad naar Manuel Antonio. We rijden rustig
door via de kustweg, de Costanera. Onderweg zien we een Costaricaanse cowboy,
een Sabanero, in actie. Te paard drijft hij een kudde koeien voort over
de savanne. Rond rond half elf zijn
we in
Quepos. Daar moeten we goed opletten voor de juiste afslagen naar Manuel Antonio.
De bergachtige weg langs de kust naar Manuel Antonio staat vol met hotels en restaurants. Na 5km zijn we
bij Villa Roca, ons (gay) hotel. De kamer is natuurlijk nog niet klaar, maar we
kunnen van het zwembad gebruik maken. Dat doen we ook. Het uitzicht op de oceaan,
vanuit de "infinity pool" is prachtig. We gaan lunchen bij El Avion een restaurant
met een prachtig uitzicht en een vliegtuig midden in de zaak. Het vliegtuig is
ooit in Nicaragua neergeschoten, toen het in de 80'er jaren dienst deed voor de
"Contras" in hun oorlog tegen de Sandinistische regering. De eigenaar
van El Avión heeft het gekocht en naar Manuel Antonio laten verschepen. In
één van de bomen voor het terras zit
een luiaard onbeweeglijk in de boom. Bij terugkomst in het hotel is de kamer klaar.
Het is een mooie ruime kamer met goed
uitzicht op de bossen en de oceaan vanaf het balkon. We luieren wat en gaan in
de middag naar de jacuzzi, die zo'n 40 meter lager ligt. Het hotel ligt op de
flank van een berg. We relaxen heerlijk rustig en beschut tussen de hoge bomen.
Daarna gaan we naar het zwembad en raken in gesprek met de andere gasten. Later in de
middag komt Michael de
bartender de boel opvrolijken. Hij geeft iedere gast een flirtige knipoog en
bereidt lekkere en feestelijke cocktails.
's avonds gaan we naar het Plinio restaurant, voor een Aziatisch diner. Het eten is prima, maar wel veel en de gangen komen net als op zoveel locaties hier in Costa rica heel snel achter elkaar. We hebben toch lekker gegeten. In het donker rijden we weer terug naar het hotel. Overal hebben de restaurants en hotels een veiligheidsmannetje op wacht bij de auto's. De snelle toeristische ontwikkeling hier trekt ook criminelen aan zo lijkt het.
Weer: zonnig, warm en vochtig. 33 graden. 's middags wordt het licht bewolkt.